Impi’s Adventures

Reisverhalen

Sudan

Woensdag 2 maart komen we net na het middaguur bij de immigratie aan. We geven onze paspoorten aan twee medewerkers die buiten zitten en we gaan zelf ook in de schaduw zitten. Het is ondertussen ontzettend heet. Sinds we de bergen in Ethiopië hebben verlaten schiet de temperatuur omhoog. Als ook Bram en Martine er zijn worden onze paspoorten teruggegeven en mogen we naar binnen en een half uur later hebben we ons stempel. Maar dan moeten de auto’s nog door de douane. We gaan met z n vieren in het kantoortje zitten. Als de man halverwege het eerste formulier is, gaat hij er tien minuten vandoor om te gaan bidden. Wij wachten wel. Als de man terug is en hij tergend langzaam de papieren heeft ingevuld, wordt er een andere man bijgehaald die alles nakijkt en verder invult. Deze man heeft voor alles een hulpje, want als een papiertje/pen/nietmachine buiten zijn bereik ligt, wordt er een man bijgeroepen die deze 10 centimeter komt overbruggen en het aangeeft. Maar na een hele tijd zijn ze zover dat Bram en ik naar het kantoor hiernaast kunnen gaan om te betalen. Nadat het één en ander weer is overgeschreven op een ander papiertje krijgen we het bewijs dat we betaald hebben en mogen we terug. Daar wordt alles weer overgeschreven en na bijna 3 uur hebben we eindelijk de stempels in zowel onze paspoorten als onze carnetten. Als we terug in de auto komen geeft de thermometer 61 graden aan, maar gelukkig zakt dat tijdens het rijden naar 42 graden. We besluiten door te rijden tot het donker is (omdat dat laatste uurtje het aangenaamste uurtje is qua temperatuur) om dan daar in de bush te kamperen. We schieten aardig op en als we een plekje tussen een paar boompjes vinden, hebben we deze dag 425km afgelegd en 3 uur bij de grens gestaan. We koken spaghetti, spelen een,spelletje Catan op de Ipod en gaan slapen.

Donderdag 3 maart hadden we bedacht om om 5:30 uur weg te rijden, want dan konden we nog een paar uur wat koeler rondrijden. Maar als we om 5:15 uur de daktent uitkijken, is er nog geen straaltje licht te bekennen. Elk kwartier kijken we naar buiten, maar pas om 6:30 uur begint het licht te worden. Als we om 7 uur wegrijden komt net de zon op. Op dat moment is het al 25 graden. We rijden de laatste 300km naar Khartoum, waar we tegen het middaguur aankomen. Ondertussen is het 38 graden. We gaan op zoek naar de Jordanese Ambassade, maar die schijnt verhuisd te zijn en de Landrover van Martine en Bram blijft maar oververhitten tijdens het rijden (en vooral bij het vele stilstaan) in de stad. We besluiten eerst naar de Bleu Nile Sailing Club te rijden waar we willen kamperen en dan met onze auto of een taxi samen op zoek te gaan. Als we daar aankomen blijkt het kamperen US$7,50 (€6) pppn te zijn. We vinden het wat duur en weten nog niet of we blijven. We besluiten eerst ons in te gaan schrijven bij de overheid, want we hebben nu alleen een permit voor 3 dagen in Sudan en die kunnen we hier verlengen. We nemen een taxi die ons voor 20 pound (€5) naar de andere kant van de stad brengt. Daar aangekomen kopiëren ze onze paspoorten en visa’s. Dan vragen ze om een brief van de Bleu Nile Sailing Club, die wij niet hebben. Het is 14:30 uur en ze zijn tot 16:00 uur open. We stappen snel weer in de taxi, die de files zoveel mogelijk vermijd en we komen na een goed half uur aan bij de camping. We vragen om de brief, stappen in onze auto en we rijden direct terug. Het is 15:45 uur als we aankomen, maar alle ambtenaren zijn al gestopt met werken. We mogen zaterdag terugkomen, want vrijdags is alles uiteraard gesloten. We balen, proberen ze nog over te halen, maar niemand wil ons helpen. We besluiten bij de Libanees te gaan eten, wat erg lekker was.

