IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Australië: New South Wales & Canberra

Donderdag 26 december is het al 16:00 uur geweest als we Victoria verlaten en New South Wales inrijden. We vermoeden dat het Killer Whale Museum in Eden al gesloten is als we daar een uurtje later aankomen, maar gaan zekerheidshalve toch even kijken. Het is gesloten en we kijken een beetje rond in het stadje. Daarna rijden we een stuk naar het noorden, waar een gratis camping moet zijn. Na tien kilometer rijden we verkeerd en komen per ongeluk op het strand uit. Naast een grote (dure) camping zien we tientallen kangoeroes, waar we een tijdje naar kijken.

Dan rijden we verder en na een half uur rijden zijn we bij de campingplek, wat niet meer blijkt te bestaan. We zijn moe en hebben honger. We zoeken nog naar een plekje om te wildkamperen, maar zien niet echt iets. Een tiental kilometers terug hadden we een grasveld vol campers gezien, waar je voor $15 mag staan. We besluiten daar maar heen te rijden, ondanks dat dit dag 3 op rij wordt dat we een betaalde camping hebben. En het slaat nergens op, want je hebt voor dat geld niet eens een wc. Alleen een veld. Maar ja, het wordt zo donker en we hebben geen zin om langer te zoeken. We maken snel pasta en gaan niet veel later naar bed.

Uitgegeven: $ 0 (€0)

Vrijdag 27 december hopen we te kunnen vertrekken, voordat de eigenaar komt om het geld op te halen, maar helaas, zodra we onze auto uitkomen, stapt hij in zijn golfkarretje en komt eraan. We betalen en rijden terug naar Eden. In de stad “hangt” gratis internet, dus update ik eerst in anderhalf uur onze website. Daarna gaan we naar het museum. Het blijkt $9 p.p. te kosten en Ro en ik vinden dat eigenlijk te veel. Maar papa wil graag naar binnen en betaald voor ons alle drie. Het is wel een beetje interessant en we leren dat 150 tot 80 jaar geleden de orka’s in deze regio andere walwissen opjaagden, de walvisvaarders waarschuwden zodat die op hun boten kwamen, de jagers schoten de walvissen af en de orka’s mochten bepaalde onderdelen hebben om op te eten. We vinden het allemaal een beetje onwaarschijnlijk, maar we zien wat oude beelden, foto’s en verklaringen dus misschien is het toch waar? Het skelet van Tom, de oude orka die hierbij jaren heeft geholpen, hangt in het museum.

Na het museum rijden we naar het strand  met de kangoeroes. Er zijn er weer heel veel en daarna gaat Ro zwemmen in de oceaan, terwijl papa en ik toekijken.

Beetje koud, maar volgens Ro wel lekker. We zeggen gedag tegen de kangoeroes en rijden via een kustweggetje verder naar het noorden. We tanken weer 80 liter bij. Papa wil graag naar Canberra, de hoofdstad, dus gaan we langzaamaan die kant op. Een stukje boven Narooma stoppen we op een gratis kampeerplek en Ro besluit de remmen na te kijken. Hij is een hele tijd bezig om het rechterachterwiel eraf te halen, maar ziet niks raars aan de rem.

Uitgegeven: $ 128 (€83)

Zaterdag 28 december begint Ro rond 10 uur aan de andere achterrem. Hij krijgt de beschermer er niet af en het duurt behoorlijk lang, maar uiteindelijk lukt het toch. Ook met deze rem lijkt niks mis te zijn. Nadat het wiel er weer onder zit, beginnen we aan de wandeling die hier is uitgezet. We beginnen met afdalen, afdalen en afdalen. Onderaan, bij de rivier, ziet papa zijn eerste Monitor Lizard, van ongeveer een kleine meter. Maar een deel van de staart is eraf. Toch is het nog maar een jonkie.

We kijken een tijdje, wandelen dan naar het einde en gaan via een andere weg weer terug omhoog. Al met al een mooie wandeling. Het is al 14:00 uur als we van de camping wegrijden. Bij Moruya verlaten we de route langs de kust en rijden het binnenland in. De zandweg gaat in 62 kilometer, slingerend door de bergen, naar Araluen, dwars door Monga NP en Dena NP. Het is een hele mooie route en we zien kangoeroes en walibis. Onderweg stoppen we op een betaalde camping van het nationale park en wandelen daar wat door de omgeving. Het is er erg mooi. In de rivier zien we een gigantische aal ofzo zwemmen, maar hij blijft vooral in de schaduw, waar we hem niet kunnen zien. En voor het eerst zien we een levende cicade.

Deze tor leeft jaren onder de grond, maar zodra hij eindelijk bovenkomt, leeft hij slechts een dag. Ze klinken net als krekels, maar dan nog veel luider. Je ziet hun velletjes overal op bomen zitten, maar dit is ons eerste levende exemplaar. Daarna rijden we weer verder. Net achter Araluen vinden we een gigantische gratis camping. Bij binnenkomst zien we 2 volwassenen die op van die mini scootertjes voorbij stuiven en helaas blijft de hele familie de rest van de middag en avond constant rondjes rijden. Terwijl de andere kinderen leuk fietsen, maken deze mensen vreselijk veel lawaai. Heel irritant.

Pas als de zon onder is, stoppen ze ermee. Papa was er van overtuigd dat de lol er zo vanaf zal zijn, maar helaas, ze blijven het leuk vinden.

Uitgegeven: $ 19 (€12)

Zondag 29 december beginnen ze weer rond 9:00 uur met de scootertjes. We zijn blij dat we vandaag weer weggaan en hebben medelijden met de kampeerders om ons heen die hier samen met deze familie mogen blijven. Eén van de volwassen berijders komt ons vlak voor ons vertrek vragen of we het irritant vinden, want er hebben een paar mensen geklaagd. Ro zegt dat we zo vertrekken, dus voor ons maakt het niet meer uit. Hij vraagt het nog bij een paar andere campers, maar blijkbaar klagen niet genoeg mensen, want ze sjezen rustig verder. Wij vertrekken en rijden richting Canberra. Maar vlak nadat we de camping hebben verlaten steekt er een hele grote Monitor Lizard de weg over en klimt in een boom naast de weg. We stappen uit en kijken een tijdje.

Het is een mooi beest. We rijden verder door leuke dorpjes en uiteindelijk via een stukje snelweg rijden we Canberra in. We rijden direct naar Capital Hill waar papa het parlementsgebouw wil bekijken. Het is een modern en groot gebouw en je mag er gratis in en bijna overal rondlopen.

