IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Nieuw Zeeland: North Island

Dinsdag 19 november varen we in een kleine 3 uur van het zuid

Dinsdag 19 november varen we in een kleine 3 uur van het zuid eiland naar het noord eiland. Het gaat allemaal voorspoedig en voor we er erg in hebben komen we al aan in Wellington. We rijden de boot af en de stad in. We bekijken de stad vanuit de auto, want we hebben geen zin de stad in te gaan. Maar om er nou helemaal niks van gezien te hebben, vinden we ook zonde. Dan draaien we de snelweg naar het noorden op. Via de kustroute rijden we langzaamaan richting het Tangariro National Park, waar we bij een vulkaan willen gaan wandelen. Maar dat is nog wel een paar dagen rijden. We vinden een DOC camping een eindje landinwaarts vanaf Otaki. Zowel de route er naartoe als de campingplek zelf zijn erg mooi.

We zijn de enige kampeerders tot 20:00 uur, want dan draait er nog een campertje de camping op. Als de parkbeheerster het campinggeld komt ophalen, vertelt ze ons dat hier rond kerstmis zo’n 1.000 mensen zullen komen kamperen. We zijn blij dat het nu nog lekker rustig is.

Uitgegeven: NZ$ 93 (€56)

Woensdag 20 november rijden we weer rustig verder naar het noorden.

We stoppen op de uitkijkpunten, maken hier en daar een detour om het wat beter te zien. We besluiten via Whanganui te rijden, omdat we dan een mooie toeristische route (oftewel een lange omweg) vanaf daar naar de vulkanen kunnen maken. In Whanganui gaan we eerst op zoek naar een geiser. Ondanks dat we wel het park vinden, is er geen enkele aanwijzing dat hier een geiser is. Dus wandelen we een rondje om het meer, lopen door de wintertuin

 en daarna door de wederom gratis vogeltuin. Ze hebben er erg mooie vogels, vooral de parkietjes en papegaaien.

Dan rijden we naar het noorden en nemen al snel de afslag de toeristische route op. Het is inderdaad een geweldige route en ongeveer halverwege zien we een gratis campingterrein langs de kant van de weg. We parkeren de auto, luieren de rest van de middag en zijn nog steeds de enige gasten als we gaan slapen.

Uitgegeven: NZ$ 76 (€46)

Donderdag 21 november rijden we in een paar uurtjes

 

naar het DOC informatiecentrum bij het Tongariro National Park.

Hier komen we erachter dat de vulkaan waar we naartoe willen wandelen, is gebuikt als “Mount Doom” in de “Lord of the Rings” film trilogie, de plek waar de ring werd gemaakt en vernietigd. We zijn een tijdje bezig om te besluiten welke wandeling we willen maken. We willen in ieder geval maximaal een dagtocht maken en uiteindelijk kiezen we voor een deel van de Tangariro Northern Loop. Onze eerste keus zijn een paar meren in het noorden, maar als blijkt dat dit een hele steile beklimming is van bijna 900 meter, besluiten we toch maar naar de andere twee meren te lopen. Het is nu ondertussen veel te laat om daar nog aan te beginnen, dus rijden we een eindje terug naar de DOC camping midden in de vlakte tussen de 2 vulkanen. “Mount Doom” heeft geen sneeuw, terwijl de andere berg helemaal wit is van boven. Het is hier echt heel mooi. Ro gaat nog een wandeling maken,

terwijl ik rustig aan doe in de hoop dat mijn rug morgen zo’n lange wandeling aan kan. Als Ro na zonsondergang terug komt, gaan we niet veel later naar bed.

Uitgegeven: NZ$ 87 (€52)

Vrijdag 22 november willen we vroeg beginnen met wandelen, maar om de één of andere reden is het toch alweer 10 uur als we wegrijden. We parkeren bij het DOC infocentrum en wandelen naar het begin van de track. We moeten eerst naar de Taranaki Falls lopen, wat ongeveer een uur duurt. Als we aan de track beginnen zien we in de verte de berg omhoog rijzen. Het pad van hier naar daar lijkt net een open vlakte met alleen maar lage struiken.

