IMPI’s ADVENTURES
Reisverhalen
Borneo: Brunei Darussalam
Dinsdag 4 juni gaat de grensovergang Brunei in net zo makkelijk als Sarawak uit. De chauffeur geeft alle paspoorten door zijn raam aan een vrouw achter het loket en 5 minuten later rijden we met (gratis) visum Brunei in. Een land waar we absoluut niks vanaf weten, behalve dat het rijk en klein is en veel olie, veel oerwoud en een sultan heeft. Gisteren hebben we de Lonely Planet van Borneo gelezen over Brunei en deze 17 pagina’s hebben slechts een heel klein beetje meer info gegeven. Het beroemde nationale park van Brunei, Ulu Temburong National Park, lijkt erg duur om naartoe te gaan en eigenlijk ziet alles er wel prijzig uit. We weten dus nog niet of we hier wel lang gaan blijven. De minibus rijdt gestaag door naar de hoofdstad Bandar Seri Begawan oftewel BSB. Onderweg zien we tussen de oerwouden hier en daar een stadje en olieboortorens. De huizen zijn over het algemeen groot, luxe en mooi. Er lijkt weinig tot geen armoede in dit land te zijn. Als we een woonwijk inrijden om een oude man af te zetten, zien we nog meer van zo’n stadje. Na nog geen 2 uur rijden komen we aan in de hoofdstad en daarmee zijn we het grootste deel van dit deel van Brunei volledig doorgereden van west naar oost. Het is echt maar een klein landje! We konden maar 2 goedkope hotels in BSB vinden, waarvan degenen met een privé kamer hele slechte recensies heeft. Ro gaat even kijken, maar het stelt inderdaad weinig voor en je betaalt er toch B$30 (€18) voor. De andere optie is een hostel met gescheiden slaapzalen voor B$10 (€ 6) per bed. We besluiten het voor één nacht te proberen. Maar zoals we hadden gelezen is het niet makkelijk een receptionist te vinden. Er wordt wel gebeld, maar het duurt nog zeker een uur voor er iemand op komt dagen. Ro krijgt een 4 persoonskamer voor hemzelf alleen, terwijl ik een 10 persoons kamer met 3 jonge lokale meisjes moet delen. Maar er is airco en de meisjes slapen al om 20:00 uur en staan pas om 10:00 uur op, dus veel last heb ik er niet van. Maar eerst gaan we de stad in. We lopen een rondje, eten bij “Coffee Bean and Tea Leaf” en wandelen verder door de stad. Je verwacht misschien een soort Dubai, maar dat is zeker niet het geval. Het is een beetje een saaie stad, waar de winkelcentra veel slechter zijn dan in Maleisië (we kopen wel een 32GB micro SD kaart voor B$36, €21) en hier zijn ook veel minder restaurants. Ook zijn er weinig straattentjes waar je iets te eten kan krijgen. De stad heeft maar 100.000 inwoners, dus is ook niet zo groot. Er zijn wel wat activiteiten te doen, maar die zijn behoorlijk duur en niet echt perse iets dat we willen doen of nog niet eerder hebben gezien. Dus houden we het maar bij een wandeling. De moskee is wel erg mooi.
Daarna gaan we een uurtje rusten op onze gescheiden kamers en ik doe heel hard mijn best om niet in slaap te vallen. Want het is strikt verboden voor mannen om bij de vrouwenkamers te komen (en andersom), dus Ro kan mij niet komen halen. Om 19:00 uur loop ik naar buiten en tijdens de wandeling word ik pas echt wakker. We wandelen door de stad, die weer een heel andere uitstraling heeft met al die lichtjes,
en eten in een chinees restaurant. Helaas bevat mijn omelet met rijst allemaal garnalen, waardoor ik niks eet en Ro 2 borden. Beetje raar dat ze dat er niet bij vermelden. We wandelen terug naar de kamers en spreken niet echt iets af voor de volgende morgen, omdat ik toch geen wekker heb.