We wandelen over de verdiepingen en bekijken het uitzicht vanaf het dak. Canberra is heel bewust gebouwd en zeer ruim opgezet. Je hebt niet echt een stadscentrum en de huizen zijn vaak groot met tuinen. We rijden nog even door het gebied dat het centrum wordt genoemd, maar het lijkt meer een dorp dan een stad. Al snel zijn we Canberra weer uit en rijden we weer terug richting kust. Op de heenweg hierheen hadden we een gratis camping langs de weg zien liggen en we besluiten daarheen te gaan. Het is er ondertussen behoorlijk druk als we er rond 18:00 uur aankomen. Ro en ik doen een wedstrijdje Sudoku tegen papa: hij lost er één op, terwijl wij er samen één oplossen met 5 sudoku’s aan elkaar vast. Er komt geen winnaar uit, want we geven het uiteindelijk alle drie (tijdelijk) op. Ze zijn behoorlijk moeilijk.

Uitgegeven: $ 0 (€0)

Maandag 30 december verlaten we de camping na het ontbijt en rijden terug naar de kust (Batemans Bay) over een verharde weg. Daarna rijden we weer naar het noorden. We stoppen regelmatig en nemen de kleinere weggetjes. Onderweg kopen we een nieuwe jurk voor mij, een broek voor Ro en een jas voor papa. Dan nemen we de afslag naar Pebbly Beach en rijden door het Murramarang Nationaal Park. Bij het strand parkeren we. De automaat om toegang tot het park te betalen is kapot, dus helaas kan niemand betalen. We wandelen het strand op en zien al snel een grote Monitor Lizard. Het beestje mist de bovenlip en lijkt blind. Beetje zielig.

We zien ook nog mooie kleine hagedissen en wandelen daarna het strand op. Helaas zijn er geen kangoeroes op het strand.

We lunchen en rijden daarna door het NP naar het volgende strand. De weg door het NP is heel slecht, maar heel mooi. Aan de andere kant zien we wel veel kangoeroes. We rijden door een dorpje als er een kangoeroe net voor ons overspringt. Gelukkig hebben we hem niet geraakt. We vervolgen onze weg en besluiten naar Kangaroo Valley te rijden, waar een aanbevolen camping is. Als we er bijna zijn, rijden we in een kleine file het laatste stukje. Dat voorspeld niet veel goed. Het blijkt een reusachtig terrein te zijn, diverse gigantische velden achter en naast elkaar. En overal, echt overal, staan tenten, auto’s, campers en caravans. We rijden een rondje over het terrein op zoek naar een plekje, als we opeens een wombat langs de kant zien staan. We besluiten de auto daar te zetten, want er is precies een leeg plekje. Waar de wombat loopt is een stuk gras waar je niet mag kamperen, daarnaast een strookje bos, dan nog een strookje gras en dan een rivier. Er blijken veel wombats in dit stukje te leven, soms zien we er wel 5 tegelijkertijd.

We maken een wandeling en het blijkt dat ons stukje camping de enige plek is waar we wombats (nu) zien. We staan dus prima. Maar nu is het al bijna donker, dus we zetten ons kamp op, koken en eten.

Uitgegeven: $ 78 (€50)

Dinsdag 31 december 2013 moeten we ons een beetje haasten, want we moeten nog naar Sydney vandaag. Papa gaat even kijken of er nog wombats zijn, maar vindt alleen een man die net een gigantische vis heeft gevangen. Papa komt terug met dat hij denkt dat de man zegt dat wij die vis mogen hebben. Dus Ro en papa gaan erheen, terwijl ik nog even een wombat ga bekijken. De man blijkt genoeg vis te vangen en nadat hij hem schoongemaakt heeft, mogen we de vis meenemen.

Wandelend terug naar de auto heeft Ro veel bekijks met zijn vis. We zeggen gedag tegen de wombats en rijden naar Sydney. Rond 16:00 uur komen we bij Piet en Riet aan. Het is gezellig weer bij ze op bezoek te zijn. Ro zoekt met Colin, hun zoon, een route (door de Bleu Mountains) uit voor de komende dagen en daarna eten papa en Ro een stukje van de vis. Rond 19:30 uur lopen we naar het station en nemen de trein naar het centrum om daar oudjaarsavond te vieren. Daar aangekomen blijkt de gehele binnenstad afgesloten te zijn voor auto’s en wandelen we midden op straat richting operahuis.

Dan blijkt al snel dat de binnenstad is afgesloten. We hebben weinig tijd meer voor het 21:00 uur vuurwerk, dus we lopen een eindje omhoog een brug op. We vinden een plekje vanwaar we het operahuis voor ruim 2/3 deel kunnen zien en moeten nog 7 minuten wachten. Dan begint het vuurwerk. Het is best mooi, maar we kunnen slechts een klein stukje zien.

Na een minuut of 8 is het afgelopen en besluiten we te kijken of we dichter het centrum in kunnen. Bij de eerste blokkade geven agenten aan dat niemand er door mag. We vragen wat er aan de hand is en ze geven aan dat er teveel mensen in de binnenstad zijn en dat ze niemand meer toelaten. We lopen verder en de volgende straat is ook afgesloten. We wachten een tijdje, maar geven het dan toch maar op. We wandelen weer verder en zien in een achteraf straatje een klein ijzeren trapje afdalen een restaurant in. We dalen af en lopen door een restaurant, maar niemand houdt ons tegen. Als we het restaurant aan de andere kant uitlopen zijn we in het centrum! Helemaal blij gaan we op zoek naar een plekje met uitzicht op de brug. Er zitten al heel veel mensen op de straat en we gaan er in eerste instantie bij zitten. Maar het is pas 22:00 uur en we hebben helemaal geen zin om hier 2 uur op de grond te zitten. We lopen toch maar verder en vinden een bankje, waar we een uurtje wachten. Als we rond 23:30 uur nog een rondje wandelen, besluiten we toch nog even terug te gaan naar het bankje, want we kunnen makkelijk een goed plekje vinden. We vinden een ander bankje en terwijl we daar zitten, zie ik ineens een possum doodstil in de boom naast me zitten. Het beestje is natuurlijk bang van het vuurwerk en de miljoenen mensen om hem heen. We hadden geen idee dat ze zo midden in de stad wonen. Tegen twaalven lopen we George Street weer af en besluiten redelijk achteraan te blijven staan. Het uitzicht op de brug is hetzelfde en dan kunnen we als eerste terug naar de trein. Als we de grote meute voorblijven straks, dan kunnen we wellicht nog enigszins snel terug gaan. We moeten nog een paar minuten wachten voor het vuurwerk begint.

