Impi’s Adventures

Reisverslagen

Roemenië

Maandag 5 september rijden we na de snelste grensovergang Bulgarije uit naar de Roemeense kant. Dit gaat zelfs nog sneller, want er is niemand. We kunnen zo het land inrijden. De loketten zijn verlaten. Wel is er een bord met iets over roadtax en een loket. We rijden er eerst voorbij zoals de andere auto’s, maar besluitentoch terug te gaan. Het blijkt inderdaad verplicht te zijn om dit formulier te hebben. Het kost €3 per week of €7 per maand. Ik vraag of ik in Bulgaars geld mag betalen en dat is prima, maar dan is het omgerekend € 5 respectievelijk € 10. Wel ben ik dan in één keer van mijn Bulgaars geld af, want dat is alles wat ik heb en koop de roadtax meteen voor een maand. Met het papiertje loop ik terug naar de auto en dan rijden we het land van de beren, vampiers, gipsy’s (zigeuners) en weeshuizen in. Nou, er is vast meer (of minder, want een vampier zullen we wel niet tegenkomen), maar dat is het enige dat we van Roemenië weten. We hadden geen millimeter verder over de grens gekeken op de kaart en kwamen nu tot de ontdekking dat we per ferry de rivier over moesten steken bij deze kleine grensovergang. En uiteraard hadden we nog geen Roemeens geld en ook geen idee hoe de munteenheid heet of wat het waard is, dus we waren weer in ons normale goed voorbereide (uhum) ritme. Ik moet 25 betalen voor de boot in Roemeens geld. Ik vraag of dat ook in Euro’s kan en dat is geen probleem, dan is het € 10. Oké, ik vind het best. Kan er moeilijk iets van zeggen, want ik heb echt geen idee. We wachten een tijdje, ondertussen de vele vele straathonden om ons heen brood toegooien (wat de helft weigert te eten), tot we de boot op mogen rijden. Het zijn oude duwboten met daarvoor een groot drijvende ponton die volgereden wordt met auto’s. Als laatste komt er een grote vrachtwagen in het midden te staan. Wij staan bijna vooraan en de vrachtwagen neemt de hele rij naast ons in. Als zijn voorwielen op de boot/vlonder komen, zakt die kant ver naar beneden en gaan wij ver omhoog aan onze kant. Maar zodra hij naast ons staat zakken we weer horizontaal. Vol vertrouwen varen we zijwaarts, tegen de stroom in, in zo’n 15 minuten naar de andere kant, ongeveer een kilometer verderop.

  

Eenmaal daar rijden we richting Boekarest. We willen eigenlijk niet de hele 130 kilometer meer rijden en zoeken naar een plekje om te bushcampen. Maar dit gedeelte van Roemenië heeft weinig bomen en heel veel akkerbouw. We proberen een paar keer in de akkers te staan, maar alle boeren zijn nog druk bezig op het land. Weer een nadeel van deze lange avonden, normaal was het om 18:00 uur al pikdonker en was het makkelijk een plekje te vinden. Nu is iedereen nog actief omdat de zon nog volop schijnt. We kunnen ergens pinnen en krijgen een zeer handige bon waarop de exacte koers en bedrag in euro’s staat wat er in NL van onze rekening wordt afgeschreven. We blijken 4 Lei voor een Euro te krijgen. We zijn erg blij dat we teveel hadden betaald voor de boot (het was dus eigenlijk €5,75), want als dat de goede koers was dan was de Diesel wel heel duur die we onderweg zagen (5 Lei dus €1,25 i.p.v. €2,50). We vermijden de snelweg naar Boekarest, maar vinden ook op deze leuke kleine weg door de Roemeense dorpjes geen geschikt plekje.

 

Als we bijna bij Boekarest zijn is het net zo handig om naar de camping in de stad te rijden, ook al is deze duur. Ro had laatst een website van campings in Roemenië gevonden met waypoints, dus we waren niet zo onvoorbereid als een ieder nu wellicht denkt. Ik voer het waypoint in de GPS en het blijkt ten noorden van de stad te zijn, tussen de 2 luchthavens. We komen aan de oostkant de stad binnen, dus we nemen gelijk de grote rondweg om de stad heen. We zien dus nog niks van de stad zelf. De camping zit niet op de plaats van de coördinaten die op de website stonden, maar toevallig draait Ro een onlogische weg in en zien we even later een bord. Heel toevallig, maar wel fijn, aangezien het nu toch wel donker begint te worden. De prijs was zoals verwacht hoog, 80 Lei (€20) samen per nacht. Helaas hadden ze alleen prijzen voor een camper met 2 personen (80) of voor een tent met 2 personen (60). We konden met goed fatsoen niet als een tentje door, maar we zijn ook zeker geen camper. Het terrein is volledig volgebouwd met campers, Duitse campers met name, en twee Engelse, een Italiaanse en een Oostenrijkse. De Duitsers zitten “gezellig” samen in een gigantische cirkel op het plein. Later op de avond wordt dit opgebroken in diverse luidruchtige kleinere gezelschappen. We moeten goed zoeken om een plekje te vinden. We vinden uiteindelijk een plekje achter de campers, tussen 2 huisjes, hopend dat niemand de doorgang blokkeert. Maar gelijk met ons komt er een Poolse vrouw op de fiets aan en ook zij aast op dit plekje. Maar het is groot genoeg voor onze auto en haar tent, dus we wonen nu gezellig met de Poolse vrouw (en een klein muisje) op dit kleine stukje grond. We praten een tijdje gezellig met haar en ze is vanuit Polen komen fietsen tot de Zwarte Zee en nu weer op de terugweg. Dan moeten we echt iets eten, want we hebben nog amper gegeten vandaag en lopen naar de receptie. De snackbar is gesloten, maar een stukje verderop is nog een restaurant open dat bij de camping hoort. We lopen erheen en het is wel een beetje luxe. We gaan toch zitten en bestellen de goedkopere dingen op de kaart. Maar het was lekker en de magen waren weer vol.

Dinsdag 6 september wilden we Boekarest gaan bekijken. We hadden geen haast, want we gaan waarschijnlijk toch niet winkelen, alleen de stad bekijken. We maken eerst een wandeling met Klaas door het bos en daarna verteld de Poolse vrouw ons welk busnummer we moeten hebben richting centrum (stond in haar Poolse reisgids). De receptionist van de camping bevestigd het nog even en rond 11 uur lopen we richting de bushalte. De man had gezegd 200 meter, maar na 500 meter was er nog niks. Na nogmaals 500 meter kwamen we het bos uit en daar stonden een aantal mensen op de stoep en kwam “onze” bus bijna tot stilstand. We trekken een sprintje en springen als laatste de bus in. We vinden twee plaatsjes en vragen ons af waar we moeten betalen. De chauffeur zit in een glazen behuizing en je kan niet eens met hem praten. Bij de volgende halte stappen er mensen in, sommigen houden een kaart tegen een apparaat, anderen niet. Dit gaat bij elke halte zo. Minder dan de helft van de mensen doet iets voor ze gaan zitten. Na een half uurtje stapt er een man in die een legitimatie voor onze neuzen houdt en om ons ticket vraagt. We zeggen dat we niks hebben en dat bij hem willen kopen. Dat kan niet, dat moet vooraf, maar over 2 haltes is een kiosk en daar kunnen we eruit om het te krijgen. Verder niks. Hij controleert een paar mensen, de mensen die hun kaart niet hadden gestempeld moeten dat nu alsnog doen en hij verlaat de bus bij de volgende halte. We denken dat het wellicht beter is de volgende halte er toch maar uit te gaan, ook al is de controleur weg, bovendien zijn we toch maar 3 minuten rijden van de eindbestemming. We stappen uit en lopen verder. Aan het eind van de week lees ik in een reisgids dat je €12 boete krijgt als je zonder kaart in de bus zit, dus blijkbaar hadden we erg veel geluk. We hebben geen kaart van de stad en ook geen boek. We willen een reisgids van Roemenië kopen en de boekwinkels zijn de enige winkels waar we ingaan, maar in de 10-12 winkels waar we in zijn geweest, hadden ze geen reisgidsen van Roemenië in het Engels. Alles was in Roemeens. We vonden wel een oude editie van Hongarije in het Engels voor € 8, dus die hebben we gelijk meegenomen. Ondertussen dwaalden we op goed geluk door de straatjes en bekeken de vele indrukwekkende gebouwen. Geen idee welke beroemd is en welke niet. We keken gewoon naar wat we mooi vonden.

   

Als we al een aantal uren hebben rondgeslenterd zien we een klein kerkje met beschilderingen aan de buitenkant. Een steiger staat voor de ingang en een vrouw is de vervaagde schilderingen aan het bijwerken/overschilderen. De poort naar de tuin is open, maar er is niemand, behalve de schilderes. We twijfelen een beetje of we naar binnen mogen en dan komt er een non met een zeer belangrijk uitziend ouder echtpaar uit de bijgebouwen. Ze heeft een grote sleutel bij en opent daarmee de kerkdeur en met z’n drieën lopen ze naar binnen. Wij lopen langs de kerkdeur de tuin in en de non lijkt het prima te vinden. We zien allerlei mooie oude stenen (grafstenen?) en een oude koperen bel. Als Ro weer naar buiten loopt komen er twee tienermeisjes binnen en zij lopen zo de kerk in, die nog open is met het echtpaar en de non (ondertussen 2). De non stuurt ze niet weg, dus wij gaan ook even naar binnen. Het is maar een heel klein kerkje, misschien 20 vierkante meter, en de muren zijn volledig vol geschilderd. Erg mooi. De gezichten zijn deels al gerestaureerd en de kleuren opgefrist. De twee meisjes zijn snel weer weg, maar wij blijven nog even. We geven een donatie voor de restauratie, want het moet ontzettend veel werk zijn en het wordt erg nauwkeurig gedaan. We bedanken de nonnen en lopen weer verder.

   

Niet veel later vinden we een andere kerk, een stuk groter, en het plein is vol mensen. We lopen naar binnen en ook hier is de binnenkant beschilderd, maar ook vol kandelaars, kroonluchters en dergelijke. De kerk is propvol. Alle mensen staan rijen dik voor een luik aan het eind waar een priester (?) achter staat. Ik maak snel een foto, gelukkig kijkt niemand me boos aan. We gaan toch maar snel naar buiten en daar is nog een soort altaar aan de zijkant met een lange wand ervoor waar kaarsjes ontstoken kunnen worden. De bodem van de bak staat vol met zeker 10 centimeter vloeibaar kaarsvet en vol met brandende kaarsjes, die ze overal op straat verkopen. We vermoeden dat het een speciale dag is, want dit zal toch niet elke dag zo zijn, zeker niet op een dinsdag. Maar hier durf ik geen foto van de maken, dus lopen we maar weer door.

  

We wandelen nog over een groot verkeersplein met mooie fonteinen en klokken en nemen niet lang daarna een taxi terug naar de camping. De meter gaat iets sneller dan we hadden gedacht, maar we hebben de energie niet meer om zo’n buskaart te gaan kopen en de juiste bus te vinden, dus we nemen de uiteindelijk 71 Lei (€18) maar voor lief. Het is tenslotte bijna een half uur rijden en de heenreis was toch gratis. Terug op de camping eten we nog een boterham en gaan dan in de daktent twee aflevering van House kijken. Die nacht zakt de temperatuur tot misschien maar net boven nul en we liggen als twee rietjes te rillen in bed, geen van ons die de kou in wil om op de motorkap te klimmen om het dikke deel van ons seizoenendekbed van het dak te halen.