Maar al vrij snel lopen we een bos in en uit, over de vlakte, weer een bos in en uit om daarna langs een hoge rotswand op te lopen. Doordat het zo heuvelig is, kan je dat van te voren allemaal niet zien. We wandelen eerst een eind naar beneden, om vlak voor de waterval weer omhoog te gaan. De waterval is best mooi en we rusten hier even uit. Daarna klimmen we naar de bovenkant van de waterval, waar de splitsing is. Rechts gaat terug naar het infocentrum, links gaat naar “Mount Doom” en de meren. We lopen naar links. Het pad voor ons strekt zich eindeloos over de vlakte uit, waarbij we constant langzaamaan omhoog lopen. Op een gegeven moment komen de grijze regenwolken die om de vulkanen hangen steeds dichterbij. Als we dan opeens voor een grote kloof staan die we eerst af moeten dalen om aan de overkant weer te beklimmen, begint de moed in onze schoenen te zakken. Zeker omdat het lijkt dat we daarna exact zo’n zelfde afdaling en beklimming moeten doen, voor zover je dat kan zien vanaf hier. We komen een paar trekkers tegen die het hele rondje hebben gedaan en die er compleet uitgeput uit zien. Een drietal meisjes die zojuist op het zelfde punt als ons begonnen zijn en het gehele rondje van 4 dagen nog voor hun hebben, komen achter ons aan en zij zien er zeer ongelukkig uit. En terwijl zij aan de afdaling beginnen, zijn wij blij dat de keus hebben om om te draaien, wat we dan ook maar doen. Heel, heel in de verte zien we nog een klein stukje van het kasteel, dat naast het infocentrum staan en vol goede moed beginnen we aan de terugweg. De regenwolk komt steeds dichterbij en als we terug bij de waterval zijn, begint het te miezeren. We blijven dus gestaag doorlopen en het laatste uur heeft gelukkig niet al teveel hoogteverschillen, waardoor het vlot gaat. Bovendien zet de regen niet echt door, waardoor het feit dat we geen poncho’s bezitten (die sterk werden aangeraden) geen probleem is. Na bijna 3,5 uur zijn we terug bij de auto, helaas zonder de meren te hebben gezien, maar wat we wel hebben gezien was al heel erg mooi. We rijden weer verder richting Lake Taupo, waar we na 2 uurtjes aankomen. Onderweg zijn we nog even gestopt langs een meer, waar een zeer enthousiaste Nieuw Zeelander stond te vissen, die een paradijseend genaamd Charlie oppakt en het mannetje zo in mijn armen duwt.

 

Het zijn wilde eenden, een eendenechtpaar met hun baby’s, en normaal zijn dit zeer schuwe dieren. Om de een of andere reden is Charlie helemaal niet bang voor ons en is hij een lokale held die recentelijk nog in de krant heeft gestaan. Maar ook zijn nageslacht laat zich ook door ons aanraken. Mama blijft er wel bij, maar je kan haar net niet aanraken, want dan trekt ze zich een stapje terug. De man heeft geen verklaring voor het feit dat ze zo tam zijn. Het zijn gewoon wilde eenden, net als de rest van de eenden en de honderden zwarte zwanen in dit meer. Aan de overkant van het meer is een vulkaan flink aan het roken. We nemen afscheid van Charlie, zijn familie en de man en rijden het laatste stuk naar Lake Taupo. Daar zien we een camping en hoewel de camping ons in eerste instantie niet echt aanstaat omdat het terrein vol caravans staat, blijkt het slechts $24 (€14) te kosten, inclusief een hete douche en een keuken. En we kunnen de auto toch een beetje achteraf parkeren, met vrij uitzicht op het meer.

’s Avonds eten we in de keuken, met de tv aan, kijkend naar “The Big Bang Theory”. We kunnen ons niet meer herinneren wanneer we voor de laatste keer tv hebben gekeken. Dat zal wel Indonesië zijn geweest, 5 maanden geleden.

Uitgegeven: NZ$ 105 (€63)

Zaterdag 23 november rijden we in een uur naar het stadje Taupo. We parkeren naast een internetpaal om mail te checken en te antwoorden en daarna wandelen we een tijdje door het centrum. Het is best een aardig stadje. Als we de stad uitrijden zie ik een bord naar de Huka Falls. Ik pijnig snel mijn hersenen en bedenk dat dat die mooie waterval van het plaatje is, dus roep ik nog net op tijd “hier links!!!” en kan Ro de bocht maken. We rijden en rijden door het landschap, terwijl ik me ook kan herinneren dat het maar 5km buiten de stad is, maar natuurlijk kan ik die advertentie nergens meer vinden. Na een kilometer of 15 geven we het op en draaien om. Als we terug bij het bord zijn, blijkt erop te staan dat we rechtsaf moesten. Ik was er gewoon vanuit gegaan dat het bord voor de juiste afslag stond en heb nooit de tijd gehad het daadwerkelijk te lezen. Gelukkig kan ook Ro er om lachen. Nu we toch in de stad zijn tanken we vol en dan rijden we snel weer terug, omdat volgens de omschrijving de waterval over een kwartier wordt aangezet. Het wordt gebruikt om energie op te wekken, maar als we daar aankomen hebben we het idee dat de waterval de hele dag “aan” staat. Het is inderdaad geweldig mooi, omdat het water zo ontzettend helder en blauw is en met zo’n kracht door de rivier wordt gestuwd en van 9 meter hoogte aan het eind naar beneden dendert, om te eindigen in een doodstil meer.