Uitgegeven: $ 51 (€33)

Woensdag 1 januari 2014 worden de gelukswensen die papa, Ro en ik elkaar geven overstemd door het vuurwerk aan het einde van de straat. We kunnen de brug niet helemaal zien en we zien deze vanuit een hoek. Toch is het best mooi.

Het duurt ongeveer 10 minuten en na de laatste pijl haasten we ons direct weg. Vanuit alle zijwegen zien we hordes mensen onze kant op komen en achter ons aan is één grote mensenmassa. We lopen zo snel als mijn voeten (met blaren) me op mijn nieuwe schoenen willen dragen. We vinden gelukkig snel het treinstation dat we gehoopt hadden te vinden (het tweede station op het traject, zodat er hopelijk nog geen tot weinig mensen in de coupes zitten). We moeten een paar minuten wachten tot de volgende trein. De trein zit helaas al aardig vol en ons perron staat bomvol, maar toch vinden we nog net één bank met drie zitplaatsen. We hebben de laatste zitplaatsen, de rest moet staan. Op de volgende stations proberen mensen zich er nog bij te proppen, maar dat lukt niet meer zo goed. En met amper vertraging stappen we een half uur later uit in Como. We wandelen terug naar het huis van Piet en Riet en komen rond 1:30 uur aan. Verbazingwekkend vroeg. Ro en ik kruipen in onze auto en papa zoekt zijn slaapkamer op. Wel lekker een nachtje zonder tentje voor papa! We kijken nog een tijdje naar een possum die om onze auto door de tuin loopt en in de boom naast mijn deur gaat zitten. Dit beestje heeft geen idee dat het oud en nieuw is, want hier is helemaal geen vuurwerk geweest. Zo fijn voor de (huis)dieren. Minder dan 6 uur later worden we alweer wakker, omdat het best warm in de auto is. We doen rustig aan en wachten tot papa wakker is. We bekijken het Sydney vuurwerk op YouTube en zien hoe mooi het geweest moet zijn geweest, als je kaarten voor de binnenste ring had gehad. Zo zag het er voor ons helemaal niet uit. De hele dag doen we niet zo veel. ’s Avonds maakt Piet een heerlijke bbq klaar.

Uitgegeven: $ 0 (€0)

Donderdag 2 januari willen we naar de Bleu Mountains, maar we hebben geen haast. Om 10:30 uur komen er 4 Nederlanders op bezoek bij Piet en Riet en we blijven gezellig nog wat langer.

Uiteindelijk is het 12 uur geweest als we vertrekken. We willen eerst het aanvraagformulier voor Ro’s paspoort opsturen, maar bij het postkantoor blijkt het weer niet goed. We hebben twee Australiërs die garant staan voor Ro, in plaats van één, omdat we geen permanent adres hebben. Maar dat blijkt nu opeens niet voldoende. Na veel gepraat en gebel blijkt dat het goed moet komen als we ons inschrijven bij MediCare (gratis) en een bankrekening openen (gratis). Dat is geen probleem, maar zo zonde van onze tijd. We rijden toch maar naar een MediCare kantoor, die in een groot winkelcentrum blijkt te zitten. Als we er eindelijk zijn, moeten ze de brief van de Australische overheid over onze visum zien. Ik vraag of ze dit vanaf de laptop wil bekijken en ze geeft aan dat het uitgeprint moet zijn. Maar er zijn geen printers in het gehele winkelcentrum te vinden. We worden naar de bibliotheek gestuurd, buiten het winkelcentrum, maar we kunnen het niet vinden. Na een half uur zoeken zijn we er dan eindelijk en kan ik de papieren uitdraaien. We lopen weer terug en we krijgen twee gratis ziektekostenverzekeringen, omdat Nederland en Australië een verdrag hebben. Je hebt dus helemaal geen reisverzekering nodig voor Australië, voor wat betreft de ziektekosten! Het is ondertussen 16:20 uur, dus lopen we snel naar de eerste bank die we tegenkomen. We openen een rekening, maar de bankpasjes worden pas over 7 tot 10 werkdagen verwacht. Hadden we ook wel gedacht, maar toch irritant. Maar om 16:45 uur hebben we dan alles geregeld en kunnen we naar de Bleu Mountains! Onderweg stoppen we om 135 liter diesel te tanken en 3 pizza’s te eten, iets wat papa in geen jaren en jaren meer op heeft. Hij vindt het erg lekker! De camping waar we heen willen is ruim 150 km verderop en dat halen we waarschijnlijk niet meer. Uiteindelijk stoppen we langs de kant van de weg op een veldje, aan het begin van de Bleu Mountains. Net na het eten, als we in de auto zijn gaan zitten, begint het regenen en het stopt niet meer tot de morgenochtend 10 uur.

Uitgegeven: $ 158 (€103)

Vrijdag 3 januari staan we dus pas om 10 uur op. Na het ontbijt rijden we weer verder. In het dorpje Leura is het opeens stralend weer en wandelen we een tijdje rond. Het is barstensvol toeristen. Toch is het wel gezellig. Daarna rijden we de toeristische route naar Katoomba, waarbij we nog de Leura Cascade en wat uitkijkpunten bezoeken.

We stoppen uiteraard ook bij “The Three Sisters” waar we 3 rotsblokken in het toch al geweldige uitzicht op de Bleu Mountains zien staan.

Het begint ondertussen toch alweer laat te worden en we besluiten richting de “Jenolan Caves” te rijden, waar zo’n 20 km daarvoor een gratis camping moet zijn. Het is een mooie tocht, deels door de bergen, en we komen er rond 19:00 uur aan. Het is een mooi plekje, niet ver van de weg, maar ach, hier komt toch amper een auto langs.

Uitgegeven: $ 35 (€23)

Zaterdag 4 januari rijden we rond 10 uur richting de grotten. Het is een smal bergweggetje dat ons erheen leidt, dus niet geschikt voor grote voertuigen, zoals campers en caravans. Als we bij de grot aankomen, leidt de weg er dwars doorheen. Aan de andere kant lijkt het wel of we in Roemenië zijn aangekomen. Een soort kasteel geeft een romantische sfeer in dit kleine dal.