Vrijdag 4 maart kunnen we niks regelen, want vrijdag is de Islamitische zondag. In de loop van de ochtend komt er een man naar ons toe die ons uitnodigt voor een ontbijt hier bij de Sailing Club. Hij accepteert geen nee en gebaart ons mee te lopen. We gaan aan een lange gezellige tafel zitten, die compleet vol staat met eten. Met name heel veel vlees. Ze doen dit elke vrijdag, nadat ze over de Nijl hebben rondgevaren. We worden gelijk uitgenodigd om aan het eind van de middag mee te gaan varen. Die middag werken Ro en Bram aan de auto s, terwijl Martine en ik gebruik maken van de draadloze internetverbindingen. We kunnen geld wisselen met de manager van de Sailing Club, tegen een goede koers, namelijk 3,2 pound voor 1 US$. Rond 17:00 uur worden we opgehaald voor een boottochtje. We gaan niet ver, alleen naar het midden van de Nijl waar we uit de boot springen en heerlijk in de Nijl kunnen zwemmen. Onze gastheren, Kamal en Mohamed, vinden het leuk om gasten te hebben. Ze zeggen dat ze meerdere keren per week gaan varen, maar dat heeft hun enthousiasme niet minder gemaakt. Ook fotograferen ze er lustig op los. De zonsondergang is spectaculair vanaf de Nijl. We zien op het water nog een bijna-ongeluk: een waterskiër valt om en trekt de bootbestuurder zo ongelukkig mee, dat hij overboord valt. De speedboot was gelukkig in een cirkel terecht gekomen en uiteindelijk kwam het touw van de skiër vast te zitten in de motor, waardoor de boot ophield met rondjes varen. De waterskiër bleek ook een garage te hebben en Bram en Ro gaan ‘s avonds met hem mee naar de garage, zodat ze die later kunnen terugvinden. Onderweg koopt de man een levend schaap, want die moet gegeten worden als dank dat het geen echt ongeluk was geworden. Ro en Bram reden dus terug met een blatend schaap in de kofferbak.

  

Zaterdag 5 maart komen we om 9 uur aan bij het Alien Registration Bureau, waar we als eerste aan de beurt zijn. Een half uur en 100 pound (€25) pp lichter, is de registratie afgerond. We rijden naar Abdul, die voor ons de Saudi visa en boot gaat regelen. We vragen hem of hij weet waar de Jordanese Ambassade nu zit, aangezien die een maand geleden verhuist zijn. Hij zegt dat hij daar wel achter komt en zo’n anderhalf uur later komt zijn zoon die met ons meerijdt. Maar zoals Abdul had voorspeld is de ambassade op zaterdag gesloten. Maar nu weten we waar we morgenochtend heen moeten. We rijden nog even langs de supermarkt en we blijven ons verbazen over deze moderne stad. In het winkelcentrum is de beste wisselkoers die wij gevonden hebben, 3,26 pound voor de dollar, dus net iets beter dan op de camping. Maar ze wisselen de Euro tegen een extreem goede koers: 4,56 pound voor een Euro. We wisselen meteen €500. Terug op de camping wachten we op ons boottochtje, want we zijn weer uitgenodigd. Deze keer sjezen we door het water en gaan we best ver. We komen uit bij een eilandje, waar we gaan zwemmen. Zelfs Mohamed gaat mee deze keer. Met de zonsondergang voor ons varen we weer terug. Als we terug zijn is het schaap dat er voor deze avond was geslacht al op en hebben Mohamed en Kamal niks meer te eten. We nodigen ze uit om met ons spaghetti mee te eten, wat ze graag aannemen. Mohamed neemt nog een vriend mee, de eigenaar van de Club, die ook een fles zelfgestookte alcohol mee heeft. Alcohol is in Sudan verboden, maar wij laten het ons goed smaken. Het lijkt een beetje op Tequila. Toch wel raar dat zowel hun Islamitische overtuiging dat een moslim geen alcohol mag drinken plus het feit dat het een zeer zware overtreding is om alcohol in Sudan te drinken, het hun er niet van weerhoudt om alcohol te stoken en elke dag te drinken. Even later heb ik het met de eigenaar over de Moslimvrouwen die hier volledig bedekt gaan onder hun sluiers en burka’s. Het niet dragen van deze dingen is bij wet verboden voor de Islamitische vrouwen en de straf is 40 stokslagen. Als ik dan vraag of de Christelijke vrouwelijke onderdanen van Sudan wel erbij mogen lopen als ik (met een rok tot mijn knieeën en een topje met spaghettibandjes) zegt de man bloedserieus, zonder te denken dat het wellicht kwetsend kan zijn, dat Sudanese vrouwen zichzelf nooit zo zouden vernederen door er ZO bij te lopen. Ik moest er hard om lachen en was niet beledigd. Om eerlijk te zijn vind ik het nogal hypocriet dat de mannen hier vinden dat de vrouwen zich aan al die, vaak belachelijke, regels moeten houden, terwijl de mannen letterlijk alle regels van de Koran die enigszins lasting zijn, in de wind slaan. Maar hij verzekerd mij dat mannen en vrouwen in Sudan gelijke rechten hebben en dat vrouwen ook evenveel verdienen als mannen. Mannen mogen wel meerdere vrouwen, of in ieder geval een minarres of twee hebben, maar als de echtgenote het daar niet mee eens is, heeft ze het recht om te scheiden. Het was een interessante avond vol informatie over Sudan en de Islam.

