IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Sumbawa & Lombok (Indonesië)

———————————–

Sumbawa

Donderdag 18 juli zijn we alweer 4 uur aan het varen. In de verte zien we veel rook op een groot eiland, maar dan wordt onze aandacht afgeleid omdat er een mama dolfijn met baby dolfijn naar ons toe komt zwemmen. Ze zwemmen net onder het wateroppervlakte en we kunnen ze heel goed zien. Tot ze onder de boot verdwijnen. Ro rent met de camera naar de andere kant, terwijl ik tassen op ons luchtbed gooi, zodat die niet wegwaait. Net als ik zijn kant op komt, komen er nog drie dolfijnen vanaf dezelfde kant als de mama en baby. En daarna nog twee. Ze blijven allemaal net onder het wateroppervlak en zijn heel goed te bewonderen.

Ze blijven even onder de boot en daarna verdwijnen ze uit ons zicht. We turen en turen, maar zien geen dolfijnen meer. Na tien minuten turen zien we opeens één dolfijn boven water springen, vlak voor ons, maar nu aan de rechterkant van het schip. En een paar seconden later springen er tientallen dolfijnen naast en voor ons. We hebben geen idee hoeveel het er zijn, want ze springen aan alle kanten omhoog.

 

We genieten voor zolang het duurt, helaas korter dan we zouden willen. Na een paar minuten zijn ze weer verdwenen. We zijn de enige personen (op de bemanning na) op het dek en dat maakt het extra bijzonder. Eén van de stuurmannen komt met ons praten en verteld dat de rook op het eiland inderdaad een vulkaan is, zoals we al dachten. Volgens de man een niet actieve vulkaan, maar hij rookt behoorlijk en soms lijkt de rook een beetje rood bij de bodem.

Als we er langs varen zien we hoe ontzettend groot de krater is. De berg is niet hoog, maar heeft een grote omvang. We varen langs de laagste kant van de kratermuur en kunnen een beetje naar binnen kijken. Van alle kanten komt rook omhoog, soms dikke wolken, soms dunne wolkjes. Zelfs van het land, buiten de krater, stijgt vanuit de grond rook omhoog. Als we door de rook varen, stinkt het behoorlijk. En dan zien we de laatste dolfijn vlak onder ons voor ons uit zwemmen en zijn we de vulkaan vergeten. De laatste twee uur varen we met het stadje waar we gaan aanmeren in het zicht.

De ferry gaat zo vreselijk langzaam. Maar om 16:00 stappen we dan toch de kade op. Er staan diverse busjes klaar: groter dan een minibus, kleiner dan een touringbus, en net zo krakkemikkig als de minibus. We stappen in de juiste en beginnen aan de 2 uur durende tocht naar Bima. De chauffeur is uiteraard weer een randdebiel en scheurt over de weg. Maar na een levensgevaarlijke, maar ook uiterst mooie tocht, komen we aan in Bima. Na enig aandringen wordt ons daar verzekerd dat er morgenochtend ook een touringbus naar Lombok gaat en wel om 9 uur. Daarna lopen we naar ons oude hotel, maar nemen het hotel ernaast. Het is niet veel beter dan de buren, maar ze hebben een restaurant en Ro haalt Mie Goreng en een omelet.

Uitgegeven: Rp 300.000 (€ 23)