We rijden erlangs en de berg weer op naar het parkeerterrein. Helaas zijn alle parkeerplaatsen bezet en moeten we nog een heel eind verder omhoog rijden, naar het tweede parkeerterrein. Van daaruit wandelen we de berg af, ondertussen de mooie rotsformaties en het uitzicht op het kasteel bekijkend. Onderaan zoeken we uit welke grot we willen bezoeken. Er zijn 12 opties, variërend van $ 32 tot $ 42 per persoon per grot. De 3 van $ 32 vallen sowieso af, want dat zijn simpele grotten, ideaal voor kinderen. Onze voorkeur gaat uit naar de Ribbon Cave, deels omdat de minimum leeftijd 6 jaar is en omdat de maximale groepsgrote uit 8 personen mag bestaan. Er zijn al veel tours uitverkocht, maar we hebben geluk, de Ribbon Cave is nog beschikbaar om 15:15 uur. Het is nu 11:00 uur. Voordeel van de Ribbon Cave is dat deze door de Orient Cave gaat en we dus eigenlijk 2 grotten kunnen bekijken. Om de 4 uur te overbruggen, maken we een lange wandeling langs een meer.

Onderweg zien we hele mooie reptielen, maar helaas geen slangen. Papa zal zonder een slang in Australië gezien te hebben, over een paar dagen weer naar huis gaan. Om 12:15 uur zijn we weer bij het kasteel en we besluiten naar de auto te lopen om daar te lunchen. De klim naar boven is niet makkelijk, zeker niet in de warmte, maar we komen er. We lunchen en als we zien dat het toiletgebouw ook (gratis) warme douches heeft, gaan we ook nog even douchen. Om 14:30 uur besluiten we met de auto naar het eerste parkeerterrein beneden te rijden, in de hoop dat er nu een plekje is en we straks niet meer dat hele eind omhoog hoeven. Na even wachten rijdt er iemand weg en kunnen we de auto parkeren. De wandeling naar beneden is nu ook een stuk makkelijker. Papa trakteert op een ijsje en daarna wachten we tot de tour begint. We klimmen een lange trap op en gaan een deur de berg in. De gids verteld dat het bereiken van de Ribbon Cave tot de jaren ’70 alleen mogelijk was door 4 uur lang door andere grotten te klimmen, om daarna dezelfde weg weer terug te nemen. Ruim 40 jaar geleden hebben ze (met dynamiet!!) een gang gemaakt, die in de Orient Cave uitkomt, waardoor je er in 10 minuten bent. Deze gang heeft 2 luchtdichte deuren, zodat de luchtstroom niet is veranderd in de grotten. De gang is groot genoeg om rechtop in te lopen en breed genoeg om je armen uit te steken, maar echt prettig is het niet als je claustrofobisch bent. Ik loop voorop, want zonder mensen voor me, voel ik me iets beter. Als we de laatste deur door zijn, staan we in de Orient Cave en deze is erg mooi.

We moeten er wel een beetje snel doorheen, want onze anderhalf uur zal zich voornamelijk in de Ribbon Cave afspelen. Toch stoppen we wel voor wat uitleg en foto’s. Aan het eind van deze grot komen we een groep tegen die alleen deze grot bekijken. Deze groep bestaat uit meer dan 30 mensen en we zijn heel blij met ons kleine groepje. Wij dalen een trap af en gaan de Ribbon Cave in. De formaties in de grot zijn zo ontzettend mooi, dat we denken dat we deze grot mooier vinden dan de Paradise Cave in Vietnam. Het is moeilijk te vergelijken: de Paradise Cave is heel groot en je kan ver kijken, hier heb je allemaal hele smalle gangetjes en zit je direct op de kristallen, stalactieten en stalagmieten.

 

Op een gegeven moment loop ik niet meer voorop, maar ergens tegen het einde en ik voel de paniek opkomen. Dit is geen goed moment voor een paniekaanval. Ik klem mijn armen op mijn rug om papa, die voor mij loopt, geen duw te geven omdat ik heel sterk de aandrang heb om weg te komen. Maar uiteindelijk lukt het me de angst van me af te zetten en weer van de grot te genieten. Ik heb echt een hekel aan die claustrofobie en zou graag willen dat het weer zou verdwijnen. Gelukkig kan ik het met rationaliseren nog redelijk onder controle houden. Al hielp het niet dat 1 grot vorige week was ingestort, waardoor die nu voor het publiek gesloten is. De gids verteld veel over deze grot en grotten in het algemeen en hij is van mening dat niemand deze grot mag bekijken tenzij je minstens 5 soortgelijke grotten in de wereld hebt gezien. Hij is onder de indruk van ons repertoire en we praten lang over deze grotten, die hij ook heeft bezocht. Na anderhalf uur lopen we weer via de luchtdichte gang naar buiten. We wandelen het kleine stukje tegen de berg op naar de auto en rijden weg. De grotten liggen in het dal en terwijl we vanmorgen constant mochten dalen, moeten we nu constant steil omhoog. Het uitzicht van bovenaf is weer geweldig. We besluiten naar de “Flat Rock” gratis campsite te rijden, tussen O´Connell & Hartley, ongeveer 65 kilometer verderop. Het is een aardige camping, maar er zijn ook hier teveel mensen, wat Ro en mij betreft. Papa vindt dat wel gezellig. Het is ons laatste kampeeravondmaal met papa, dus we maken er iets gezelligs van.

Uitgegeven: $ 95 (€62)

Zondag 5 januari begin ik de dag, zoals altijd, lezend. En na 5 weken lezen heb ik dan eindelijk de eerste 5 boeken (waarvan 2 uit 2 delen bestaan, dus eigenlijk 7 boeken) van “Game of Thrones” uit, in totaal 4.750 pagina’s. Het is nu wachten tot het 6e (of 8e, ligt eraan hoe je het bekijkt) uitkomt. We rijden via Katoomba weer terug naar de Bleu Mountains. We bekijken alles waar we de eerste keer geen tijd voor hadden. Vooral het laatste uitkijkpunt is heel erg mooi en er zijn (bijna) geen andere mensen, in tegenstelling tot de mensenmassa’s op de andere plekken.