 Bij de ingang zien we dat hier vlakbij ook de “Craters of the Moon” te vinden zijn, een geothermal area, waar we ook gelijk een kijkje gaan nemen. Hier moeten we wel entree betalen en voor $16 (€10) samen, lopen we even later door een landschap vol stoom. Overal komt uit de grond stoom omhoog. Het is vandaag voor het eerst sinds we in Nieuw Zeeland zijn echt warm weer en hier tussen de hete stoom is het gelijk behoorlijk heet.

De wandeling duurt 3 kwartier en we zijn blij ook dit nog even gevonden te hebben. Op de terugweg stoppen we ook nog even bij een honingwinkel, waar we alles leren over bijen, honing en na de nodige honing geproefd te hebben, met een honingijsje naar buiten lopen.

Ondertussen begint het tijd te worden om verder te rijden. We willen eigenlijk vandaag bij Rotorua komen. Maar halverwege zien we de afslag naar Orakei Korako al. Dit is één van de vele vulkanische gebieden hier waar je geisers, modderbaden, hotpools en dergelijke kan bekijken. Alleen hebben we ons nog helemaal niet verdiept in welke we willen zien. Volgens de Lonely Planet is dit wellicht de mooiste, maar we willen dit toch nog even onderzoeken. Hoe dan ook is  het nu te laat om naar binnen te gaan, maar we willen eigenlijk ook niet verder rijden, voor het geval we morgen helemaal terug moeten rijden. Op de splitsing staat een camping en ondanks dat $30 wel wat duur is, parkeren we de auto toch. Want terugrijden kost tenslotte ook geld. We wandelen eerst over de enigszins vervallen camping, die ooit heel mooi was opgezet. Ze hebben 2 hotsprings waar je in kan zwemmen, maar we hebben geen zwemkleding bij. We besluiten vanavond in het donker een kijkje te nemen en gaan nu uitzoeken wat we moeten doen. Er blijken 3 grote parken te zijn waar je geisers, hotpools, modderbaden en dergelijke kan zien, alle drie kosten ze rond de $35 per persoon. Daarnaast heb je ook 3 plekken waar de Maori voorstellingen worden gegeven, die ik ook graag wil zien. Een paar daarvan zijn in zo’n zelfde omgeving, waardoor je ook daar de geisers kan bekijken. Na heel wat gepuzzel concludeer ik dat we het beste hier naar de Orakei Korako kunnen gaan en daarna naar “Whakarewarewa, the living thermal village”. Eenmaal besloten bak ik pannenkoeken. Daarna lopen we naar de hotspring, die helemaal verlaten is. In ons ondergoed gaan we erin en weken we heerlijk schoon in het 40 graden warme water.

Daarna kijken we sinds lange tijd weer eens een filmpje in bed.

Uitgegeven: NZ$ 88 (€53)

Zondag 24 november rijden we bijtijds de camping af en naar de Orakei Korako in de Hidden Valley. Nadat we betaald hebben worden we met een bootje de rivier over gebracht, waar we de vele natuurverschijnselen kunnen bekijken. Het is echt heel erg mooi. De kleuren zijn zo divers op de wanden en vloeren en in het water. We kijken onze ogen uit. Iedere dag vloeit er 20 miljoen liter heet water over de stenen en de meest mooi gekleurde algen hebben zich hier ontwikkeld.

 

Dan komen we bij een grot uit, waarvan er maar 2 in de hele wereld bestaan: een geothermal cave. We begrijpen niet helemaal wat er zo bijzonder aan is, want zo bijzonder ziet ie er niet uit, maar ach, je hoeft ook niet alles te begrijpen.

De BBC serie “walking with dinosaurs” is hier gefilmd. Wij vonden het in ieder geval de moeite waard! Na een paar uur rondkijken, drukken we op de bel en worden we weer opgehaald door de boot.

We drinken een warme chocomelk die bij de entreeprijs inbegrepen zat en rijden in een uur naar Rotorua. We rijden het centrum in en parkeren in het Kuirau Park, een zelfde soort park als waar we vanmorgen waren, maar dan veel minder mooi, maar wel gratis. We wandelen een uur rond, tussen de rookpluimen die overal de grond uit komen  en de modderbaden, langs de meertjes en tussen de bomen.