Woensdag 7 september gaat Ro op zijn gebruikelijke veel te vroege tijdstip naar beneden en kan ik mezelf in de hele deken rollen en een beetje opwarmen. Als ik eindelijk de moed heb ook naar beneden te komen begint de temperatuur alweer een beetje op te lopen. Als ik even later (in het zonnetje) de afwas sta te doen in de wasruimte komen de eigenaren met het personeel boos bij mij staan en vragen ze of de wasmachine achter mij van ons is. Ik kan mijn lachen niet inhouden en zeg dat ik helaas geen ruimte voor die wasmachine in ons autootje heb. De wasmachine-eigenaar blijkt de Engelse vrouw met camper naast de wasmachine te zijn en mijn gehele afwastijd (die ik zo lang mogelijk rek) zegt de eigenaresse in het Roemeens dat het ding weg moet, een medewerker vertaald, de Engelse vrouw blijft gillen en vragen hoe ze dan in hemelsnaam haar kleren moet wassenen als een andere Engelse vrouw erbij komt wordt de Roemeense eigenaresse al met Hitler vergeleken door de Engelse. Ik denk dat de jongen dit niet vertaalde. Als we even later het terrein afrijden en ik de kaart voor de slagboom bij deze jongen inlever, zegt hij ons gedag. Ik zeg dat we nog niet hebben betaald voor de afgelopen nacht en hij is echt zeer verbaast over onze eerlijkheid. Hij blijft dat maar herhalen. Ik zeg dat ze het geld wel kunnen gebruiken als die energie slurpende campers ook al wasmachines gaan gebruiken en hij verteld dat de vrouw haar zin heeft gekregen en mag blijven wassen (ze draaide al constant wasjes sinds gisterochtend, waarschijnlijk van alle campers op het terrein), maar de machine moet uit het zicht en niet midden in het was gebouw. We nemen afscheid en rijden richting Brasov. We hadden vernomen dat als je beren wilt zien, je in de buurt van Brasov moet zijn. Brasov ligt aan de andere kant van de Karpaten, het gebergte dat Transylvanie scheidt van de andere delen van Roemenië. We hebben geen idee of onze auto het aankan, maar we gaan het gewoon proberen. Bovendien ligt het Bran Castle ook in die regio, het kasteel dat wordt gepromoot als zijnde het kasteel waarop Bram Stoker zijn boek “Dracula” gebaseerd zou kunnen hebben. Een heel toeristisch kasteel, deels omdat de Roemenen toeristen laten/lieten vermoeden dat Dracula hier echt geleefd heeft en veel toeristen het nogal teleurstellend vinden zijn doodskist en skelet ofzo niet te vinden. Weet niet zeker of ik het de Roemenen kwalijk kan nemen dat sommige toeristen niet alle hersencellen op een rijtje hebben. Ruim over de helft van de bergpas komt een afslag naar Bran. Tot zo ver ging het allemaal simpel. We zitten al rond de 1.100 meter hoog, maar het ging zo langzaam en rustig, dat we het amper gemerkt hebben. En vanaf de afslag naar de stad Bran rijden we alleen nog maar bergafwaarts, het gebergte uit.

  

Voor we de stad inrijden zien we de “Vampire Camping” direct langs de weg, dus dat was handig. We rijden eerst de stad in en parkeren de auto. We wandelen door het stadje en besluiten het kasteel gelijk te bezoeken. We betalen 15 Lei (€3,75) pp toegang en lopen omhoog naar het kasteel. We voelen de klim aardig in de benen, zeker na de afgelopen 2 dagen waarin we al veel gelopen/geklommen hadden, maar het is prima te doen. Het kasteel is erg leuk, niet te groot, maar lekker compact, met vooral een leuke kleine tuin in het midden en balkonnetje en torentjes. Het is een beetje een sprookjeskasteel, misschien daarom iets voor een fantasiefiguur, maar bij Dracula stel ik me toch iets donkerders en meer enger voor. Dit is eerder elfjesachtig. Het is ook het eerste kasteel waar we ooit zijn geweest waar we ook daadwerkelijk in zouden willen wonen (en later horen we dat het te koop is voor slechts 79 miljoen Euro). In twee kamers hangt wat informatie over Vlad Dracul en één van zijn zonen Vlad en ik zal het proberen te beschrijven, maar het is mij allemaal niet geheel duidelijk. Dracul betekent duivel en Dracula zou zoon van de duivel betekenen. Met name de zoon (1448 – 1476) was gevreesd onder het volk en was berucht om zijn harde optredens en had een reputatie als zijnde bloeddorstig. Ondanks dat Dracula een beetje gebaseerd zou (kunnen) zijn op deze man, heeft die man nooit in dit kasteel gewoond. Het kasteel heeft dus echt niks met Dracula te maken en heeft gewoon haar eigen geschiedenis en bewoners. Een van de meest recente bewoners was Queen Maria van Romania. Aan haar was dit kasteel geschonken in 1920 als dank voor haar goede werk om alle delen van Roemenië te herenigen tot één rijk. Haar dochter Princess Ileana woonde daarna nog een tijdje in het kasteel tot het communisme in Roemenië kwam en de gehele familie uit het kasteel werden gegooid en uit het land werd verbannen. In 2006 is het kasteel weer teruggegeven aan de kinderen van Princess Ileana die het nu onderhouden en onder een Roemeens stichting als museum gebruiken. Zij hebben alle vampierprullaria uit het kasteel gehaald die de Roemeense overheid erin had gezet en teruggebracht naar haar oude glorie. Er staan nu alleen nog een paar borden met uitleg over de niet zo duidelijke verwantschap tussen dit kasteel en het boek van Bram Stoker. Als we alle kamers en gangen hebben gezien, de interessante bordjes hebben gelezen en de oude voorwerpen en meubels hebben bewonderd en zo veel mogelijk geprobeerd hebben de ruimtes waar we niet in mochten toch in te gluren, lopen we weer naar de uitgang. Uiteraard zijn we zeer teleurgesteld dat we Dracula niet tegen waren gekomen in de gangen. Haha, nee hoor, het was gewoon een mooi kasteel.

  

   

Eenmaal buiten lopen we even over het plein waar zowel Roemeense snuisterijen als vampier-artikelen worden verkocht, maar niet zoveel als we hadden verwacht. Wel is er een soort spookhuis, waar we niet in zijn geweest. We rijden naar de camping en zoeken een plekje uit. Als ik een tijdje later de mail check heb ik een antwoord van Colin, de eigenaar van een reisbureautje die dagtrips organiseert om de beren in het wild te bekijken. Ik had hem gevraagd naar de mogelijkheden en de kosten en hij had geantwoord en ons bovendien aangeboden naar zijn huis net buiten Brasov te komen waar we gratis mogen kamperen in zijn tuin (ongeacht of we een tour doen of niet), terwijl we de mogelijkheden voor de beren konden bespreken. De kosten zouden € 30 pp zijn voor toegang tot de beren hide-out in het bos (dus voor de overheid), ongeveer € 30 voor diesel voor zijn Landrover (150km, 4 uur) en € 60 voor hem, dus € 150 in totaal. Wel veel geld, maar we vinden het ook wel heel leuk om een kans te hebben om beren in het wild te zien. We besluiten zijn aanbod om in zijn tuin te kamperen aan te nemen en we spreken voor de volgende middag om 17:00 uur af. Daarna werk ik onze website bij, halen we het tweede dekbed van het dak en nemen we die mee de tent in. Geen overbodige luxe, want ook deze nacht koelt het flink af.

 

Donderdag 8 september internet ik nog een uurtje, terwijl Ro de auto een beetje schoonmaakt en als alle andere kampeerders allang vertrokken zijn, zijn wij ook klaar en wil Ro de auto starten. Er gebeurt helemaal niks. Alleen een heel klein klikje vanuit het dak. Het geluid blijkt uit de radio te komen die blijkbaar al zo’n 20 uur aan staat, zonder geluid. We hadden ook nog een beetje stroom gebruikt voor de laptop en dit samen had de accu compleet leeg getrokken. En nu is er geen enkele auto meer. Ik vraag het de manager, maar hij zegt geen auto te hebben. Wel staat er nog een Poolse bus bij de ingang. De eigenaren zijn de stad in, maar wanneer ze terugkomen is onbekend. Ik sta een paar minuten bij het tankstation naast de camping te wachten of er een busje ofzo stopt, maar niks. Als ik terug ben bij de auto zegt de manager dat hij op zal letten of de Polen terugkomen en hij gaat ook bij het tankstation kijken. Minder dan 2 minuten later komt hij aangefietst dat de Polen er zijn en ze ons graag even helpen. We sluiten de accu’s aan elkaar, wachten een paar minuten en de auto start weer. We hebben ook altijd geluk, voor hetzelfde geldt hadden we hier uren gestaan, nu hooguit 15 minuten. We bedanken de manager en de Polen, vullen de watertank nog even en rijden dan naar Brasov. Onderweg zien we een afslag naar een kasteel en een grot. We volgen de borden tot we bij het kasteel komen, maar de grot is verder. Omdat we al een kasteel hebben gezien, gaan we nu voor de grot. We parkeren de auto en op de parkeerplaats staat een bord met de informatie dat het 10 Lei (€2,50) pp kost en 650 meter lopen is. Je ziet meteen dat die 650 meter vooral bergopwaarts zal zijn en behoorlijk steil. Maar het is prettig zulke informatie vooraf te krijgen. We beginnen aan de wandeling en voelen het behoorlijk in de benen. En met enige trots kan ik zeggen dat we 3 andere stellen hebben ingehaald (oké, één was een ouder echtpaar, de andere had een klein kind, maar het derde stel hebben we absoluut verslagen). Eenmaal boven zaten er veel mensen te wachten voor de ingang. Ro kocht 2 kaartjes en kreeg te horen dat we moesten wachten op de gids. We hadden slechts twee minutenbij kunnen komen van de tocht toen de gids met een lading mensen naar buiten kwam. De gids stond gelijk klaar om weer naar binnen te gaan en iedereen kon direct mee. Wij stonden bijna vooraan. De gids was zeer ongeïnteresseerd en dreunde zijn wetenswaardigheden op. Geen idee wat dat waren, want alles was in het Roemeens en een Engelse vertaling zat er niet in. We zonderden ons een beetje af van de rest toen we de “gang” door waren en in de gigantische ruimte uitkwamen. Het was echt wel mooi. De ruimte was mooi verlicht en de hoogtepunten waren goed zichtbaar. De gids vertelde waarschijnlijk wanneer hij de lampen uitdeed, maar aangezien wij dat niet verstonden en wat verderop liepen, was het even schrikken toen we opeens niks meer zagen en bijna de trap afvielen, haha. De grot was alleen deze grote mooie ruimte en de gang, dus met een kwartier waren we weer buiten. Bergafwaarts was bijna net zo lastig als bergopwaarts, dus we waren blij weer bij de auto te zijn.

   

Daarna reden we verder naar Brasov. We parkeren de auto in het centrum en wandelen rond. We zien de “Black Church” die absoluut niet zwart meer is en Ro denkt dat het niet de juiste is. Maar later blijkt dat ze de eeuwenlange roet van een grote brand hebben verwijderd. We drinken wat op een terrasje en bestellen onze eerste tiramisu in 2 jaar (eentje voor ons samen) en genieten er van. Vanaf ons terras zien we twee kabelbanen met ieder één karretje de berg naast Brasov omhoog gaan, vanwaar je vast een fantastisch uitzicht over de stad hebt.