    

Dan begint het tijd te worden langzaamaan terug te rijden naar Sydney. In Liverpool stoppen we weer bij een pizzeria en op papa’s verzoek bestaat zijn echte laatste avondmaal uit pizza. Je hoort ons ook niet klagen! We rijden terug naar het huis van Piet en Riet, waar we rond 19:30 uur aankomen. We worden weer hartelijk welkom geheten en praten gezellig de rest van de avond.

Uitgegeven: $ 20 (€13)

Maandag 6 januari zijn we de hele ochtend bezig met inpakken en uitzoeken wat met papa mee naar huis kan. We hebben besloten om papa met onze auto naar de luchthaven te brengen, zodat we daarna direct door naar het noorden kunnen rijden. Dus moeten we het bed opklappen en de achterstoel inbouwen, alle spullen kwijt in de auto die de afgelopen 5 weken bij Piet en Riet in huis waren achtergebleven EN papa’s koffer en handbagage erbij. Wonder boven wonder lukt het. Om 12:00 uur eten we nog een heerlijk zelfgemaakt kopje soep van Piet en daarna nemen we afscheid. Mochten we nog teruggaan naar Sydney, dan zullen we ze zeker opzoeken. We hebben erg genoten van onze tijd bij hun. We zijn tenslotte 5x bij ze op bezoek geweest in de afgelopen 2,5 maand. Rond half 1 rijden we weg en een goed half uur later zijn we op de luchthaven. Ro en papa nemen afscheid, want het is te duur om de auto hier te parkeren. Ro rijdt weer naar buiten en komt mij over drie kwartier ophalen. Ik ga met papa mee naar binnen en we checken hem in. Daarna nemen we afscheid bij de douane. Het is zo snel gegaan, die 5 weken dat papa bij ons was. Het is best moeilijk om weer afscheid te moeten nemen, want het duurt wellicht nog een half jaar voor we hem weer zien.

————————————————————————

Edit (augustus 2020): ik zal papa hierna nooit meer zien zoals hij hier was. Dit zal de laatste keer zijn dat ik met hem praat. Over ruim 2 maanden krijgen we een telefoontje dat papa is gevallen en in coma ligt. We zullen op tijd in Nederland zijn, maar hij zal nooit meer wakker worden. Minder dan 3 maanden na vandaag is zijn begrafenis. Deze tijd met papa is daardoor nog belangrijker geweest voor mij.

Tijdens onze reis door Australië met papa wilde hij graag een map van Australië kopen waar hij de route die hij met ons reed op kon zetten. Zo’n map kon hij niet vinden. Na zijn vertrek vond ik een hele mooie map van Australië. Ik had onze route er voor hem ingetekend en allerlei extra informatie erbij gezet. En per post opgestuurd. We hadden ook gelijk een kaart naar Ro’s ouders gestuurd. Zij hadden de kaart een dag voor papa’s val ontvangen. En toen we later in papa’s huis kwamen, vond ik de open envelop met mijn map. Ik was heel dankbaar dat hij deze nog gezien had. Helaas heeft hij nooit meer kunnen vertellen wat hij er van vond. Maar ik weet dat hij er blij mee was. 

Nu, 6 jaar later, kan ik nog steeds niet helemaal accepteren dat papa er niet meer is. Ik mis je pap❤ !!

Tijdens onze laatste minuten samen in Australië vroeg papa mij of ik een foto van hem wilde maken (met zijn camera) vlak voor hij de gang in liep achter de douane. Hij zwaaide terwijl hij de hoek om liep, ik maakte de foto, hij kwam snel terug gerend om zijn camera op te halen, gaf me een kus en verdween weer achter de muur. Ik heb dus letterlijk een foto van de allerlaatste keer dat ik hem lopend zag. De laatste keer dat hij niet in een ziekenhuisbed lag. De laatste keer dat hij mij gedag zei. De laatste keer dat hij mij een kus gaf. De laatste keer dat hij tegen me sprak. Als ik toen had geweten wat ik nu weet, had ik hem niet laten gaan……??

————————————————————————

Als hij uit het zicht is verdwenen, loop ik terug en wacht op Ro. We rijden dwars door Sydney naar het noorden. Het is niet bepaald makkelijk om de weg door de stad te vinden, omdat we niet weten welke snelwegen tolwegen zijn en we ze zekerheidshalve allemaal maar mijden. Het is een beetje saai zo met z’n tweetjes in de auto en zo’n ritje dwars door Sydney was nou juist iets wat papa erg leuk had gevonden. Als we eindelijk Sydney achter ons hebben gelaten, rijden we een klein stukje via de snelweg omhoog. Bij Morisset slaan we linksaf en rijden naar een gratis kampeerplekje in het Onley State Forest. Uiteindelijk weten we niet of we “The Pines Campground” echt gevonden hebben, maar we vinden een erg mooi plekje in het bos. Na het eten kijken we een film. Als de film is afgelopen is het helemaal donker en al snel zien we, al liggend in ons bed, met de autodeuren open, een walibi vlakbij staan. Met ons zoogdierenboek in de hand en de zaklamp op het beestje, lukt het ons nog steeds niet om haar met zekerheid in de juiste soort te plaatsen. We denken dat ze een Black-Striped Wallaby is. Dan zit er ineens een soort grote muis/rat met een lange puntige snuit onder mijn deur en ik denk dat het een potoroo is. Met het boekje erbij blijken er meer opties te zijn, maar een potoroo blijft een logische keus. Als we even later aan het lezen zijn, horen we iemand boven ons roepen. Ons dakraam is open en we kijken omhoog. Boven ons zit een possum op een tak door ons dakraam te kijken. Als we opstaan en met ons bovenlijf door het dakraam omhoog komen, stopt het beestje met roepen en kijkt ons aan. Hij blijft goed zitten, dus met het boek in de hand proberen we de juiste naam erbij te zoeken. Ook dit blijkt erg lastig. De meeste possumsoorten komen in diverse maten en vooral vele kleuren en kleurpatronen voor. Als je puur op de foto’s in het boek afgaat, dan past deze possum nergens bij. Maar kijkend naar de oren, snuit en grootte, zal het wel de Common Brushtail Possum zijn.

Uiteindelijk klimt het beestje omlaag en loopt langs onze auto op en verdwijnt in de bosjes. De walibi en potoroo komen ook nog regelmatig even langs en uiteindelijk vallen we met de bosgeluiden in slaap.