  

  

Zondag 6 maart staan we alle vier om 9:00 uur bij de Jordaanse Ambassade, waar we een formuliertje invullen, 125 pond (€32) pp betalen en twee uur later terug mogen komen. We gaan in de tussentijd op zoek naar een nieuw/tweedehandse thermostaatbehuizing voor Martine en Bram, omdat die gisteren gebroken was. We vinden alleen een duur 2e hands exemplaar en gaan dus zonder onderdeel terug naar de Ambassade. De paspoorten liggen klaar en we rijden naar Abdul. Hier moeten we weer lang wachten, voordat ze al onze gegevens digitaal maken en dan gaan zij de paspoorten wegbrengen. Het visum voor Saudi kost 120 pond (€31) pp. Daarnaast betalen we alle vier Abdul 80 pond (€18) pp voor al zijn hulp. Het trouwcertificaat van Bram en Martine is in het Nederlands, maar dat was geen probleem, verzekerde Abdul ons gisteren en vandaag. We geloofden dat niet zo, maar goed. Dan gaan we verder op een meer fortuinlijke auto-onderdelen jacht. Rond 17:30 uur komen we terug bij de arme Klaas, die de hele dag onder de auto van Martine heeft gelegen.

Maandag 7 maart doen we de hele ochtend rustig aan. Ik wil een berg kleren wassen en als ik net een paar dingen heb gedaan komt onze nieuwe rijke vriend Mohamed langs, die gelijk aanbiedt dat we met hem mee naar huis gaan vanavond, als hij klaar is met werken, en dan kunnen we de wasmachine gebruiken en ondertussen een warme douche/bad nemen bij hem. Dat klinkt prima. Na de middag belt Martine of de visa’s voor Saudi klaar zijn en ze krijgt te horen dat die van ons gereed zijn, maar die van hun zijn afgewezen, omdat het trouwbewijs in het Engels moest. Ro rijdt met ze mee naar Abdul en ik blijf met Klaas achter. Daarna gaan ze nog langs de garage en uiteindelijk zijn ze pas na 18:00 uur terug. Ze moeten meteen aan de slag om een mooie brief te maken in het Engels waarin ze zelf bevestigen dat ze getrouwd zijn, wat lijkt alsof het van een officiele instantie komt. Maar Mohamed stond al op ze te wachten en er moest nu nog zoveel geregeld worden dat we besloten niet van zijn aanbod om te wassen gebruik te maken deze avond. Misschien een andere keer?

