IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Borneo 3 (Maleisië): Sabah

Donderdag 6 juni brengt de taxichauffeur ons naar de Maleisische kant van de grens. Ook hier is het een kwestie van paspoorten door het autoraam uitsteken en 1 minuut later mogen we doorrijden. Het visum (voor 3 maanden) dat we gekregen hebben is alleen geldig in Sarawak, want we gaan nog niet gelijk naar Sabah. We begrijpen hieruit dat we straks nog een grens door moeten. De taxichauffeur brengt ons naar Lawas en omdat hij geen wisselgeld heeft, brengt hij Ro naar een wisselkantoor, zodat hij precies de juiste hoeveelheid Brunei Dollars krijgt. Dan kopen we 2 kaartjes voor de bus naar Kota Kinabalu (KK), die over een uurtje komt. Deze bus moet ook door de plaats waar we vannacht sliepen gereden hebben, maar we konden niet achterhalen waar (en of) die daar zou stoppen en hoe laat. Dus stappen we hier op en ontmoeten een ouder Frans echtpaar dat al een tijdje in deze bus aan het hobbelen is. Als we wegrijden wordt er een DVD opgezet van “WrestleMania”, waar we de komende 4 uur mee worden geëntertaind. Gelukkig kunnen we ook naar buiten kijken. Na een uur rijden moet iedereen uitstappen en voor het ene loket gaan staan om een stempel Sarawak uit te krijgen om bij het volgende loket een stempel Sabah in te krijgen. Op zich gaat het snel, maar omdat de hele bus moet, duurt het toch een kwartiertje. Het is ondertussen 16:30 geweest als we in KK aankomen en samen met de Fransen lopen we naar het hotel van onze keuze. De Fransman wil koste wat koste vóór ons het hotel in, waarschijnlijk omdat je dan meer kans hebt op een kamer. Ondanks dat ze vaak de weg vragen en verkeerd lopen, terwijl Ro en ik rustig de kaart volgen en zonder fouten bij het hotel aankomen, rennen ze ons steeds weer voorbij. Helaas blijken er geen privé kamers vrij te zijn, dus lopen we naar onze 2e keuze. Het Franse stel sjeest er weer vandoor, terwijl wij rustig naar Akinabalu Youth Hostel lopen. Als we al een kamersleutel hebben en uitleg krijgen over diverse touren, komt het Franse stel aangerend. Gelukkig is er voor hun ook nog een kamer, dus wachten ze tot wij klaar zijn. We besluiten eerst een nacht zonder airco te proberen, want het is al best prijzig zonder (RM65, € 16) en met airco is het nog duurder (RM75, € 19). Hier krijgen we spijt van en de andere 2 nachten dat we hier zullen slapen zijn met airco. Helaas gaat de airco voor dat geld alleen tussen 19:00 en 7:00 uur aan, wat niet zo fijn is als je het heetst van de dag wilt ontvluchten. Ro haalt 2 kleine pizza’s als diner, die we op bed opeten. ’s Avonds zien we een aanbieding van Air Asia naar Australië waardoor we voor het eerst “gedwongen” worden een planning te maken.

Uitgegeven: RM 170 (€ 44)

Vrijdag 7 juni hebben we een besluit genomen: we gaan eerst naar Australië voor we naar Indonesië gaan. We kunnen vanuit Kuala Lumpur naar Perth vliegen voor € 75 p.p. inclusief alles! En zo’n goedkope vlucht van bijna 6 uur hebben we nog nooit gezien. Zelfs vanuit Bali zal de vlucht anders naar Australië een stuk duurder zijn. Dus draaien we alles om en gaan we na Borneo eerst naar Oz en Nieuw Zeeland en dan terug via Indonesië. Alleen moeten we nu dus bepalen wanneer we gaan vliegen. De enige opties voor dit geld zijn voor ons 7 juli of 1 augustus. 7 Juli lijkt ons te vroeg, dan zijn we nog niet klaar met Borneo. Misschien wel, maar dan hebben we de hele tijd het gevoel dat we ons moeten haasten. 1 Augustus is eigenlijk weer wat te laat, maar dan kunnen we Singapore en/of Zuid Maleisië altijd nog eerst doen. Dus boeken we 2 vluchten naar Perth op 1 augustus. Daarna werk ik de website deels bij en gaan we een tijdje door de stad lopen.

We dineren in een leuk restaurantje, waarna we de rest van de avond in de gezamenlijke ruimte gezellig de rest van de website bijwerken.

Uitgegeven: RM 161 (€ 41)

Zaterdag 8 juni hebben we nog geen zin om echt iets te ondernemen. Om de een of andere reden zijn we allebei steeds heel moe, terwijl we wel veel slapen. Misschien is het de hitte? ’s Middags lopen we een keer de stad in en als we een bioscoop zien, kijken we even wat er draait. Over drie kwartier begint “Epic”, dus we wandelen nog even wat verder (ik koop zonnebril nummer 5, waarom gaan die dingen zo vaak stuk/raak ik ze kwijt?), voordat deze tekenfilm begint. We zijn een beetje ongerust om op een zaterdagmiddag naar een kinderfilm te gaan, want ja, de zaal zal wel vol schreeuwende kinderen zitten. Maar het valt mee. Er zijn wel veel kinderen, maar het merendeel zit stil en rustig te kijken. Het jongetje naast Ro deelt zijn popcorn met Ro en is heel trots dat HIJ naast die grote witte man zit en de andere jongetjes die bij hem horen kijken een beetje jaloers.

De film is echt heel leuk en heel mooi gemaakt. Na de film lopen we terug naar het hotel, via een bakkerij, en lees ik een boek, terwijl Ro internet en daarna ook komt lezen.

Uitgegeven: RM 192 (€ 48)

Zondag 9 juni staan we niet zo laat op, omdat direct onder ons raam de zondagmarkt bezig is. We wandelen anderhalf uur over de markt, die eigenlijk best leuk is. Er zijn ook een stuk of 7 kraampjes die dieren verkopen. Uiteraard zijn we er geen voorstander van dat dieren in winkels of op markten verkocht worden, maar de meesten zien er wel goed verzorgd uit en vrijwel allemaal hebben ze beschikking tot water. Er zijn puppies, kittens, konijntjes, cavia’s, hamsters, muizen, vogels, kippen en vissen. Nergens staat een prijs op, behalve bij een iets oudere dashund pup: RM680 (€170).

Nooit gedacht dat mensen hier zoveel geld zouden betalen voor een dier. Met enige moeite weerstaan we alle schattige pupjes en lopen we terug naar het hotel, waar we onze tassen inpakken. Rond 11:15 uur checken we uit en lopen we naar het busstation. Om 11:45 uur vertrekt onze minibus naar Ranau, die er volgens de Lonely Planet 2 uur over doet. Dat lukt niet helemaal. We zitten in de langzaamste minibus allertijde en als we zelfs door vrachtwagens worden ingehaald, weten we zeker dat dit een lange rit gaat worden. Maar wel fijn hoor, om niet als een idioot door het verkeer te scheuren. Onderweg zijn een aantal wegopbrekingen en ongelukken gebeurt, waardoor we vaak stil staan. We rijden langs Mount Kinabalu NP

 

en nog een uurtje later zijn we dan eindelijk, 4 uur na vertrek, in Ranau. Er gaan geen bussen meer naar Poring, dus moeten we hier blijven. We eten eerst wat bij KFC, want we zijn uitgehongerd. We hebben alleen wat droge crackers op vandaag. Als ik had geweten dat dit mijn laatste maaltijd voor de komende 44 uur zou zijn, had ik iets meer gegeten dan een klein bouillonnetje, een klein beetje witte kool salade en wat frietjes. En terwijl ik dit verslag type en op de tassen let, gaat Ro een rondje door de stad maken op zoek naar een fatsoenlijk hotel. Als hij terugkomt blijkt hij geslaagd te zijn en lopen we naar het hotel. Voor RM75 (€19) krijgen we een kamer met airco die het de hele dag doet EN een eigen badkamer. Dat is na Mulu NP en de Cameron Highlands, de 3e keer in anderhalve maand. Het kleine beetje dat rest van de middag en de rest van de avond hangen we wat rond in de kamer.

Uitgegeven: RM 174 (€ 44)

Maandag 10 juni komen we erachter dat een minibus naar Poring bijna onmogelijk is en we moeten toch een taxi nemen. Het is een half uur rijden en een mooie rit. Direct voor de ingang van de Poring Hot Springs, onderdeel van Mount Kinabalu National Park, zien we Erna Lodge. We nemen een snikhete kamer, zonder airco, en hopen dat het ’s avonds afkoelt. We gaan gelijk het park in en betalen de RM15 (€4) toegang. We lopen naar de hotsprings, het enige goede dat de Jappanners in de oorlog hier hebben gedaan. We willen eerst een bad nemen in één van de vele badkuipen, maar het duurt zo verschrikkelijk lang om die te vullen, dat we het opgeven.