Uitgegeven: $ 2 (€1)

Dinsdag 7 januari worden we met het gesjirp van de vogeltjes wakker. We ruimen de auto nog een beetje beter op en we hebben opeens erg veel ruimte, met 1 persoon en 1 grote koffer minder. Rond 11 uur rijden we het bos weer uit. We willen vandaag naar Joy rijden, die in Newcastle woont. We hebben Joy een paar maanden geleden in Adelaide, bij Tina en David ontmoet en ze had ons uitgenodigd om langs te komen. We hadden al laten weten dat we in de buurt waren en we kunnen langskomen. Het is ongeveer 14:00 uur als we bij haar aankomen. Ze stelt voor dat ze ons Newcastle laat zien, wat we uiteraard erg leuk vinden. We stappen in haar auto en we rijden de stad in. Ze laat ons de stranden zien, de wijken, het centrum, de bijzondere straatjes, mooie gebouwen en verteld van alles over de geschiedenis. Dat soort dingen hadden we nooit gezien of geweten als we hier zelf doorheen waren gereden. Na een paar uur zijn we weer terug in haar huis, waar ze een overheerlijke maaltijd voor ons klaarmaakt. Op het terras eten we dit op, met als dessert ijs en vruchten uit eigen tuin. Als het af begint te koelen gaan we binnen zitten, waar we nog een hele tijd bijkletsen.

Uitgegeven: $ 28 (€18)

Woensdag 8 januari worden we wakker in een bed, iets wat al lang niet meer is voorgekomen. Ondanks dat onze auto lekker slaapt, is een bed ook af en toe wel lekker. Joy wil ons vandaag graag meenemen naar Nelson Bay, een schiereiland 60 kilometer verderop. Eerst draaien we op Joy’s aandringen nog een wasje (iets wat we uiteraard zeer waarderen, anders moeten we het met de hand doen), hangen dit op en daarna rijden we weg. Het is een mooie rit en Joy weet alles van de omgeving. Ze is een echte vogelaar, dus ook krijgen we veel informatie over vogels. Helaas zullen we dat niet allemaal onthouden. Ze laat ons diverse stranden zien en met name eentje is erg mooi. De zandduinen lopen zo ver als je kan kijken en er loopt een lange stoet kamelen met toeristen op hun rug. Het is net of je in de Sahara bent, maar dan mooier.

Ook brengt ze ons naar een plek waar vissers hun vis schoon kunnen maken en waar het vol staat met geduldig wachtende pelikanen. We lopen vanaf daar naar de kustwacht om te bekijken hoe dat werkt. Terug bij de pelikanen zijn de vissers aangekomen en de pelikanen zijn druk aan het vechten of bezig een groot vissenhoofd door te slikken.

Daarna rijden we naar het verste puntje van het schiereiland, lopen nog iets verder en gaan daar picknicken. We maken heerlijke broodjes en genieten van het uitzicht.

 Als laatste rijden we een berg op, vanwaar we een geweldig uitzicht over de omgeving hebben.

We rijden de 60 kilometer terug naar haar huis. Ongeveer 800 meter voor haar huis is een park en daarin is een gratis dierenpark. We gaan nog even naar binnen en ze hebben wombat’s, koala’s, walibis, kangoeroes en heel veel soorten vogels.

Terug in Joy’s huis, wil Joy weer voor ons koken. Het is weer heerlijk en buiten op haar terras, omgeven door muggengaas, heb je geen last van insecten. Het is een gezellige avond.

Uitgegeven: $ 0 (€0)

Donderdag 9 januari hebben we weer goed geslapen in het bed. Na het ontbijt nemen we afscheid van Joy en rijden weer verder naar het noorden. We besluiten de binnendoor weggetjes te nemen, waardoor we uiteindelijk slechts tot Bulahdelah komen. Het is pas 14:30 uur, dus we zouden nog wel verder kunnen rijden, maar we hebben daar geen zin meer in. Het is geen erg mooie gratis camping (wel aan een riviertje) en het is er behoorlijk druk, maar ach, we vinden het wel best. We genieten van een rustige middag en avond.

Uitgegeven: $ 33 (€21)

Vrijdag 10 januari trekken we weer verder, nadat we 70 liter hebben getankt. We nemen de kustroute langs allemaal mooie stranden en de plaats Forster, maar we hebben eigenlijk wel genoeg stranden gezien. We hebben geen zin om te zwemmen en dan is er niet zo veel aan. Wel zoeken we nog, onsuccesvol, naar koala’s, die hier zouden moeten wonen. Na 60 kilometer kruisen we de snelweg weer en steken we over naar een route door het binnenland. Het blijkt een zeer bergachtige route te zijn en we moeten heel veel klimmen, dalen en haarspeldbochten nemen. Maar het is wel erg mooi. Na enig gezoek komen we bij de door Joy aanbevolen (gratis) camping aan tussen Comboyne en Kenndall in het Kerewong State Forest. Het is er iets drukker dan we hadden verwacht, maar vinden een groot veld met slechts één andere kampeerfamilie, ver aan de andere kant.

Ondanks dat we niet ver hebben gereden is de dag al bijna om. We koken, eten en kijken nog een filmpje.

Uitgegeven: $ 129 (€84)

Zaterdag 11 januari is het weer een stralende dag. Het begint echt zomer te worden. Gisteravond werden we al enigszins gek van de cicades, maar vanochtend besluiten ze een zo oorverdovend geluid te produceren, dat onze trommelvliezen er bijna van knappen. Als je te lang buiten staat word je haast gillend gek. ’s Nachts zijn ze gelukkig altijd (in ieder geval bij ons tot nu toe) stil, maar nu willen we eigenlijk zo snel mogelijk weer verder. Het lijkt alsof iemand een drilboor in je oor heeft gezet. We pakken dus snel in en rijden naar Kempsey, waar we definitief bericht ontvangen van een boerderij dat we vandaag of morgen worden verwacht, om daar te komen werken als vrijwilliger. We laten weten dat we er morgen zullen zijn. Via Coffs Harbour rijden we, met een omweg door Yuraygir NP, naar Grafton, waar we afslaan naar het westen. Daar vinden we een (gratis) kampeerplek langs de weg. We hadden vanmorgen eindelijk iets gevonden waarmee we de achterruiten kunnen blinderen, dus eerst zijn we een uur zoet met het opplakken van zelfklevende folie op de zijramen, waar we dankzij de kasten heel moeilijk bij kunnen. Het resultaat is niet heel mooi, maar wel effectief.