Dinsdag 8 maart moeten Martine en Bram vroeg bij Abdul zijn, wij pas om 11 uur. Hij zou dan voor ons de roadpermits en de boottickets klaar hebben liggen. Als we daar om 11 uur zijn heeft hij nog niks en we mogen om 4 uur terugkomen. We worden er een beetje moe van. Wel verteld hij ons het goede nieuws dat de Saudi visa’s voor de anderen twee nu ook geregeld zijn en dat die vanmiddag klaar zijn. Dat is in ieder geval goed nieuws. We rijden nog langs een supermarktje en de lokale McDonald’s voor wat frietjes en gaan terug naar de camping. We wachten rustig tot het 4 uur is en bellen Abdul dan maar of alles klaar is. De eerste keer zegt hij: ik bel hem nu, bel over 5 minuten maar terug. Als we 5 minuten later terugbellen vraagt hij waarom we er nog niet zijn, want we hadden toch om 4 uur afgesproken? We rijden de file weer in en ruim een half uur later komen we aan. Dan blijken alleen de travel permits er te zijn (een flutpapiertje waar alles in een vreselijk handschrift op is gezet en waar we 50 pound (€12) pp voor moeten betalen) en hij heeft nog steeds niets aan de boot gedaan. Hij zegt dat we morgen daarvoor wel terug kunnen komen met Bram en Martine. Toen werden we wel even kwaad, want we gaan niet weer terugkomen naar dit kantoortje aan de andere kant van de stad. Hij zou het vanmorgen om 11 uur al geregeld hebben, dus nu moet hij het maar meteen regelen. Hij belt, zegt dat de man er over een half uur aankomt en gaat zelf naar een andere afspraak (we denken naar huis). We nemen afscheid van Abdul en hopen hem nooit meer te zien. Niet omdat hij onaardig is, maar omdat we het nu wel eens geregeld willen hebben. De man is er met een kwartier en vult de tickets voor ons en Impi in. We betalen hem 488 pound (€108) voor Impi en 175 pound (€39) per persoon voor ons voor de boot. Voor de cabine moeten we ter plaatse dan nog 50 pound (€11) pp betalen. En dan natuurlijk de plaatselijke onkosten om de boot op te moeten, wat later 152 pound (€34) blijkt te zijn. Al met al was Khartoum een duur stadje. De zon is al bijna onder als we terug naar de camping rijden, we stoppen nog even bij de nep-McDonalds om eten voor ons viertjes mee te nemen, wat zo lekker blijkt te zijn dat Bram en Martine later op de avond nog even terugrijden om nog wat meer te halen.

Woensdag 9 maart zijn wij eigenlijk klaar om te vertrekken, maar we besluiten op Bram en Martine te wachten, die om 14:00 uur ook hun permit en boottickets krijgen. We besluiten ondertussen nog even naar de Souq te gaan, waar we een tijdje rondstruinen en alleen eieren kopen. Dan nemen we de taxi terug en ruimen wij rustig aan de auto in. Verbazingwekkend snel zijn ze terug van Abdul: hij had alles klaarliggen en ze waren maar 3 minuten binnen geweest. Wauw, dat zijn we niet gewend van Abdul. Maar als we dan de Blue Nile Sailing Club willen betalen, blijkt de manager in geen velden of wegen te bekennen. We wachten en wachten, hij verteld telefonisch dat hij eraan komt, maar verschijnt niet. We besluiten de US$60 van de afgelopen 2 nachten voor 4 personen aan onze nieuwe vriend Mohammed te geven en hopen dat hij het afgeeft. Mohammed stelt voor dat we alsnog bij kunnen douchen en wassen, maar hoe aanlokkelijk het ook klinkt, we willen echt vandaag nog Khartoum uit. Mohammed rijdt voor ons uit, want hij weet de beste route de stad uit. Dan nemen we afscheid. We hadden graag vóór zonsondergang bij de piramides van Meroe willen zijn, maar aangezien dat ruim 200km was en het ondertussen al na drieën was, gingen we dat niet meer redden. Als het compleet donker is draaien we van de snelweg af en moeten we met behulp van de GPS de piramides vinden. Als we langs een hek rijden en aan de andere kant iets driehoekigs lijken te zien, parkeren we de auto’s ernaast. We zijn heel benieuwd hoe dat er in het daglicht gaat uitzien. We maken een heerlijke salade met gebakken aardappeltjes, terwijl we de piramides proberen te onderscheiden. Ze lijken erg klein & incompleet. We zijn benieuwd.