We gaan naar het gloeiend hete grote bad, waar Ro vrij makkelijk in gaat zitten, terwijl ik er met heel veel moeite en heel langzaam eindelijk in kom. Het is erg heet. Gelukkig is het hier in de bergen qua buitenlucht iets koeler. Daarna gaan we in het ijskoude zwembad, met water direct uit de bergen. Dat is tenminste goed te doen. Het is best druk, zowel met toeristen als met lokale mensen. Er wordt ons aangeraden om naar de waterval te gaan, omdat je daar heel goed kan zwemmen. Maar we willen eerst gaan ontbijten (het is 12:30 uur). Ze hebben niet veel en we bestellen een bord noodles voor 2 personen. Ze geven aan dat ze de noodles van het plaatje niet hebben, maar wel anderen. We vinden het best, maar als het komt, is het net snot. Ik krijg het echt niet weg, dus heeft Ro een flink bord vol. Daarna lopen we naar de waterval, maar eerst komen we langs de canopy walk. We besluiten dit eerst te doen en we betalen RM5 (€1) p.p. en lopen erheen. Het blijkt een vrij lastige 500 meter omhoog te zijn, zeker op flipflops. Het is behoorlijk benauwd en er loopt een Islamitisch echtpaar met ons op, waarvan de vrouw in burka. Als we met z’n vieren zitten uit te puffen halverwege, vraag ik haar of ze het niet ongelooflijk heet heeft en dat heeft ze inderdaad. Vanuit mijn ooghoek zag ik haar regelmatig de lap stof die voor haar gezicht hangt omhoog houden, maar als ze denkt dat iemand haar kan zien, dan doet ze hem snel weer naar beneden. Uiteraard loopt haar echtgenoot lekker in een t-shirt en ook hij is flink aan het puffen van de hitte. Ik vind het gewoon mishandeling. Die arme vrouw valt zo nog flauw! Maar ze komen samen met ons bij de trap aan en we beklimmen de trap om bij de hangbrug te komen. Het is een smalle brug met niet al te stevige touwen aan de zijkant met een netje erlangs. De loopplank is van zichzelf al enigszins schuin en ik kan alleen maar zeggen dat het eng is.

  

De afstanden om bij het volgende boomplateau te komen zijn soms bijzonder lang en vooral de laatste brug is doodeng. Het is dat ik geen keus heb en wel door moet, anders was ik ermee gestopt. Ik schuifel voetje voor voetje naar het einde, en als ik daar ben beent Ro met grote passen (zonder de touwen vast te houden) achter mij aan. Ik snap niet hoe hij dat doet. Maar de plateaus in de boomtoppen maken alles goed. Het is er zo mooi! Maar ik ben blij als ik weer vaste grond onder de voeten heb. We lopen door naar de waterval en zijn de enige daar. Ik ga droog op een rots zitten, terwijl Ro gaat “zwemmen”. Het is erg ondiep, ongeveer tot zijn kuiten, dus het is meer een kwestie van onder de waterval proberen te komen en daar te gaan zitten. De bodem is bezaait met pijnlijke stenen. Als hij terug strompelt glijdt hij uit en wankelt wat.

Als hij uit het water komt en in zijn slipper stapt zegt hij dat zijn voet een beetje pijn doet. We kijken en zien een rode striem lopen. We lopen een paar stappen, maar de pijn wordt erger, dus we kijken nog een keer. De striem begint dik te worden. Dat is wel heel snel! We besluiten terug te lopen naar de kamer, zodat zijn voet omhoog kan. Het is ongeveer 10 minuten lopen, maar als we er bijna zijn beginnen zijn handen ongelooflijk te jeuken. Okee, dat klinkt meer als een allergische reactie. Ook lopen wordt steeds moeilijker, maar we halen de kamer. Ro gaat meteen zijn handen en voeten goed wassen en spoelen, in de hoop dat hetgeen de allergie veroorzaakt nog weggespoeld kan worden. Maar als hij onder de douche staat roept hij mij opeens en als ik aan kom rennen zie ik dat zijn hele lichaam onder de bulten zit. Alles behalve zijn hoofd. Ik leg hem op bed en ren naar buiten op zoek naar een dokter. Er lijken geen dokters in dit gehucht te zijn en ik ren naar de ticketverkoper van Poring Hot Springs. Hij belt de directeur en die zegt tegen hem dat hij één van de medewerkers ons direct naar het ziekenhuis moet laten brengen. Dus ik ren terug naar Ro, die zegt dat zijn hoofd aan het opzwellen is. Ik schrik me rot van dat opgeblazen hoofdje en ren terug naar de man, gil dat zijn hoofd is opgezwollen en hij zegt dat de auto eraan komt. Ik ren weer terug, help Ro met aankleden en neem hem mee naar buiten. Ik zet hem op de trap en ren terug of de auto er al is. Dan zie ik een auto mijn kant op komen en ren weer terug naar Ro, die ondertussen heel erg draaierig is. Ik help hem in de auto en de chauffeur rijdt zo hard als hij kan, maar nog wel veilig, terug naar Ranau. Het is qua kilometers misschien nog geen 20 km, maar het zijn veel scherpe bochten. Ondertussen ligt Ro erg zielig tegen mij aan, terwijl ik doodsangsten uitsta en hij mij gerust probeert te stellen. Ik weet het, het moet andersom, maar het idee dat zijn luchtpijp elk moment dicht zou kunnen gaan zitten zorgt voor een groot paniekgevoel. Ro vertelde later dat hij wel bang was, maar niet het idee had dat hij hier dood aan kon gaan. Die zekerheid had ik niet, omdat ik weet dat Ro zich altijd groot houdt, dus zijn woorden maken op dit moment weinig indruk op mij. Het duurt toch bijna een half uur voordat we voor de ingang van de Eerste Hulp worden afgezet. De receptionist wil eerst zijn paspoort en geld hebben en dat vind ik bijzonder irritant. Ik geef hem het paspoort en hij begint alles over te schrijven. Ik negeer hem en een verpleegster komt naar ons toe. Ze brengt hem naar een bed direct hier bij de ingang.