Uitgegeven: $ 35 (€23)

Zondag 12 januari rijden we naar Lennox Head, waar de boerderij is waar we vrijwilligerswerk willen doen. De eigenaar, David, blijkt niet thuis te zijn. We bellen en hij had ons bericht niet ontvangen waarin we aangaven vanmiddag aan te komen. Hij komt pas vanavond thuis. We geven aan dat we de middag op het strand door gaan brengen en rijden daarheen. De boerderij is slechts 10 minuten van het strand, dus daar zijn we zo. Het is ongelooflijk druk hier en we houden allebei niet echt van zoiets, maar uiteindelijk vinden we een plekje ergens op het gras in de schaduw waar we gaan lezen. Ondanks dat het prima zwemweer is en we aan een meer liggen, dat wel aan de oceaan aansluit 100 meter verderop, maar geen golven heeft, hebben we geen zin om te zwemmen. We maken een late lunch bij de auto en rijden dan naar het echte strand, waar we op een bankje voor de oceaan in de schaduw verder lezen. Rond 18:30 uur krijgen we bericht van David en we rijden naar zijn farm. Hij leidt ons rond en we leren zijn 4 miniatuur paardjes, zijn 2 grote paarden en 3 koeien kennen. Het is allemaal een stuk kleiner dan we hadden verwacht of gehoopt. David is zeer vriendelijk en laat ons alles zien. Hij zou ons graag de komende week helemaal inwerken, zodat wij daarna de jongere vrijwilligers kunnen inwerken en een beetje de baas van hun zouden worden. Hij woont zelf niet op de boerderij. Een deel van het werk dat hij door de vrijwilligers laat doen, is niet bepaald leuk werk. Hij heeft honderden, wellicht meer dan duizend, lemon myrtle boompjes staan, waarvan hij de blaadjes wil oogsten en verkopen. De bomen zijn een beetje overwoekerd door klimplanten en eromheen staat het vol onkruid. Dat moet allemaal verwijderd worden. En daarna moeten er om alle planten onkruidwerend zeil of tapijt worden gelegd. De moed zakt me al in de schoenen.

Een ander groot project is de afrastering. De minipaardjes kunnen constant ontsnappen. Maar vandaag krijgen we alleen een lange rondleiding en uitleg, waarna David naar huis gaat en ons in ons huisje achterlaat.

Tijdens de rondleiding hadden we 1 minipaardje gevangen en terug in de wei gezet, maar eentje loopt er nog los. Als ik deze denk te kunnen pakken om bij de rest te zetten, zet Ro de stroom van het hek. En dan ontsnapt die van vanmiddag direct. Ik vang deze eerst en terwijl Ro een opening in de afrastering maakt (er zijn geen poorten), ontsnapt er weer één. Nu is alleen het kleine hengstje over, want degenen die ik er net in heb gezet, loopt dwars door de stroom naar buiten. Het hengstje wordt helemaal gek alleen en rent uiteindelijk dwars door de omheining heen. We vangen hem, maar kunnen hem nergens kwijt. We bellen David en hij geeft aan dat we hem maar bij de andere drie moeten zetten en maar hopen dat ze geen problemen maken met de 2 grote paarden. Een paar uur later, rond 23:00 uur, hoor ik hem vlakbij hinniken. Ik ga kijken en ze zijn alle vier door de volgende afrastering gekomen en lopen nu hier. De poort op de oprit is wel dicht, maar we weten niet of ze nergens anders uit kunnen. En vanaf hier is het slechts 50 meter tot de snelweg! Beetje eng, maar er is niks wat we kunnen doen. Ik controleer of iedereen er is en we gaan proberen te slapen.

Uitgegeven: $ 12 (€8)

Maandag 13 januari ben ik om 6 uur op en zoek de paardjes. Ze staan nog vlakbij. Om 7 uur beginnen we met werken. Op David’s verzoek beginnen we met 2 uur lang klimplanten en onkruid weghalen.

Na 10 minuten heb ik al besloten dat we dit niet maanden gaan doen. We geven niet direct op, dus na 2 uur onkruid wieden nemen we even een pauze. We zweten ons helemaal kapot, want het is bloedheet in de zon. David zou rond deze tijd komen om samen twee uur de hekken te maken. Het is de bedoeling dat we 4 uur in de ochtend dit soort werk doen en aan het eind van de middag nog 2 uur wat minder zwaar werk. David laat ons zien hoe het werkt en samen maken Ro en ik honderden meters afrastering. Het is minder zwaar werk dan onkruid wieden, maar het land is gelegen op een helling, dus we moeten constant omhoog en omlaag. Best vermoeiend. Het is ondertussen niet meer zo heet, dus dat scheelt ook. We besluiten het hekwerk af te maken en werken door tot 13:00 uur i.p.v. 11:30 uur. Hiermee vinden we ook dat we onze werkdag er wel op hebben zitten. Ondertussen weet ik zeker dat we vandaag of morgen weer verder zullen gaan en ook Ro vindt het ondertussen wel genoeg geweest. Als we ervoor betaald zouden krijgen, dan is het prima, maar voor alleen kost en inwoning is dit te zwaar en saai werk. We besluiten David nog één dag te helpen en morgen weer verder te gaan. De rest van de middag leest Ro een boek en begin ik eindelijk aan een nieuw fotoalbum. Ik begin bij onze aankomst in Borneo, dus ik loop maar 8 maanden achter. Ik werk de hele middag en avond en heb 20 pagina’s als we naar bed gaan.

Uitgegeven: $ 0 (€0)