Vrijdag 19 juli ontbijt Ro terwijl ik toekijk hoe hij oude witte kleffe boterhammen met een smaakloze omelet probeert weg te krijgen. Daarna lopen we naar het busstation, waar we om kwart over 8 aankomen. De “Safari” touringbus staat inderdaad (leeg) klaar, maar er wordt ons verteld dat alle plekken al gereserveerd waren. We wisten dat die kans bestond, maar we mogen ook in het gangpad zitten. Tja, dat lijkt ons ook niks voor 12 uur en bovendien zien we het landschap dan nog niet. Hadden we net zo goed ’s nachts kunnen gaan. Dus nemen we de enige andere optie: een grote minibus. Met heel veel tegenzin stappen we in een bijna leeg busje, waarbij we de achterbank innemen. Dit zijn de beste plekken qua beenruimte, omdat de openstaande deur ervoor zit. Daardoor hebben we ook het meeste koele lucht. En met een beetje geluk zitten er niet de hele weg 3 personen bij ons op de bank. Uiteindelijk zal er steeds hooguit 1 persoon naast ons zitten, dus dat valt mee. Deze keer rijden we niet heel lang door het centrum om iedereen op te pikken, maar gaan we snel de stad uit. We hebben weer een idioot achter het stuur, die als een maniak over de weg sjeest. Hij is één van ergste die we ooit gehad hebben. En de weg is niet zo vlak als we op de heenweg (in het pikdonker) dachten. Er zijn behoorlijk wat diepe afgronden. We houden soms ons hart vast en diverse keren betwijfelen we of we niet uit moeten stappen, maar er is hier verder niks. En de volgende chauffeur is waarschijnlijk zo’n zelfde halve zool. Na anderhalf uur rijden stoppen we op een busstation. De chauffeur verdwijnt en komt pas 3 kwartier later terug. Waarschijnlijk met het excuus dat hij moest bidden, maar hoogstwaarschijnlijk om te slapen. Maar wij hebben ons niet verveeld. Het busstation is ook een markt en het is een komen en gaan van mensen en dieren. We hebben ogen te kort om alles te bekijken.

Op een gegeven moment zien we een moslim vrouw, volledig bedekt, achterin een karretje zitten met een pony ervoor. Ik moet een paar keer goed kijken, maar weet dan zeker dat ze haar baby borstvoeding geeft! Alles is bedekt, maar haar borst hangt eruit. Okee, je ziet niet zoveel met een babyhoofd ervoor, maar toch. Maar dan is het kind klaar en ze schommelt hem in haar armen, terwijl haar borst open en bloot zichtbaar is. Het is een heel raar gezicht om een Moslim vrouw die van top tot teen bedekt is, wel met een blote borst door het verkeer te zien gaan. We snappen er niks van. Daarna komt de chauffeur terug en rijden we verder. Een uur later zijn we in een volgende dorpje en stoppen we weer drie kwartier (voor nog een dutje?) en hier is niks te zien. Dus dat is een beetje saai. Als we weer een kwartier gereden hebben, remt de chauffeur ineens. We zien dat de weg geblokkeerd is door de dorpsbewoners. Ze hebben karren op de weg gezet en het staat vol mensen.