Artsen en verpleegsters komen en gaan, hij gaat aan de hartmonitor, hij krijgt injecties om de jeuk en bulten tegen te gaan, er komt een infuus omdat zijn bloeddruk veel te laag is en de receptionist probeert nog steeds RM50 (€ 12,50) van mij te krijgen. Als ik Ro 1 minuut durf te verlaten ga ik hem maar betalen. Het was 16:00 uur toen we binnen kwamen en een uur later zijn de bulten en de jeuk voor het merendeel weg. Het is geen privé kliniek of ook maar iets dat daar op lijkt, en er zijn geen privé kamers of zelfs maar een plekje waar je je terug kan trekken. De gordijnen, voor zover die er zijn, kunnen niet helemaal dicht en aangezien zijn bed zichtbaar was vanaf de ingang, kon iedereen hem zo zien liggen. Niet dat dat uitmaakt, maar dan heb je een idee. De artsen en verpleegsters spreken hier wel allemaal redelijk Engels. Ze zeggen een paar keer dat het beter was geweest als we hadden geweten welke slang of welk ander dier hem heeft gebeten, maar Ro kan zich echt niet herinneren te zijn gebeten (ik heb hem ook nooit “auw” horen roepen of zien opspringen ofzo). Ze zeggen dat hij een anafylactische shock heeft en dat hij hier in ieder geval vannacht moet blijven. De chauffeur heeft al die tijd gewacht, en geeft nu zijn telefoonnummer, zodat we kunnen bellen als we terug willen. Als zijn bloeddruk weer een beetje normaal is (104 over 59) wordt hij overgebracht naar de afdeling, dus in een veel te kleine rolstoel, met het infuus in zijn hand, wordt hij gereden. Het ziet er best grappig uit en ik merk dat ik weer kan lachen. We worden naar een slaapzaal gebracht met daaraan vast nog een slaapzaal. In de eerste staan slechts 5 bedden met daarbij de balie van de verpleegsters. Daarnaast is eenzelfde grote ruimte maar dan helemaal vol met bedden, een stuk of 20. Je kan er amper naast staan. Deze 5 bedden zijn vol, maar een oude man wordt direct met bed en al naar de ruimte hiernaast gereden en een nieuw bed wordt voor Ro binnengebracht. Het bed komt tussen 2 mannen in te staan en aan de overkant nog 2 bedden. De deur naar buiten leidt direct naar een binnenplaats, waar de toevallige passant zo naar binnen in je bed kan kijken. En in het begin krijgen we behoorlijk wat bekijks, maar de “lol” is er gelukkig snel af. Na nog geen half uur op deze afdeling beginnen de bulten terug te komen, iets wat we meteen bij de dokter moesten melden (en als de pijn in zijn borst erger wordt, of als hij zelfs moeite krijgt met ademen, dan moeten we helemaal direct aan de bel trekken). Dus ik loop naar een zuster, maar ze spreken allemaal geen tot heel slecht Engels. Ik neem haar mee naar Ro en zeg “de bulten zijn terug, kan de dokter komen?” “Ja, bulten.” “Is er een dokter?” “Nee, geen dokter.” “Jawel, er moet een dokter komen, want de bulten zijn terug.” “Ja, bulten”. “Nee, dokter.” Ik geef het op en ren terug naar de Eerste Hulp waar ze wel Engels spreken en zij bellen de dokter. Ik ren terug en na 5 minuten komt er een verpleegster die een beetje Engels spreekt en begrijpt dat de bulten terug zijn van weggeweest. Ze zegt dat ze een spuit gaat halen en tegen de tijd dat ze eindelijk een keer terug is, zit Ro helemaal onder de grote rode plakkaten. Het medicijn wordt ingespoten en het duurt bijna 2 uur voor ze wegtrekken. Ondertussen heeft Ro een maaltijd gekregen: rijst met een vis. Helaas zitten er allemaal kleine gedroogde visjes tussen de rijst, dus kan ik geen hap mee-eten. Het is sowieso niet lekker, volgens Ro. Rond 22:00 uur komt een verpleegster mij de meest luxe stoel uit het ziekenhuis brengen. Ik hang ondertussen al 6 uur op een plastic kuipstoeltje en weet niet meer wat ik met mezelf aan moet qua houding en verveling. Ro probeert voor mij wakker te blijven (wat ik niet goed vind, maar hij vind het zielig voor mij), maar toch is hij vaak hele tijden weg ergens tussen onze wereld en dromenland. Ik krijg een soort tuinstoel die je bijna plat kan leggen en een voetenbank uit kan trekken en ik krijg een deken. Ik lig een stuk comfortabeler, terwijl de bezoekers om mij heen nog steeds op hun rechte stoelen hangen. Ik probeer deze stoel een uur, maar hier lig ik nog steeds ongemakkelijk. Ro begint nu steeds langere periodes weg te zakken, maar het is hier gewoon te licht en luidruchtig om te kunnen slapen. Om 23:00 uur geef ik het op en kruip bij hem in zijn smalle ziekenhuisbed, nadat hij zekerheidshalve nog een spuit tegen de bulten krijgt. Het is niet bepaald koel hier, want de ventilatoren kunnen ons niet bereiken, omdat de gordijnen van andere patiënten ons daarvan scheiden. De 4 oude mannen om ons heen hoesten, proesten, rochelen en kreunen de hele nacht lang. We betwijfelen sterk of één van hen de ochtend gaat halen en soms giechelen we als 2 schoolmeisjes als er weer wat ranzige geluiden voorbij komen. Het wordt een lange, lange nacht!

Uitgegeven: RM 186 (€ 46)

Dinsdag 11 juni slapen we misschien af en toe een paar gestolen minuutjes, maar niet genoeg. Bovendien bekijk ik ongeveer elke 10 minuten zijn armen om zeker te weten dat de bulten niet terug zijn gekomen en of hij überhaupt nog wel ademt. Om 6:00 uur worden we “wakker” gemaakt en krijgt Ro weer een shot. De bulten zijn nog steeds niet terug en hij voelt zich alweer een stuk beter. Zijn bloeddruk is nog niet veel hoger, maar daar merkt hij niks van. De zuster zegt dat de dokter om 8 uur haar ronde komt doen en dat die bepaalt of hij wordt ontslagen. Dus blijven we nog 2 uur in bed liggen, zonder te kunnen slapen. Wel krijgt Ro een ontbijtje, waarvan ik stiekem een ½ gekookt ei mee-eet. Ik verga van de honger. Dan komt de dokter en ze zegt dat alles goed is en dat we mogen gaan. Wel moeten we morgen terugkomen voor nog een bloedtest, om zeker te weten dat het goed is. We moeten maar even wachten op de ontslagpapieren en het recept voor de lading medicijnen die Ro moet gaan slikken, o.a. prednison en antibiotica. We wachten en we wachten. Ro gaat op een stoel zitten, want hij wil niet meer liggen. En voor het eerst val ik dan toch echt in slaap. Ik slaap misschien wel een uur en als ik wakker wordt is het half 11 en we zitten nog op die papieren en het recept te wachten. Ik ben zo moe en heb zo veel honger en daar kan ik best chagrijnig van worden, maar ik probeer zo vriendelijk mogelijk te vragen of we die papieren misschien NU mogen, want we moeten ondertussen al uit ons hotel gaan uitchecken. Ze pakt twee formulieren, vult deze in ongeveer 3 minuten in, geeft ze en we mogen naar de apotheek. Hebben we daar nou 2,5 uur op zitten/liggen wachten!! We verlaten de zaal, waar de 4 oude mannen gelukkig nog leven en hun familie nog langer aan hun bed mogen blijven zitten. Ik heb zo’n medelijden met deze mensen die aan deze bedden zitten. Ze verzorgen hun geliefde echtgenoot, vader, opa of ??? zo goed mogelijk, maar zelf gaan ze er zo aan onderdoor. Ik realiseer me nu dat de bezoekuren in Nederland helemaal niet zijn om de patiënten rust te gunnen, maar om het bezoek rust te gunnen! We lopen naar de apotheek, waar we nog een kwartier wachten op onze medicijnen en dan mogen we naar buiten! We stappen in een minibus die ons naar het centrum brengt, wat verbazingwekkend dichtbij was en ik vannacht best heen had kunnen lopen om iets te eten te halen. Het is niet echt een toeristenstad en het enige eten dat we weten en vertrouwen is de KFC. Ik ren bijna naar binnen en bestel een grote friet, aardappelpartjes en koolsla. Het duurt me veel te lang, maar dan krijgen we eindelijk eten. Het is 44 uur geleden dat ik iets gegeten heb, op een half ei en een koekje na. En ik krijg het gewoon niet weggewerkt. Ik prop me zo vol mogelijk en Ro eet de rest. Daarna nemen we een taxi terug naar Poring, waar gelukkig onze spullen nog veilig in de kamer liggen. Gisterenmiddag hadden we de Rafflesia bloemen die hier groeien willen bezoeken, maar dat was er niet meer van gekomen. Omdat we zeker weten dat we gelijk in slaap vallen als we op bed gaan liggen, besluiten we daar eerst heen te lopen. Als we bij de ingang van de tuin aankomen, blijken ze RM30 (€ 7,50) entree te vragen! Belachelijk! Voor het Nationale Park betaalden we RM20 om ze te zien en daar had je een groot park. Dit is gewoon een hek om een privéstuk grond waar ze groeien. En ondanks dat we er hier 2 kunnen zien (en we dat best willen) gaan we niet meedoen aan zoiets. Dus draaien we gewoon om en lopen terug naar onze kamer. Daar ploffen we op bed en Ro is binnen 3 minuten in dromenland. Ik ben klaarwakker en lees uren in mijn boek. Als ik eindelijk in slaap val, wordt Ro wakker en ondanks dat hij zachtjes de kamer verlaat word ik toch wakker. En daarna lukt het niet meer om in slaap te komen. Ik lees maar weer verder. Ro zit in de woonkamer tv te kijken en te computeren. Hij komt me halen als het etenstijd is en we lopen naar het enige restaurant dat open is. Ik bestel een kipsalade omdat ik iets licht verteerbaars wil en dan krijg ik 3 schijfjes komkommer en 3 plakjes tomaat met daarop een lading kipnuggits (bah). Tja, het zal wel nooit wat worden met mij en het eten hier. Gelukkig is er een leuke hond onder de tafel die gek is op kipnuggits. De kat probeer ik ook te voeren, maar de hond valt haar steeds aan en krijgt toch het eten. Ro had namelijk 3 gerechten besteld, in de veronderstelling dat het hele kleine porties waren (gezien de prijs), maar het bleken 3 volwaardige maaltijden te zijn. Dus hij hoeft ze niet. Ook ’s avonds duurt het weer lang voor we in slaap vallen, het is al bijna middernacht.