 

We besluiten daarheen te gaan.We hebben waarschijnlijk niet de meest snelle route genomen, maar uiteindelijk vonden we wel de kabelbaan. We vroegen ons af waarom de kabelbaan niet helemaal onderaan de berg begon, want we moesten eerst nog een stukje omhoog lopen. Onze spieren protesteren hevig, maar ze hebben geen keus. En terwijl Ro de kaartjes koopt (15 Lei, €3,75 pp) houd ik het wagentje tegen, want we hadden al gezien dat er aardig wat tijd tussen zit. Als we erin zitten gaan we gelijk omhoog. Het is niet zo steil als het van een afstand lijkt, maar toch nog veel te steil om te lopen. Het lijkt allemaal een beetje gammel en als we met bakkie en al zouden vallen, zouden we eerst een meter of 6 naar beneden gaan om daarna het hele eind naar beneden te rollen. Ik was blij bovenaan uit het karretje te mogen. We volgen de bordjes naar het view-point. Het bergpaadje gaat eerst aardig naar beneden (ons realiserend dat we dit straks weer omhoog moeten) en daarna weer omhoog. We vragen ons af of we hier beren tegen kunnen komen, maar kunnen ons niet voorstellen dat we hier dan alleen mogen wandelen. Later leren we dat de beren zelden hier bovenop de berg komen en op dit pad komen, maar dat er wel beren in het bos tegen de berg wonen waar we met de kabelbaan overheen zijn gegaan. Het uitkijkpunt is naast de grote letters boven op de berg die de naam van de stad spellen, net als de Hollywood letters in California. Het uitzicht over de stad, het land erachter en de bergen daarachter is mooi, maar niet heel bijzonder. Na tien minuten beginnen we aan de terugweg, grotendeels omhoog. Terug bij de kabelbaan gaat het karretje net weg. We verwachten een hele tijd te moeten wachten, maar het andere karretje komt gelukkig al wel deze kant op. Eenmaal boven zegt de man dat we 10 minuten moeten wachten, maar een paar minuten later, met maar slechts 5 personen, gaan we naar beneden. Met 5 personen voelt het toch een stuk veiliger dan het overvolle karretje met zo’n 15 personen en een kinderwagen op de heenweg. We belanden veilig beneden en lopen terug naar het plein.

   

We zien dat het al 16:55 uur is, dus we kunnen nooit meer op tijd bij Colin zijn. We gaan snel terug naar de auto, proberen de weg naar Bod te vinden en rijden een half uur later zijn oprit op. Colin komt naar buiten en blijkt ook net thuis te zijn. Colin is een grote Engelsman van 2 meter lang. Hij is één van de vriendelijkste mensen die we ooit hebben ontmoet en stelt zijn hele huis voor ons open. Hij is een grote Landrover fanatiekeling en heeft 3 Landrovers in zijn tuin staan. Eén, de Discovery, gebruikt hij voor zijn tours. De 110 (wat wij ook hebben) is kapot en gebruikt hij voor de onderdelen en nog een Discovery van een vriend die ook voor onderdelen wordt gebruikt. De garage ligt vol nieuwe en tweedehands onderdelen en Ro mag rondsnuffelen zoveel hij wil. Veel onderdelen mogen we gratis hebben, zoals nieuwe ruitenwissers, voor sommige betalen we een klein bedrag, zoals nieuwe lampen. Ook mogen we de motor en de versnellingsbak uit de 110 overnemen. Ro denkt er twee dagen over na, maar de motor durft hij niet goed aan. Als hij het niet aan de praat krijgt dan hebben we niks meer. De versnellingsbak past niet, dus er zou wat aangepast moeten worden en ook daar moet flink over nagedacht worden. Maar zeker qua kleine dingetjes kan Ro onze auto een goede beurt geven in de komende dagen. Colin heeft een eenmansbedrijfje. Hij verzorgt rondreizen in zijn Landrover voor één tot vier personen, compleet op maat gemaakt. Dit kan dus vanaf een halve dag tot een maand. Hij is de chauffeur en gids. Op 21 september begint zijn volgende tour, dus tot die tijd mogen wij blijven. Hij weet ontzettend veel van Roemenië en hij praat erg graag. Normaal is het erg vermoeiend als mensen veel praten, maar Colin kan letterlijk van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat doorpraten en het blijft interessant. Hij vertelt leuke verhalen en op een prettige manier. Een deel van de verhalen gaan over Landrovers en ondanks dat auto’s niet altijd mijn favoriete gespreksonderwerp zijn, is het voor mij ook boeiend. Als hij ’s avonds tot 1 uur doorpraat, ver en ver na onze bedtijd, dan is het wel een beetje moeilijk de aandacht erbij te houden. Na onze eerste kennismaking en rondleiding zitten we de hele avond in de keuken te praten tot we om 1 uur ons bed inrollen.

Vrijdag 9 september zijn Ro en ik al even buiten als Colin zijn huis uitkomt. Hij had ons al heel veel verteld over een weeshuis in het volgende dorp. Colin is oorspronkelijk een Maatschappelijk Werker en heeft de eerste jaren van zijn 17 jaar in Roemenië in een weeshuis hier 90km vandaan gewerkt. Hij is nog steeds betrokken bij sommige weeshuizen op vrijwillige basis. Het weeshuis in het volgende dorp is van een Amerikaanse 62 jarige vrouw die dit weeshuis hier heeft opgezet. Ze heeft 3 jaar in het weeshuis met 8 kinderen gewoond en heeft twee jaar geleden één kind geadopteerd en meegenomen naar Amerika waar ze nu woont. Deze vrouw lijkt op Margaret van de dierenopvang in Jordanië, want ook zij wil dat alles op haar manier gebeurt en weigert iets uit handen te geven. Wat het natuurlijk extra moeilijk maakt is dat ze niet eens in hetzelfde land is. Ook weigert ze de Roemeense taal te leren of zich aan de Roemeense wet te houden. Ze zegt altijd dat ze dit met een goed hart doet en dat de Amerikaanse manier de beste manier is, dus dat ze het weeshuis op de Amerikaanse manier runt. De Roemeense overheid moet zich maar aan haar aanpassen. Roemenië mag dan misschien niet meer communistisch zijn, maar de overheid past zich echt niet aan iemand aan. Nu heeft de Amerikaanse vorige week 5 van de 8 werknemers per telefoon en/of email ontslagen. Dit mag niet volgens de Roemeense wet en deze 5 vrouwen moeten volgens de wet opdagen op hun werk, anders kunnen ze problemen krijgen. Maar dat mag niet van de eigenaresse, want die zegt dat ze ontslagen zijn. De eigenaresse lijkt niet te begrijpen dat ze iets illegaals doet. Als één van de “ontslagen” medewerkers naar de politie stapt dan zal de overheid het weeshuis sluiten. Colin’s hulp is ingeroepen om te helpen en hij is al een paar dagen druk in gesprek met de eigenaresse, boekhouder, medewerkers en vrijwilligers om het probleem te begrijpen en een oplossing te zoeken. Die heeft hij gevonden in de vorm van een vrouw die het weeshuis managed die hij vele jaren geleden had gemanaged. Deze vrouw kan, naast haar huidige baan, dit weeshuis weer op de rails krijgen. Ze weet alles van de wet en het runnen van een weeshuis. Colin heeft haar zover gekregen dat ze om 11 uur vanochtend in het weeshuis komt kijken, maar hij weet ook dat ze de baan alleen accepteert als ze totale verantwoordelijkheid krijgt en het mag oplossen op haar manier. Om half 11 stappen we in Colin’s auto en rijden we met met z’n drieën naar het weeshuis, waar de vrouw een tijdje later ook aankomt. En terwijl zij de problemen bespreken, spelen Ro en ik met de kinderen in de tuin. We zijn erg verbaast, want dit was niet wat we van een Roemeens weeshuis hadden verwacht. Zelfs wetende dat het een zeer klein privé weeshuis was van een Amerikaanse had ons niet voorbereid op klimrekken, grote springtrampolines, fietsjes en dergelijke. De kinderen hadden mooie schone kleren aan, haalden een jas toen het wat frisser werd, en de vier meisjes hadden zelfs armbandjes, oorbellen en kettinkjes. Het zijn lieve kinderen. De jongste is een driejarig jongetje genaamd Robert, de oudste een 11 jarige jongen genaamd Vlad. De trampoline had een net eromheen zodat je er niet af kan vallen. De twee oudste kinderen leunde in het net en vroegen Ro om ze omhoog te gooien zodat ze in het midden van de trampoline neer kwamen. Soms dacht ik dat ze hun nek braken, maar ze vonden het een geweldig spelletje. Honderden keren werden ze gegooid en die arme Ro kreeg geen rust. Eén van de meisjes, Kristina, was een beetje verlegen, maar nadat ze een tijd had toegekeken durfde ze in de buurt te komen en kwam ze tegen me aan zitten om naar de andere kinderen te kijken. Ze sprak, in tegenstelling tot de andere grotere kinderen, geen woord Engels, maar Vlad vertaalde af en toe. Op een gegeven moment gingen ze naar binnen voor lunch en hadden we even rust. Na weer een paar uurtjes spelen gingen ze binnen een snack eten en hadden we weer rust. Toen begon het een beetje te regenen en werden de kinderen sowieso rustiger.

   

Ik heb geen foto´s van de kinderen gemaakt, omdat dat erg ongepast voelde, dus hierbij alleen de tuin toen ze aan het eten waren.

Rond een uur of 4 of 5 namen we afscheid en reed Colin ons naar de stad Brasov, waar hij ons uitnodigde voor een late lunch/vroeg diner, wat we niet aan wilden nemen, maar hij stond erop. Hij kende een leuk restaurant en hij bestelde voor Ro een specifiek Roemeens gerecht. Ik hield het maar bij een veilige kaasomelet. Daarna vroeg hij of we de stad al hadden gezien en we vertelden waar we geweest waren. Hij zei dat we de mooie dingen hadden overgeslagen en vroeg of we een rondleiding wilden. Nou, daar zeggen we geen nee tegen. Hij leidde ons in een, naar wij dachten, privé tuin, maar het bleek de tuin van een oude kerk te zijn die ingebouwd was in de middelste stadsmuur. Colin kent de hele geschiedenis van de stad Brasov en vertelde allemaal interessante dingen. Daarna liet hij ons de stadsmuren beter zien, de oude toegangspoort en andere interessante dingen. Heel handig zo’n privégids! Ook kopen we een Hongaarse zoetigheid: soort donutdeeg in platte lange slierten over een soort lange deegroller gedraaid, boven houtskool geroosterd met bv kaneel of walnoten. We namen één rol met kaneel en dat was meer dan genoeg voor 3 personen. Als we terug zijn bij de auto rijden we nog naar een groot winkelcentrum en doen we boodschappen. Eenmaal terug bij zijn huis is het bijna 10 uur en zijn we eigenlijk al heel moe, maar we zien Colin de nootjes op tafel zetten, dus we nemen de net gekochte fles wijn mee naar binnen en praten nog een paar uur. De moeheid komt en gaat, maar aan deze tijden moeten we toch weer een beetje wennen.