 Veel meer dan er in dit minidorpje lijken te kunnen wonen. De chauffeur zet de bus aan de kant en loopt weg. Niemand spreekt Engels, dus we hebben geen idee wat er aan de hand is. Een vrouw in de bus wijst naar de blokkade en strijkt met haar vinger over haar hals, terwijl ze “orang” zegt, waarvan wij weten dat dat mens betekent. Er wordt flink geschreeuwd bij de versperring, maar er is ook politie aanwezig. We nemen maar aan dat het niet gevaarlijk is. We wachten en wachten. Na 2 uur wachten staat er een redelijke rij vrachtwagens achter ons. Dan komt er een man op een scooter aan, die Engels spreekt en zegt politieagent te zijn. De politie die er al was, is de verkeerspolitie en nu komt de echte politie er zo aan om de staking op te breken. De mensen zijn het niet eens met iets wat de overheid doet en uiten zo hun onvrede. Twee maanden geleden had een dorpje een paar kilometer terug hetzelfde gedaan en daarvoor ook nog een paar andere dorpen. Als alle agenten er zijn, gaat het snel en na 2,5 uur stilstaan mag onze bus er als eerste door. Maar we stonden er dan ook al het langste (tenminste, aan deze kant). Als onze “chauffeur” (zo wil ik hem eigenlijk niet noemen, want dat doet vermoeden dat hij kan autorijden) geen anderhalf uur had geslapen, waren we er gegarandeerd vóór aanvang van de “staking” voorbij gekomen. Zodra we erdoor zijn geeft hij plankgas en besluit blijkbaar om de verloren 2,5 uur in te halen. Helaas gaan we gelijk de bergen in en naar beneden kan lekker hard, want dan heb je de zwaartekracht mee. Als we bijna uit de bocht vliegen vraag ik de man die het geld int, of hij ervoor kan zorgen dat we wat zachter rijden. Eerst snapt hij het niet, maar als ik het duidelijk heb gemaakt, zegt hij alleen maar “no” en lacht mij uit. Ik wil hem net op zijn neus rammen, als we zien dat we weer onderaan de berg zijn en het voorlopig alleen maar recht is. Niet dat we hier geen frontaal ongeluk kunnen krijgen of van de weg kunnen rollen in de vele bochten, maar het is iets minder eng. Rond 16:00 uur stoppen we voor de zoveelste keer, deze keer om pakketten op te halen. Het zijn heel veel hele grote zware dozen, die ze niet op het dak kunnen leggen (daar liggen al tientallen kozijnen met glas) en deze willen ze kwijt op de achterbank. Wij willen onze plek alleen absoluut niet afstaan. Niet alleen de beenruimte wil ik niet kwijt, maar het geeft mij een (zeer onrealistische) vorm van veiligheid dat we uit de openstaande deur kunnen springen als we een klif af dreigen te rijden. En al weet ik dat dat onwaarschijnlijk is, ik wil nergens anders zitten, behalve direct aan de deur. Dus beginnen ze zuchtend en kreunend de pakketten op de grond bij onze voeten te zetten en op het bankje voor ons. Als blijkt dat ze ons met die pakketten dan helemaal gaan inbouwen en we juist eerder gevangen komen te zitten en zeker de deur niet meer uit kunnen, kruipen we er zuchtend uit. Ze maken een bank voor ons vrij die achter de andere openstaande deur zit, wat ons wel beenruimte geeft. Maar bij deze bank zit een grote stang voor ons die ons scheidt van de buitenwereld, waardoor we nooit snel de bus uit kunnen. We zitten nu bijna voorin de bus. Ondanks de mongolen genieten we wel van het uitzicht. Sumbawa is mooier dan we ons voor hadden kunnen stellen. We zijn heel blij dat we het land nu bij daglicht kunnen bekijken. Op de heenweg, een aantal dagen geleden, had de “chauffeur” van de touringbus echt niet beter gereden, alleen hadden we toen niet door dat er zulke afgronden waren. Als de zon begint onder te gaan (ja, we zitten dan al 8,5 uur in deze bus) leren we eindelijk wat mensen bedoelen als ze zeggen dat de lucht in brand staat. We hebben de lucht en zon nog nooit zo rood gezien. Door de vele bochten en snelheid kunnen we er geen foto van maken, maar het is super. De lucht staat echt in vuur en vlam. Als de zon verdwenen is kleurt de lucht roze en dan rijden we een stukje recht en plat, waardoor we wel een foto kunnen maken. Het lijkt wel of er lava door de lucht stroomt.