Uitgegeven: RM 125 (€ 31)

Woensdag 12 juni sleept Ro mij om 7 uur uit bed. Eindelijk, eindelijk sliep ik en dan moeten we om 8 uur in het ziekenhuis zijn. Maar we zijn allebei te moe om op te schieten en dus stappen we pas om 8 uur in een taxi. We nemen al onze bagage mee, zodat we straks niet nog 2 maal met de taxi op en neer hoeven. Een half uur later zijn we in het ziekenhuis en wordt Ro’s bloed direct afgenomen. Daarna begint het lange wachten in de overvolle wachtkamer op de uitslag. Met de uitslag lopen we terug naar de slaapzaal, waar we de arts moesten opzoeken. Van de 4 mannen liggen er nog 3 in hun bed. De vierde is er niet en we vermoeden het ergste. De vrouwen die hier zitten, zien er niet uit of ze sinds we ze hadden ontmoet 40 uur geleden nog weg zijn geweest. Ik denk niet dat ik het had gekund hier zo lang te moeten zitten aan een bed. Met Ro kon ik tenminste nog praten, maar deze vrouwen verwijderen alleen slijm. Maar de dokter komt er al aan, dus richt ik mijn aandacht op haar. Alles is goed en als Ro haar verzekert dat hij zich echt weer 100% zichzelf voelt, mogen we gaan. Maar niet voordat we de rekening hebben betaald. Dus worden we naar de accountant gebracht, die Ro het “schokkende” bedrag van RM90 (€ 22) laat afrekenen voor de overnachting, het eten, de medicijnen die zijn toegediend, de medicijnen die we mee hebben gekregen, bloedtesten en de doktersbezoeken. De RM50 (€12) die ik bij binnenkomst had betaald, was alleen voor de 3 uur op de Eerste Hulp. Nadat we deze rib uit ons lijf (hihi) hebben betaald, zijn we blij Poring en Ranau te mogen verlaten. We nemen de minibus weer naar het centrum. We hadden bedacht naar het noorden te gaan, naar een eiland of een longhouse homestay, maar iedereen geeft aan dat we dan terug moeten naar Kota Kinabalu. We lijken weinig keus te hebben en stappen in een minibus naar KK. Onderweg zien we dat we ook eerder uit kunnen stappen, op een weg die van KK naar het noorden gaat, maar ja, of we dan ooit een bus vanaf dat kruispunt vinden, is maar zeer de vraag. Dus rijden we in een kleine 3 uur terug naar KK, waar we weer naar Akinabalu Youth Hostel teruggaan. We nemen weer een kamer met airco, balen dat we tot 19:00 uur moeten wachten voor die aangaat en gaan in de stad ontbijten/lunchen. We vinden een café met een geweldig leuk gemaakte kaart en ik neem een uiensoep en Ro een hamburger. We besluiten hier vanavond terug te komen en tot die tijd en daarna doen we lekker NIKS.

Uitgegeven: RM 485 (€ 116)

Donderdag 13 juni is mijn moeder jarig, dus stuur ik haar allereerst onze felicitaties. Daarna pakken we onze spullen en lopen we rond 11 uur het hotel uit, op zoek naar een bus naar het noorden. Onderweg vinden we nog een internetcafé met scanner, zodat we alle ziekenhuisrekeningen kunnen inscannen. Als we naar de bus lopen, zeg ik dat ik eigenlijk niet perse naar het noorden wil. De eilanden zijn niet zo mooi als in het oosten, de longhouses zijn niet beter en er zijn weinig dieren. Ro vraagt of ik dan misschien gelijk naar Sepilok, de Orang Oetan opvang, wil en daar heb ik veel meer zin in. Dus pakken we de Lonely Planet erbij en dan komt het moment waarop we ons voor kunnen stellen dat iets meer planning soms wellicht het leven prettiger zou maken. Want om bij Sepilok te komen, moeten we met de bus ongeveer 7 uur rijden, waarbij we door Ranau komen, waar we gisteren in 3 uur vandaan zijn gekomen. We zuchten diep en nemen een taxi naar het grote busstation buiten de stad. Want naar Ranau kun je wel met een kleine minibus vanuit de stad, maar naar Sandakan moet met een grote bus (gelukkig). Als we daar aankomen rond 12:00 uur blijkt de volgende bus pas om 14:00 uur te zijn, dus storten we ons op een boek op de stenen bankjes en wachten 2 uur.

Als we nog eens 2 uur later Ranau voorbij zijn wordt het landschap steeds mooier en hebben we eindelijk het idee dat we echt in Borneo zijn: oerwoud, oerwoud, oerwoud. Als de zon bijna onder is beginnen we duidelijk weer in de buurt van de mensen te komen, want het oerwoud verandert langzaam in palmboomplantages. Ik ben gewoon blij dat de zon even later onder is en ik dat allemaal niet meer kan zien. Rond 8 uur zijn we op het busstation en aangezien dat 4km buiten de stad is, nemen we gelijk een taxi die ons naar Sandakan Backpackers brengt. Daar krijgen we een mooie, schone privëkamer met airco voor weinig geld. We lopen eerst de stad in, want Ro heeft alleen 2 geroosterde boterhammetjes gegeten vandaag en ik nog niks. We gaan in een restaurant zitten en Ro bestelt: “nee, dat hebben we niet”. “Nee, dat ook niet”. “Sorry, ook niet”. Optie 4 hebben ze wel. Ro baalt wel. Als de ober later terugkomt dat mijn pompoensoep er ook niet meer is, hebben we het gehad en lopen we ergens anders heen. We vinden een lokaal tentje aan het water en eten redelijk.

Uitgegeven: RM 245 (€ 59)

Vrijdag 14 juni zoeken we uit wat we willen doen. Uiteindelijk boeken we voor morgennacht een nacht bij Sepilok en daarna gaan we 3 dagen op tour voor RM690 (€175). Verder doen we weinig vandaag.

Uitgegeven: RM 537 (€ 130)

Zaterdag 15 juni staan we om 8 uur op en lopen we naar de bus. Om 9 uur vertrekken we en na een ontelbaar aantal stops zijn we een uur later in Sepilok Rehabilitation Centre. De voedertijd begint om 10:00 uur, maar we moeten onze tassen nog in een kast stoppen en kaartjes kopen (RM30, €7 p.p. + RM10, € 2 voor de camera). We lopen snel het pad op dat naar de voederplaats leidt en we zijn daar om 10:10 uur. Er zijn 5 Orang Oetans aanwezig, inclusief een baby. Ook zijn er een heleboel makaken: de voor ons bekende long-tailed macaque en de voor ons nieuwe pig-tailed macaque. En alle drie de soorten zitten op het platform te eten. Wat een mooi gezicht.

Helaas vertrekken de Orang Oetans al snel en binnen 8 minuten zijn er alleen nog makaken.

 

Ook de toeristen verdwijnen langzaam, tot alleen wij en een groepje Aziaten over zijn. Er loopt een groot mannetjes makaak over de reling, waarbij je uit de buurt moet blijven. Opeens beginnen de Aziaten hem uit te dagen en de makaak valt een van hen aan maar mist “gelukkig” net. Hierdoor sluit hij ons wel in op het platform en we kunnen geen kant op, met een agressieve makaak in de enige opening. De mannen lachen en vinden het zo grappig, terwijl wij het bijzonder irritant vinden. De aap gaat terug en wij ontsnappen vanaf het platform, maar de aap is nu boos en lijkt niemand meer toe te laten. Dus besluiten we ook maar weg te gaan, want dit heeft toch geen zin. Zeker als de Aziaten er niet zijn waar hij zijn tanden in kan zetten. Geïrriteerd lopen we terug naar de ingang. We bekijken de film die hier wordt gedraaid en lopen met onze tassen naar Sepilok Jungle Lodge. We hadden een standaard kamer met airco gereserveerd (RM105), maar de airco blijkt niet te werken. Dat wisten ze al toen we boekten, maar waren ze vergeten te melden. Nadat Ro zich een beetje boos had gemaakt krijgen we de superieur kamer voor RM120 i.p.v. RM160. We besluiten deze te nemen, want het is maar 4 euro duurder en ook wel eens lekker. We rusten kort in de kamer en gaan daarna terug naar Sepilok om daar te lunchen. Na de lunch is het 14:00 uur en mogen we weer terug naar binnen. We zijn nu de eerste en kiezen de beste plek: op het platform en het dichtst bij de voederplek. Pas om 15:00 uur worden ze gevoerd, maar gedurende het grootste deel van de tijd worden we vermaakt door de makaken. Het eten wordt gebracht, maar geen Orang Oetan. Het duurt 11 minuten voordat de eerste eraan komt, die met zijn gezicht tegen een boom aan gaat zitten eten.