    

Zaterdag 10 september drinken we eerst een paar uur koffie/thee met z’n drieën in de tuin. Dan moet Colin zijn emails beantwoorden en gaat Ro aan het werk aan onze auto. Colin heeft draadloos internet en ik krijg de code, dus ik kan nu internetten. Als ik onze mails heb binnengehaald en beantwoord, besluit ik Colin aan te bieden zijn afwas te doen. Hij had ons vooraf gewaarschuwd dat zijn huis een zooitje was, maar dat was helemaal niet zo. Maar hij had wel heel veel afwas. Hij zou dit weekend een (gewone) vriendin te logeren krijgen en had al een paar keer gezegd dat hij de afwas moest doen voor ze kwam, maar doordat hij zoveel met ons praat, was er niet zo veel tijd meer. Maar hij zei toen dat hij zich schaamde voor zijn afwas en bang was dat er ergens schimmel in zou staan en wilde niet dat ik dat zou zien. Ik zei dat ik dan alleen de kopjes zou doen en hij liet me zien wat ik moest doen. Stiekem heb ik vervolgens de hele afwas gedaan, waar hij toch wel heel blij mee was en waar helemaal geen schimmel op bleek te zitten. Het kostte me aardig wat tijd omdat ik al 2 jaar niks meer had afgewassen dat kan breken, dus opeens voelde dit allemaal erg breekbaar. Maar gelukkig heb ik niks kapot gemaakt. ’s Avonds kookt Ro couscous met een heerlijke salade voor ons alle drie en we praten tot een uur of 10. Dan moet Colin de logeerkamer klaarmaken voor de vrouw die hij om 11 uur van de bus gaat halen. Als hij rond kwart voor 11 wegrijdt, kruipen wij onze daktent in, kijken nog een halve aflevering van House, voor de batterij van de laptop op is. We mogen zoveel elektriciteit gebruiken als we willen, maar we hebben toch alleende laptop vanmiddag even geladen. Colin doet al zoveel voor ons.

  

Zondag 11 september zijn we al een tijdje op als Colin en Catheline wakker zijn en naar buiten komen. Ik had van Colin het boek “Dracula” van Bram Stoker te leen gekregen en had vanmorgen mijn Stephen King uitgelezen, zodat ik hieraan kon beginnen. Er is tenslotte geen betere plek op aarde om deze klassieker te lezen. We zitten met zijn vieren in de tuin koffie/thee te drinken en Colin laat ons foto’s zien van al zijn Landrovers en bijzondere voertuigen van vrienden. We praten tot een uur of 2, dan gaat Colin aan het werk, Catheline gaat voor Colin koken, Ro gaat de lampen van de auto maken en ik schrijf dit verslag vanaf het moment dat we Roemenië inkwamen tot nu. Het is nu 17:34 uur en ik ben dus klaar met schrijven. Na uren schrijven mag ik hierna nog alle foto’s van Roemenië op de computer zetten en uitzoeken en dat zijn er heel erg veel. Maar dat bewaar ik denk ik voor morgen. Ro is gestopt met de auto en bakt een eitje. Om een uur of 7 vanavond gaan we weer naar het weeshuis. Colin moet de meest moeilijke persoon ontmoeten die ontslagen is, die alleen nachtdiensten draait. En wij mogen dan weer met de kinderen spelen. Maar eerst een boterham met gebakken ei. Tegen 19:00 uur zijn we naar het weeshuis gereden, waar Vlad ons tegemoet kwam rennen. De kinderen waren al boven, waarschijnlijk om bijna naar bed te gaan, maar onze aanwezigheid werd veel te enthousiast ontvangen. Ro, Catheline en ik zouden de kinderen bezig houden, terwijl de volwassen konden praten. Onze poging om de kinderen rustig te houden bleek al gauw tevergeefs en we konden niks anders dan lachen om de 7 stuiterende kinderen. Ze waren brokken energie die ons alles wilden laten zien. Dit deel van de bovenverdieping bestond uit een grote meisjeskamer met badkamer links van de trap, een grote speelkamer rechts van de trap en daarachter een grote jongensslaapkamer met badkamer. De slaapkamers hadden ieder 2 stapelbedden. De kinderen hadden ieder een kast voor hun kleren en bleken aardig wat kleren te hebben. De muren waren wit, maar er warenwel Winny de Pooh stickers opgeplakt en het geheel was redelijk vrolijk. Er was speelgoed genoeg. We hadden onze handen vol aan de kinderen. De jongste, Robert van 3, bracht ons af en toe zijn speelgoed, maar hij lijkt moeilijk contact te maken. Ik probeerde met hem te communiceren, maar hij keek me niet echt aan. Als ik hem op schoot nam, dan liet hij dat toe, maar zodra hij zat liet hij zich als een slang van mijn schoot glijden en rende weer weg. Hij wilde me wel laten zien hoe goed hij kan klimmen op de stapelbedden en ik heb geen idee wat een 3-jarige normaal kan, maar ik vond het behoorlijk knap. Op een gegeven moment worden de kinderen naar beneden geroepen en gaan ze in de woonkamer zitten. Ro en ik gaan bij ze zitten, terwijl de volwassen in de keuken koffie drinken. Er staat een grote bank met grote stoel voor een tv. Daarvoor 4 zitkussens en voor ieder kind een deken. Als de kinderen na tien minuten naar boven moeten omdat hun bad klaar is, blijft Robert beneden. Opeens kruipt hij bij me op schoot en weigert nog weg te gaan. Ik til hem naar boven en hij kust me gedag. Het is moeilijk om tien minuten later weg te gaan, want we weten niet of we ze ooit nog zien en we zijn zo snel al aardig gehecht geraakt aan de kinderen.

Maandag 12 september hebben we een rustige ochtend. We drinken thee in de morgen, wat zoals normaal uitloopt tot ver in de middag. Dan begint Ro met het verwijderen van ons (derde) stuurhuis om deze te vervangen voor een nieuw stuurhuis van Colin (ons vierde dus in 23 maanden). We hebben Colin en Catheline uitgenodigd om vanavond in een restaurant te eten, maar we moeten ook nog alle vier boodschappen doen. We rijden rond 19:00 uur naar de grote supermarkt en daarna rijden we naar het centrum van Brasov. Colin weet een heel leuk restaurant, maar het is geloof ik iets duurder dan hij had verwacht. Niet heel duur, gemiddeld 40 Lei (€10) per hoofdgerecht, en ondanks onze aanmoediging dat ze kunnen nemen wat ze willen, nemen ze allebei soep. Colin neemt er nog gevulde paddenstoelen bij. Wij nemen ook maar een soep en Ro heeft een heel speciaal Hongaars exemplaar die niet in een kom, maar in brood wordt geserveerd. Ro en ik nemen nog een tiramisu na. Ondanks dat het geen echte hoofdgerechten waren, zitten we allemaal wel vol, was het erg gezellig en middernacht als we wegrijden.

Dinsdag 13 september zouden we naar de beren gaan. Zolang als we er waren heeft Colin de verantwoordelijke voor dit berenproject proberen te bellen (soort boswachter), maar hij kreeg constant de voicemail. Ook is er een Duits echtpaar dat een lodge runt vlakbij de hide-out en deels verantwoordelijk is. Op maandag kreeg Colin de Duitse vrouw eindelijk aan de lijn en zij vertelde dat ze een groep had voor dinsdag, maar moest annuleren en dat ze zelf de “boswachter” ook niet te pakken kon krijgen. Colin zei dat als ze hem niet meer sprak, wij in haar plaats zouden gaan. Als ze hem wel sprak, kon ze zeggen dat wij kwamen. Op dinsdagochtend kregen we de bevestiging dat we om 18:00 uur werden verwacht. Colin vroeg of we het leuk vonden om al om 11 uur weg te rijden, zodat hij ons de bergen kon laten zien. Uiteraard zeiden we ja, dus om 11 uur reden we met Colin en Catheline richting de bergen. We stopten regelmatig om van het uitzicht te genieten (en het was echt mooi), Colin vertelde honderduit over de geschiedenis, lokale gebruiken en alles wat maar interessant was. We stopten in een klein pension waar we thee dronken. We ontmoetten de Duitse vrouw ergens onderweg om haar te betalen voor de beren. Het moet allemaal via haar en de hide-out kost € 25 pp, maar je moet € 30 betalen, € 5 voor haar moeite. Maar omdat ze nu zelf niet gaat en wij de geannuleerde plek in kunnen nemen, hoeven we maar € 25 pp te betalen.

    

  

Rond een uur of vier moeten we richting de beren hide-out rijden, want het is nog zo’n 2 uur rijden. Na een uur zijn we weer in Bran en hebben we een mooi uitzicht op het kasteel vanaf de andere kant. Een stukje verder stoppen we voor een snelle picknick, want bij de beren mogen we geen voedsel meenemen, dus dit is de laatste kans om iets te eten. Dan verteld Colin over de zeldzame waterbuffels die alleen in dit gebied voorkomen en hij heeft het nog niet gezegd, of ze staan naast de weg. Ik zeg dat dit zeer slecht nieuws is, want in onze ervaring zien wij heel vaak zeldzame dingen of dieren vlak voor we naar iets bijzonders gaan. En als dat zo is, dan zien we nooit hetgeen waarnaar we onderweg waren. We zijn niet bijgelovig, maar Colin moet even van ons zeggen dat hij hier altijd waterbuffels ziet.

 

Het laatste half uurtje rijden we over een onverharde weg door het bos en we kijken goed of we al beren zien. Helaas zien we op deze weg ook nog 3 zeldzame uilen, die Colin al in geen jaren meer gezien heeft. Hoeveel jaar weet ik niet, want hij mocht niet meer verder praten van ons. Eenmaal bij het boswachtershuisje blijkt de boswachter, zoals verwacht, niet aanwezig te zijn, maar krijgen we een andere man mee. Hij blijkt aardig Engels te kunnen en is in Nederland geweest, waar hij zeer onder de indruk van het Van Gogh Museum was. De man is zeer vriendelijk en rijdt met ons in Colin’s auto de laatste 10 minuten naar de “bear hide-out”. We parkeren de auto 300 meter voor het huisje en moeten het laatste stuk lopen. Dit is om de beren niet af te schrikken. Maar het is een eng idee om hier te lopen, terwijl de beren dichtbij zijn. Gelukkig realiseren we ons nog niet helemaal dat we straks in het (bijna) donker hier terug moeten lopen en denken wij nog dat de beren dan allang het eten op hebben en weer weg zijn. Als we even later te horen krijgen dat de beren meestal nog aan het eten zijn als we weg moeten en je dus terug naar de auto loopt met de beren achter je, lijkt ons dat geen goed idee. Maar voor nu is het nog licht en zien we geen beren. Het is net over 18:00 uur als we in de hide-out zitten. Het is een houten cabin een klein stukje van de grond met 3 grote ramen aan de voorkant en een raam aan de linkerkant. Als je de trap op bent gelopen en de deur door bent kom je in een smalle ruimte de breedte van de cabin. Daarna ga je door de volgende deur. Soms komen de beren de trap op en als ze dan de eerste deur door zijn, moeten ze in het donker de tweede vinden. Lijkt me op dit moment niet zo moeilijk en de deuren hebben geen slot. Er staan 3 rijen banken voor 4 personen per bank. Ro, Catheline en ik zitten op de voorste bank. De man loopt met zijn zak vol mais, suiker en andere zoetigheid naar de speciale boomstammen voor ons op het veld. Hij stopt overal wat in, legt op sommige plekken zware stenen over de ingang of dekt het af met hout. Achterin hangt een complete dode ezel aan zijn achterpoot aan een touw. Afgelopen nacht had een ezel zichzelf gewurgd in een touw en in deze omgeving geven de bewoners vaak hun dode dieren via dit project aan de beren, wolven en andere bosbewoners, sinds ze zelf geen ezel eten.