Uitgegeven: B$ 93 (€ 56)
Woensdag 5 juni word ik wakker en kijk snel in de algemene ruimte, waar ik Ro zie zitten. Ik roep dat ik wakker ben en ga me snel aankleden. Het blijkt al 10 uur te zijn en Ro heeft al ontbeten en een tourbureautje gezocht, maar geen betaalbare tour gevonden naar Ulu NP. We lopen naar het Nationaal Museum, waar we een zeer uitgebreid eerbetoon aan de Sultan te zien krijgen. Het hele museum staat in het teken van zijn kroning, zijn regeerperiode en alle cadeaus die hij van andere landen heeft gekregen staan in vitrines. Van Nederland kunnen we niks vinden, van Duitsland 2 cadeaus. De gehele stoet die door de straten is gegaan tijdens de kroning staat opgesteld, waarbij alle medewerkers vertegenwoordigd worden door een levensgrote pop in de juiste klederdracht. Zelfs de toeschouwers langs de weg zijn niet vergeten: de foto’s van de toeschouwers zijn op ware grootte uitgeprint, uitgeknipt en langs de kant gezet. We lopen door zaal na zaal na zaal, op meerdere verdiepingen en elke keer als we denken dat we nu wel alles gezien hebben, draaien we een bocht om en zien nog meer zalen. Helaas mogen we alleen in de entreehal foto’s maken. We vermaken ons in ieder geval prima.
Als we alles gezien hebben lopen we weer naar de “Coffee Bean and Tea Leaf” voor mijn ontbijt en Ro’s lunch. Daarna pakken we onze tas en willen we graag betalen. Maar ook nu is er niemand bij de receptie en we weten dat wachten amper zin heeft. Dus rollen we het geld in de sleutelhanger en stoppen dat in de key-drop-box en hopen maar dat ze snappen dat het van ons is.
We wandelen bepakt en bezakt naar de rivier, waar we voor B$6 (€4) p.p. een kaartje kopen om met de speedboot naar Bangar te varen. Bangar ligt in het andere deel van Brunei, maar omdat we over de rivier gaan, hoeven we niet door Maleisië en zijn er dus geen grensovergangen. We hopen misschien vanaf daar goedkoper naar Ulu NP te kunnen gaan, ook al kunnen we daar niks over vinden. De tocht is waanzinnig mooi, de gehele rivier is omgeven door oerwoud en halverwege begin ik opeens enthousiast te gillen dat ik een neusaap zie!! Ro en ik kijken de 5 seconden dat we er voorbij sjezen zo goed als we kunnen naar deze gezellige aap met dikke buik (en neus). De rest van de passagiers, voor zover wakker, keurt hem/haar geen blik waardig. Ze zullen dit wel vaker zien. Maar voor ons is het bijna beter dan de close encounters in Bako NP, omdat dit niet eens in een NP is en dus echt in het wild.
Na drie kwartier zijn we helaas al in Bangar en gaan op zoek naar een hotel. Er zijn er naar alle waarschijnlijkheid maar 2: één met een privé kamer en één met alleen slaapzalen. We gaan eerst naar de privé kamer, maar die blijken vol te zijn. We hebben dus geen keus en nemen de slaapzaal. Ook hier is niemand aanwezig en we moeten weer lang wachten tot er iemand komt. We zijn alvast stiekem in het kantoor in de airco gaan zitten, want buiten smelten we weg. Als er eindelijk iemand is die ons kan helpen, mogen we gelukkig wel samen op een kamer en krijgen een kamer met 3 stapelbedden. Bovendien komt er verder niemand, dus hebben we deze hele kamer alsnog voor onszelf. We wachten een tijdje binnen in de airco, tot het koel genoeg is voor een wandeling. We zoeken informatie om goedkoop naar Ulu NP te gaan, maar dat lijkt onmogelijk. Alleen al de boot is B$100 (€60) en dan moet je daar nog komen, toegang betalen, een gids betalen en bij voorkeur daar een nachtje slapen. We maken een wandeling hier naar de jungle, maar kunnen er nergens goed in en lopen dus maar over de weg. Als we terug zijn gaan we op zoek naar een restaurant, maar de restaurants zien er allemaal uit alsof er een voedselvergiftiging op de loer ligt, dus we besluiten wat appels, komkommers en wortels te kopen en eten die op ons stapelbed op. Als we nog meer honger hebben gaat Ro wat crackers halen, die we met wat chocoladepasta naar binnen werken. Ondertussen lezen we de avond weg.