Na 17 minuten naar zijn rug gestaard te hebben, komt er een mama met kleine baby aan.

 

 Ze blijven nog even en een half uur nadat de eerste was verschenen, zijn ze allebei weer weg. We blijven nog een tijdje naar de makaken kijken en lopen dan ook terug. We relaxen tot 18:45 uur en lopen dan terug naar Sepilok, waar we ons hebben ingeschreven voor een nachtwandeling. We zijn de enigen, dus dat is heel prettig. Als we nog geen 20 meter de jungle in zijn, ziet de gids een kleine slang. Het is een Wagler’s Pit Viper, zeer giftig en van het type “je gaat binnen 25 minuten nadat je gebeten bent dood, als je geen tegengif krijgt”. Dit is nog een baby, maar nog steeds giftig.

 Als we nog een klein stukje verder lopen begint het opeens hard te waaien en dat is gevaarlijk in de jungle. Je kan zo een grote tak of halve boomstam op je hoofd krijgen, dus we lopen snel terug. Gelukkig zakt de wind na een minuut of 10 en lopen we de jungle weer in. We zijn deze keer nog geen 5 meter de jungle ingelopen of we horen een hoop geluid vlak naast ons. We kijken en kijken, maar zien niks. De gids loopt al verder als er opeens met nog meer gesuis iets naar beneden valt. Ro ziet als eerste de grote volwassen Wagler’s Pit Viper liggen. We vermoeden dat hij op deze manier jaagt. Maar het idee dat dodelijke slangen zich zomaar uit bomen naar beneden laten vallen, is niet heel prettig. We gaan er maar vanuit dat ze dat niet zomaar doen en heus wel opletten waar ze gaan landen.

 We wandelen over paden waar we overdag niet mochten komen en het is een mooie wandeling. We zien o.a boomkrabben, iets waarvan we het bestaan niet afwisten. En ondanks een enkele drup blijft het redelijk droog. Na de wandeling eten we nog in het restaurant, maar de spaghetti die ik krijg is zo vies dat zelfs Ro het niet lust. En dat wil wat zeggen! Rond middernacht vallen we in slaap.

Uitgegeven: RM 335 (€ 81)

Zondag 16 juni word ik midden in de nacht wakker van gerammel aan onze deur. Ik stoot Ro aan dat er iemand aan de deur zit. Maar hij reageert niet. Het gerammel houdt op, dus ik neem aan dat diegene weg is. Dan begint het gerammel weer en ook zie ik het licht bij de deur veranderen. Zonder lenzen en bril zie ik heel weinig, dus ik snap niet wat er aan de hand is. Ik stoot Ro wat harder aan en hij springt uit bed. Later vertelt hij mij dat hij zag dat de deur open stond en dat dat het licht verklaarde dat ik uit de gang zag komen. Onze kamer was de eerste kamer in een gang met aan de beide kanten een stuk of 8 kamers. We hadden de deur alleen op het haakslot gedaan, waardoor de deur wel 5cm open kan maar niet verder. En iemand had de deur dus daadwerkelijk proberen te openen, waardoor Ro dus uit bed sprong. Als hij door de 5cm kier kijkt roept hij zachtjes “het zijn twee Orang Oetans”, wat ik uiteraard niet geloof, maar toch als een idioot mijn bril begin te zoeken op het nachtkastje en half rennend uit bed kom springen. Ro heeft ondertussen de deur helemaal open en ik zie aan het einde van de eerste helft van de gang, tegen de klapdeuren, 2 kleine Orang Oetans naar ons kijken. Pas dan geloof ik Ro. De kleinste loopt door de klapdeur weg, terwijl de andere naar ons toe komt. Ik praat zachtjes tegen haar en ze blijft op ons afkomen. Als ze ongeveer halverwege is doen we snel de deur dicht, want ten eerste is dit heel slecht voor Orang Oetans om zo dicht bij de mensen te komen en ten tweede willen we onze vingers behouden voor het geval ze niet zo lief is als ze eruit ziet en ten derde willen we ook niet dat ze onze bacteriën op haar krijgt. Dus kijken we door het kijkgaatje, maar ze is verdwenen door de klapdeur. Voorzichtig gaan we achter ze aan, Ro in een onderbroek en ik in mijn nachtjapon, op blote voeten. Ro vindt ze achter het 2e deel van de gang, waar ze buiten een prullenbak aan het leeghalen zijn. We blijven op ongeveer 20 meter afstand naar ze kijken. Ze lijken niet bang van ons en lijken ons niet vervelend te vinden, maar we willen ze zeker niet aanmoedigen om te dicht bij mensen te komen. Dus blijven we een beetje uit hun gezichtsveld. Het kleintje is pas een paar jaar oud en laat de iets grotere niet los. Later leren we dat de grootste, de 12 jarige Rosa is en dat het kleintje een 4 jarig jongetje is. Ze zijn meestal samen. Het is aandoenlijk om het kleintje zo aan Rosa te zien hangen. Als al het lekkers uit de prullenbak is, klimmen ze op het dak. Het gaat gepaard met de nodige geluiden, want het is een golfplatendak. We zijn bang dat er zo andere toeristen gaan komen, maar die snurken gelukkig allemaal verder.

 Als ze te ver uit ons gezichtsveld zijn verwijderd, gaan we een tijdje weg, zodat ze kunnen bepalen wat ze willen doen. Als we 10 minuten later weer komen kijken, zitten ze weer op het uiteinde van het dak. We blijven een tijdje kijken en dan komen de honden ook eens kijken. Ze blaffen naar ze en we jagen ze weg. Het is lastig honden terecht te wijzen zonder de primaten te laten denken dat we hun weg willen jagen, maar Ro kan blijkbaar zo boos en overheersend kijken, want hij hoeft ze alleen maar aan te kijken en te wijzen en ze lopen weg. Als ze aan het eind omdraaien en Ro zien wijzen, draaien ze met de staart tussen de benen weer om en lopen weg. Dat scheelt, want nu kan het geluidloos, wat prettiger is voor de aapjes. Ze blijven een tijd op het dak en lopen naar de andere kant, waarbij ze bovenop “onze” kamer gaan zitten.

 Als ze aanstalten beginnen te maken om naar beneden te komen, begint de zon langzaam op te komen. We willen dat ze opschieten en de jungle in verdwijnen voordat er hordes toeristen tussen hun en de jungle komen te staan. Maar ze nemen hun tijd en de toeristen slapen verder. Wij houden afstand en verstoppen ons achter struiken en muurtjes, zodat wij niet in hun weg staan. We weten niet precies hoe ze terug willen, maar het spoor van leeg gegooide prullenbak geeft een indicatie van hoe ze hier zijn gekomen.