  

Als hij terug is in de cabin wachten we. Om 18:30 uur rijdt er een gigantische truck vol boomstammen op de weg een eindje onder ons die ongelooflijk veel lawaai maakt. Officieel moeten alle houthakkers om 18:00 uur het bos uit zijn, maar helaas is er niemand die ze kan dwingen. Colin is bang dat de beren hier bang van zijn geworden en dat we langer moeten wachten tot ze komen. We wachten en wachten, maar geen beren. We zijn er bang voor dat Colin’s 21e bezoek aan de beren zijn eerste is zonder beren gezien te hebben. Het wordt donkerder en donkerder en we moeten echt gaan voor het te donker is. Want er zijn natuurlijk wel beren en we moeten eerst 100 meter door het bos en daarna nog ruim 200 meter over het pad door het bos, dat iets minder donker is. Als we het punt bereikt hebben dat we weg moeten, hebben we helaas nog geen beren gezien. De man kijkt eerst goed of er geen beren op onze weg staan en dan dalen we de trap af. En ook al hebben we de afgelopen 2,5 uur in deze cabin zitten duimen dat de beren zouden komen, nu willen we echt dat ze wegblijven. We lopen snel, maar voorzichtig, over het bospaadje en over een lange boomstam over een riviertje. Aan de andere kant zijn we op het pad waar we weer iets kunnen zien. Terug bij de auto zijn we blij in de auto te zitten. We brengen de man terug naar zijn huisje. Hij zegt onderweg dat we morgen maar terug moeten komen, want we hebben betaald om beren te zien en hij heeft ook nog nooit meegemaakt dat dat niet was gelukt, dus dan mogen we morgen gratis. Maar aangezien hij een zeer lage functie heeft zegt hij wel dat we zijn baas de boswachter moeten bellen. We bedanken hem en rijden terug richting Bod, de plaats waar Colin woont. Colin lijkt niet al te enthousiast om morgen weer 2 uur enkele reis te moeten rijden naar de beren, maar is ook zeer teleurgesteld voor ons. Wij zeggen dat het niet erg is, het zijn tenslotte wilde dieren, dus we hadden ons erop ingesteld dat dit kon gebeuren. Hij is bang dat de boswachter ons nooit gratis nog een keer zou laten komen kijken, als hij hem al kon bereiken. Terug in de bewoonde wereld belde hij gelijk, maar kreeg geen gehoor. Daarna belde hij de Duitse vrouw en ze vertelde dat het inderdaad niet de bedoeling was dat we nu nogmaals mochten, maar ze zou de boswachter voor ons bellen. Colin vertelde ons dat de regels duidelijk zijn en dat je gewoon betaald, of je ze nou ziet of niet. Maar wie weet, we wachten het af. Als we de beren niet meer in het wild kunnen zien, dan is er nog een heel goed alternatief hier in de bergen, namelijk een berenopvang voor meer dan 50 beren en een paar wolven. Deze beren zijn afkomstig van circussen, dierentuinen en de bekende Oost Europese dansende beren. Als we door Rasnov rijden stoppen we nog even om het kasteel op de berg te bewonderen dat geheel verlicht was met de volle maan erachter. Na twee uur rijden zijn we terug in Bod, praten nog even na en gaan dan uitgeput naar bed.

        

Woensdag 14 september zijn Ro en ik al een tijdje op als Colin naar buiten komt. De Duitse vrouw had teruggebeld en we mogen vanavond weer, gratis!! Maar we mogen het tegen niemand zeggen, dus ik hoop maar dat niemand ons verslag leest. Het is namelijk absoluut niet de bedoeling en die man had dat nooit tegen ons mogen zeggen. Colin heeft 2 voorwaarden gekregen: 1. we mogen het tegen niemand zeggen en 2. we mogen niet met de man praten vanavond. Beide voorwaarden hebben we ons dus niet aan gehouden. Ro werkt weer aan de auto, ik doe de afwas van ons en van Colin en ruim wat op in de auto. Ook probeer ik het boek “Dracula” nog steeds uit te lezen, maar het is soms in zo’n oud Engels geschreven dat het erg langzaam gaat. Om iets over 16:00 uur rijden we weg en om iets voor 18:00 uur komen we aan bij het boswachtershuisje. De man van gisteren is er en we praten voluit met hem. Het zou wel heel onbeleefd zijn als we niks zouden zeggen. Hij laat ons een appelboom naast zijn huis zien waar 2 nachten geleden een beer in was geklommen om de appels eruit te schudden en we zien de klauwafdrukken. Hij laat ook de foto’s zien van de wilde zwijnen die later de rest van de appels van de grond kwamen eten. We moeten wachten op een andere man, want deze man mag niet meer met ons mee. Na een half uur is er nog niemand en Colin denkt dat ze niet gaan komen. Maar gelukkig komt er toch een auto aan. De man stapt strontchagrijnig uit en weigert met de andere man te praten. Hij pakt het eten en stapt in zijn auto zonder iets tegen ons of Colin te zeggen. We stappen in en rijden achter hem aan. Colin vermoed dat hij erg onplezierig zal zijn, maar gelukkig praat hij wel gelijk voluit met ons als we de auto’s geparkeerd hebben en beginnen te wandelen. Het is al een stuk donkerder dan gisteren en het blijft eng om in berenland zo los te lopen. We steken de rivier over, lopen door het donkere bos, beklimmen de trap en zijn blij binnen te zijn. En ook deze avond zijn we weer de enige, dus we hebben de voorste bank weer voor onszelf. We zien meteen dat de ezel volledig is verdwenen en er alleen een paar botten liggen. De man verspreid het eten zoals het gisteren was gedaan en komt naar binnen. We zijn er niet zo van overtuigd dat we nu wel beren zullen zien, maar we wachten weer rustig af. Deze keer hebben we niet zo veel geduld nodig, want na 5 minuten komt er een mama beer met 3 baby’s aan wandelen. Ze zijn zoooooo schattig en weten precies waar ze het eten moeten zoeken. Ondanks dat het een open plek is en dus nog wat lichter dan in de rest van het bos, is het toch aardig schemerig. Onze camera is niet de allerbeste in schemer/donker, dus het is moeilijk foto’s te maken. Bovendien moeten we dus door glas fotograferen, wat een flitser zinloos zou maken, als dat al niet absoluut verboden is omdat het de beren afschrikt en wegjaagt. Ro doet zijn best, maar het zijn zeker niet de beste foto’s ooit. Maar zolang de beer niet beweegt, wat ze helaas heel veel doen, lukt het nog een beetje. De filmpjes lukken gelukkig iets beter. Na 5 minuten komt er een andere beer aangerend en binnen de volgende 5 minuten nog 4 anderen. Daarna lopen sommige beren uit ons gezichtsveld en als er later weer binnen het veld opkomen is het voor ons onduidelijk of we deze al gezien hebben of niet. De man zegt bij één dat die zeker nieuw is, dus dat is de tiende. Van de rest is hij bijna zeker dat het steeds dezelfde zijn. Er zijn constant minstens 4 beren en het maximale in het open veld tegelijkertijd is 9 beren. We hebben onze 10×50 verrekijker bij, dus we kunnen de toch al niet zo verre beren heel goed bekijken. Sommige beren lijken heel lief en hebben een lief gezicht. Andere beren zien er best eng uit en hebben een boos gezicht. Ze zijn allemaal zo compleet anders dat het goed te begrijpen is dat de boswachters elke beer persoonlijk (her)kennen.

Na bijna 2 uur naar de beren kijken (en het leek echt veel korter) moeten we echt terug naar de auto, het is bijna half 9. Probleem is dat er constant 10 beren in de buurt waren en er nu maar 4 in de open plek zijn. De man gaat in de deuropening staan en we moeten eerst een tijdje wachten tot een beer die op ons pad staat weg loopt. Als hij geen beren meer in de buurt van ons pad ziet moeten we snel, maar stil en dicht bij elkaar naar de auto lopen. We lopen zenuwachtig de trap af, wetende dat in ieder geval de 4 beren die nog aan het eten zijn op ongeveer 70 meter achter ons staan. We moeten wachten tot de cabin goed is afgesloten en ik houd Ro stevig vast en Catherine mij. Catherine lijkt aardig bang. Ik ben niet bang, maar wel op het toppunt van concentratie en oplettendheid. Als iedereen beneden is lopen we snel over het smalle bospaadje achter elkaar. De grote bomen om ons heen geven vele schaduwen en het is moeilijk een bosje van een beer te onderscheiden. Maar dan zien Catherine en ik tegelijk een beer op ongeveer 100 meter rechts van ons, een stukje hoger want we lopen langs een berg. De beer rent in volle vaart maar godzijdank rent hij parallel met ons. Ik duw Ro harder naar voren en fluister dat er een beer rent. De man en Ro kijken, maar zien hem niet want hij is nu in een donkerder stuk. Maar ze zetten de vaart erin en we zijn in no-time allemaal over het smalle lange boomstambruggetje over het riviertje. Er was geen tijd om voorzichtig te lopen. Eenmaal op het grotere pad voelen we ons een stuk beter, maar aangezien die beer deze kant op rende, houden we nog steeds de pas er in, lopen we dicht bij elkaar en letten goed op. Maar we zien de beer niet meer, wat niet betekent dat ze niet heel dicht in de buurt kan zijn, want het is moeilijk het donkere bos in te kijken. Eenmaal bij de auto bedanken we de man, geven hem een tip en rijden voor hem uit richting boswachtershuisje. Daar bedanken we de andere man van gisteren en Ro en ik geven hem ook nog wat geld, voor het geval hij echt in de problemen komt doordat hij had gezegd dat we gratis mochten. Colin neemt de snelste (en saaiste) weg terug naar zijn huis, omdat we alle andere opties toch al gehad hebben en we zijn net over half 10 terug bij zijn huis. Voor de ingang stond de Volkswagen bus van Camilla en James, een Engels stel die hier een week komt werken in ruil voor kost en inwoning. Zij toeren door Europa sinds april en werken via o.a. HelpX onderweg. Ze vertellen over hun ervaringen en kunnen op deze manier goedkoop een land leren kennen. De komende week gaan ze bij Colin klusjes in en om het huis doen in ruil voor 3 maaltijden per dag, een douche, wasmachine en een plek om veilig in hun eigen busje te slapen. Colin maakt pizza’s en quiche en we hebben een laat diner na een geweldige avond! Voor iedereen die ook met Colin zo´n trip wil maken, zie zijn website www.roving-romania.co.uk.

Donderdag 15 september leren we Camilla en James beter kennen in de ochtend. De middag besteden ze aan wat klusjes, terwijl Ro voor de vierde dag op rij probeert de arm van ons oude stuurhuis eraf te krijgen, zodat het op het nieuwe stuurhuis geplaatst kan worden. De arm is er in Jordanië schreef opgezet, dus het ding zit muurvast. Na twee uur trekken, slaan en rammen, krijgen we het er eindelijk met z’n tweeën vanaf. Het is een hele opluchting, want we wilden de stad al in gaan om dit in garages te laten doen. Wat veel tijd en geld zou gaan kosten. Ro kan eindelijk weer verder met de auto. Ik lees maar weer verder in mijn Dracula boek en kom gestaag vooruit. Onze laptop is sinds Bulgarije kapot en elke dag besteed ik zeker een uur in de hoop dat ik het gemaakt krijg, maar het wordt alleen erger. Er zit waarschijnlijk een draadje los tussen het toetsenbordgedeelte en het beeldscherm, want we hebben alleen een zwart, een wit of een scherm vol gekleurde streepjes. Een week geleden kregen we het scherm nog wel eens werkend door er een goede klap op te geven, maar op 11 september was het laatste teken van leven. Ik heb dus op 12 september de foto’s van Roemenië niet meer uit kunnen zoeken en kon niet meer bij dit verslag. Maar deze middag bedacht ik ineens dat ik misschien een ander beeldscherm aan de laptop kon hangen, zodat ik in ieder geval in mijn laptop kon. Ik mocht de laptop op Colin’s beeldscherm aansluiten en ik hoefde gelukkig niks op mijn scherm te bevestigen en had weer beeld. Colin en Catheline gingen naar de stad, dus ik had een paar uur om onze foto’s uit te zoeken en dit verslag te schrijven. Camilla en Ro maakten het eten en om 21:30 uur was iedereen weer terug en konden we met z’n zessen eten. Het was erg gezellig. Na het eten ben ik nog even verder gaan typen, tot Colin weer aan het werk moest. Het was bijna middernacht en we zijn maar gaan slapen.