Donderdag 10 maart is ons voornemen om vóór zonsopgang op te staan en naar de andere kant van de piramides te lopen niet helemaal gelukt, zodat we de zonsopgang missen. Maar het blijken wel piramides te zijn, dus we zitten goed. Als Ro een tijdje later als eerste buiten is, staat er een man met kameel naast de auto. Ze blijken kamelenritjes aan te bieden en even later staan er 5 kamelen met begeleiders. Misschien dachten ze dat Klaas er ook op wilde rijden? We besluiten een ritje te gaan maken. We hadden allebei nog nooit op een kameel gezeten en het leek mij altijd erg eng. Vooral het opstaan en liggen ziet er altijd nogal eng uit. Maar je moet (bijna) alles een keer geprobeerd hebben, dus direct uit bed stapten we zo op een kameel. Bij het opstaan moet je je inderdaad goed vasthouden, want eerst gaat hij op zijn voorbenen staan, terwijl de kont op de grond blijft, waarna de achterpoten omhoog komen en je weer bijna voorover valt. Maar het was absoluut niet eng. Als je eenmaal loopt, blijk je je wel erg hoog van de grond te bevinden. Martine was de enige die dapper genoeg was om een stukje te draven/galopperen, want dat zag er toch nog steeds eng uit. Als de kameel weer gaat liggen, konden we afstappen en betaalden we 6 pound (€1,30) voor het ritje.

  

  

 Daarna liepen we naar de ingang van het terrein, entree 20 pound (€4,50), en konden we de graftombes en piramides bewonderen. E zijn ongeveer 100 piramides in deze omgeving, gebouwd tussen 592 BC en 350 AC. Het was erg indrukwekkend, ondanks dat een fransman in de jaren 30 had bedacht dat hier veel schatten begraven moesten zijn en hij de meeste piramides (deels) had vernietigd. Het restauratiewerk was vast heel mooi geweest als het nieuwe gebouwen waren geweest, maar het is jammer dat ze het zo duidelijk nieuw eruit hebben laten zien, waardoor het afsteekt tegen de stukjes authentieke piramide. Ook de hiërogliefen in de graftombes waren indrukwekkend. Lang niet allen leken origineel, maar sommige wel. De bouwwerken schijnen niet zo indrukwekkend te zijn als hun grote broers in Egypte, maar aangezien wij die alle vier nog nooit hebben gezien en dus niet kunnen vergelijken, kunnen wij alleen maar zeggen dat dit ook heel bijzonder was. En er waren slechts een paar andere toeristen en in tegenstelling tot Egypte moet je hier je best doen om een persoon op je foto te krijgen. En Klaas mocht gewoon mee naar binnen, dus dat was extra leuk.

  