 Op hun dooie gemakje lopen ze voor de receptie langs en gaan rustig op straat liggen. En dan lopen ze langzaam, hand in hand, de brug over naar het restaurant. Als ze om het restaurant heen zijn rennen we snel en zachtjes over de brug en naar de hoek. Daar zien we ze nog net een boom inklimmen. We lopen langzaam naar de boom en ze blijven rustig op 3 meter hoogte en ongeveer 8 meter bij ons vandaan naar ons kijken. Nu ze in hun eigen omgeving zijn en voldoende ontsnappingsmogelijkheden hebben, zullen ze ons niet meer aanvallen en gaan we op een bankje zitten en naar ze kijken. Na een paar minuten klimmen ze verder en verdwijnen in de jungle. Het is nu 6 uur, 2 uur nadat onze deur was geopend. Als we terugkomen, komen de eerste toeristen naar buiten. Net te laat. We gaan terug naar bed, maar zijn zo wakker als maar mogelijk is. We bedenken wat er zou zijn gebeurt als de deur niet op slot was en we ineens wakker waren geworden omdat er 2 Orang Oetans op bed waren gesprongen. We hebben geen idee of ze lief met ons waren omgegaan, maar de kans dat de camera en de laptop of welk ander ding ze ook te pakken hadden gekregen het had overleeft, lijkt ons heel klein. We zijn het er over eens dat dit de meest geweldige ervaring in Azië is geweest en waarschijnlijk nooit overtroffen zal worden. We kunnen echt niet meer slapen, dus we praten, lezen en om 8 uur gaan we ontbijten. Onderweg stop ik bij de receptie en vertel van ons nachtelijk bezoek. Ze zegt dat dat makaken zijn, die komen hier wel eens. Ik zeg dat het echt Orang Oetans waren, maar ze kijkt me aan met een blik in haar ogen dat zegt “arm kind, kan niet eens het verschil zien tussen een makaak en een Orang Oetan”. Dan komt Ro binnen en ik vraag of ze de foto’s wil zien. Dat wil ze wel en ze is helemaal verbaast dat het geen makaak is. Ze heeft in alle jaren dat ze hier werkt nog nooit zoiets gehoord. Soms zien de bewakers er wel één aan de rand van de lodge in de bomen, maar nog nooit op de lodge en al helemaal niet in de gangen. Ze is enthousiast en blijft maar zeggen hoeveel geluk we hebben gehad. We hadden een beetje verwacht dat dit wel vaker gebeurde, maar nu zijn we helemaal in onze nopjes met ons nachtelijk avontuur. We lopen verder naar het restaurant. Normaal ontbijt ik niet zo vroeg, maar ik ben tenslotte al 4 uur op. In de slaapzaal blijkt een schorpioen te lopen, dus die wordt door de personeelsleden gevangen en meegenomen naar de personen aan de tafel naast ons. Ze laten de schorpioen per ongeluk vallen en moeten hem weer opnieuw vangen. Wij gaan even kijken en zien dat het een giftige zwarte is, met een grote staart en kleine schaartjes. Tjonge, een schorpioen en 2 slangen in 12 uur. Normaal zie je ze zelden, nu alles tegelijk. Na het ontbijt lopen we naar Sepilok, waar Ro 2 nieuwe kaartjes koopt, terwijl ik een medewerkster op de hoogte breng van ons bezoek. Ze denkt dat het gewoon nieuwsgierigheid was en ziet er niet teveel kwaad in. Maar ook zij vindt het wel apart. Dan is het 9:00 uur en we zijn de eerste en enige die naar binnen gaan. We kijken onderweg of de slangen er nog zijn, maar die zijn weg. Dan gaan we op het platform zitten, op de beste plek. Het is nu al bloedheet in de zon en we verhuizen naar de schaduw. Als een minuut of 10 later de toeristen beginnen te komen ga ik in de zon zitten. Het is eigenlijk te heet. Dan komt Ro erbij. We smelten weg. Het wordt steeds drukker en drukker en als het eindelijk 10 uur is (en we doorweekt zijn van het zweet), komt de man met eten. Hij wordt gevolgd door een Orang Oetan en al snel komen nummer 2 en 3. Uiteraard zijn de makaken ook weer van de partij. Er komen in totaal 7 mensapen langs. En deze keer gaan ze niet snel weg.

 

 Als 4e en 5e komt een heel bekend stel langs, waar we deze ochtend al 2 uur naar gekeken hebben. We herkennen ze meteen. Wat een heerlijk stel. Rosa is erg ondervoed geweest en daardoor niet goed gegroeid. Ze is te klein voor haar leeftijd: ze is ruim 12 jaar, maar wij hadden haar wat jonger geschat. Het 4 jarige ventje wordt een beetje gepest door een ander kleintje en gaat er snel vandoor. Vast niet ver, want Rosa blijft nog even eten. Na half 11 geeft Ro het op en gaat naar de schaduw. Ik blijf lekker wegsmelten op mijn stoel. Een meisje probeert constant mijn plek over te nemen, maar dan had ze maar eerder moeten komen. Als je hier wilt zitten, moet je er wat voor over hebben. Maar als ik ineens opspring, omdat er weer een makaak voor mijn neus op de reling springt, gaat zij snel op mijn plek zitten, naast de makaak. Ik ben in een te goede bui om me er iets van aan te trekken, maar kan toch niet anders dan denken dat als ze daar wou zitten, ze een uur eerder had moeten komen en al die tijd in de brandende zon had moeten zitten. Maar ja. Ik kijk een tijdje naar een pig-tailed makaak met een baby van hooguit een paar dagen oud. Het is een klein worstje met een zwart hoofdje. Als een andere makaak haar wil lastigvallen komt het Alfa mannetje vanaf het platform aangestormd, springt door bomen en jaagt de aap weg. Deze springt op zijn beurt van schrik bijna op de groep waar Ro bij staat. Een andere kleinere aap wil graag dichtbij de mama en baby komen, maar zij laat steeds angstig haar tandjes zien en maakt dreigende geluiden. Er gebeurt zoveel en we kunnen ons amper losrukken als het bijna 11 uur is. Er is zelfs nog één Orang Oetan als we vertrekken.

 We lopen terug naar onze kamer, pakken onze tassen in en checken uit. Dan gaan we een half uur in de Sepilok Kantine zitten wachten op de bus, die mooi op tijd is. We stappen in de luxe bus die ons in 2 uur naar Sungai Kinabatangan brengt. Vrijwel de gehele weg zien we niks anders dan palmboomplantages, zo ver als het oog kan zien. Triest! Als we aankomen worden we met een bootje naar de overkant van de rivier gebracht en welkom geheten in de Nature Lodge. We krijgen een welkomsdrankje en alles wordt uitgelegd. Daarna worden we naar de Cabin gebracht, waar we moeten slapen. Het stelt bijzonder weinig voor, er is geen airco zoals we hadden verwacht en het matras is zo dun en doorgezakt dat je op de planken ligt. Maar gelukkig hebben we onze eigen luchtbedden mee, die we erop leggen. De hitte is helaas niet zo makkelijk te verhelpen. We waren rond 14:30 uur aangekomen en om 15:30 uur krijgen we thee/koffie met een koekje en om 16:00 uur begint de eerste River Cruise. We zijn ingedeeld in een groep met 12(!) personen en gaan allemaal dezelfde boot in. Wij zitten helemaal vooraan, waardoor je niet echt door hebt dat er zoveel mensen bij je in de boot zitten. We stoppen onderweg om te kijken of de Mangrove Snake er nog ligt en ja hoor, deze geel met zwarte slang ligt nog te slapen in de boom.

 Verder zien we vooral vogels. Dan wordt de gids gebeld en daarna spurten we weg. In volle vaart gaan we door de rivier en na een minuut of 10 zien we behoorlijk wat bootjes liggen in de verte. Maar dan zien we opeens 2 Pygmy olifanten direct aan het water in het hoge riet staan. We zijn de enige boot hier en de gids vaart langzaam de punt van de boot, waar wij zitten, de oever op. We zitten op minder dan 2 meter van deze grijze jongens af, maar ik denk niet dat het de bedoeling is dat we zo dichtbij komen.

  

 Gelukkig ziet de gids dat ook in en we varen een stukje achteruit tot ze op ongeveer 5 meter afstand zijn. Daarna varen we naar de plek met de andere bootjes, waarbij we onderweg nog 2 olifanten passeren. De meeste boten liggen bij de mama’s met baby. In eerste instantie zijn er 2 baby’s, maar later worden dit er 4. De mama’s zijn al niet bepaald grote olifanten, maar de baby’s zijn helemaal ukjes.

 

 Het is de eerste keer dat we in ons leven dit soort olifanten zien en we zijn dan ook heel blij. Om eerlijk te zijn gingen we er wel een klein beetje vanuit dat we olifanten zouden zien, omdat ik (wij?) nog steeds de vloek draag (dragen) dat we altijd olifanten zijn als die in de buurt zouden kunnen zijn. Dit heeft nog nooit gefaald en ondanks dat ik het in Afrika vreselijk vond om ze steeds maar tegen te komen, ben ik er nu wel blij mee. Dan verteld de gids dat we heel veel geluk hebben, want hij heeft de olifanten langs de rivier in meer dan 2 maanden niet meer gezien! De  vloek is sterker dan we dachten, hihi. We blijven een tijdje kijken en we zien er in totaal 18 van deze groep die uit 30 dikhuiden bestaat. Alsof deze dag al niet bijzonder genoeg was na ons Orang Oetan avontuur vannacht. Daarna gaan we op zoek naar de apen. Al snel stopt de gids voor een groep long-tailed makaken. Op een gegeven moment zie ik hoog in de boom een aap verstopt achter de bladeren zitten dat verdacht veel op een ander soort aap lijkt. Ik leen Ro’s camera en zoom in. En ja hoor, deze dag kan nog beter worden, want het is een neusaap. We zeggen tegen de gids dat er een neusaap zit en de gids begint een verhaal over dat hier inderdaad neusapen wonen. Nee, zeggen we, hij zit daar in de boom. Ja, zegt hij, ze leven inderdaad in bomen en we gaan ze nu zoeken. Nee, ze zijn er al, houden wij vol. En dan kijkt hij nog eens goed en ziet de ondertussen steeds groter wordende groep neusapen.