Vrijdag 16 september zijn Colin, Camilla en James net na 11 uur vertrokken naar Brasov, dus kon ik het beeldscherm weer lenen. Kon ik mooi de rest van ons verslag afschrijven tot vandaag. Ro prutst lekker verder aan de auto, de lampen werken niet zoals ze horen en hij is druk met het elektrische systeem. In de afgelopen week zijn we heel veel te weten gekomen over Roemenië. Zowel positief als negatief. Het land is van 1949 tot 1989 communistisch geweest en er werd met zeer harde hand opgetreden tegen overtreders. Colin weet veel van de communistische tijd, maar was uiteraard destijds niet in het land zelf. Catherine daarentegen is 30 jaar oud en is opgegroeid tijdens het communistische regime. Ze heeft een leuke jeugd gehad en communisme heeft ook heus wel voordelen. Er was 0% werkloosheid en iedereen kreeg elk jaar op kosten van de staat een vakantie. Nadeel was dat je niet kon kiezen welk werk je deed of waar in het land en dat je ook geen zeggenschap had over waar je op vakantie ging. Iemand die bv in de mijnen werkte, werd op vakantie gestuurd naar een plek met veel frisse lucht. Als er in een stad bv teveel Hongaren woonden, dan werden die te werk gesteld in diverse delen van het land, zodat er nergens teveel van hetzelfde soort mensen woonden. Maar iemand die een boek van de Amerikaanse geschiedenis in zijn boekenkast had staan, kreeg 10 jaar zware dwangarbeid in een gevangenis. Een mening hebben was onmogelijk en niemand vertrouwde zelfs zijn eigen buren, want spionnen waren overal. Maar sinds de val van het communisme is het eigenlijk niet veel beter. De mannen aan de macht doen absoluut niks voor het volk en steken al het geld in hun eigen zak. Roemenië krijgt veel geld van de Europese Unie om bv wegen te bouwen, die helemaal niet gebouwd zijn, of maar een paar procent van de totale route. Het geld is verdwenen en de EU denkt dat de wegen er zijn, omdat er mooie rapporten vol foto’s zijn die aantonen dat de hele weg klaar is. De EU gelooft dit blijkbaar en neemt niet de moeite zelf te komen kijken. Volgens Colin denkt de EU dat als de bevolking niet protesteert en laat horen dat er iets mis is in het land, dat het allemaal wel prima voor elkaar is. Maar de bevolking is na 40 jaar communisme niet gewend een mening te hebben en het is nog steeds niet 100% veilig om te protesteren tegen de overheid. Bovendien informeert de overheid de bevolking zeer slecht tot niet. Als de EU zegt dat al haar landen een bepaalde wet moet hebben, dan voert Roemenië die wel in, maar informeert niemand en handhaaft de wet ook niet. Of ze voeren een nieuwe wet in, bv dat je per direct al je boekhouding in 3-voud i.p.v. 2-voud moet doen en geven gelijk boetes aan bedrijven die dat niet doen. Terwijl niemand dat wist. Maar niemand klaagt, want dat zit niet in de mensen en ze zijn nog steeds bang. Het is raar dat de EU de Roemeense overheid niet een stuk beter controleert, in plaats van miljoenen, wellicht miljarden, euro’s aan het land geeft wat op de Zwitserse privé rekeningen van de overheid staat. Geen idee of alles wat Colin zegt 100% waar is, maar hij woont hier al 17 jaar, is zeer betrokken bij het land, leest er veel over, praat met mensen en lijkt goed op de hoogte. Wij denken dat het klopt. Als Colin, James en Camilla rond een uur of 8 ´s avonds terug zijn eten we gezellig met z´n vijven het eten dat Catheline heeft gemaakt. Catheline kijkt zelf liever tv.

Zaterdag 17 september heeft Colin een onverwachtse dagtrip met 2 Amerikanen. Omdat zij deels dezelfde trip gaan doen als wij afgelopen week hebben gedaan, neemt Colin de 2 Engelse mee. Wij dachten eigenlijk om dan maar verder te rijden, maar Colin lijkt het erg plezierig te vinden als wij in zijn huis zijn, zodat hij Catheline niet alleen hoeft te laten. Zelfs als ik aangeef dat we misschien even naar de supermarkt in Brasov rijden kijkt hij angstig en is hij bang dat Catheline het huis zal laten afbranden ofzo. In ieder geval stellen we hem gerust dat we de hele dag op het terrein zullen blijven en een oogje in het zeil houden. Ik moet deze ochtend ook bijtijds het bed uit, want we willen wel de auto´s van plek veranderen, zodat Ro een proefrit kan maken. Als dat gebeurt is vertrekken ze rond kwart over 9. We hebben niet zo veel te doen. Ro leest voornamelijk Colin´s Landrovermagazines. Ik vind op internet de nodige informatie over de mishandeling van beren, waaronder de dansende beren, de beren farms, de hond-beer gevechten. Voor zover ik kan vinden komen deze mishandelingen niet meer voor in Oost Europa, wat natuurlijk goed nieuws is. Niet dat er hier erg goed met beren wordt omgegaan, want er wordt nog steeds veel geld verdiend door het verlenen van jachtvergunningen voor beren. Er mag 10% van de berenpopulatie per jaar worden afgeschoten, dus de tellers tellen sommige beren expres een paar keer. Want hoe meer beren, hoe meer vergunningen. En ondanks dat het nu bij wet verboden is om te kijken naar beren die uit vuilnisbakken eten, zijn er nog zat tourorganisaties of taxichauffeurs die toeristen naar deze buurten willen brengen. De vuilnisbakken worden dan expres niet goed afgesloten om beren te lokken. De beren in die omgeving zijn niet bang meer voor mensen en bij een toevallige ontmoeting in het bos veel sneller geneigd een mens aan te vallen. En een beer die een mens heeft aangevallen, wordt altijd afgeschoten. Maar vergeleken met de misstanden in Azië, zijn ze hier al een stuk verder. Bijna alles wat er op de beren farms gebeurt was mij bekend, maar het blijft akelig om de foto’s te zien en te lezen hoe erg de meer dan 12.000 beren moeten lijden. In het kort komt het erop neer dat de beren in een kleine kooi worden gehouden, waar ze in kunnen liggen maar niet staan of zitten, en dat er dagelijks op een zeer pijnlijke manier gal uit de lever wordt gehaald. Dit gebruiken ze dan voor medicijnen die ook zonder dierproducten kan worden gemaakt. Hieronder wat foto’s en de link naar een website van het WSPA waar je een petitie kan tekenen om dit te stoppen.

 

Kooien met beren erin, zodat de eigenaren makkelijk ij hun gal kunnen….

   

Beer/hond gevechten                            Dansende beren                                          beren eten vuilnis

Rond 20:30 uur komen Colin, James en Camilla terug van een geweldige dagtocht. We bakken nog snel wat aardappelen en eten die samen met de soep van de buurvrouw. De buren van Colin, Niles en Paula, zijn erg aardig en komen twee keer per dag langs om hun honden te voeren. Ze hadden zelf altijd 2 grote Duitse Herders en vonden een paar jaar geleden een kleine hond op straat met een pupje. Deze wilden ze graag een beter leven geven, maar hun eigen honden zouden deze 2 opeten. Dus vroegen ze Colin of hij geen ” waakhonden” wilde en sindsdien wonen deze honden bij hem achter in de tuin. Ze zijn erg lief en willen veel aandacht. Paula had Ro deze middag gevraagd of hij met haar mee wilde lopen naar hun huis, zodat hij een zware pan vol soep kon meekrijgen voor ons alle zes. Gelijk heeft ze Ro haar Saksische woning laten zien, waarvan hij erg onder de indruk was. Het huis was smaakvol en origineel ingericht. En de tuin was in Engelse sfeer. Haar man, Niles, was deze week onwel geworden in een supermarkt en was nog steeds aan het rusten. Hij was in de communistische tijd een ster handbalspeler en een van de enige personen in Roemenië die het land mochten verlaten. Toen hij te oud was om nog te spelen heeft hij nog geruime tijd het Nationale team gecoached tot een hartaanval ook hier een eind aan bracht. Hele vriendelijke mensen. Aan het eind van de avond gaat Ro geld halen om Colin te betalen. Voor het spiksplinternieuwe stuurhuis had Ro 150 euro geboden en Colin was direct akkoord gegaan. Een nieuw stuurhuis (uit Engeland) kostte destijds en kost nu nog steeds ongeveer 500 euro, dus het was voor ons een zeer goede koop. En Colin kon er zelf niks meer mee en was blij ons er een plezier mee te doen. Voor we naar de beren gingen de eerste keer had Colin al gezegd dat hij geen geld wilde voor hemzelf of de diesel. Over dat laatste gingen we niet akkoord, want we wilden in ieder geval de diesel betalen. Zeker toen later bleek dat we nogmaals 150 kilometer moesten rijden, wilden we dit vergoeden. Ook had Ro een aantal dingen uit zijn oude Landrover gesloopt, te weten een koplamp, kapje van het achteruitrijlicht, kilometerteller kabel, knop van de pook van de tussenbak, dashboard plaatje voor lichtjes, rubberen hoes voor om de poken en de armen voor de ruitenwissers. Ook hadden we nog een setje nieuwe ruitenwissers gekregen. Al met al aardig wat dingetjes waar we heel blij mee waren. Hij hoefde ook hier geen geld voor, maar we hebben hem toch 100 euro gegeven, voor de diesel en deze dingetjes. Hij was er blij mee. We hadden liever meer gedaan, want we hebben ook al deze nachten gratis overnacht, hadden een hete douche tot onze beschikking en een wasmachine. De wasmachine kon ik niet weerstaan en na enig aandringen van Colin had ik deze dag 2 wasjes gedraaid. Wat een luxe. Het Engelse stel had ons verteld dat er op de camping in Budapest een wasmachine staat die je gratis mag gebruiken, dus daar kijken we naar uit (en tot die tijd wassen we niks meer!). Ook heb ik deze dag eindelijk het boek ” Dracula” uitgelezen. Ik heb nog nooit zo lang over een boek gedaan, wat niet alleen aan het rare Engels lag, maar ook aan de vele spel- en typefouten, omdat het een erg oude versie was. De typmachines hadden destijds duidelijk nog geen spellingscontrole, haha.

Zondag 18 september wilden Ro en ik weer verder rijden. Zoals we hadden verwacht duurde het lang voor we daadwerkelijk weer onderweg waren. Colin had nog veel te vertellen en ook hebben we nog wat foto’s uitgewisseld. Ondertussen waren James en Camilla aan het werk om een kast in elkaar te zetten, waarbij ze ook enige hulp nodig hadden. Ze hadden nog nooit zo’n relaxed HelpX-baantje gehad en zo weinig hoeven doen voor hun kost en inwoning. Sinds hun aankomst 4 dagen geleden hebben ze 3 planken van de kast ingekort en weer teruggezet, en 3 kasten aan de muur bevestigd, ongeveer 3 uur werk. En nu wij weggaan gaan we ervan uit dat Colin al zijn verhalen (ook) aan hun gaat vertellen, dus van werken zal er wel nog minder komen. Als we klaar zijn voor vertrek moeten er nog vele (groeps)foto’s gemaakt worden en dan rijden we rond 13:00 uur toch echt weg.