De zwavelgeur die rondom deze parken hangt, een rotte eierenlucht, begint steeds meer te vervelen. We snappen niet dat al die mensen hier willen wonen. En bovendien kan er overal zomaar een opening in de aarde bij komen en die kan net zo goed onder jouw huis zijn. Het lijkt ons geen handige plek om te wonen. Maar blijkbaar is niet iedereen het met ons eens. We rijden nog een stukje door het centrum en bij het meer lopen we over een markt en kijken we naar de helikopters en watervliegtuigjes die toeristen meenemen voor een rondje. Na nog wat boodschappen gedaan te hebben, gaan we op zoek naar een plekje om te slapen. Aan Lake Okareka moet een DOC camping zitten, maar als we daar na 20 minuten rijden aankomen, blijkt het een drukte van belang te zijn met dagjesmensen die hier komen zwemmen. Er is amper plek om te parkeren, laat staan om te kamperen. We gaan er snel weer vandoor. We rijden terug naar de stad en hebben weinig andere keus dan een “echte” camping daar te zoeken. Eerst stoppen we nog even bij “Whakarewarewa, the living thermal village” om zeker te weten wat het precies inhoudt en daarna bij de buren, Te Puia, die samen de beroemde Pohutu Geiser delen. De eerste is een echt dorp waar de Maori people al eeuwen leven en ze je laten zien hoe ze gebruik maken van de hete bronnen om mee te koken, te baden en dergelijke. Daarnaast is er een voorstelling. De tweede heeft ook een voorstelling en laat zien hoe ze in de oudheid dingen maakten. De prijs geeft uiteindelijk de doorslag, want de eerste kost $32 terwijl de tweede $ 60 kost. We rijden naar de camping om de hoek, waar alle raftteams van de wereld zo´n beetje aanwezig zijn. Vanavond is de prijsuitreiking, waardoor alle douches en spiegels in de damestoiletgebouwen de hele middag bezet zijn. Gelukkig neemt de rust snel weer toe als iedereen weg gaat. Ik heb nooit geweten dat raften een echte sport is waarbij je prijzen kan winnen, ik dacht dat je gewoon heel erg je best moet doen om niet uit een boot te vallen als de boot je door de stroomversnellingen stuwt. Zo leer je nog eens wat! We gaan in de woonkamer zitten, lezen daar een boek, terwijl we de accu van de camera kunnen laden. ´s Avonds kijken we weer een film, deze keer `Secondhand Lion` wat we een erg leuke film vinden.

Uitgegeven: NZ$ 106 (€64)

Maandag 25 november rijden we rond 10:15 uur van de camping af, nadat ik eindelijk een lege douche had gevonden, en 2 minuten later parkeren we de auto bij “Whakarewarewa”. De officiële naam is “Tewhakarewarewatangaoteopetauaawahiao”, met 26 letters nog lang niet het langste woord in de Maori taal, want dat woord heeft 56 letters. We hebben de rondleiding net gemist, dus we moeten wachten op die van 12 uur. Dat geeft ons net genoeg tijd om even rond te kijken en daarna de voorstelling te bekijken. We lopen eerst naar het modderbad, waar de modder op het kookpunt aan het borrelen is. En eindelijk is het modder zoals Ro het graag wil hebben voor zijn foto’s en dus komen er naast de 54 modderfoto’s van gisteren, nog een lading nieuwe bij. Ik wist niet dat modder zo interessant was, maar gelukkig had ik gisteravond de 54 eerste al uitgezocht, dus weet ik wat me nu te wachten staat.

We wandelen door het dorp en komen rond vijf over 11 bij het theater aan. Daar wachten we nog 10 minuten tot de voorstelling begint. Er staan 4 Maorimannen en 4 Maorivrouwen op het toneel en ze zingen de longen uit hun lijf. Het is soms een beetje raar, soms heel mooi, soms grappig.

 

Na een half uur zijn we helemaal op de hoogte van de dansen en muziek van de Maori en na nog een snelle foto lopen we naar de ingang, waar onze tour zo gaat beginnen. We worden welkom geheten door een Maori vrouw die ons alles gaat vertellen over hun leven hier.

Zelf is ze wel opgegroeid in het dorp, maar omdat er niet meer huizen bijgebouwd mogen worden, woont ze nu in de stad. Ze verteld honderd uit en begint meerdere keren ineens te zingen. In eerste instantie is het een beetje raar als iemand ineens begint te zingen, maar eigenlijk zou het normaal moeten zijn. Ze kan mooi zingen. Maar als ze soms een klein stukje voor ons in het Engels zingt, is het toch minder mooi. Sommige muziek moet je niet vertalen. We stoppen bij een heel mooi blauwe hotspring, waar het water tussen de 90 en 110 graden aan de oppervlakte is en bijna 300 graden een eindje dieper. De dorpsbewoners gooien hun broccoli erin en krijgen het een paar minuten later gekookt terug.