We blijven een tijdje kijken en daarna varen we verder. Onderweg zien we nog een paar groepen makaken en nog een groep neusapen. Daarna is het tijd om terug te varen. We hebben een half uur om even te rusten als het 19:15 uur is en we gaan eten. Het is in buffetvorm en helemaal niet zo slecht. Na het eten, om 20:30 uur, begint de nachtwandeling. Voor we beginnen moeten we allemaal laarzen huren, want het is erg modderig, wordt ons medegedeeld. Alleen is de grootste maat 4 (!!!) maten te klein voor Ro. Hij heeft geen keus en wriemelt zijn voeten erin. En we hebben ze echt nodig: je zakt soms tot bijna de bovenkant van de rubberlaarzen in de modder weg. Op aanraden van de gids moet je in beweging blijven, anders word je vastgezogen. Tja, dat is veel makkelijker gezegd dan gedaan. En dan zijn we ook nog met 13 personen, dus de kans dat we dieren zien wordt zo wel heel klein. Ook is het vrijwel onmogelijk om om je heen te kijken, omdat je dan opeens in de blubber kan wegzakken. We zien dan ook eigenlijk helemaal niks, op een minuscuul klein kikkertje en 2 slapende ijsvogels na.

 Maar we lopen wel vooraan, dus als er iets geweest was, hadden we de meeste kans dat we het ook zouden zien. Na een uur zijn we terug op de lodge en we gaan nog even op zoek naar krokodillen, maar keren zonder ze gezien te hebben terug naar onze kamer. Een uur later zijn we diep in dromenland, terwijl Ro’s tenen nog steeds behoorlijk pijn doen.

Uitgegeven: RM 100 (€ 25)

Maandag 17 juni staan we om 5:30 uur op en om 6:00 uur zitten we in de boot.

 We varen ongeveer anderhalf uur over de brede rivier (de andere kant dan gisteren) en zien de makaken en neusapen wakker worden.

Ook zien we heel veel vogels. Ro en ik zien een grote krokodil door het water zwemmen, maar voordat anderen ook maar enigszins in de goede richting kijken, is hij allang weer ondergedoken. Als we weer bijna terug zijn op de lodge zien we een krokodil op de oever liggen.

Daarna gaan we ontbijten. Na het ontbijt, tegen 8:00 uur, lopen we naar de receptie en vragen we of ze grotere laarzen kunnen regelen. Ze doen een halfslachtige poging, maar blijven volhouden dat dit de juiste maten zijn voor Maleisische mensen. Dat bijna 100% van hun bezoekers Europeanen zijn, lijkt geen relevante opmerking. Als we vragen of dit niet vaker voorkomt, zeggen ze dat het regelmatig voorkomt. Wij vragen waarom ze niet vooraf hebben verteld (of beter nog, op de brochure zetten), dat het erg modderig is en dat de laarzen maar tot maat 43 gaan. Ro kan onmogelijk mee op de wandeling die over een uur begint en ook de nachtwandeling vanavond is zo niet mogelijk. En de junglewandelingen is waar we voor kwamen. De boottochten zijn ook wel aardig, maar wandelen door de jungle is veel beter. We vragen ze wat we dan moeten doen tot 16:00 uur vanmiddag en ze blijven volhouden dat Ro dan maar op laarzen 4 maten te klein moet lopen. Wij houden vol dat dat geen optie is. Als ze echt geen laarzen kunnen vinden zeggen we dat we anders wel vertrekken samen met de groep die maar 1 nacht is gebleven en dat we ons geld (deels) terug willen. Ze zeggen steeds dat we ons geld dan maar bij het hotel waar we geboekt hebben moeten halen, maar zo dom zijn we nou ook weer niet. Ze geven het hotel de schuld, omdat zij hadden moeten zeggen dat het modderig is en dat de laarzen niet in Ro’s maat aanwezig zijn. Wij gaan daar niet mee akkoord en er wordt druk gebeld, ik praat met de manager in KK, en uiteindelijk krijgen we RM248 (€62) van de RM690 (172) terug. Wat we ook proberen, we krijgen niet het geld van de kamer voor komende nacht terug en uiteindelijk gaan we maar akkoord. Ondertussen is de bus met de andere vertrekkende gasten allang weg en komt er speciaal voor ons een bus. Na ongeveer 5 minuten heel zachtjes rijden op een onverharde weg zie ik opeens heel duidelijk in de lichte modder een pootafdruk. Ik kijk en kijk, maar het enige wat ik kan bedenken is dat deze afdruk met 3 tenen van een neushoorn is! En die zijn hier extreem zeldzaam. Als we internet hebben moet ik meteen opzoeken of er geen andere opties zijn. De bus brengt ons in drie kwartier naar de bushalte waar we afgezet wilden worden.

 De vriendelijke chauffeur verteld precies welke bus wanneer komt en als we aangeven dat we eigenlijk eerst even naar Lahad Datu willen, ongeveer 100 km vanaf hier, op de route naar Semporna, houdt hij een minibus voor ons aan. Hij regelt dat die ons voor RM17 (€4) naar het Danum Valley Office brengt. We rijden in anderhalf uur naar Lahad Datu en lopen het kantoor van de Danum Valley. We hadden al gelezen dat dit duur zou zijn, maar we wilden toch even informeren. Het blijkt voor 2 personen en 2 nachten RM1.013 (€253) te kosten. We twijfelen heel erg, maar als dan ook nog blijkt dat je voor ELKE wandeling een gids mee moet nemen a RM20 per uur, wordt het wel een beetje veel van het goede. Bovendien kom je pas om 18:00 uur op dag 1 aan en vertrek je om 8:30 uur op dag 3. Dus eigenlijk is het maar één dag. We besluiten het niet te doen, maar zijn niet 100% blij met de beslissing. Hopelijk krijgen we er geen spijt van. Het is nu 13:30 uur en we kopen 2 kaartjes voor de bus naar Semporna, die pas om 15:00 uur vertrekt. Gelukkig kunnen we in de schaduw wachten. Na 3 uur rijden komen we aan en nemen we het eerste de beste hotel dat we tegenkomen. Als eerste ga ik op zoek naar hoe de voetafdruk van een Aziatische Neushoorn eruit ziet en dat is inderdaad hetzelfde als wat ik zag. Maar zo snel ben ik niet overtuigd, dus ik zoek even verder. Het enige andere dier dat ik kan vinden met 3 tenen is de tapir en er blijkt een Maleisische variant te zijn. Ook een zeldzaam dier, maar niet zo zeldzaam als de neushoorn en de afdruk lijkt ook sprekend op die van de tapir. Maar dan zie ik dat deze alleen op het vaste land voorkomen en niet op Borneo. Wat zou betekenen dat we op dezelfde plek zijn geweest waar een neushoorn de afgelopen uren geweest moet zijn geweest! Voor ons is dat heel bijzonder. Tenzij iemand anders weet van wie een pootafdruk zoals op onderstaand plaatje kan zijn? Deze foto heb ik van het internet en lijkt sprekend op wat ik heb gezien.

Alleen was mijn afdruk veel scherper en duidelijker. Het idee dat we zo dicht bij de Sumatraanse Neushoorn zijn geweest is al meer dan genoeg. Misschien dat we er ooit één zullen zien in het wild, maar die kans is o,ooooo1% ofzo. Ik kwam toevallig een artikel tegen van 2 toeristen die het wel zijn gelukt en hopelijk hebben wij ook zo veel geluk: http://www.savetherhino.org/latest_news/blog/657_how_to_spot_the_javan_rhino.

We gaan eten in een gezellig tentje en het eten is veel te veel en veel te lekker. We zitten dan ook propvol als we weglopen. Ro heeft ondertussen een snorkeltour voor morgen geregeld a RM130 (€31) p.p. en nu gaan we direct een luxere kamer regelen voor morgenavond, die we ook direct betalen. Maar dan kunnen we morgenavond eindelijk relaxen.

Uitgegeven: RM 409 (€ 100)

Dinsdag 18 juni staan we vroeg open lopen met al onze spullen naar het andere hotel. Daar zetten we de tassen in een kast en lopen naar het tourbureau. We zijn de eerste, betalen de tour, zoeken flippers uit en nog is er niemand. Als eindelijk de rest er is, blijken deze 9 personen allemaal te moeten gaan duiken en alles nog uit te moeten zoeken qua materiaal. Wij wachten en wachten. Als we eindelijk naar de boot kunnen lopen (veel later dan de geplande 8:00 uur), moeten we op de boot weer wachten omdat de duikers uitleg krijgen. Dan varen we eindelijk in 45 minuten naar het eiland. Je kan alleen het eiland niet op, je kan alleen op de pier lopen. Het is boven water erg saai zo. De rest gaat er met de boot vandoor, naar diepe wateren waar snorkelen geen zin heeft. Hier bij de pier is het beter snorkelen.