    

We willen vandaag naar het stadje Sighișoara, ongeveer 110 km of 2 uur rijden verderop. De rit is erg mooi. De herfst begint te komen en de bossen krijgen de mooiste kleuren. Overal staan mooie kerkjes in de dorpjes die je al van ver ziet. Rond 15:00 uur zijn we in de stad en rijden we direct langs een grote supermarkt. We doen inkopen en we merken duidelijk dat we steeds dichter bij huis zijn. De Aviko producten zijn bijvoorbeeld voor het eerst betaalbaar: we kopen een zak frietjes en een zak aardappelbolletjes (beide voor in de koekenpan) voor iets meer dan een euro per stuk. Zulke zakken hebben we de afgelopen 2 jaar nooit gekocht (Aviko hadden ze sowieso niet), omdat de prijzen boven de 3 euro begonnen. Ook zien we later dat een Heineken biertje op een terras hier 5 Lei (1,25) kost, wat normaal gesproken het duurste biertje op de kaart was. Na de boodschappen rijden we direct naar camping ” Aqauris” die heerlijk dichtbij het centrum zit. De prijs valt mee, 40 Lei (10), maar we moeten wel op de parkeerplaats staan tussen allemaal campers. Maar de locatie (en de heerlijke douche) maakt alles goed. We zijn allebei erg moe, waarschijnlijk omdat we gisteravond pas om 1 uur zijn gaan slapen en vanmorgen redelijk vroeg op waren. De 10 dagen bij Colin waren zwaar voor ons, omdat hij een echt avondmens is en makkelijk tot ver in de nacht doorpraat, terwijl we de afgelopen 2 jaar meestal om 8 uur al naar bed gingen. We hangen eerst wat in onze stoel, maar besluiten dan toch maar de daktent op te zetten en even te gaan liggen. Als ik een paar uur later wakker wordt heeft Ro het eten klaar en is hij fris gedoucht. Oeps! We eten de lekkere Aviko-frietjes, onze eerste kant-en-klare frietjes sinds Nederland en willen daarna meteen naar bed. Maar dan zien we dat een kerk vlakbij zo mooi is verlicht, dan we besluiten daar toch even heen te lopen. We maken foto’s en besluiten dat we hier morgenavond nog een keer slapen, zodat we het hele stadje in het donker kunnen bekijken. Nu zijn we daar te moe voor.

   

Maandag 19 september wandelen we rond 10:00 uur de binnenstad in. Sighișoara’s binnenstad is in haar geheel een Unesco World Heritage site. We hadden van Colin een quiz meegekregen die hij zelf had ontwikkeld. In eerste instantie voor tours met ouders en 2 kinderen, zodat ze in 2 teams de stad konden verkennen en er gelijk een wedstrijd van konden maken (en het constante gebikker van ouders en kinderen een tijdje stopte). Maar ondertussen deed hij dit bij iedereen, omdat je m.b.v. de route die je loopt de stad goed kan zien en m.b.v. vragen de stad beter leert kennen. We liepen naar het beginpunt, een plein midden in het centrum. Vandaaruit volgden we de route en zochten we naar de antwoorden van de vragen. Het was inderdaad leuk en uiteraard duurde dit bij ons een paar uur, terwijl Colin’s cliënten er normaal drie kwartier voor krijgen. Maar ja, als je een druk en vol programma hebt, dan moet het allemaal wat sneller. We zijn erg onder de indruk van het stadje met haar vele kerken, een monastrie en oude gebouwen. We lopen een lange overdekte trap op met 175 treden (dat was een quizvraag, dus die moesten we tellen) naar een kerk met kerkhof. Voor de meeste kerken betaalden we 2 Lei (0,50) pp toegang, dus dat was niet zo duur. Je mag alleen in geen enkele kerk foto’s nemen, wat ons uiteraard niet altijd tegenhoudt. Het kerkhof was ook mooi, vooral omdat de graven veelal uit de 19e eeuw waren. De beroemde kloktoren met museum binnenin is op maandag gesloten, dus hier konden we nu niet in. En aangezien er minstens 5 vragen waren die we nu niet konden beantwoorden, moeten we morgen wel terugkomen. Als we bij het indrukwekkende gemeentekantoor zijn komt er net een grote groep toeristen aan die daar zeer duidelijk verwacht waren en naar binnen gingen. Ze werden begroet door mensen in oude kostuums die voor hun gingen zingen, terwijl wij alleen een ” hallo” en ” welkom” hadden gekregen. We sneakten terug en liepen onopvallend achter de groep aan naar binnen. Halverwege de trap werden we ingehaald door een bewaker die ons vroeg of we wel bij de groep hoorden en na een negatief antwoord werden we weer naar beneden begeleidt. Allemaal heel vriendelijk hoor. Maar ach, we hadden het tenminste geprobeerd. Als we de op een na laatste vraag van de quiz hebben beantwoord moeten we eigenlijk weer terug naar het plein in het midden voor de laatste vraag. We besluiten die voor morgen (of vanavond) te bewaren, omdat we nu vlakbij de camping zijn.

    

Kerkhof          –       Binnenstad            –           Legermotor uit WO-ll         –      Legerauto uit WO-ll              –       Nazivlaggen uit WO-ll

We lopen naar beneden, steken de brug over en zijn al snel weer terug bij Klaas. Klaas lag heerlijk onder de auto te slapen, maar was blij ons weer te zien. Nu alle campers vertrokken waren en het slecht wij en een Roemeense caravan was kon ze ook over het veld rondwandelen. Ro pakt een boekje erbij en ik ga in de receptie zitten om onze mail te checken en ons verslag te schrijven. Echt heel vervelend dat de laptop het niet meer doet, ik voel me bijna gehandicapt. Zulke dingen doe ik normaal gesproken gezellig naast Ro op ons campingstoeltje. Maar een derde laptop mag ik van Ro niet meer kopen, dus doe ik het maar zo. Eenmaal weer alles up-to-date ben ik bij Ro gaan zitten. Na een vroeg dinertje (pompoenensoep die Ro ondertussen had gemaakt) met ciabattabrood lopen we weer de stad in. We nemen een andere route en lopen eerst helemaal om de stad heen. Eenmaal alles gezien klimmen we omhoog naar de binnenstad. We gaan op het terrasje van een leuk restaurant zitten op het plein. De ober is vriendelijk en vind het prima als we alleen iets komen drinken. Maar als we het menu zien bestellen we toch maar snel een ijs coupe voor Ro en een wafel met slagroom en ijs voor mij. Kostte net iets meer dan een euro per stuk. Daarvoor konden we ze niet laten staan. Daarna lopen we nog een rondje door de oude stad en nemen nu vooral de kleine straatjes, buiten de toeristische dingen om. Als we klaar zijn is het half 8 en rusten we even uit bij de Clock Tower. We bedenken ons dat we de bewegende poppetjes die de klok zou moeten hebben nog niet hebben gezien en twijfelen of we erop wachten. Een half uur is wel lang, maar het vooruitzicht dat het dan waarschijnlijk ook donker is en alle kerken en deze toren worden verlicht, leek ons ook wel mooi. Dus we praten het half uur vol met onze plannen voor onze volgende reis, een steeds gewilder onderwerp omdat deze reis nu wel echt ten einde begint te komen. Om één minuut voor 8 gaan de lampen aan en het enige dat er klokslag 8 uur beweegt is het armpje met een hamertje van één van de mannetjes. Niet echt indrukwekkend. Maar de toren zelf is erg mooi. We wandelen langzaam terug naar de camping, begroeten onze Klaasje die weer helemaal alleen onder de auto had liggen wachten.

  

Dinsdag 20 september willen we het museum in de Clock Tower gaan bezoeken, dus wandelen we weer de 20 minuutjes terug naar de toren. Er staat een grote groep voor de ingang, we hebben geluk, het is een hele schoolklas, zucht. Maar ze gaan als een razende door het museum, dus we hebben er geen last van. In Roemenië moet je voor heel veel dingen apart betalen als je foto’s wilt maken. De toegangsprijs voor ons is 10 Lei (2,50) pp, maar om foto’s te mogen maken moet je nog eens 30 Lei (7,50) per camera betalen. Dat betalen we natuurlijk niet en we maken (bijna) geen foto’s. Het museum heeft niet zo heel veel interessante items. Alleen de hoed van de hoedenmaker is grappig, want aan zijn hoed hangen tientallen kleine hoedjes. Ook het mechanisme waarop de klok en de bewegende figuurtjes werken is indrukwekkend. Aan de ene kant van de toren is de klok met een aantal stilstaande poppetjes en het figuurtje dat op de gong slaat. Ook zijn er 2 andere figuurtjes, die dag en nacht voorstellen. Als het ene figuurtje buiten is, is het tussen 6:00 en 18:00 uur. Als het andere figuurtje zichtbaar is, dan is het tussen 18:00 en 6:00 uur. Niet heel noodzakelijk waarschijnlijk, want iedereen die ziet dat het 4 uur is weet waarschijnlijk ook of het middag is of midden in de nacht, maar toch leuk gemaakt. Aan de andere kant van de toren is een raam met daarin een figuur. Er blijken 7 poppetjes te zijn en elk poppetje stelt een ander mythologisch wezen (bv Zeus) voor, die een bepaalde dag van de week weergeeft. Je kan dus altijd aan de toren zien welke dag van de week het is door te kijken wie er vandaag uit het raam kijkt, mits je weet wie welke dag voorstelt.

    

Als we alles hebben gezien en de laatste vragen van Colin’s quiz hebben beantwoord, lopen we terug naar de camping. We hadden alles al opgeruimd, dus we kunnen vrij snel wegrijden. We willen naar Sibiu, wat niet al te ver is. Na een kleine 2 uur rijden komen we er aan, maar zo op het eerste gezicht lijkt het stadje veel minder leuk dan Sighișoara. We zien een bordje naar een camping en rijden daarheen. Het is een aardig eindje uit de stad, richting bergen. De camping is van Duitse eigenaren en iedereen op de camping is Duits. Er zijn ongeveer 17 kampeerders en wijzelf, dus we voelen ons sterk in de minderheid. Ik heb de hele dag erge last van mijn longen gehad en ga een tijdje in de daktent liggen. Pas een uur na het avondeten zakt de pijn weg en besluiten we nog een wandeling te gaan maken. Zonder Klaas, want ze wil niet mee.