Daarnaast is een rooster gemaakt boven een gat in de grond waar een deksel op ligt. Hier leg je je hele kalkoen op en een paar uur later is deze gaar. Erg handig. Even verderop zijn in de grond een aantal baden gemaakt waar elke dag door de dorpsbewoners, voor het park open gaat en na sluitingstijd, wordt gebadderd. Het water uit de bronnen is te heet, dus lengen ze het aan met koud rivierwater. Ze besparen heel wat kosten uit op de gas- en waterrekening hier. Daarna zien we de Pohutu geiser vanaf het eerste platform. De geiser lijkt geen 30 meter hoog, maar de kracht waarmee de aarde dit water omhoog moet schieten, is enorm. Het is lastig om niet te denken dat je naar een gewone fontein kijkt met wat rookeffecten. Het is bijna onvoorstelbaar dat de aarde dit zonder motor voor elkaar krijgt.

We wandelen weer verder, komen langs een hotspring die nog een stuk heter is dan de eerste en via het huis van de oudste bewoner (91 jaar) naar de begraafplaats (ik heb de volgorde niet verzonnen). Ondanks dat je normaal gesproken mensen meerdere meters onder de grond moet begraven, is het hier niet mogelijk zo diep te graven, zonder dat het kokende water eruit spuit. Dus is iedereen boven de grond begraven. De combinatie van Maori beelden en de christelijke engelen is een beetje bizar, maar de Maori’s hebben nooit de keus gehad welke godsdienst ze moesten volgen.

Slechts tientallen jaren geleden was het nog verboden voor ze om de Maori taal te spreken of te schrijven. Daardoor was de taal bijna uitgestorven. Onze gids is daarom ook niet vloeiend omdat er jarenlang zware straffen op stonden als ze de taal sprak. Nu proberen de ouderen de jonge kinderen de taal te leren, zodat deze niet verloren gaat als zij komen te overlijden. Dan neemt de gids afscheid van ons en lopen we zelf naar het 2e uitkijkpunt voor de Pohutu geiser. We kijken nog een tijdje en wandelen nog een rondje door en om het dorp. Als we het te warm hebben, vinden we het wel mooi geweest en lopen we het park uit. Het is nog geen half 2, dus we kunnen wellicht vandaag nog wel ergens komen. We besluiten naar de kustplaats Whakatane te rijden. Na bijna een uur over een weg gereden te hebben zonder afslagen komen we tot de ontdekking dat we verkeerd zitten. We hebben helemaal in het begin een afslag gemist, al kunnen we ons geen enkele afslag herinneren. We rijden nu recht naar het noorden in plaats van naar het noordoosten. Als we bij de kust aankomen willen we toch 40km naar het oosten rijden, omdat daar een mooie camping zit. Maar als we ons realiseren dat we daardoor $17 aan benzine gebruiken, dat we dan net zo goed een andere camping naar het westen kunnen zoeken. Dus draaien we naar het westen en rijden door Tauranga, om weer een beetje naar het zuiden af te dalen. Als we langs een groot bos/park rijden, zien we dat ze daar een camping hebben. We gaan even kijken en het blijkt een heel groot park te zijn, met diverse kampeerplekken waar je voor $5 pp mag staan.

De badkamers zijn super-de-luxe en we vinden al snel een leeg veld. We zijn nog maar net aangekomen of de volgende camper komt. Na 2 uur zijn we met 5 andere campers, maar op dit grote veld staan we toch aardig vrij. Het is mooi weer, dus we kunnen nog een hele tijd buiten zitten. Daarna kijken we de film “Cry Freedom”.

Uitgegeven: NZ$ 149 (€90)

Dinsdag 26 november zijn we al een half uurtje wakker als het kampeergeld wordt opgehaald. Daarna ruimen we alles op en rijden we verder naar Matamata. Het is een goed uur rijden en we verbazen ons over de drukte op de weg. Voor het eerst hebben we veel medeweggebruikers in Nieuw Zeeland. We komen duidelijk steeds dichter bij Auckland. In Matamata zien we al snel de reden waarom we hier zijn: Hobbiton. Dit is waar alle scenes van “The Shire” uit zowel de “Lord of the Rings”-trilogie als “The Hobbit”-trilogie zijn opgenomen. De set uit de eerstgenoemde trilogie was niet gebouwd alszijnde een permanente set en was na het filmen weer afgebroken, maar voor The Hobbit hebben ze de set wel op een permanente manier gebouwd, waardoor deze nu bezocht kan worden. En ondanks dat we geen echte die-hard fans zijn (zeker niet in vergelijking met de fanatiekelingen die we hier gaan zien), vinden we het wel interessant een filmset te bezoeken. En zonder twijfel moet het uitzicht mooi zijn, want het landschap in de film was ook mooi. In Matamata kunnen we met de bus naar de set rijden, maar we besluiten zelf naar de boerderij te rijden. Daar kun je ook met de tour beginnen, ook al wordt het daar helaas niet goedkoper van.