 

En terwijl Ro snorkelt let ik op de camera en lees een boekje. Als de boot terugkomt, besluiten we toch een keer mee te gaan, en hier heeft Ro het geluk een grote schildpad te zien.

 De derde duik blijven we weer in de buurt van de pier, waarna we rond 16:00 uur weer worden opgehaald.

We varen terug naar het vaste land en vonden het een slechte tour. De onderwaterwereld is wel heel mooi, maar alles is gebaseerd op de duikers (we wisten niet eens dat we met hun mee zouden gaan) en ze dumpen je als snorkelaar gewoon de hele dag waar het ze uitkomt. Er wordt geen enkele rekening met ons gehouden. Bovendien hebben we nooit een voet op het eiland mogen zetten, waardoor het ook al wat minder leuk is. We checken in in het hotel, pakken de tassen en gaan naar onze kamer. We zijn zo moe dat we zonder eten binnen een uur slapen, nog voor 19:00 uur en pas rond 10:00 uur de volgende morgen wakker worden.

Uitgegeven: RM 265 (€ 63)

Woensdag 19 juni willen we eigenlijk nergens heen, maar tegen 12:00 uur krijgen we te horen dat we niet kunnen blijven, omdat ze onze kamer al aan iemand anders hebben beloofd. Dus pakken we onze spullen maar en lopen naar het busstation. We nemen de bus naar Tawau, die pas om half 2 komt. We komen de 2 Fransen in deze bus weer tegen, die ook bij ons in de bus vanuit Brunei zaten. De rit duurt 2 uur en we lopen naar het Kingston Hotel, waar we een hele luxe kamer voor dezelfde prijs als de backpacker in KK krijgen, RM75 (€19) per nacht. Maar eerst gaan we eten, want we hebben honger. De rest van de avond bekijken we onze mogelijkheden voor Kalimantan. We willen eigenlijk maar perse naar 2 parken en daarvoor moeten we ontzettend grote afstanden afleggen over hele slechte wegen. We hadden bedacht om naar beide parken te vliegen, maar nu komen we erachter hoe lastig dat is. Er zijn weinig goede Indonesische luchtvaartmaatschappijen en zelfs van degenen die niet op de zwarte lijst staan, zien we een artikel met foto’s van een waterlanding afgelopen maand. Ik vind vliegen al niks, dus weiger ik met zulke maatschappijen te vliegen. Maar dan blijft er weinig over. De betrouwbare maatschappijen vliegen niet naar de 2 parken, maar 4 uur rijden onder de bovenste, waardoor we die 4 uur terug moeten en daarna nog een paar dagen rijden naar de andere. We beginnen te twijfelen of we dit wel willen. Het verste park is het hoogtepunt van Indonesië, maar de Orang Oetans daar zijn semi-wild en uitgezet door mensen. Je bent dan wel veel meer in de jungle dan de 2 die we gezien hebben, maar wild zijn ze dan nog niet. In het andere park zijn ze wel wild, dus misschien moeten we alleen naar die gaan. Maar dan moeten we 6 uur per boot (€40) en 14 uur per bus (€20) om daar te komen. En daarna 4 uur met de bus naar de luchthaven om vervolgens voor € 200 p.p. weg te vliegen naar Kuala Lumpur (de enige mogelijkheid). Het wordt dan wel een heel duur park. Terwijl we ook een andere keer een retourtje vanuit KL kunnen boeken voor € 80 of minder, als we langer van te voren boeken. We besluiten Kalimantan voorlopig over te slaan en naar andere Indonesische eilanden te gaan. We hebben nog 42 dagen voor we naar Australië vliegen en wellicht kunnen we Jakarta, Java, Bali, Komodo en Lombok dan alvast bezoeken.

Uitgegeven: RM 260 (€ 62)

Donderdag 20 juni boeken we alvast 2 vliegtickets voor morgen terug naar Kuala Lumpur en voor 2 dagen later (zondag) naar Jakarta. Op zaterdag terugvliegen is goedkoper, maar dan komen we om 22:15 uur ’s avonds aan en vliegen we om 7:00 uur ’s ochtends verder. Dus vliegen we morgen vast terug. Als ik het ticket wil boeken van Lombok terug naar KL valt het internet uit en dat komt de rest van de dag niet meer terug. We doen deze dag verder niet veel. Ik heb heel erg veel last van mijn rug, dus ik kom de kamer niet eens af. Ro gaat er nog 2x uit om lunch en avondeten te halen, maar leest zijn Bourne boeken de rest van de dag.

Uitgegeven: RM 143 (€ 34)

Vrijdag 21 juni staan we om 9:30 uur pas op, pakken we rustig onze tassen in en checken we om 11:00 uur uit. We mogen de boardingpassen bij de receptie printen en ze bellen een taxi voor ons. Dit is het eerste hotel deze reis waar de deur steeds voor ons wordt opengehouden en onze tassen worden gedragen. We kunnen er vast wel aan wennen! Dan brengt de taxi ons in een klein uurtje voor RM45 (€ 11) naar de luchthaven. We geven onze tassen af en slenteren wat rond. We zijn weer te vroeg en het vliegtuig is te laat, maar om 14:00 uur vliegen we ongeveer weg. En daarmee verlaten we Borneo.

 

Uitgegeven: RM 85 (€ 20) + € 137 voor 2 vliegtickets naar KL

We vonden Sabah minder leuk dan Sarawak, ondanks dat het mooiste moment van de gehele reis hier hebben meegemaakt (de Orang Oetans die onze kamer in wilden komen). En de pygmy olifanten waren ook heel gaaf. En misschien heeft Ro’s ziekenhuisbezoek ook wel een beetje voor een domper gezorgd. En we hebben de mooiste parken (Danum Valley en Maliau Basin Conservation Area) over moeten slaan, omdat ze echt te duur waren. Maar we vinden Kota Kinabalu niet zo’n leuke stad en de dingen die we hier gedaan hebben (behalve Sepilok) vielen allemaal een beetje tegen. We hadden het heus niet willen missen, maar op dit moment hebben we ook geen behoefte om ooit nog terug te keren naar Sabah.

Wat ons ook behoorlijk begon te irriteren waren de palmboomplantages. En hoe meer we lezen over deze palmolie producties, hoe meer we er op tegen zijn. Zo lezen we dat de plantage eigenaren de laatste jaren vaak grote stukken oerwoud illegaal in brand steken, zodat ze er daarna een plantage op kunnen zetten. Dat hout gaat dus verloren, maar veel erger, duizenden Orang Oetans en andere dieren zijn zo omgekomen. Orang Oetans bewegen zich niet zo snel door de bomen of over de grond. Ze gaan te langzaam om aan de vlammenzee te ontsnappen. En zelfs de op legale manier verkregen bouwgronden zorgen ervoor dat deze primaten uitsterven, omdat er geen grote stukken oerwoud meer voor ze zijn om te wonen. Maleisië heeft 4 miljoen hectare met palmbomen beplant. We wisten vooraf dat er veel oerwoud weg zou zijn in Borneo, maar dat we het merendeel van de tijd alleen maar palmbomen zouden zien, hadden we niet verwacht. Zelfs vanuit de vliegtuigen zagen we zover we konden kijken palmbomen. Natuurlijk zijn palmbomen in plaats van oerwouden beter dan fabrieken, veestallen of woonwijken, maar niet heel veel beter. Voordat ik ging zeggen dat ik nooit meer iets eet met palmolie, hebben we maar even opgezocht wat er nou precies mee wordt gedaan. Het wordt gebruikt in margarinefrituurolieaardappelchipstarochips, soepen, sauzen en koekjes, als grondstof voor de productie van zeep en andere detergentenbiodiesel en als brandstof voor de opwekking van zogeheten groene stroom. En ook leren we dat Nederland één van de grootste importeurs van de olie is. Voor meer info zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Palmolie.

We zijn 16 dagen in Sabah geweest. We hebben € 1.081 uitgegeven in Sabah, wat neerkomt op bijna € 68 per dag. Ver boven budget. Daarmee hebben we in de totaal 155 dagen € 7.988 uitgegeven. Dat is een gemiddelde van € 51,53 per dag. We zijn nu dus over ons budget en we moeten de dure landen Australië en Nieuw Zeeland nog doen. We zijn benieuwd of dat gaat lukken.

Route die we door Sabah gereden hebben:

Totale route door Borneo:

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)