Als we alles, of in ieder geval het meeste, hebben gezien, gaan we terug naar de auto’s, doen de afwas en rijden richting Port Sudan. We hadden niet verwacht dit te kunnen halen, aangezien het zeker 550km was, maar tussen Meroe en Port Sudan was absoluut niks te doen, dus bleven we rustig aan door rijden. Onze auto heeft een maximale snelheid, bij vol gas, van 90km/uur, maar omdat we de hele weg terugwind hadden, was de maximale snelheid vaak maar 75-80. Er is weinig verkeer op de Sudanese snelwegen en de wegen zijn over het algemeen goed. Als we zo’n 100km voor Port Sudan zijn halen we een gigantische vrachtwagen in, met dubbele trailer vol containers. Als we voorbij de eerste trailer zijn en dus halverwege de vrachtwagen, besluit de vrachtwagenchauffeur zelf de vrachtwagen voor hem in te gaan halen. Hij gooit zijn stuur naar links en het gehele gevaarte komt gestaag op ons af. Ro stampt op de rem, maar wij kunnen niet snel genoeg remmen, dus we moeten ook de berm in. De berm is ongeveer één meter breed, waarna er een ondiepe maar zeer steile afgrond komt. Dit is hooguit 1 meter diep, maar als de wielen daaroverheen zouden glijden, dan zouden we gegarandeerd omvallen. Ro vraagt het uiterste van de remmen en wonder boven wonder gaat de achterkant van de vrachtwagen op een centimeter voor ons langs en staan wij bevend langs de weg. Helaas moeten we er dus nog steeds langs en als we even later wild toeterend weer langs rijden houdt Ro in langs zijn cabine en begint de man in het Nederlands de huid vol te schelden. De man haalt alleen onverschillig zijn schouders op. Ro wil hem met rotte bananen en meloenen gaan bekogelen, waardoor ik niet kan stoppen met lachen, deels van de schik, deels omdat ik Ro nog nooit zo boos heb gezien. Eén hele tijd blijft de vrachtwagen achter ons en ondanks dat de man het verdiende, had hij geen fruitmand naar zijn hoofd gehad. Toen we later Suakin net voorbij waren gereden, zijn we de snelweg afgedraaid, want het was al donker. We hoefden nog maar 50km naar Port Sudan. We parkeerden een eindje van de Rode Zee, want we konden niet dichter bij komen. We kookten pasta en gingen niet veel later naar bed.

Vrijdag 11 maart willen we vroeg naar Port Sudan rijden, omdat we nog steeds hoopten een duikcursus in de Rode Zee te doen. Wij twee en Bram willen ons Padi 1 halen. Martine wil haar duikinstructeur diploma halen. Maar in Port Sudan vinden we geen duikschool en dus besluiten we nog 40km door te rijden, naar de Red Sea Lodge, die van een Nederlander zou moeten zijn en waar je ook kan duiken. We komen daar rond 9 uur aan en de Sudanese vrouw van de eigenaar, zij heeft 30 jaar in NL gewoond, vertelde ons dat de duikinstructeur 3 maanden afwezig is. We mogen hier kamperen voor €10 pp, wat we veel te veel vinden. We blijven wel een hele tijd zitten, genieten van het uitzicht en spelen met de 2 puppies die ze hebben. Eén van de twee puppies zoekt nog een goed tehuis en Bram en Martine besluiten hem op proef mee te nemen. Om 13:00 uur rijden we ongeveer 200 meter van de lodge vandaan en parkeren de auto’s daar. Het pupje, Wobblie gedoopt, slaapt veel en is erg schattig. We spelen spelletjes en maken ‘s avonds weer een salade met gebakken aardappeltjes. Die nacht houdt Wobblie Bram en Martine goed bezig, want ongeveer elk uur moet hij naar buiten om te plassen.

Zaterdag 12 maart besluiten Bram en Martine dat het wellicht niet zo’n goed idee is deze pup mee te nemen. Met veel moeite brengen ze hem aan het eind van de ochtend weer terug. Dan rijden we naar Port Sudan, waar we wat inkopen doen en daarna naar het Coral Hotel gaan om daar te internetten. We bestellen ook gelijk lunch. Daarna rijden we de stad weer uit en 10km daarbuiten parkeren we de auto’s niet ver van de Rode Zee. Je lijkt nergens heel dichtbij te kunnen komen, want de ondergrond veranderd snel in drijfzand/moeras. Maar dit is ook prima. En alweer zijn we helemaal alleen en zien we niemand. We moeten nu wachten tot maandagochtend tot we met de boot naar Saudi Arabia kunnen. We spelen een spelletje Catan, maken en eten soep en doen niet al te veel.