 

Omdat het wel behoorlijk prijzig is, met $75 (€45) p.p. voor 2 uur, twijfelt Ro of hij wel mee wil. Gelukkig kan ik hem toch overhalen en stappen we samen in de bus die ons het laatste stukje vanaf de ingang brengt. We stappen in en 10 minuten later stappen we in “The Shire” uit. Ondanks dat het vreselijk commercieel is en we vermoeden dat ze wel 1.000 bezoekers per dag krijgen (dat is dus $75.000, €45.000 aan toegangsgeld per dag!!!), is het eigenlijk wel leuk. De hobbitholen zijn tot in de detail afgewerkt. Alleen de filmopnamen buiten zijn hier gemaakt, dus achter de deuren zijn geen echte huizen te vinden. De binnenopnamen zijn in de studio gefilmd, dus dat is hier nooit gemaakt. We wandelen anderhalf uur lang door The Shire, terwijl onze gids verteld welke scene waar is opgenomen. We zien Bilbo en Frodo’s huis

en het huis waar Sam is opgegroeid.

Het huis waar Sam met zijn vrouw en kindjes ging wonen.

We zien waar Frodo door de paden rent als Gandalf aan het begin van de eerste film aankomt rijden en waar het feest ter ere van Bilbo’s 111ste verjaardag wordt gevierd. Het is interessant te horen hoeveel moeite er is gedaan om elk detail uit het boek goed te krijgen in de film. Frodo en Bilbo’s huis stond in het boek onder een eikenboom en dus moest er een eikenboom komen. In eerste instantie wilden ze de dennenboom gebruiken die er stond, alle naalden eraf halen en er eikenbladeren aan plakken. Maar uiteindelijk vonden ze een oude eikenboom ergens anders die bijna dood was en omgekapt mocht worden, in stukken gehakt werd om te vervoeren en hier ter plekke weer opgebouwd werd. De nepbladeren werden gemaakt en er stuk voor stuk ingeplakt en tegen de tijd dat ze gingen filmen waren de nepbladeren enigszins verkleurd, zodat elk blad opnieuw geverfd moest worden. Voor The Hobbit trilogie besloten ze een hele kunstboom te laten maken. Maar aangezien deze film zich 60 jaar voor de andere trilogie afspeelt, moest de boom ook 60 jaar jonger lijken. Deze boom staat hier nu bovenop hun huis en wordt nog regelmatig bijgewerkt, omdat de kunststofbladeren er bij een storm nog steeds wel eens afvallen.

En overal kun je zien dat alles tot in de details is aangelegd. Je zou zo in één van de huizen in willen trekken! Als laatste komen we bij “The Green Dragon”, het café. We krijgen een complementair hobbitdrankje en ik neem de cider terwijl Ro het bier neemt.

 

Dit café is niet de echte uit de film, maar is nagebouwd. Hier kun je dus wel naar binnen en het is dan ook in gebruik als een eethuis. We blijven hier nog een half uurtje en dan brengt de bus ons weer terug naar de ingang. Het was wellicht wat aan de dure kant, maar we zijn toch wel blij dat we gegaan zijn. Zelfs Ro! Het is 13:45 uur als de tour eindigt, dus we denken dat we nog wel een eindje kunnen rijden. We rijden naar het Coromandel Forest Park, waar we één van de vele scenic DOC campings uitzoeken, die met $10 p.p. iets duurder zijn dan de standaard DOC campings met $6. Maar het is een mooie camping en aangezien het pas 16:00 uur als we daar aankomen, hebben we nog wel wat tijd om ons daar te vermaken.

Uitgegeven: NZ$ 172 (€103)

Woensdag 27 november weten we niet meer zo goed wat we nog willen doen. De afgelopen 26 dagen hebben we aan één stuk door gereisd en zo veel gezien, dat we eigenlijk wel een beetje klaar zijn. We wilden eigenlijk hier nog naar het noorden van dit schiereiland gaan en daarna wellicht nog naar het noorden boven Auckland, maar als we de foto’s bekijken, zien we toch niet echt meer iets nieuws. En als we alle activiteiten bekijken die we daar nog kunnen doen, dan is er niks meer wat we willen doen. Er zijn nog maar 2 dingen die we zouden willen doen in Nieuw Zeeland en dat zijn de gloeiwormen bekijken en een boottocht maken om de walvissen en dolfijnen te bekijken. Maar beide vinden we te duur en hebben we eigenlijk al afgeschreven. Maar nu weten we niet wat we met onze laatste dagen moeten doen. We rijden rond een uur of 11 terug naar Thames, waar we een tijdje internetten, wat boodschappen doen (de supermarkt blijkt zowaar beschuit, zoute dropjes en stroopwafels te hebben) en wat door wat winkels slenteren. Als we weg willen rijden naar het noorden zijn we de stad nog niet uit of we hebben ons bedacht. We vinden het zonde van de benzine om zo’n grote omweg te maken en besluiten maar naar Auckland te rijden. Daar moeten we over 3 dagen onze camper inleveren en het vliegtuig naar Sydney nemen. Het is nog een paar uur rijden en als we daar rond 15:30 uur aankomen, gaan we eerst op zoek naar een hotel voor 30 november. We zoeken iets wat niet te ver van de camperverhuurder en de luchthaven is verwijderd, dus zoeken we die eerst op. We bekijken wat hotels en besluiten uiteindelijk een backpackershostel te nemen, die er wel gezellig uitziet. We reserveren de kamer en gaan op zoek naar een camping. Het is ondertussen al bijna 17:00 uur en we zien dat er een camping vlakbij is. Het is een onbemande camping en nadat we via een intercom onze aankomst kenbaar hebben gemaakt, mogen we ons geld ($26 voor een onbemande camping zonder douche!!) in een brievenbus gooien en met de slotcode kunnen we het terrein oprijden. Het regent een beetje dus echt leuk kamperen is dat niet. We staan midden in de natuur, dus niet wat je verwacht zo dicht bij Auckland. Jammer dat we met dit weer niet zo goed kunnen wandelen.