Een uurtje later gaan we de bergen weer in en als de man weer als een randdebiel naar beneden scheurt in het donker, zijn we echt kwaad. Ro vraagt de man die het geld int of we wat langzamer kunnen rijden. Hij zegt nee. Ro wordt boos en verheft zijn stem en zegt dat dit nergens op slaat en of we nu zachter kunnen rijden. Nee, zegt de man. Ik ben zo kwaad dat ik schreeuw “SLOW DOWN” en daarna komt alle frustratie bij ons allebei van de afgelopen 10 uur (of misschien wel 6 maanden?) eruit en schreeuwen we dat deze idioot verdomme zachter moet rijden. Waarschijnlijk verstaan ze er niks van, maar ze merken wel dat we echt boos zijn. De grijnzen zijn van hun smoelen verdwenen. De mongool achter het stuur had de auto stilgezet en de vier overgebleven mannen (2 passagiers, de randdebiel geldinner en de idioot met het stuur in zijn handen) kijken ons verschrikt aan. Ze beginnen zich alle vier (dus ook de passagiers!) vreselijk hard te verontschuldigen en als de klojo weer zachtjes begint te rijden, blijven de anderen tegen hem zeggen “slowly slowly slowly”. We gaan met hooguit 20 kilometer per uur het laatste stukje naar beneden door het bos en daar komen we aan op een open T-splitsing. We slaan links af en na 10 meter draaien we links af het busstation op. Het was letterlijk nog maar één minuut rijden na onze uitbarsting en met het oude tempo wellicht nog 20 seconden! We kijken elkaar aan en schieten vreselijk in de lach. Die laatste minuut hadden we ook nog wel volgehouden. Maar we zijn toch blij dat die leipo’s weten dat wij dit niet op prijs hebben gesteld. Dit was wellicht de ergste rit in ons leven en we zijn blij dat we alleen morgen nog hoeven en dan hoeven we niet meer in het openbaar vervoer van Indonesië. We stappen uit, ze geven ons onze tassen van het dak en we beginnen te lopen. Er zijn geen taxi’s en de hoofdstad van Sumbawa ligt hier 5,5 kilometer vandaan. Er zijn wel scootertaxi’s, maar daar ga ik met mijn bagage zeker niet achterop (en zonder waarschijnlijk ook niet). Ik heb genoeg adrenaline verspild vandaag. Dus beginnen we met lopen, niet wetend of dat een wandeling van 5,5 kilometer gaat worden. Het is 19:00 uur als we weglopen en na ongeveer drie kwartier lopen door de niet al te drukke, maar wel levendige straat, zien we een bord met “homestay”. We slaan af, zoeken even, worden door een groep meisjes naar de juiste plek gebracht en vinden dan een oase van rust. Het is een geweldig hotel. De kamers zijn ruim en brandschoon. Waarschijnlijk de schoonste sinds lange lange tijd (en één van de goedkoopste in Indonesië met RP 175.000, € 13). Het superwitte heerlijke bed ziet er aanlokkelijk uit en we springen erop.

We hebben geen zin meer om ergens eten te zoeken en eten een paar koekjes. We vinden het wel prima zo.

Uitgegeven: Rp 238.000 (€ 19)

Zaterdag 20 juli zijn we vroeg wakker en terwijl Ro het bijbehorende ontbijt nuttigt, was ik mijn haren eens uitgebreid. Na al dat zout is mijn haar aardig uitgedroogd. Als het eindelijk weer zacht is, komt Ro net terug en dan pakken we de tassen en lopen terug naar het busstation.

 

Het is nu iets minder prettig, omdat de zon er nu wel is, maar het is pas 9 uur, dus nog goed te doen. Het is een aardige wandeling en ondanks dat de paard en wagen er ineens best goed uitzien, houden we ons aan ons principe en lopen we door. Al hadden we wellicht een taxi niet afgeslagen, als we die hadden gezien. Maar we halen het busstation en de bus vertrekt over een kwartier, om 10 uur. Het is uiteraard weer een grote minibus, maar dat hadden we verwacht. Het is niet zo ver meer, want het grootste deel van Sumbawa hebben we gisteren doorkruist. Het zal misschien nog 2 tot 3 uur zijn tot de ferry, dan een uur op de ferry en daarna nog 2 uur Lombok doorrijden naar Mataram. We hopen maar dat het zo voorspoedig zal gaan. We vragen de man van wie we de kaartjes kopen (hij spreekt redelijk Engels) of hij de chauffeur wil vragen om rustig en veilig te rijden. Hij doet dat meteen en de chauffeur rijdt de hele weg erg prettig. Maar dit is een oudere man en dat is meestal beter dan die jongere gasten, zoals we gisteren hadden. Voor ons zit een vrouw met een baby van ongeveer een jaar oud. Het jongetje lijkt normaal, totdat hij begint te lachen. Hij kijkt steeds naar/langs ons, omdat zijn papa achter ons zit. En als hij lacht trekt hij zijn lipjes helemaal op, zodat ze bijna opkrullen. Zijn tandjes staan uit elkaar en lijken een beetje gepunt. Naast deze grijns die zijn halve gezichtje in beslag neemt, perst hij zijn oogjes dicht en trekt zijn neusje op, waardoor er allemaal rimpeltjes ontstaan. Hij is heel schattig, maar geen mooie baby. Zo lelijk dat het gewoon weer mooi wordt.