    

Woensdag 21 september is Klaas wel in een wandelbui en moeten we haar constant in het oog houden. Ze snuffelt en struint over de camping en verdwijnt regelmatig uit ons zicht. Daarnaast hebben we nog 2 puppy’s die constant onze aandacht willen en die ook krijgen. Zelfs Klaas vindt ze leuk en gromt maar een paar keer tegen ze. Er was ook nog een andere overlandauto op de camping (Duitsers natuurlijk) en ik ging even een praatje maken, want ze hadden ook een mooie Afrika afbeelding met route op hun auto geplakt. Ze waren echter alweer ruim een jaar terug van hun Afrika reis en nu op een 4-maandse reis door Europa. Grote kans dat we ze in Ghana voorbij zijn gereden, want we waren ongeveer op hetzelfde moment in dat land. Zij waren toen bijna thuis na 4 jaar Afrika, wij waren net begonnen. We hadden graag nog een tijdje door willen praten (wat natuurlijk ook wel kon), maar we hadden de auto al klaar voor vertrek en besloten toch maar te gaan. We namen afscheid, Ro gooide nog bijna een puppy in de auto, maar kon zich bedwingen en we reden richting onze volgende bestemming: Hunedoara. We hadden geen zin om Sibiu in te gaan, dus reden daar gelijk doorheen. Na een paar uurtjes kwamen we in Hunedoara aan. Het bleek een industriestad te zijn en was erg grauw en ongezellig. Tussen de fabrieken vonden we het Hunyad Castle, waarvoor we hierheen waren gereden. Een deel van de voorgevel staat in steigers, wat een afbreuk doet aan het aangezicht. Beetje jammer. Maar het is een indrukwekkend kasteel. Als ik ’s avonds dit verslag schrijf en op het internet de naam van het kasteel nog even nazocht, zag ik op Wikipedia staan dat dit kasteel is gebruikt in het Britse tv-programma “Most Haunted Live” waarbij ze 3 dagen hier hebben gefilmd om paranormale verschijnselen vast te leggen. De conclusie was onduidelijk. Nou, wij hebben in ieder geval nergens iets van gemerkt! Er zaten geen spoken in de ridderkamer of bij de oude waterput. Ook op de plek waar gevangenen in een gat werden gegooid samen met wilde dieren (zodat ze opgegeten konden worden) werden we niet vergezeld door doorzichtige figuurtjes. Maar ik zal de foto’s nog even goed afspeuren voor het geval we iets gemist hadden, haha. Oh ja, hier hadden we dus ook een foto-permit nodig, maar de prijzen waren normaal. De toegangsprijs voor onszelf was 10 Lei (€2,50) pp en voor de fotocamera betaalden we 5 Lei (€1,25). Voor dit geld gingen we niet stiekem doen, dus ik heb genoeg foto’s om te bekijken of er rare dingen op de achtergrond staan…..

   
  

Als we het kasteel met haar mooie lange toegangsbrug weer verlaten rijden we verder richting bergen, want daar zou volgens de borden een camping moeten zijn. De wegen in Roemenië zijn al niet altijd om over naar huis te schrijven, maar deze weg gaat verder nergens heen behalve een paar dorpjes en loopt uiteindelijk dood. Er is bijna meer pothole dan weg. We voelen ons weer thuis! En als er na een kilometer of 8 slalommen helemaal geen camping blijkt te zijn, zijn we helemaal terug in Afrika. Heerlijk. Dus weer terug naar het kasteel rijden we door richting Arad. Dit is al bijna bij de grens van Hongarije, dus we schieten aardig op. Onderweg zien we helemaal geen campings en dus rijden we gestaag door. Als we bijna in Arad zijn, blijkt er een camping 5km van de weg te zijn, maar daar aangekomen is het heel duur voor niks. We rijden weer verder.

   

Zomaar één van de vele kerkjes langs de kant van de weg

 Niet veel later is er weer een zijweg met een camping 3 kilometer verderop. We proberen het en hopen maar dat het iets is, want het is al 19:00 uur geweest en hebben weinig zin om nog verder te rijden. Het blijkt een camping van een Nederlandse eigenaar te zijn. Er staat een groot bord met “kamperen op de boerderij”. De eigenaar blijkt in Nederland te zijn, maar het personeel is zeer vriendelijk. Ik mag gelijk haar laptop lenen, zodat ik dit verslag kan schrijven. We eten de rest van de pompoensoep van een paar dagen geleden en de salade van gisteren en zitten aardig vol. Het was weer een lange dag!

Donderdag 22 september besluiten we direct naar Hongarije te rijden. We hadden niet echt haast en wilden eerst naar het noorden en dan via Boedapest naar het Balatonmeer, maar ons handige reisboek vertelde ons dat Lake Balaton tussen begin en eind september sluit. Dus is het handiger als we daar eerst naartoe gaan. En dus in plaats van eerst naar het noorden van Roemenië te rijden om door Hongarije weer naar beneden te zakken, rijden we dus een paar uur later Roemenië al uit, bij de meest zuidelijke grensovergang tussen Hongarije en Roemenië. Het laatste stuk door Roemenië was redelijk saai. Dit deel van Roemenië is veel meer zoals wij ons Oost Europa hadden voorgesteld: grauwe grijze saaie industriestadjes. Naar de leuke, in allerlei kleuren geschilderde, huisjes, moeten we nu zoeken. Eenmaal bij de grens verwachten we nog een laatste controle voor we de simpele grensovergangen van Europa zullen bezoeken. Roemenië is als EU lid verplicht de grenzen te bewaken, zeker tegen indringers via de Ukraine. Maar omdat die grensovergang lang en lastig is, zorgen ze er maar voor dat niemand zomaar Hongarije in kan. Maar ook hier gaat het übersimpel. Er staan wel te verstaan 4 mannen in indrukwekkende pakjes naast elkaar. Alle vier kijken ze zeer belangrijk. Ik overhandig de paspoorten, maar zonder er echt in te kijken bladert 1 persoon de paspoorten door terwijl de anderen geïnteresseerd onze auto bekijken, zonder een stap te verzetten. Ik krijg de paspoorten terug en een subtiel knipje dat we door mogen. Nou, dat was dan onze laatste grensovergang. Vanaf nu gaan de paspoorten in de kluis en hebben we ze niet meer nodig.

Wat kan ik zeggen van Roemenië? Ten eerste dat het absoluut anders was dan we hadden verwacht. Alleen het laatste stuk naar Hongarije was grauw en saai qua bebouwing, maar de rest van wat wij gezien hebben was mooi en vrolijk. De mensen verven hun huizen in de mooiste kleuren en alles kan. Ook zijn de vormen van een groot deel van de huizen erg bijzonder. Maar de huizen die lijken op paleisjes, zijn dan wel weer vaak in de lichtere, subtielere kleuren geschilderd. De simpelere woningen hebben de mooiste kleuren. We hadden er een sport van gemaakt zoveel mogelijk kleuren te fotograferen. Hierbij een kleine greep uit onze collectie.

    

De meeste mensen spraken geen Engels en je wordt al gauw genegeerd als ze merken dat je geen Roemeens spreekt, wat heel onbeleefd is. Maar dat gebeurt ook in Hongarije en Bulgarije, dus is misschien meer iets Oost Europees. Colin vertelde dat de meeste obers, serveersters, koks en dergelijke niet begrijpen dat wij gewend zijn aan ˝de klant is koning˝. In hun nog steeds communistische opvatting zijn zij het belangrijkste, want zonder hun heb je niks te eten. En soms merkten we dat inderdaad wel, maar vaak ook was de bediening heel vriendelijk. Maar iets terugsturen naar de keuken deden we maar niet (was ook niet nodig). Maar de meeste mensen waren vriendelijk en behulpzaam.

Het landschap in Roemenië is erg mooi. Vooral de bergen en bossen. Maar ook de vele vergezichten over de landerijen met schattige huisjes. En ondanks dat we de beren ook echt in hun natuurlijke omgeving hebben gezien, blijft het onvoorstelbaar dat zij daar ook wonen als jij voorbij rijdt of wandelt. Ook al komen ze zelden dicht genoeg langs de weg dat je ze per ongeluk kan tegenkomen.

De vier aspecten die wij vooraf van Roemenië wisten (beren, weeshuizen, vampiers en gipsy’s) hebben we alle vier gezien. De zigeuners waren niet de romantische zwervers waar ik me een beeld bij had gevormd, maar voor een groot deel bedelaars. De huizen die in de 2e wereldoorlog waren verlaten door de Saxen (Duitsers) en na het communisme weer vrij kwamen doordat de overheid de woningen niet meer toebedeelden, werden overgenomen door de zigeuners. Ook heeft de destijds communistische overheid geprobeerd de zigeuners in woonwijken te plaatsen en op bepaalde plekken is dat ook gelukt. Maar het blijft de armste bevolkingsgroep van het land. Het dorp naast het dorp waar Colin woont bestaat voornamelijk uit gipsy’s en de hele dag hoor je hun paard en wagens door de straten rijden. Hele families zitten in de kar en persoonlijk vind ik dat een geweldig mooi gezicht. Het hoefgetrappel op het asfalt, de luierende mensen op de kar en het paard dat op zijn gemak voorbij komt. Zelden worden de paarden aangedreven harder te gaan en de paarden zien er goed verzorgt uit. Helaas heeft de EU bepaalt dat het binnen de EU-landen niet gepast is dat er nog met paard en wagen op de openbare weg gereden wordt. De Roemeense overheid kan het weinig schelen dat het volledige levensonderhoud van de zigeuners (en vele andere inwoners) nog geheel afhankelijk is van hun paard en wagen. Zij hebben dus gezegd dat ze de EU wetten zullen handhaven en overal komen de borden met verboden voor paard en wagen uit de grond. Erg sneu voor een bevolkingsgroep die het al vrij zwaar hebben.

De vampiers hebben we uiteraard niet persoonlijk gezien, maar de afbeeldingen daarentegen volop. Ook het Bran Castle, dat wordt geadverteerd als zijde het kasteel uit Bram Stoker´s Dracula, hebben we bezichtigd. Mooi kasteel, heeft niks met Dracula te maken. Maar in andere plaatsten kwamen we wel veel te weten over Vlad Tepes (Roemeense naam) oftewel Vlad the Impaler, ook wel Vlad lll, prince of Wallachia, en later bekend als Vlad Dracula. Hij was in Sighișoara geboren en daar vonden we ook de nodige informatie over deze destijds gevreesde man. Maar meer dan dit hebben we niet van vampiers gezien.

De tien beren die we hebben gezien waren geweldig en één van de hoogtepunten van onze reis. Absoluut een aanrader voor iedereen die naar Roemenië gaat.

En de weeshuizen waren een aangename verassing. De instituten schijnen dan iets slechter te zijn dan dit privé weeshuis, maar zoals wij begrepen van aardige standaarden. Colin had ons verteld dat de negatieve ideeën van Roemeense weeshuizen eigenlijk nooit zo waren als men dacht. Het was er wel bar en bar slecht, maar het waren geen weeskinderen. In de communistische tijd vond de overheid dat iedereen productief moest zijn. Als een kind niet functioneerde als verwacht werd (bv geestelijk of lichamelijk gehandicapt), dan werden ouders verplicht dit kind af te staan. Op overtreding van deze wet stond een zeer zware straf. De kinderen werden in de instituten gestopt die zeer slecht gerund werden. De overheid stak er uiteraard zo weinig mogelijk geld in. En dat terwijl de ouders deze kinderen vaak heel graag terug wilden. Maar ja, met dat kind thuis kon de moeder niet zo productief werken, dus dat was niet handig. Ook in de weeshuizen tegenwoordig, zijn de meeste kinderen niet echte weesjes. Meer dan de helft van de kinderen in het huis waar wij waren hadden nog ouders. Deze konden echter niet voor hun zorgen en daarom wonen ze in een tehuis. Maar ze bezoeken hun kinderen nog wel. Maar hoe dan ook vonden wij de kinderen daar erg gelukkig lijken.

We vonden Roemenië een verassend leuk land. We hadden er niet zo veel van verwacht, waardoor het uiteraard alleen maar goed uit kan pakken. Maar van Bulgarije hadden we ook niet zo veel verwacht en dat vonden we toch een stukje minder leuk dan Roemenië. Roemenië is ongeveer net zo ver als Zuid Spanje en dus makkelijk naar toe te rijden voor een vakantie. We kunnen het iedereen dan ook van harte aanbevelen ook eens die kant op te rijden.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)