 

Uitgegeven: NZ$ 72 (€43)

Donderdag 28 november hebben we eigenlijk geen haast, omdat we toch niks te doen hebben, maar ik wil graag weten of papa goed in Sydney is aangekomen. Dus pakken we snel in en rijden we Auckland in. Al snel zien we één van die vreselijk handige internetpalen en krijgen we te lezen dat papa goed is aangekomen. Daarna rijden we een hele tijd door Auckland, gewoon om de stad te bekijken, maar we hebben geen zin om uit te stappen. We rijden van het zuiden van de stad naar het noorden, steken de brug over en zoeken aan die kant een camping. Ze  zijn allemaal duur en we kiezen de 2e. Het ligt aan de oceaan, best mooi gelegen. Maar mijn doel voor de komende dagen is het fotoalbum van Vietnam t/m Maleisië uploaden, want daarvan verloopt mijn waardebon snel. Na 4 uur in de “internetcaravan” gezeten te hebben, stopt het uploaden. Het is niet gelukt. Het is te laat om nog een keer te beginnen, dus moeten we tot morgen wachten.

Uitgegeven: NZ$ 94 (€56)

Vrijdag 29 november zet ik de laptop gelijk maar weer aan en als de accu dreigt op te raken ga ik maar weer in de internetcaravan zitten. Ook nu stopt het uploaden er na 4 uur mee en ik heb er alweer genoeg van. Maar ik ga stug door. We rijden naar een internetpaal en hopen dat het daar sneller internet is, maar na 2 uur valt het internet heel even weg en daardoor is het mislukt. Terug op de camping probeer ik het nog één keer, maar het lukt gewoon niet. We geven het op en proberen het morgen in de stad wel. We moeten nu al onze etenswaren opmaken, want meenemen kunnen we niks. Dus worden onze maaltijden steeds raarder. Maar wel lekker!

Uitgegeven: NZ$ 31 (€19)

Zaterdag 30 november bakt Ro pannenkoeken voor het ontbijt (het meel moet tenslotte ook op)

en daarna rijden we weg. Dit is de eerste camping in Nieuw Zeeland waar we 2 nachten zijn gebleven en het is helaas ook de duurste. We rijden nogmaals een ererondje door Auckland,

maar hebben gewoon geen zin om te winkelen of iets dergelijks, dus rijden we door naar het hostel dat we gereserveerd hebben. We zijn er iets te vroeg, rond 11:30 uur, dus we gaan nog wat laatste boodschappen halen en kunnen een half uur later onze kamer in. Ze kunnen mijn laptop met een snoer aan het internet hangen en dat is beter dan draadloos uploaden. Dus plof ik op de bank en wacht 5 uur tot het uploaden gelukt is. Je moet wat geduld hebben, maar dan heb je ook wat! Ondertussen is Ro naar het camperverhuurbedrijf gereden en heeft hij de camper ingeleverd. Daarna moest hij 1,8 km teruglopen naar mij. Beetje ongezellig alleen, maar ik durfde de laptop niet zomaar te laten staan. Om 18:10 uur is het eindelijk gelukt en ondertussen hebben we ook onze laatste maaltijd in Nieuw Zeeland  gegeten: pasta. We laten de overgebleven voedselvoorraad in de keuken achter, zodat andere mensen er wellicht nog plezier van hebben. Daarna pakken we onze tassen in en skypen we met Mark en Angelique. Het is al 23:00 uur als we gaan slapen.