Wij (en de rest van de bus) moeten er steeds om lachen en hij blijft dan terug lachen. Rond 12:30 uur zijn we in de ferryhaven, precies op schema. Bij de baby wordt de pamper gecontroleerd en als die uit gaat, schrik ik me rot. De ballen van het jongetje zijn opgezwollen tot één gigantische bal die achter een, in verhouding, minuscuul piemeltje hangt. Dat kan nooit goed zijn! Om 13:00 uur rijden we de ferry op en een half uurtje later varen we weg.

———————————–

Lombok

Na een uur varen zijn we terug op Lombok. Het was een voorspoedige overvaart. Het is 15:00 uur als we de ferry afrijden.

Met de touringbus was het precies 1 uur en drie kwartier om van het busstation in de hoofdstad van Lombok naar dit punt te rijden. We weten dat het met de vele stops van deze minibus langer zal duren, maar dat we er ook een gigantische omweg bij nemen, hadden we nou ook weer niet verwacht. Lombok heeft veel meer inwoners dan Sumbawa en dat is te zien. Terwijl we in Sumbawa vooral door verlaten landschappen reden, rijden we hier bijna non-stop langs huizen. Sumbawa is mooier, maar hier is wel veel meer te zien. Er worden hier meer gewassen en rijst verbouwd en overal zie je mensen. Het is een hele omschakeling. Na 2 uur rijden beginnen we er genoeg van te krijgen. Het regent een beetje en we hebben het koud. We stoppen vaak en rijden veel om. Er komt geen eind aan de rit. Maar dan, net na 18:00 uur, zijn we ineens op het busstation waar het 8 dagen geleden allemaal begon. En daarmee hebben we met één dag speling onze rondreis door Indonesië afgerond. We stappen gelijk in de enige Bleu Bird taxi, die ons naar Victor Hotel brengt. Om 18:30 uur leggen we opgelucht de tassen in een supermooie en luxe kamer. Het heeft wat tijd gekost om van Flores naar Mataram te komen: dag 1 waren we 11 uur onderweg, op de 2e dag 11,5 uur en op deze 3e dag 9,5 uur. In totaal zijn we 32 uur onderweg geweest. Als we het hele stuk in één keer hadden gedaan met een touringbus, dan waren we ruim 25 uur non-stop onderweg geweest. Maar we zijn er allebei van overtuigd dat dit de beste keuze was. Dankzij de vele stops en omwegen hebben we de 2 eilanden veel beter gezien. Okee, het kost je 7 uur extra, maar dat was het wel waard. We krijgen van de vriendelijke manager in het hotel een kopje koffie/thee, omdat hij helemaal geschokt is dat we niet met de touringbus zijn gekomen maar met het lokale openbaar vervoer. Zoiets doen toeristen toch niet? Hij snapt er niks van, totdat Ro zegt dat de touringbussen vol zaten en we geen keus hadden. Okee, dan is het goed. Daarna lopen we het centrum in en na een tijd zoeken vinden we het winkelcentrum waar de meeste restaurants zich in bevinden. Er is alleen fastfood en we kiezen een klein restaurant waarbij het lijkt alsof je in een piratenschip zit. Wel grappig. Het eten is niet zo lekker, maar na 3 dagen amper gegeten te hebben, is het zo verdwenen.

 

Daarna doen we nog wat boodschappen en lopen terug. De rest van de avond kijken we tv, want we hebben veel zenders hier. Ik kijk naar een discussie op Al Jazeera (eindelijk eens in het Engels) waarbij een Atheïst (Richard Dawson) en een Moslimjournalist in discussie zijn of alle godsdienst zou moeten verdwijnen en iedereen in wetenschap zou moeten geloven. Het is een boeiend gesprek. Niemand is het met de wetenschapper eens in het publiek (zijn allemaal gelovige mensen daar), maar hij deelt voor een groot deel mijn mening. Alleen betwijfel ik of de wereld een betere plek zou worden als morgen alle godsdiensten zouden verdwijnen, zoals hij denkt. Want als niemand meer bang is voor een hiernamaals, kunnen ze hier op aarde dus doen wat ze willen. Richard heeft het over de zelfmoordaanslagen van de Moslims die denken dat ze ergens met 70 maagden terecht komen, maar dat is maar zo’n klein deel van de bevolking. Er is al zoveel gruwel en ellende in de wereld, als er niet eens een consequentie na de dood is, wat weerhoudt de rest van de bevolking er dan van geen slechte dingen te doen? Zeker in de landen waar wij zijn gweest is er zeer weinig wetshandhaving, dus de kans dat je ergens voor in DIT leven gepakt wordt, is heel klein. Maar het is een interessant gesprek.