Zondag 13 maart laat Ro eerst Klaas in de Rode Zee zwemmen. Als Klaas en ik later ook terugkomen van een wandeling, had Ro net bezoek gehad van een visser die hem 3 vissen had verkocht voor het avondeten van vanavond. Hij maakt ze gelijk schoon: altijd een leuk karweitje in de vroege ochtend. Dan ruimen we de auto op. Rond 11:30 uur besluiten we naar Suakin te rijden. Onderweg liggen er 3 kamelen op de weg, waarvan er 2 weglopen en 1 blijft liggen. Uiteindelijk probeert hij overeind te komen, maar hij kan alleen op zijn knieen vooruit hobbelen, terwijl zijn achterbenen wel kunnen staan. We stoppen en ik stap uit. Ik zie dat er een touw om zijn been zit, net boven en onder zijn knie, waardoor hij die niet meer kan strekken. En aangezien beide voorpoten bij de hoef aan elkaar zijn gebonden door de eigenaar (dat doen ze wel vaker bij dieren, zodat ze niet hard weg kunnen lopen) had hij geen keus behalve op 2 knieen te lopen. Ik rende terug voor een mes, maar Ro kwam daar al mee aanzetten. Samen met Bram probeerde hij het beest te bevrijden. Kamelen zijn best groot en lomp, en dit beest was ook nog eens in paniek, maar hij liet het toe en even later kon hij weer opstaan en rende snel naar zijn vriendjes.

Daar aangekomen belt Mohmed, ons contactpersoon hier voor de boot, ons op, dat hij ons langs zag rijden en dat we nu gelijk het papierwerk kunnen regelen. We rijden terug, onderhandelen over de prijs en moeten uiteindelijk dus 152 Pound per stel betalen. Dan gaan we naar zijn kantoor waar we de eerste papieren invullen. We spreken voor de volgende morgen om 10:00 uur af. Daarna gaan we het oude gedeelte van de stad nog even in en het lijkt wel een spookstadje, maar dan met mensen. Het is volledig vervallen en heel apart. We gaan naar een groentemarkt en wandelen wat rond. Daarna rijden we de stad weer uit en rijden naar de plek waar we de eerste nacht hier hadden gebushcamped. Nu we hier overdag zijn, zijn er wel mensen aan het werk in de akkers om ons heen, die even bij ons komen kijken, aangeven dat het prima is als we hier blijven slapen en ons daarna met rust laten. Tja, alleen in Sudan blijven de mensen niet om je auto heen hangen. Erg prettig. Ook de toevallige passant loopt gewoon door en vraagt nergens om. We relaxen een beetje en dan gaan Martine en Ro lekker vroeg koken. Na het eten zoeken Ro en ik eerst de grote bak met pasta uit, want er bleken kevertjes in te wonen. Maar we vonden het zonde om alles weg te gooien, dus zochten we elk schelpje af naar beestjes of gaatjes. De rest van de avond hebben we gekaart.

  