Uitgegeven: NZ$ 190 + Aus$ 19 (autoverzekering) (€127)

Zondag 1 december word ik abrupt wakker omdat iemand op onze deur klopt. Ik schrik me rot, duw Ro wakker en sprint uit bed. Hebben we de wekker gemist? Hebben we het vliegtuig gemist? Ik doe de deur op een kier en een man praat wel tegen me, maar ik snap hem niet. Is hij onze chauffeur? Ik moet me echt concentreren en dan begrijp ik dat hij op zoek is naar de receptionist. Tja, weet ik veel. Maar is hij hier voor ons? Onze kamer is direct naast de receptie en ik ga er vanuit dat hij denkt dat de receptionist hier slaapt. Ik sluit de deur en kijk op de telefoon. Het is 2:18 uur. Even later heeft hij de eigenaresse gevonden en al snel krijgen ze een bed in de kamer naast ons. Dus het volgende kwartier is het een lawaai naast ons als ze uitpakken en wachten we rustig af, maar als ze daarna gewoon verder praten, kloppen we even op de muur. Ze zijn meteen stil, maar ja, de slaap wil niet meer terugkeren. Als we eindelijk slapen voelt het als 3 minuten later als de wekker om 4:45 uur gaat. We staan op, pakken de laatste spullen in, ontbijten en dan brengt de eigenaar ons naar de luchthaven. We zijn er ruim op tijd, checken in en voor het eerst in ons leven willen ze onze handbagage wegen. We hebben alleen handbagage en die mag maar 7 kilo wegen. We hebben al zo veel mogelijk kleren aan en ik heb de laptop onder mijn arm, terwijl Ro het zwaarste en dikste boek onder zijn arm draagt. Alles wat in de jaszakken past, zit daar ook al in en op hoop van zegen zetten we de tassen op de weegband. De ene weegt 8,4 kilo, de andere 7,5 kilo. We zijn trots op onszelf! De vrouw geeft aan dat dit prima is, wat weer een opluchting is en we lopen richting gate. Twee uur later stappen we het vliegtuig in en laten we Nieuw Zeeland achter ons.

Uitgegeven: NZ$ 28 (€17)

Ook het noord eiland vinden we erg mooi. De vulkanische activiteiten vonden we erg interessant, maar de zwavellucht zullen we niet missen. We hebben het idee dat er minder te doen is (voor ons) op het noord eiland, maar misschien komt dat omdat we al veel op het zuid eiland hebben gedaan en het dan niet nogmaals willen doen. Wellicht als je eerst het noord eiland doet en daarna naar zuid gaat, is het precies andersom. We zijn blij dat het op het noord eiland een stukje warmer was dan op het zuid eiland, maar wellicht komt dat ook omdat we ook dichter bij de zomer komen.

Nieuw Zeeland vonden we in het totaal erg de moeite waard. We hebben aardig wat kilometers gemaakt en behoorlijk wat gezien en ondanks dat het soms een beetje saai kon zijn, was het vaak toch erg mooi. Het is waarschijnlijk de duurste maand uit onze reis geweest, maar we hebben er geen spijt van. Dankzij het goedkope vliegticket viel het uiteindelijk best mee. Een retour vliegticket vanuit Nederland naar Nieuw Zeeland kost waarschijnlijk al zo’n € 2.500 voor 2 personen, en dat is niet eens zoveel minder dan onze hele maand heeft gekost. Maar gelukkig is niet elke maand zo duur als deze geweest is.

We hebben 1.325 kilometer gereden over het noord eiland en samen met de 3.055 kilometer op het zuid eiland, komt dat neer op 4.380 kilometer samen. Dat is eigenlijk meer dan de bedoeling was, want we hadden van te voren bedacht het rustig aan te doen en niet te veel afstanden af te leggen. Misschien hooguit 3.000 ofzo. Het is dus iets meer geworden, omdat we het steeds zo zonde vonden om iets over te slaan. Maar we hebben het nu wel een beetje gehad met het rijden. “Helaas” “moeten” we van 2 december tot 4 december nog helemaal van Sydney naar Melbourne scheuren, maar daarna hebben we 10 dagen op Tasmanië, waar we van plan zijn lekker rustig aan te doen!

We zijn 12 dagen op het noord eiland geweest. De 1.325 kilometer zullen ongeveer € 180 aan benzine gekost. We hebben diverse betaalde activiteiten op het noord eiland gedaan (“Craters of the Moon” $ 16, Orakei Korako $ 72, “Whakarewarewa, the living thermal village” $ 64, Hobbiton $ 150) wat samen € 181 heeft gekost. Overnachtingen hebben ons op het noord eiland € 191 gekost. De rest, € 237, is (onder andere) opgegaan aan eten. In totaal heeft het noord eiland ons € 789 gekost. De hele maand in Nieuw Zeeland heeft € 3.551 gekost. Ons gemiddelde is daardoor verhoogd naar € 52 per dag. In totaal hebben we nu € 16.533 uitgegeven.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)