Uitgegeven: Rp 587.000 (€ 45)

Zondag 21 juli zijn we alweer om 7:30 uur wakker, maar we staan nog niet op. Ro leest een boek en ik ga verder met het uitzoeken van de foto’s van Komodo. Als de foto’s op de website staan, lopen we het centrum in. Mataram is best een aangename stad. We willen ergens lunchen, maar alle restaurants zijn dicht, in verband met de Ramadam. Alleen de McDonalds is open, maar dan alleen om af te halen. De zitplaatsen zijn allemaal weggehaald. Het is druk in de McDonalds en wij snappen al nooit zo goed dat iemand vrijwillig bij de Mac gaat eten, maar we geloven echt niet dat deze mensen het eten bewaren tot de zon onder gaat, over ongeveer 5 uur. Het is nu al niet echt lekker, maar na 5 uur wachten zal het wel helemaal niet lekker meer zijn. We gaan er vanuit dat iedereen dit thuis gelijk opeet. En het zijn echt geen Happy Meals die ze meenemen (kinderen mogen wel overdag eten). Zieke mensen mogen ook overdag eten, maar als je ziek bent eet je toch geen junkfood? Alleen de zwangere vrouwen eten misschien junkfood? Als we eindelijk onze zak meekrijgen zetten we wat stoelen aan de kant en gaan op een bank zitten eten. Een medewerker geeft aan dat we dan wel boven, uit het zicht, mogen gaan zitten. We vinden het allemaal een beetje hypocriet. Later zien we dat een aantal kleine eetgelegenheden nog open zijn. En daar zien we allemaal gezonde mannen zich helemaal vol eten. Misschien zijn het geen Moslims? Meer waarschijnlijk is dat ze zich hier net zo slecht aan de Ramadam houden als we in Jordanië en Syrië hadden ervaren. Dat juichen we alleen maar toe, maar laat de vrouwen dan ook die vreselijke hete kleden uitdoen! Als we uitgewandeld zijn lopen we terug naar het hotel. Ik werk de website verder bij, terwijl Ro leest. We kijken tv en genieten van een rustige middag. ’s Avonds hebben we geen zin meer om te gaan eten en Ro haalt een soort traditionele cake die we op de valreep nog kunnen proberen. Het is niet vies, maar één klein stukje is meer dan voldoende. Het is na 1 uur als we eindelijk in slaap vallen.

Uitgegeven: Rp 139.000 (€ 10)

Maandag 22 juli ben ik vroeg wakker. We staan een uurtje later op, pakken de tassen, ontbijten, betalen voor de kamer en bestellen een taxi. Om 8:45 uur zitten we in de taxi en in drie kwartier rijden we naar de luchthaven. We hebben nu weer de helft van Lombok doorgereden! We betalen de chauffeur RP 120.000 (€ 9) en dat is inclusief fooi! De taxi’s zijn hier zo goedkoop. We zijn wat aan de vroege kant en wachten tot de balies opengaan. Uiteraard spurt er een Aziaat (Japanner?) naar voren als het loket open gaat, terwijl wij duidelijk vooraan stonden en veel eerder waren. We kijken er ondertussen niet meer van op en wachten tot hij klaar is. Onze tassen zijn gelukkig ruim binnen de maximale kilo’s (27 van de 30), want de boeken zitten allemaal in de handbagage en de pop in mijn handen. We moeten, zoals verwacht, een exit toeslag betalen, dus we kijken eerst hoeveel dat is ( RP 100.000,  € 7,50 per persoon) en pinnen dat bedrag bij. Daarna betalen we de toeslag en lopen naar de wachtruimte. We hebben nog RP 54.000 (€ 4) over, dus ik ga druk op zoek naar een souvenir. Ik heb toch niks beters te doen en we moeten nog ruim 2 uur wachten voor we gaan vliegen. Uiteindelijk kopen we eetstokjes. Dan stappen we in het vliegtuig en vliegen we in 3 uur terug naar Kuala Lumpur.