Maandag 14 maart is DE grote dag. We gaan Afrika verlaten. Tegen dit moment heb ik al een tijdje opgezien. Ro heeft wel zin in het Midden Oosten, maar vind het ook jammer dat er een eind aan deze tijd is gekomen. Ik ben wakker voor de zon opkomt en kan dan de laatste zonsopkomst in Afrika deze reis meemaken. Een tijdje later staan we op, ruimen rustig aan de auto in, pakken onze tassen in voor op de boot en rijden naar Mohmed. We zijn een beetje vroeg, maar hebben toch niks beters te doen. We zijn er om 9:30 uur ipv 10:00 uur. Ik heb niet zo veel zin om uren in dat kantoortje te hangen en besluit een aflevering van Criminal Minds in de auto te kijken. Halverwege ga ik toch maar even binnen zitten, maar er gebeurt daar echt niks en even later gaan Martine en ik samen een nieuwe aflevering kijken in onze auto, terwijl Ro en Bram in het kantoortje zitten. Om 11:15 uur is er echt nog niks gebeurd, maar mogen we naar de haven rijden. En hier verwachten we de bureaucratie: papiertje bij loket 1 halen, naar loket 2 voor een stempel, loket 3 voor een nieuw papiertje, dan naar loket 1 voor een stempel, dan naar loket 5 om iets over te laten schrijven, dan naar loket 2 voor een stempel enzovoorts. Maar zoveel geluk hadden we niet. Bij het eerste loket was niemand en het heeft zo’n 3 uur van rondrijden van plek naar plek geduurd VOORDAT we het gezellige proces van “van het kastje naar de muur gestuurd worden”  pas in gingen! Wauw, hoe lang kan het duren om een stempel in een carnet en in de paspoorten te zetten en de boot op te mogen rijden? Rond 14:30 uur mogen we vóór de boot gaan staan met de auto’s en een uurtje later mogen we naar binnen lopen. We moeten de sleutel in het contact laten en de deur van het slot houden, zodat ze de auto later in de avond erin kunnen rijden. Best een eng idee. We stoppen Klaas in haar box en lopen met haar naar binnen. We worden begeleid door een zeer handtastelijke Egyptenaar, uiteraard alleen als Ro uit de buurt is, en ik word gek van die man. Hij blijft me maar proberen aan te raken en hoe vaak ik ook “nee”. “stop dat”, “niet doen”  zeg, hij gaat gewoon door. Voor dit gedrag van Egyptenaren waren we door andere reizigers gewaarschuwd en ik was heel blij dat we Egypte niet in gaan. We krijgen een 4-persoons cabine voor de prijs van 2 personen, met de belofte dat Bram en Martine hier niet zouden slapen. Zij wilden gewoon in de lounge slapen, wat wij ook hadden gedaan als we Klaas niet bij hadden. Maar dat we Klaas bij ons konden houden was wel een groot pluspunt. Om 15:00 uur zijn we geinstalleerd in de kamer en kan Klaas lekker in een hoekje slapen. Wij zitten nog een tijd in de lounge met z’n vieren, eten chips (iets anders is er niet te krijgen) en de pastasalade die Martine de vorige dag had gemaakt. Daarna gaan wij naar de kamer om nog een filmpje te kijken. Als ook die afgelopen is, willen we gaan slapen. En juist op dat moment vertrekt de boot eindelijk naar Saudi Arabie. Ja, het is al 22:00 uur, maar nu vertrekken we pas.

We vonden Sudan zelf waarschijnlijk het minst leuke land van Afrika. Nog steeds leuk hoor, maar vergeleken met de andere landen iets minder. De mensen zijn wel heel erg vriendelijk, maar het landschap is vaak saai. We hebben ook eigenlijk maar één attractie bezocht, de pyramides, dus wellicht was het leuker geweest als we nog wat meer tempels en dergelijke hadden bezocht. Maar er is ook gewoon niet zo veel te doen of te zien in Sudan. Gelukkig maken de inwoners veel goed. Van veel overlanders hadden we gehoord dat de Sudanese bevolking de meest vriendelijke waren waar ze ooit geweest waren, maar dat durven wij niet te zeggen. En de politieposten en ambtenaren waren soms zelfs erg vervelend. Het deed ons weer erg aan West Afrika denken, waar de politie en ambtenaar ook niet helemaal te vertrouwen leken te zijn.

We vinden het erg jammer dat we niet meer in Afrika zijn. Maar we gaan nu naar een continent waar ik nog nooit geweest ben (Ro wel): Azië! En het Midden Oosten is nieuw voor ons allebei. We hebben er toch wel zin in.

We hebben in Sudan 1.640 km gereden. De eindstand op de teller toen we Afrika verlieten was 205.832 mijl. In totaal hebben we vanaf Nederland nu 42.755 km gereden. In Afrika hebben we met Impi 39.934 km gereden. Daarnaast hebben we nog 4.500 km met de huurauto’s in Zuid Afrika gereden.

Nu ons Afrika avontuur is afgelopen, hieronder de volledige route die we in Afrika in 2009 – 2010 – 2011 gereden hebben:

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)