Dinsdag 14 januari staan we om half 7 op en lopen niet al te enthousiast het veld in. We beginnen met onkruid wieden, maar het is onmogelijk die planten uit de grond te krijgen. Tenminste, mij lukt het niet. Ro krijgt ze er met een zeer bezweet hoofd soms uit en de rest hakt hij er met een pikhouweel uit, maar dat kan ik niet. Ik heb vreselijke spierpijn van gisteren en ben absoluut niet productief. Ik voel me niet schuldig, want we hebben David’s voedsel amper gebruikt. Gisteren gaf hij ons $200 om voor een week boodschappen te doen, maar omdat we toch niet zouden blijven, maar dat nog wilden zeggen, hebben we niks gekocht. Als ik een schop ga halen, die we 10 meter geleden hadden achtergelaten, zie ik nog net een lange staart verdwijnen in de struiken. Ik denk dat het een slang is, maar kijk nog even goed voor ik Ro enthousiast roep, terwijl het weer een hagedis is. Terwijl ik de punt zie verdwijnen, zie ik links van de struik een slang naar me kijken. Ik denk niet dat dit stilliggende dier in staat is om zijn staart zo in te trekken, dus ik neem aan dat het er twee zijn. De ene is verdwenen, maar deze blijft liggen. Ro is er ondertussen ook en we kijken op een paar meter afstand. We hebben geen idee wat voor soort het is en gaan er dus maar vanuit dat hij dodelijk en agressief is. Waarschijnlijk valt het wel mee, maar dat lijkt ons veiliger. Ro haalt de camera, terwijl ik de locatie in de gaten houdt. Het beestje is erg actief en verplaatst zich vrij snel. Ro maakt een paar foto’s en dan verdwijnt hij onder een watertank. Als hij een halve minuut later aan de voorkant er weer uitkomt, zien we nog net een staart, een hoofdje en een handje uit zijn mond komen. Blijkbaar hebben we “de aanval” gemist, maar we zien de hagedis nog wel verdwijnen. Op de foto’s die Ro maakt, kun je er zelfs nog iets van zien. Erg knap geschoten, want het ging vliegensvlug.

 

De rest van onze werktijd kijk ik elke 10 minuten waar de slang is, want ik wil niet dat hij te dichtbij komt. Elke keer is hij verdwenen en moet ik goed zoeken. Het beestje heeft zo’n belachelijk goede camouflage, dat ik steeds over hem heen kijk. Behoorlijk eng dat je ze zo gemakkelijk over het hoofd ziet. En hij gaat er ook niet vandoor als je er aan komt lopen, zoals de meeste slangen, dus ben ik bang dat we er nog een keer op stappen. Deze slang maakt het laatste half uur van ons werk er niet beter op. Tuurlijk weten we dat er altijd slangen zijn, maar echt 100% zeker weten dat hij vlak achter ons zit, is toch anders. Na bijna 2 uur geven we het op en nemen een douche. Daarna ruimen we de kamer op en leggen al onze spullen in de auto. David, die hier om half 7 zou zijn, komt pas rond 9:45 uur en we geven aan dat we er mee stoppen. Hij kijkt een beetje teleurgesteld, maar misschien had hij het al verwacht. Hij bedankt ons voor al het werk dat we hebben gedaan, we geven hem de $200 terug en rijden weg. We vinden het sneu voor David, maar het voelt goed. We hebben toch best wat dingen geleerd en voor de slechts 7 uur die we gewerkt hebben, was het prima, maar dit hadden we niet langer willen doen. We rijden terug naar Lennox Head, waar we in de bibliotheek gratis internet hebben. We blijven daar een tijdje en rijden, nadat we weer 80 liter diesel hebben bijgetankt, verder naar het noorden. In het zeer populaire badplaatsje Byron Bay kijken we even rond, maar het trekt ons niet. Het is er belachelijk druk, de prijzen zijn belachelijk hoog en dan begint het ook nog een beetje te regenen. Okee, dat laatste, daar kan de stad niks aan doen, maar wij rijden toch verder. We rijden door naar Tweed Head, vlak voor de grens met Queensland. Eerst koopt Ro een nieuw oliefilter. Dan zien we een bioscoop en voor de 3e keer deze week lopen we een bioscoop in, in de hoop dat de film “The Hobbit 2” zo gaat draaien. De vorige 2 keer hadden we uren moeten wachten. Het is 14:05 uur als we de bioscoop inlopen en de film begint om 14:15 uur. We kopen 2 kaartjes en 2 3D-brillen (samen $25) en lopen naar binnen. Na 3 uur is de film afgelopen en lopen we eerst nog even de supermarkt in. Tot onze verbazing vinden we een paar belachelijk goede aanbiedingen: 4 bakjes zeer lekkere yoghurt die normaal $ 4,50 kosten en we dus nooit kopen, kosten nu $0,40 (€0,30) per 4 stuks samen! Ze zijn nog houdbaar tot morgen, dus kopen we alle 6 de verpakkingen die er nog staan. Ook staan er bakjes verse mais/kippensoep voor $ 0,40, waar we er 4 van kopen. En een pak gerookte zalm voor $ 1. Met vier tassen eten lopen we de winkel uit, terwijl we amper geld kwijt zijn. In het anders zo dure Australië is dat ook wel eens prettig. We weten nu niet zo goed wat we moeten doen en waar we heen moeten. Het is vandaag dinsdag en Olger, Ro’s broer, woont hier niet heel ver vandaan, maar zij moeten gewoon werken, dus gaan we daar pas het weekend naartoe. We moeten ons dus nog een paar dagen in dit gebied vermaken. We besluiten nog niet Queensland in te rijden, maar een klein stukje terug te rijden en dan naar het westen te gaan. We rijden richting Kyogle, door de bergen, tot we geen zin meer hebben, en stoppen ergens halverwege langs de kant van de weg. Het is al 19:00 uur geweest, maar we hoeven niet te koken. Alleen de soep hoeven we op te warmen, en samen met de broodjes en de yoghurt, hebben we een heerlijke avondmaaltijd.

Uitgegeven: $ 227 (€147)

Woensdag 15 januari rijden we door naar Kyogle, waar Ro 2,5 uur gaat internetten bij een bieb, terwijl ik een boekje lees. Na lang overleg besluiten we naar Brisbane te rijden om onze Nederlandse paspoorten te verlengen (dat hadden we eigenlijk voor vertrek in NL moeten doen, maar toen hoorden we dat de paspoorten eind 2013 voor 10 jaar gemaakt zullen worden, dus vonden we het zonde er nog één voor 5 jaar te kopen. Ook al kost het meer om het in het buitenland aan te vragen, dat is goedkoper dan over 5 jaar weer een nieuwe aanvragen. En als we dan toch in Brisbane zijn, kunnen we gelijk naar immigratie om Ro’s Australische paspoort aan te vragen. We besluiten vandaag zo dicht mogelijk bij Brisbane te komen, wat nog een kleine 100 kilometer is. Na ongeveer 50 kilometer rijden we bij Cougal New South Wales uit.

Uitgegeven: $ 3 (€0)

 We zijn deze keer 21 dagen in New South Wales geweest en dat heeft ons € 681 gekost. Dat komt neer op ruim € 32 per dag, dus € 16 per persoon per dag. Niet slecht! We zijn nu in totaal 363 dagen onderweg en hebben gemiddeld € 51,78 per dag uitgegeven.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)