Uitgegeven: Rp 781.000 (€ ) + € 114,25 voor 2 vliegtickets

En daarmee eindigt deze reis door Indonesië. We vonden het een geweldig land, eigenlijk wel het mooiste land van Azië (tot nu toe). Dertig dagen is veel te kort om Indonesië goed te bekijken, maar precies goed nu voor ons. We hadden nog wel iets meer van Bali willen zien, maar we hebben ons nooit gehaast. We zijn overal zo lang gebleven als we wilden en uiteindelijk kwam het precies goed uit. Het hoogtepunt van de 30 dagen waren absoluut de draken, maar ook de vulkanen waren geweldig. En de dolfijnen die voor ons uit sprongen zullen we ook nooit vergeten. Ook het Javaanse poppenspel was iets wat we altijd in het echt wilden zien. Het landschap in Indonesië is niet te beschrijven en na de nodige pogingen zijn we zelfs gestopt met proberen het op een foto vast te leggen. De werkelijkheid is veel mooier dan we ooit op een plaatje hebben kunnen krijgen. Om over de onderwaterwereld nog maar te zwijgen. Wij hebben de beste snorkelplekken van ons leven hier gezien en ook dat krijg je natuurlijk ook niet zichtbaar op een foto. En dat we de Manta Ray niet gezien hebben, dan betekent alleen maar dat er nog iets te wensen over blijft.

Wat we toch een stuk minder prettig aan Indonesië vinden, is het openbaar vervoer. Nog nooit hebben we onze Landrover Impi zo erg gemist als hier. We hebben ook heus wel een paar (maar wel een hele kleine minderheid) goede chauffeurs gehad, maar het merendeel waren idioten. En het ergste vonden wij dat de lokale bevolking er niks van durft/wil zeggen. Als het alleen om je eigen veiligheid gaat, okee, maar veel mensen hebben hun kleine kinderen bij zich. En zelfs al zijn het Moslims die geloven dat Allah bepaald wanneer je dood gaat en de buschauffeur daar geen invloed op heeft, dan nog, waarom laat je het toe dat zo’n mongool jouw kind doodziek maakt. Vrijwel alle kinderen ondergaan de uren en uren durende ritten kotsend, misselijk en doodziek. Als het mijn kind was dan had ik de chauffeur verrot gescholden. Maar ik denk dat de chauffeur hun er uit zou gooien als ze er iets van zeggen. De mensen moeten begrijpen dat zij veel meer macht hebben dan ze zich realiseren. Er zijn zo veel minibussen en touringbussen, dat de klanten best eisen kunnen stellen. En wat het allemaal nog verontrustender maakte, was dat de helft van onze tijd in Indonesië de Ramadan bezig was. Dat betekent dat de kans bestaat dat de chauffeurs de hele dag niet eten, roken en drinken, terwijl het heet is. En terwijl ze al niet opletten in het verkeer, druk in gesprek zijn met hun telefoon, zijn ze wellicht ook nog eens licht in het hoofd door de honger? Ik begrijp gewoon niet hoe zoiets in de huidige maatschappij kan blijven doorsukkelen. Na 30 dagen zijn wij in ieder geval opgelucht dat we voorlopig niet meer in een Indonesische bus of boot hoeven te zitten.

We zijn nu 186 dagen onderweg en hebben € 10.178 uitgegeven. Dat komt neer op € 54,40 per dag.

Hieronder de route door Indonesië. De rode lijn is door Java, de groene door Bali, de gele door Lombok en Sumbawa, de blauwe door Flores, Rinca en Komodo en de paarse door Sumbawa en Lombok.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)