Uitgegeven: B$ 86 (€ 52)
Donderdag 6 juni besluiten we terug te gaan naar Maleisië. We geloven niet dat we hier nog ergens iets veel mooiers zullen zien dan in de rest van Borneo en bovendien is het hier veel duurder. Helaas hadden we al voor 2 nachten in dit hostel betaald en uiteraard is er niemand aanwezig om ons 1 nacht terug te betalen. Ro regelt alvast een taxi die ons naar Maleisië gaat brengen. Het is wel duur (B$ 40, € 24), maar we hebben weinig keus. Als we vertrekken is er nog steeds niemand en we hebben geen zin om voor onbepaalde tijd op onze B$20 (€12) te gaan wachten. Dus we vertrekken. Het is ongeveer een uur rijden, inclusief de grensovergang, en onze chauffeur heeft dit volledig volgepraat. Het is bijna onmogelijk er iets tussen te krijgen en bovendien is zijn Engels niet altijd even goed verstaanbaar. Hij lijkt ons Engels niet te snappen, dus praat hij gewoon door. Hij vertelt over hun geweldige sultan en hoe goed hij is voor het volk. Zo krijgt iedereen vanaf zijn 60e verjaardag de rest van zijn/haar leven maandelijks een uitkering. Een soort pensioen dus. En iedere moslim krijgt geld om naar Mekka te reizen. We hebben het idee dat de voordelen van dit land alleen naar de Moslims gaan, maar voor zover wij zijn Engels begrepen zal de Sultan een Katholiek persoon niet dood laten gaan van de honger. En zodra ze zich bekeren tot de Islam krijgen ze gelijk alle financiële voordelen daarvan. Tenminste, als wij zijn Engels goed begrepen hebben, dus 100% zeker ben ik hier niet van. Als we bij de grens zijn geeft hij de 3 paspoorten door zijn raam aan het loket en nog geen 30 seconden later krijgen we ze gestempeld terug. Tjonge, dat was weer belachelijk simpel.
Uitgegeven: B$ 40 (€ 24)
Tja, wat kan ik zeggen van Brunei. We zijn er tenslotte nog geen 48 uur geweest. Voor zover wij iets gezien hebben zijn de oerwouden erg mooi. In Brunei kappen ze de bomen niet, in tegenstelling tot Maleisië. Ze verdienen hier al meer dan genoeg met de vele olievelden die in hun land te vinden zijn, waardoor ze het geld van de bomen niet nodig hebben. Hier zie je dus nog woudreuzen en groene bergen vol bomen. En neusapen, zomaar in het wild! Ooit hoorde heel Borneo en een groot stuk van de Filippijnen bij Brunei, maar tegenwoordig is het nog maar een heel klein landje. Waarschijnlijk hebben ze alleen het stuk met de olie gehouden. De 2 steden die wij bezocht hebben vonden we redelijk saai en het was moeilijk om de dag daar vol te krijgen (zonder heel veel geld uit te geven). De speedboottocht was geweldig en het hoogtepunt van deze 48 uur.
We hebben in Brunei in 3 dagen, 2 nachten, B$216 (€132) uitgegeven.
Route door Brunei:
Route door Borneo: