IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Maleisië 1

Maandag 29 april begint de schemer te vallen als we de minibus uitstappen bij de Maleisische douaniers. We moeten onze rugzakken mee naar binnen nemen. Er staat een kleine rij voor 2 balies en na een minuut of 3 zijn we aan de beurt. We zagen de man steeds heel kort met het paspoort van de mensen voor ons in zijn handen, dus we dachten dat dit een eerste inspectie was. Maar nu we zelf aan de beurt zijn zien we dat in die zeer korte tijd het gratis visum in de paspoorten wordt gestempeld en onze vingerafdrukken worden genomen. Ik loop vast door en zie in de volgende ruimte waarom de tassen mee moesten: een röntgenapparaat. Ik leg mijn tas op de band en een zeer ongeïnteresseerde man kijkt half naar het scherm en gebaart dat ik verder mag. Dan komt Ro eraan en ik zeg dat hij de laptop maar even uit de tas moet halen. Ik neem de laptop aan, terwijl Ro zijn tassen op de band zet en vraag of ze de laptop willen zien. Met een vriendelijk gebaar wordt duidelijk gemaakt dat dat wel goed is. Ro pakt zijn tassen en we lopen het gebouw uit, de minibus in. We zijn weer de eerste en wachten even op de rest. Dan rijden we Maleisië in. De zon is bijna onder en we kunnen niet zo veel meer van het landschap zien. Wel lijkt het een stuk moderner dan Thailand. We zien de contouren van hoge gebouwen en wat vooral opvalt zijn de vangrails (ook tussen de rijbanen) en de lantaarnpalen langs de snelweg. Ik kan me niet herinneren deze gemist te hebben in de vorige 4 landen, maar nu ze me zo ontzettend opvallen, ga ik er vanuit dat ik deze de afgelopen 3,5 maand niet (veel) gezien heb. Na ongeveer 2 uur rijden, rijden we de brug naar het eiland Penang op. Het is een brug van 13,5 km lang, maar dat krijgen we zo in het donker nog niet helemaal mee. In Georgetown rijden we eerst nog een hele tijd rond op verzoek van de vervelende vrouw naast ons, tot we haar eindelijk ergens (na veel file rijden en draaien) hebben afgezet. Eerst laat ze ons ruim een uur bij de Thaise grens wachten en nu heeft ze voor behoorlijk wat vertraging gezorgd om de juiste plek te vinden waar ze afgezet wil worden. Een kwartier later worden wij, de 7 backpackers, afgezet midden in het centrum. Het is half 9 geweest en we hebben honger en zijn moe. Tegenover ons is Banana New Guest House. We lopen naar binnen en weten de laatste kamer van RM25 (€ 6) te bemachtigen. Het is een vreselijke kamer: klein, saai, heet, zonder badkamer of raam en met alleen een bed en ventilator in het muffe hok. Maar we besluiten het ermee te doen en ploffen de tassen neer. We gaan bewust direct naar beneden, want anders vallen we in slaap. We gaan op zoek naar een pinautomaat, zodat we iets kunnen eten. Maar we vinden er geen. Bij de Thaise grens hadden we tussen het wisselgeld RM4 (€1) gekregen, dus dat is alles wat we vandaag te besteden hebben. Bij een Indisch restaurant in de wijk “Little India” zien we dat we een kaas-knoflook-naan voor RM4 kunnen krijgen, dus die kopen we maar. Terug in de kamer eten we die samen op en enigszins hongerig vallen we niet veel later in slaap.

Uitgegeven: MR4 (€1)

Dinsdag 30 april is de kroningsdag van Willem Alexander, maar wij krijgen daar helemaal niks van mee. Ro begint de dag met een nieuwe zoektocht naar een pinautomaat, terwijl ik aan het verslag van Thailand werk. Als hij terugkomt met geld en een ontbijt, ben ik helemaal gelukkig. We gaan vandaag Georgetown bekijken. Deze stad op het eiland Penang is een Unesco World Heritage Site. We wandelen door de straatjes, die niet altijd voor mensen van onze lengte lijken te zijn gemaakt.

 

We verwonderen ons om de armoede. Hoewel we in eerste instantie Maleisië rijker vonden lijken, liggen hier wel mensen op straat te slapen. In de Boedistische landen Thailand, Cambodja, Vietnam en Laos zagen we dat eigenlijk nooit. Nu zijn we in een Islamitisch land en zien we meer armoede. Geen idee of er een verband is tussen armoede en religie, maar we kunnen ons indenken dat de Islamitische insteek dat je elke dag iets goeds moet doen (veelal geven ze aan bedelaars bij de Moskeeën) het makkelijker maakt voor mensen om niet te gaan werken en afhankelijk te zijn van giften. Maar misschien is het toeval en is de rest van Maleisië anders. Als we even later  bij een groot winkelcentrum aankomen, gaan we daar even naar binnen. We wandelen de 5 gigantische verdiepingen over en lopen dan weer naar buiten. Daar vinden we een supermarkt en doen wat inkopen. Als we naar buiten lopen regent het pijpenstelen en gaan we maar ergens lunchen.

Na de lunch wandelen we naar de ferry en terug. Onderweg mogen we nog even “genieten” als een Maleisische soap wordt opgenomen en we het irritante overdreven acteerwerk ook in het echt mogen aanschouwen. We lopen snel door. Als het etenstijd is gaan we terug naar het Indische restaurant en bestellen heerlijke Indische gerechten. Het restaurant is groot, vol tafels en stoelen en die zijn allemaal bezet. Het is er smerig en druk, maar het eten is hemels. Penang staat bekend om haar geweldige eten en dat kunnen wij zeker bevestigen.

 

Uitgegeven: MR242 (€60)

Woensdag 1 mei lopen we rond een uur of 10 naar het busstation. Daar komt na een minuut of 10 bus 101 aanrijden en we stappen in. We zijn de enige passagiers en willen op het bankje voorin gaan zitten. We passen er net samen in. Het is zo krap dat het pijn doet. We verhuizen naar achteren. Gelukkig zien we een tijdje later 2 kleine Aziatische mannen ook heel gezellig half op elkaars schoot op dat bankje zitten, met de armen onhandig om elkaar heen. Voelen we ons opeens toch iets minder groot en dik. De ontwerper van dit bankje dat in elke bus lijkt te zitten, had waarschijnlijk een berekeningsfout gemaakt. Georgetown blijkt groter te zijn dan we dachten, want het duurt zeker een half uur voor we de stad uit zijn. Daarna rijden we een half uur langs de kustlijn naar het noordwesten van het eiland. We worden direct voor de ingang van de Tropical Spice Garden afgezet. Bij binnenkomst moeten we RM15 (€4) per persoon betalen en worden we ingespoten met biologische antimuggen spul. Het is best warm in Maleisië, maar hier in deze grote tropische tuin lijkt het wel extra benauwd. Binnen een minuut beginnen mijn longen te protesteren en neem ik maar wat medicijnen in. De rest van de dag heb ik er geen last meer van. We wandelen door de mooie tuin, zien mooie bomen, bloemen, vlinders, spinnen, apen, vogels, eekhoorns, kikkers en vooral veel kruiden.

    

We drinken gratis thee gezet van de lokale planten en lunchen op het platform.

We zijn bijna 3 uur in de tuin geweest als we weer naar buiten lopen. Nu willen we naar de Butterfly Garden. We nemen de eerste bus die langskomt en die brengt ons een kilometer of 3 verderop. Daar moeten we wachten op de bus die linksaf gaat, of de anderhalve kilometer lopen. We kiezen voor dat laatste en wandelen op ons gemak naar de vlindertuin. Daar aangekomen moeten we RM27 (€ 7) per persoon betalen, wat we nogal veel vinden. Maar het is het waard. Als we de vlindertuin inlopen, worden we omringt door duizenden vlinders. Het zijn allemaal mooie en vaak ook grote en bijzondere vlinders.

   

Het is een grote ruimte en de vlinders worden hier goed verzorgt. Uiteraard hebben vlinders geen lange levensduur, ongeveer een paar weken tot in het meer zeldzame geval, een paar maanden, dus we zien hier en daar ook wel een dode vlinder. Naast vlinders hebben ze hier ook reptielen (zoals de grote Green Leguana), vissen (zoals de Alligator Gars), mandarijneenden en een grote gemeenuitziende bijt-schildpaddensoort.

 

Het is erg tropisch heet binnen, net een sauna, maar dat proberen we te negeren. Als Ro zich na anderhalf uur niet zo lekker voelt, denken we dat hij een vochtgebrek heeft. We lopen de vlinderruimte uit en daar kan hij tekenfilms in de airco bekijken, terwijl ik een heel eind moet lopen op zoek naar water. Als ik eindelijk terug ben kijk ik ook een paar insecten tekenfilmpjes mee en dan voelt Ro zich weer een stuk beter. We gaan nog even de vlindertuin in en lopen daarna langzaam door het expositiegebouw. We zien hele grote levende spinnen, hele bijzondere kikkers (de Asiatic Horned Frog en de Green Paddy Frog) waarvan de bovenkant van de eerste lijkt op een boomblad. We vinden alle 7 exemplaren van de boomkikker, maar kunnen slechts 13 van de 14 bladervormige kikkers terugvinden. Ze zijn dan ook behoorlijk lastig te vinden. We zien wandelende takken, wandelende blaadjes, torren, schorpioenen, slangen en een hele mooie mantra.

  

  

Als we uiteindelijk weer buiten staan zijn we te moe om naar de botanische tuinen te gaan en bovendien is het al half 5 geweest. We wandelen anderhalve kilometer terug naar de bushalte en rijden even later terug naar de stad. Ik val bijna in slaap in de bus, wat ik eigenlijk nooit doe. Als we onze straat herkennen, stoppen we de bus en stappen we naast ons hotel uit. Ik plof op bed en val gelijk in slaap. Een uur later ben ik weer wakker en wandelen we weer naar het Indische restaurant. Eigenlijk willen we ook wel een ander restaurant proberen, maar het is daar zo ontzettend lekker dat we er als vanzelf heen zijn gelopen. Ook deze avond is het er druk en is het eten heerlijk. Als ik een tijdje later in slaap probeer te komen ben ik blij dat dit de laatste nacht hier is. Onze kamer is ondanks de ventilator een sauna en ik heb hier 3 nachten niet goed geslapen.

Uitgegeven: MR179 (€45)

Donderdag 2 mei willen we ’s middags de bus naar de Cameron Highlands nemen. Dat kan ook om 8 uur ’s ochtends, maar waarom zouden we dat doen? Als we hebben ontbeten en de tassen hebben gepakt, wandelen we naar het busstation.

We kopen een kaartje voor de bus van half 2, dus we moeten nog anderhalf uur overbruggen. We gaan het winkelcentrum in, maar al gauw gaan we aan een tafeltje zitten, zodat één persoon op de tassen kan letten, terwijl de ander rondloopt. We eten ook nog wat en dan is het tijd om naar de bus te gaan. We worden naar een andere plek gebracht waar de bus al staat, maar de andere passagiers nog niet aanwezig zijn. We moeten even wachten, maar dan mogen we instappen. Het blijkt de meest luxe bus tot nu toe te zijn. Er staan 2 fauteuils aan de linkerkant van het gangpad en 1 aan de rechterkant. Je kan de stoelleuning ver naar achteren zetten en ook een voetensteun omhoog laten komen. Er is meer dan voldoende beenruimte en we zitten dan ook prinsheerlijk.

Het enige nadeel is de airco. Die staat zo hoog en hard dat je bijna je stoel uit wordt geblazen door ijskoude lucht. We bevriezen bijna. Andere slimmere medereizigers hebben hun slaapzak meegenomen en liggen opgekruld te slapen. Na ongeveer 3 uur bibberen en beven stoppen we in Ipoh op de luchthaven, waar we wat mensen eruit laten. Na een korte plaspauze waarin we ons weer even konden opwarmen, kleumen we weer anderhalf uur door. De zon is ondertussen onder, dus de strijd die de zonnestralen door het glas op mijn armen aangingen met de ijskoude lucht die op mij geblazen wordt, is nu voorbij en ik stop mijn armen in Ro’s t-shirt. Opgelucht stappen we in Tanah Rata de bus uit. Een vriendelijk man zoekt gasten voor “zijn” hotel en geeft ons een lift in zijn busje. Daar aangekomen blijken de goedkoopste kamers bezet te zijn, dus gaan we lopend op zoek naar iets anders. Bij de buren, Father’s guesthouse, is de goedkoopste kamer RM70 (€ 17,50), wat we te duur vinden. Als we weglopen worden we ingehaald door Eawasian, een zeer vriendelijke man uit Bangladesh. Hij werkt als tuinman bij Father’s Guesthouse, maar heeft sinds kort ook zijn eigen guesthouse, waar hij ons mee naar toe neemt. De kamers zijn, in tegenstelling tot die bij Father’s, voorzien van een eigen badkamer. We hadden onderweg al gezegd dat we naar een kamer van RM35 onderweg waren en hij bood ons zijn RM110 kamer aan voor RM50 (€ 12,50). Eawasian is zo aardig en het is ook een erg leuke kamer dat we akkoord gaan. We worden voorgesteld aan 4 andere gasten en ondanks dat het al 9 uur is, hebben zij ook nog niet gegeten. Eawasian neemt onze alle 6 mee naar een restaurant waar ik een soepje neem en de rest een “steamboat” voor 3 personen besteld. Er wordt een grote pan op tafel gezet met een gasstel eronder. De pan is in 2e opgedeeld: 1 helft heeft een niet zo’n pittige bouillon, de ander is een stuk pittiger. Dan worden er schalen vol garnalen, kip, vis, noodles, visballen, groenten en dergelijke neergezet, die je in de soep gooit om te laten garen. Ondanks dat het voor 3 personen is, kunnen ze er alle 6 hun buik mee vol eten. Na het eten gaan we nog een tijdje gezellig in de woonkamer zitten met z’n zevenen tot het bedtijd is.

Uitgegeven: MR202 (€50)

Vrijdag 3 mei willen we een wandeling gaan maken. Om de vele wandelroutes is dit gebied bekend, en op aanraden van Eawasian willen we pad nummer 10 en 11  gaan bewandelen. Ondanks dat het hier elke middag regent en we dus ’s ochtends moeten lopen, wil ik toch uitslapen. Ik heb het na 3 nachten amper geslapen te hebben nodig. Als Ro de woonkamer ’s ochtends in loopt komt Eawasian binnen met een Nederlandse die ook route 10 wil wandelen, maar niet alleen wil gaan. Ro komt mij wakker maken en een half uur later, rond half 11, wandelen we samen met haar het woud in. Ze blijkt een arts bij de GGD te zijn, gespecialiseerd in infectieziektes. Het is erg gezellig en leerzaam om met haar te praten. De route blijkt al snel een stukje zwaarder te zijn dan we hadden verwacht en het is veel klimmen. Halverwege begint het opeens te regenen en het komt met bakken naar beneden. Het steile pad omhoog wordt glibberig en kleine modderstroompjes komen ons tegemoet. Normaal regent het nog niet zo vroeg, dus hier hadden we geen rekening mee gehouden. Na een half uur is het weer droog en tegen die tijd staan we op een mooi uitkijkpunt. We moeten nog een klein stukje verder klimmen tot we bovenop de berg staan, op 1696 meter hoogte. Tanah Rata ligt op 1400 meter hoogte, dus we hebben slechts 300 meter geklommen.

    

Vanaf de top wordt de wandeling steeds mooier. De bomen zijn begroeid met mos en hebben mooie vormen. En er komt een mist opzetten, waardoor alles er een beetje spookachtig uitziet. We wandelen weer een stuk naar beneden, als ik iets achter me hoor. Ik draai me om en schrik zo erg dat ik zelfs even gil. Een groot wit “ding” komt op me afstormen en het duurt een fractie van een seconde voordat ik zie dat het een schattige grote fluffy hond is. De rest van de hike worden we vergezeld door deze hond. Hij rent soms de bosjes in en verdwijnt uit ons zicht, maar komt altijd terug. Een tijdje later staan we, na een 2e klim, bovenop de 2e berg. Helaas zijn ze hier aan het bouwen en de bovenkant is kaal en platgereden. We rusten even uit, als het weer begint te regenen. We hadden net ontdekt dat deze berg een doodlopend pad is en dat we weer naar beneden terug moeten en dan ergens anders af moeten slaan. Vanaf hier gaat het modderpad dat door bulldozers is gemaakt voor ons de berg af. Dat lijkt een stuk sneller en we hebben begrepen dat zodra het ’s middags gaat regenen het niet meer stopt. Dus we lopen de berg af. We zakken steeds dieper weg in de modder en het wordt steeds lastiger lopen. Al snel verandert het ene bandenspoor in een modderrivier en niet veel later het ander spoor ook.

Soms moeten we eroverheen springen omdat onze kant te zacht wordt en het wordt steeds moeilijker. We zijn tot het bot doorweekt, ondanks de poncho’s, en het lijkt alleen maar harder te gaan regenen. Gelukkig is het niet koud. De hond springt vrolijk met ons mee over de modderriviertjes en is van een witte hond in een bruine hond verandert. Als ik een paar keer zo ver in de modder ben gezakt dat mijn schoen verdwenen is, maakt dat het leven een stuk makkelijker. In plaats van te springen en dan maar te hopen dat je aan de andere kant niet uitglijdt, stap ik nu gewoon in de modderrivier. Meer doorweekt kan ik toch niet worden. Ro heeft nog enigszins droge voeten, dus die springt vrolijk verder. Als we beneden zijn lopen we een eindje tot we weer op asfalt staan. Bij de kruising zien we een verkeersbord dat ons dorp 3,5 kilometer verderop ligt. We gaan er niet vanuit dat iemand 3 modderige personen een lift willen geven en bovendien vinden we het ook niet eerlijk om de hond achter te laten, dus wandelen we weer verder. Ondanks dat we vaak omhoog moeten en het nog steeds flink regent, is het een makkelijke wandeling. Een kleine drie kwartier later staan we in het dorp. Ik koop iets te eten voor de hond, maar hij lust het niet. Dan nemen we afscheid van onze medewandelaarster (van wie ik de naam vergeten ben nu ik dit schrijf) en de hond. Het is half 4 als we onze kamer inlopen. We hebben 5 uur gelopen en het was ondanks de regen een heerlijke wandeling. We zijn behoorlijk moe en douchen, lezen en internetten een beetje. Dan gaan we eten in een Indisch restaurant en het eten is niet vies, maar vergeleken met het restaurant in Georgetown valt het heel erg tegen.

 

Uitgegeven: MR25 (€7)

Zaterdag 4 mei doen we rustig aan. Ik ben de hele dag bezig om de 1200 foto’s van Thailand uit te zoeken en ze daarna op onze website te plaatsen. Onze gastheer Eawasian heeft zelf geen internet, maar heeft wel alle wachtwoorden van de wifi van alle buren weten te bemachtigen. Deze verbindingen zijn zeer slecht, verdwijnen soms en vaak moet ik switchen van de een naar de ander. Niet de meest ideale manier om je website bij te werken, maar uiteindelijk lukt het wel. Ro is de hele dag aan het lezen en in zijn puzzelboekje bezig. We maken kennis met de vriendin van Eawasian: een Japanse vrouw genaamd Yukari, die heel grappig Japans-Engels praat, heel snel en soms absoluut niet te volgen. Zij zal hier nu een maand blijven en helpt Eawasian met schoonmaken, gasten opvangen en emails beantwoorden. Eawasian kan zelf niet lezen of schrijven, dus dat maakt het managen van een guesthouse niet echt makkelijk. Hij vertelt ons ook dat hij een eigen systeem heeft voor de verplichte 5 gebeden die hij per dag als goede moslim zou moeten doen. Hij werkt 10 uur per dag als tuinman en elke overige minuut is hij met dit guesthouse bezig. Om dan ook nog eens te gaan bidden, daar heeft hij geen tijd voor. Dus elke avond voor het slapen gaan bid hij een soort samenvatting van de 5 gemiste gebeden en hoopt er maar het beste op. Ik kan hem geen ongelijk geven!

Uitgegeven: MR78 (€20)

Zondag 5 mei slapen we weer lekker uit. Hier in Cameron Highlands hebben ze een perfect klimaat, op de vele regens na. Maar de temperatuur overdag is rond de 22 graden en ’s nachts rond de 15 graden. Voor het eerst in 3,5 maand slapen we in een kamer zonder het geluid van een airco of ventilator. De eerste nacht moest ik wennen aan de stilte, maar nu vind ik het heerlijk. We ontbijten samen en dan besluiten we naar de theeplantage te gaan. Mijn schoenen worden maar niet droog, dus ik moet op flipflops. We kunnen dus niet het hele eind lopen (ongeveer 10km). We kunnen ook geen openbaar vervoer vinden en een taxi kost waarschijnlijk RM25 enkele reis. We zien ook een tour die ons naar de theeplantage, beefarm, strawberryfarm, butterflyfarm, rosegarden, market en moskee brengt voor RM25 pp. Dat is dus net zo duur. We hadden al van anderen gehoord dat alleen de theeplantage de moeite waard is, dus de rest hoeft niet zo. Maar we vinden het ook niet erg om het wel te bezoeken. Helaas zit de theeplantage alleen in het ochtendprogramma en niet in het middagprogramma. Tja, dan houd het op. Maar de vrouw gaat voor ons bellen en voor RM40 pp worden we anderhalf uur eerder opgehaald en krijgen we een privé tour (omdat er nog geen andere aanmeldingen zijn). We gaan dan eerst naar de theeplantage en bepalen zelf waar we nog meer heen willen en hoe lang we willen blijven. We besluiten dat te doen en spreken om 13:00 uur af, over een uur. We gaan eerst lunchen en als we om 12:40 uur terugkomen is de gids er al. We stappen in zijn luxe minibus en krijgen veel informatie van onze gids. Hij weet heel veel van de Cameron Highlands en de theeplantage. Hij is namelijk op de theeplantage geboren en getogen, als zoon van twee werkers. Hij stopt voor fotomomenten tot we bij de theefabriek en restaurant aankomen. Daar verteld hij nog meer over de machines tot hij ons alleen laat om de fabriek, de plantage, museum, shop en restaurant zelf te ontdekken.

    

Normaal staan er 30 minuten voor de theeplantages, wij blijven er 2 uur. Het is er erg mooi en we wandelen tussen de theebomen die op struikhoogte worden gehouden. Er werken slechts 30 mannen op het land. De BOH Tea Plantation is de nummer 1 theeverbouwer van Maleisië met 4 theeplantages: 3 in de Cameron Highlands en 1 in Selangor. In totaal gaat het om 1200 hectare theeplanten. Ze produceren 3.000 kilo thee per hectare en in totaal 4 miljoen kilo thee per jaar. Dat komt neer op 5,5 miljoen kopjes thee per dag! De 30 mannen die hier werken, werken per 2-tal (2 personen moeten de snoeier vasthouden met de zak erachter waar de blaadjes ingeblazen worden). Thee doet er 21 dagen over voordat het opnieuw gesnoeid kan worden, dus het gebied is in 21 delen opgedeeld. Elke dag snoeien ze één deel en na 21 dagen beginnen ze opnieuw. Het is zwaar werk en ze krijgen daar ongeveer € 300 per maand voor. Dat is wel afhankelijk van hun inzet, want ze krijgen per kilo betaald. De meeste werkers komen tegenwoordig uit Bangladesh en Nepal. Vroeger waren het mensen uit India, zoals de ouders van onze gids, maar de Indiërs hebben betere banen gevonden. De Schotse eigenaresse van de theeplantage (of haar voorvaderen) hebben voor de werkers huisjes gebouwd, een ziekenhuis, een school, een moskee, een kerk, een supermarkt en sportvelden. De werkers krijgen gratis woonruimte, medische hulp en (drink)water. Ze moeten zelf voor hun eten en elektriciteit betalen. Ze werken van 8:00 uur tot 11:30 uur op het land, waarna ze een half uur de opgevangen bladeren moeten selecteren. Daarna hebben ze pauze. ’s Middags werken ze weer van 13:00 tot 16:30, waarna ze de bladeren weer een half uur moeten uitzoeken. Zwaar werk, maar geen slavenwerk, lijkt ons. Heel wat minder uren dan we hadden gezien in Jordanië en bijna 2x zoveel salaris. De Schotse eigenaresse van de theeplantage doet erg veel aan liefdadigheid in Maleisië en steunt ook diverse projecten voor Orang-oetans en neusapen. Als we rond 15:00 uur wegrijden, na uiteraard een kop thee gedronken te hebben, worden we naar de beefarm gereden. Het stelt inderdaad niet zo heel veel voor, maar de tuin staat vol met bijenhuizen en overal vliegen bijen. Ondanks dat Ro allergisch is voor bijen vindt hij het geen probleem mee te lopen. Hij moet alleen oppassen dat hij geen bij boos maakt als hij denkt een mug dood te slaan.

  

We wandelen door de tuin en zijn binnen 15 minuten weer terug bij de auto. Zo veel was er ook weer niet te zien. Hierna komt de vlindertuin, maar die slaan we over. Dat kan toch alleen maar een teleurstelling worden na de vlindertuin in Penang. Het volgende op het programma is de aardbeienboerderij. Dit stelt al helemaal niks voor, maar de warme Belgische Wafel met aardbeien en slagroom en chocoladesaus hadden we niet willen missen. Ro voelt zich ondertussen niet zo lekker meer. Hij is al een paar dagen verkouden, maar heeft gelukkig geen koorts. We hebben eigenlijk alles wel gezien dat we willen zien, dus we slaan de rozentuin en de tempel over. Wel stoppen we nog even op de markt om aardbeien te kopen. Onze gids mag ons om 16:45 uur al bij ons hotel afzetten, een uur te vroeg, maar dat vindt hij vast niet erg, zeker niet omdat hij ook nog een mooie tip van ons krijgt. We zijn nu helemaal op de hoogte van het wel en wee van de Cameron Highlands en de verkiezingen die vandaag in Maleisië gehouden worden. Terug in onze kamer gaat Ro even slapen, terwijl ik met Yukari praat. Als Ro wakker is eten we de aardbeien met de melk en musli die ik even snel gehaald heb en kruipt Ro weer onder de deken. Eawasian vraagt ons of wij hem morgen willen helpen met zijn guesthouse op websites als booking.com, bedandbreakfastworld.com en hostels.com te zetten. In ruil daarvoor mogen we dan morgenavond hier gratis slapen. We vinden het prima om nog een nacht op deze koele berg te blijven, dus we gaan akkoord.

Uitgegeven: MR336 (€86)

Maandag 6 mei begin ik de dag met e-mails schrijven en beantwoorden. Zo heerlijk als een overvolle mailbox langzaamaan weer leeg wordt. Rond 13 uur ga ik aan de slag voor Eawasian. Ik zoek uit wat de voorwaarden van al die sites zijn, wat je er voor moet doen en daarna ga ik samen met zijn vriendin Yukari zitten om ze overal aan te melden. Het is veel meer werk dan we hadden gedacht en uiteindelijk ben ik 5 uur bezig. Maar het grote probleem is dat je na de inschrijving een bevestiging krijgt dat er binnen een paar dagen contact met ze wordt opgenomen. En dan kan ik niet meer helpen. Alleen van booking.com krijgen we snel bericht. Hiervoor moeten documenten worden uitgeprint, ingevuld en teruggestuurd worden. Ik loop met haar alles door wat ze moet doen, maar heb er weinig vertrouwen in. Zij zelf ook niet. Voor tripadvisor moeten we bewijs overleggen dat hij de eigenaar is en dat is er eigenlijk niet. Tenminste, ze heeft geen idee wat ze moet gebruiken. Identificeren per creditcard is ook mogelijk, maar ja, die heeft hij niet. En zo lopen we steeds overal tegenaan. Ook beantwoorden we wat mails van mensen die hier willen slapen en maak ik een standaard mail voor haar zodat ze die steeds, met een paar aanpassingen, kan versturen. Ondanks dat deze mensen zo gemotiveerd zijn en zo graag willen, ben ik bang dat het heel erg moeilijk voor ze gaat worden. Je kan niet steeds afhankelijk van je gasten zijn om je mails te beantwoorden en je administratie bij te houden! We zijn dus heel benieuwd hoe dit gaat werken. Eawasian had aangegeven dat hij vanavond met ons zou gaan koken. Hij geeft kookcursussen aan zijn gasten. We snappen niet waar hij de energie toch steeds vandaan haalt. Als hij om 19:30 uur uit zijn werk komt (waar hij vanaf 9:00 uur als tuinman aan het werk was) gaat hij voor ons naar de markt om inkopen te doen. Ondertussen zijn er weer 2 nieuwe gasten en die koken ook mee. Ik weet mij te drukken, want ik heb een hekel aan koken en moet toch nog even wat mails beantwoorden voor Eawasian. Het is 20:30 uur geweest als ze beginnen met koken. Na de mails leert de vriendin van Eawasian mij een beetje hoe de Japanse taal in elkaar steekt. Het is erg interessant en bovenal erg ingewikkeld. Ondertussen zitten Eawasian, Ro en de 2 Italianen op de grond in de slaapkamer van Eawasian het eten te bereiden. De kip wordt gesneden op een plankje op de vloer van de badkamer door ruimtegebrek. Het is dus nogal provisorisch. Maar Eawasian leert ze een lekker gerecht uit Bangladesh en ze hebben er wel lol in. Als het 22:30 uur is geweest is het eten eindelijk klaar. Sinds de 2 boterhammen als ontbijt hebben we niks meer gegeten, dus we hebben behoorlijk honger. Maar ondertussen ben je dan weer zo over je honger heen, dat we niet zo veel eten. Na het eten praten we nog even verder, tot we allemaal maar naar bed gaan.

Uitgegeven: MR15 (€4)

Dinsdag 7 mei besluiten we nog één dagje te blijven. Over precies een week vliegen we naar Borneo, dus we hebben nog wel wat tijd. Vandaag doen we weer heel weinig. Ro is de hele ochtend en een deel van de middag bezig op de computer, terwijl ik een boek lees. Als hij eindelijk klaar is schrijf ik dit verslag van Maleisië, waar ik de rest van de middag mee bezig ben. Daarna gaan we eten. Onderweg worden we aangesproken door een Nederlandse vrouw die op zoek is naar een hotel. We brengen haar naar “ons” hotel. Daarna gaan we weer verder op zoek. Er zijn hier weinig goede restaurants, tenminste, wij kunnen ze niet vinden. Uiteindelijk gaan we maar weer bij hetzelfde restaurant eten waar we eerder geluncht hebben. Het is niet erg goed, maar ook niet erg duur. Terug in het hotel blijken de Nederlanders met hun baby gebleven te zijn en zijn alle vijf de kamers voor het eerst bezet. We zitten nog een paar uur in de woonkamer, praten met Eawasian, zijn vriendin, het Nederlandse stel en het Italiaanse stel. Ik help ze nog met het invullen van het papierwerk voor booking.com en begin nu zeer ernstige twijfels te krijgen over hoe ze dit ooit gaan doen, als je niet kan lezen en schrijven. Maar aan hun enthousiasme zal het niet liggen. Tegen 23:00 uur gaan we naar bed, nadat we Eawasian RM50 voor de komende nacht hebben betaald. Hij wil er niks van weten, want ook deze nacht is voor ons gratis, maar we hebben vandaag niet zo heel veel voor hem gedaan en wij staan erop dat we betalen. Hij accepteert het geld uiteindelijk en we mogen altijd terugkomen en we hoeven nooit meer de volle mep te betalen. Voor ons zal het altijd RM50 blijven. Nou, dat is ook mooi. We beloven dat we zullen kijken of we terug kunnen komen als we uit Borneo komen en nemen dan afscheid van hem. Want misschien zien we hem morgenochtend niet meer.

Uitgegeven: MR96 (€25)

Woensdag 8 mei is Ro vroeg op en loopt hij naar het busstation. Daar krijgt hij met zekerheid te weten dat er om 9:30 uur een bus naar Kuala Lumpur (KL) gaat. We hebben besloten dat we daar beter heen kunnen gaan. Ro wil graag duiken op Borneo en daarvoor moeten we eerst weten of dat voor hem veilig is. Op Koh Phi Phi Island waren we erachter gekomen dat mensen die ooit een klaplong hebben gehad, een groot risico lopen onder water weer een klaplong te krijgen. Dus moeten we een foto laten maken om erachter te komen of zijn long weer geheeld is. En omdat we geen idee hebben hoe lang zoiets duurt, besluiten we direct naar KL te gaan. Mochten we in Borneo niet voldoende strand en zee hebben gezien, kunnen we na Borneo altijd alsnog naar de oostkust van Maleisië. Als Ro terug komt ben ik ook wakker en om iets over 9 uur lopen we de Orchid Lodge uit. Volgens mij hebben we niet eerder zo lang in hetzelfde hotel geslapen deze reis. We wandelen ongeveer 500 meter naar het busstation, kopen 2 kaartjes a RM30 (€ 7,50) en wachten tot de bus helemaal schoon is gesopt. Rond 9:45 is de laatste hand gelegd aan de ruiten en mogen we de bus in. Het blijkt weer zo’n superluxe bus te zijn, met 3 fauteuils op 1 rij. We zijn in totaal maar met 8 personen in de grote bus, dus we kiezen een mooie plek ver van de aircoblazers. Wel hebben we deze keer onze slaapzak meegenomen, waar we gelijk onder kruipen, want het is er koud. In eerste instantie rijden we nog een stukje door de dorpen en langs de theeplantages, maar daarna slingeren we anderhalf uur lang door de jungle over de bergweg. Het is extreem mooi. Wat zijn we blij dat we niet naar de kust zijn gegaan, want dan hadden we dit nooit gezien. Overal zien we watervalletjes en soms kun je ineens heel ver kijken, maar meestal zie je alleen bomen. Als we weer beneden zijn wordt het landschap wat saaier en vallen we zelfs een beetje in slaap. Rond 12:30 uur lijken we KL al in te rijden, maar dat lijkt ons wat snel. Maar het blijkt toch zo te zijn en om 13:00 uur staan we al op het busstation. We stappen uit en hebben geen idee waar in de stad we ons bevinden. We besluiten niet al te moeilijk te gaan doen en voor vannacht een hotel in de buurt te zoeken. We waren net langs een ziekenhuis gereden, dus we kunnen hier beter in de buurt blijven. We bekijken meerdere hotels van binnen, maar het is meestal erg ranzig. Een eigen badkamer zou ik wel prettig vinden, maar ik kan wel zonder leven. Maar die groezelige lakens, nee, dat hoef ik niet. Dus het kost nog behoorlijk wat tijd voordat we eindelijk een hotel vinden dat wellicht geen schoonheidsprijs verdient, maar waar de lakens wit zijn en fris ruiken. Verder stelt het niks voor en de RM65 (€ 16) die ze ervoor willen hebben is veel te veel (maar dat is minder dan sommige met de ranzige lakens). Maar voor vannacht is het prima. Het is ondertussen al 14:00 uur, dus we gaan eerst op zoek naar iets te eten. We lopen een behoorlijk eind voordat we eindelijk in een buurt zitten met restaurants waar we niet direct een voedselvergiftiging denken op te lopen. Ik bestel een pompoensoepje en Ro een hamburger. Daarna gaan we op zoek naar een internetcafé zodat we de medische verklaring voor de PADI kunnen printen en zoeken we een beter hotel. Na een paar hotels bekeken te hebben lopen we tegen het “Home Phoenix Guest House” aan, een splinternieuw hotel, waar het nog nieuw ruikt. Alles is superschoon. De meeste kamers zijn boven ons budget, maar ze hebben één kamer met alleen een superfijn en superdik matras op de grond. De kamer is ongeveer anderhalf keer zo groot als het matras. Maar met raam en airco, voor maar RM53 (13). We reserveren gelijk voor de volgende 5 nachten. Dan zoeken we verder naar een printer, maar die kunnen we nergens vinden en gaan uiteindelijk maar een superduur hotel in waar we op de 11e verdieping in het Business Center kunnen printen. Als we even later het ziekenhuis inlopen is het al 16:00 uur. We verwachten er nu niet zo veel meer van, maar wellicht kunnen we een afspraak maken. We vinden de kamer van een arts gespecialiseerd in de borst en Ro schrijft zich in. Nog geen 5 minuten later worden we uitgenodigd door de arts. Een verpleegster blijft continu bij ons in de kamer, zodat zij direct kan assisteren mocht dat nodig zijn. De arts blijkt zelf ook erg van duiken te houden en denkt eigenlijk dat het beter is als Ro niet gaat duiken. Maar als we willen, dan kan er uiteraard een foto gemaakt worden om het zeker te weten. Dat doen we maar. De verpleegster brengt ons direct naar beneden, waar we 5 minuten moeten wachten. Dan wordt Ro meegenomen naar de röntgenkamer. Nog eens 5 minuten later komt Ro weer bij me zitten en weer 5 minuten later is de foto klaar. Deze foto krijgen we in een envelop mee, waar we RM30 (€ 7,50) voor moeten betalen. Eenmaal boven bij de kamer van de arts komt de verpleegster er weer aan die ons mee naar binnen neemt. De arts bekijkt de foto samen met ons. Ro’s linkerlong is de long die 2x geklapt was in 2001 en die ziet er eigenlijk heel mooi uit. Met die long zou duiken wellicht mogelijk zijn. Zijn andere long heeft echter veel meer witte vlekken en zelfs een paar felwitte puntjes. Dit zijn hele dunne plekken in zijn long, die onder water makkelijk zouden kunnen knappen. Uiteraard schrikken we hier wel van, maar de arts voorziet niet dat dit problemen zal veroorzaken boven water. Hij denkt niet dat  Ro nu opeens een klaplong kan krijgen. Maar duiken is uitgesloten. Ook krijgt Ro te horen dat hij nooit een helikopter vlucht mag maken, omdat de luchtdruk daar ook voor problemen kan zorgen. Ro baalt ontzettend. Ook parachutespringen moet op Ro’s lijst van niet uit te oefenen activiteiten, maar die stond daar eigenlijk al op, dus hier hoor ik hem niet zo over klagen. We bedanken de arts en betalen bij het loket RM123 (€ 31) voor zijn tijd. Het is 16:55 uur als we het ziekenhuis uitlopen. Zo kan het dus ook!

We lopen terug naar het hotel en checken onze mail. Daarna lopen we naar Chinatown. We eten bij Nando’s, wat best lekker is een keertje en daarna lopen we Chinatown verder in. We slenteren over markten totdat we er genoeg van hebben.

Dan gaan we terug naar onze kamer waar we weer naar Nederlandse Cabaret kijken, deze keer Javier Guzman. Erg leuk!

Uitgegeven: MR452 (€116)

Donderdag 9 mei heb ik de halve nacht wakker gelegen van de pijn. Het is hier een stuk benauwder en de airco werkt voor geen meter. Blijkbaar heb ik Ro ook behoorlijk wakker gehouden, want opeens springt hij overeind met de mededeling dat het 12:15 uur is. ’s Middags!! Zo lang hebben we nog nooit geslapen. Maar als je geen raam hebt, en dus geen zonlicht binnen krijgt, en geen wekker zet, dan kan zoiets gebeuren. In 5 minuten zijn we aangekleed, hebben we de tassen ingepakt en rennen we naar beneden. We moeten eigenlijk om 12 uur uitchecken, maar gelukkig doen ze niet moeilijk en krijgen we de borg voor de sleutel terug. We moeten een aardig eindje lopen naar het andere hotel, het is warm en de tassen zijn niet licht. Eenmaal in het hotel is de kamer inderdaad vrij gehouden voor ons, we betalen gelijk voor 5 nachten vooruit, en gaan we heel even afkoelen onder de airco, die hier prima werkt. Daarna vragen we de eigenaresse hoe we naar de Twin Towers kunnen lopen. Ze legt het uit, maar na 500 meter weten we het al niet meer zeker. Ze zei hier rechts, maar we zien de torens voor ons. We besluiten haar advies te negeren en lopen steeds richting de torens, waarvan we er vanaf deze hoek maar één zien. We stellen het moment nog even uit als we bij de torens aankomen en gaan eerst het winkelcentrum onder de torens in. We hebben heel veel honger en willen eerst ontbijten. De eerste de beste eetgelegenheid gaan we in en we bestellen scones voor mij en voor Ro een broodje kip met kaas. Het is lekker. Daarna lopen we de tuin in, vanwaar we de 2 torens voor het eerst goed kunnen bekijken. We wandelen om de vijver heen en gaan in het park zitten.

Daarna lopen we door het winkelcentrum naar de andere kant van de torens, vanwaar we de foto’s kunnen maken zoals iedereen die heeft die in KL is geweest.

En vóór we weggaan willen we dat ook nog een keer ’s avonds doen. Daarna lopen we terug het winkelcentrum in, waar we een tijdje rondlopen. We hebben geen zin om nu te wachten tot het donker is, want dat duurt tot 19:30 uur. Dus besluiten we terug te lopen naar het hotel. KL is een hele moderne stad en we hadden begrepen dat het mogelijk is om terug te lopen in de airconditioning. En ja hoor, we vinden het wandelpad op ongeveer 4 meter hoogte boven de grond, vanwaar je door het centrum kan wandelen terwijl je lekker koel blijft. Het lijkt verspilling van kostbare energie, maar als je daar loopt, dan stel je dat toch best op prijs!

Daarnaast zijn er overal in KL nette voetgangerspaden (die niet bezet zijn door scooters, eetstalletjes of wat dan ook), maar waar je gewoon op kan lopen. En dat niet alleen, het merendeel hiervan in het centrum is overdekt!

Daardoor loop je dus altijd in de schaduw! Als we uit de airco wandelpaden komen, lopen we een ander winkelcentrum in (ze lijken hier oneindig veel winkelcentra te hebben). Op de bovenste verdieping is een bioscoop en als we even kijken wat er draait komen er 2 lokale jongens naar ons toe met de vraag of we naar de film “The Long Weekend” willen. Hun vrienden zijn niet op komen dagen en nu kunnen ze daar toch niks meer mee. Wij gaan met hun mee, want de film is al begonnen. Als ik net ga zitten zie ik me toch een ranzig doodeng iets op het scherm, waardoor ik al vermoed dat dit een horror is en daarbij veel te eng voor mij. Als ze even later gaan praten blijkt het een Aziatische taal te zijn en krijgen we daarbij zowel Chinese als Maleisische ondertiteling. Tja, daar hebben we niet zo veel aan. We snappen niet waarom de titel wel in het Engels is, maar na 5 minuten glippen we de bioscoop weer uit. Daarna willen we terug naar ons hotel, maar we hebben geen idee waar we zijn. De kaart komt niet overeen met de hotels die we om ons heen zijn en we lopen als 2 kippen zonder kop rond. Als we na een uur opeens 100 meter verderop het beginpunt na de bioscoop zien, weten we waar we fout zijn gegaan. Vanaf hier is het makkelijk en een kwartier later komen we uitgeput in ons hotel aan. We hebben zo’n 5 uur gelopen. Na een korte pauze gaan we nog naar het restaurant op de hoek, waar we beide een spaghetti eten. Daarna kijken we lekker nog een beetje cabaret op ons matrasje. Deze keer is Theo Maassen aan de beurt. Ook erg leuk!

Uitgegeven: MR389 (€97)

Vrijdag 10 mei worden we na een heerlijke nachtrust wakker. Ro uiteraard iets eerder dan ik. Rond 11:30 uur vertrekken we. We hadden bedacht de “hop on hop off”-bus te nemen, maar bij de bushalte lijkt niks te gebeuren. We lopen terug naar de bioscoop, want daar zou de “hoofdbushalte” zijn. Maar die kunnen we helemaal niet vinden. We willen naar het Nationaal Museum, dus we besluiten dan maar de monorail te nemen. Dat gaat makkelijk en snel. Ongeveer om 12:15 uur staan we op het eindstation van de monorail. Van daar wandelen we naar het treinstation. Bij de informatiebalie krijgen we te horen dat we wel naar het Nationaal Museum kunnen lopen, maar dat we dan de snelweg over moeten steken. We kunnen haar snelle en lange routebeschrijving alleen niet helemaal volgen en lopen al snel verkeerd. We gaan maar weer terug en zien dan de “hop-on-hop-off”-bus vertrekken. Misschien moeten we dat maar doen. We gaan eerst iets eten. Als we een half uur later terug zijn en er geen bus komt, hebben we ook geen zin om te wachten en besluiten we nogmaals te proberen het te voet te vinden. We lopen dwars door een parkeergarage, lopen langs de snelweg, steken er 2 over en zien dan de borden voor het museum. Dat was simpel! We komen nu vanaf de achterkant binnen en zien eerst een tentoonstelling over maskers van de wereld. Heel interessant en hele mooie maskers.

  

De expositie zou eigenlijk 30 april afgelopen zijn en er is geen personeel of andere bezoeker te vinden. We weten eigenlijk ook niet zeker of het wel open is. Maar het licht is aan, dus we kijken rustig rond. Als we aan het eind zijn, zien we dat dat juist het begin is, en dat daar de kassa staat. We draaien om en lopen maar weer terug. Maar er bleek ook daar niemand te zijn. Eigenlijk moeten we denk ik wel toegang betalen. Na een korte stop voor een broodje lopen we naar het National Museum. Hiervoor kopen we wel een kaartje, maar dat kost maar RM5 (€ 1,25) p.p. en achteraf gezien hadden we ook daar zo door kunnen lopen. We blijven best lang binnen, want het is allemaal erg interessant.

 

Na ruim een uur lopen we weer verder, steken we de snelweg weer over, maar nu via een brug, en komen we uit bij het Planetarium Negara, waar de toegang gratis is. We lopen samen met Neill Armstrong over de maan, bekijken verre sterren en besturen een sonde over Mars. Nou ja, met een beetje fantasie. Het hoogtepunt (wij vonden het in ieder geval erg grappig) was een ruimtevaart toilet. Ro gaat (gekleed) op de wc zitten en drukt op de knop. Hij wordt vastgezogen aan de wc, zodat op die manier je ontlasting niet meer terug omhoog kan vliegen. Heel logisch, maar wel heel leuk om zelf even te mogen voelen.

 

Als we na een uur zijn uitgespeeld, wandelen we weer verder het park in. We lopen langs het hertenpark, maar die zijn ze aan het verbouwen. Dan langs het vogelpark, maar daar gaan we maandag naartoe, als het niet zo druk is. Dan lopen we nog een heel eind tot we bij de National Mosque zijn, maar hebben niet meer de energie om erin te gaan. We moeten nog een 2 kilometer verder lopen tot we bij een opstappunt van de monorail zijn.

Onze voeten willen ondertussen niet meer. Na 10 minuten in de coupe staan van de monorail komen we op het station aan en moeten we nog 15 minuten naar ons hotel lopen. We hebben de halve vierdaagse erop zitten vandaag en we slepen onszelf door de laatste meters, waar we rond 18:00 uur aankomen. Als we op het matras gaan liggen tintelen onze benen en voeten. Pas na 2 uur uitrusten kunnen we het aan om terug te lopen de stad in, ongeveer 600 meter, om daar op zoek te gaan naar een gezellig straattentje om te eten.

We eten best lekker, maar zijn ook wel blij als we daarna weer op terug op onze kamer zijn en nu echt onze benen kunnen laten rusten.

Uitgegeven: MR85 (€22)

Zaterdag 11 mei beginnen we de dag met niks doen. We willen met zonsondergang op de Kuala Lumpur Tower staan en tot die tijd doen we lekker niks. ’s Middags lopen we nog naar het “Pavilion” winkelcentrum en ga ik even shoppen bij de H&M. Het lijkt altijd nogal onmogelijk om kleren in Azië te kopen, aangezien de gemiddelde maat XXXXS lijkt te zijn, maar nu ik het probeer blijkt het erg mee te vallen. Ik loop met een verbazende hoeveelheid kleding de paskamer in en alles past goed. Ik kies 2 topjes uit, waarna ik RM 66 (€ 16) af moet rekenen. Ik heb normaal een hekel aan kleren uitzoeken, passen en kopen, maar vandaag gaat het wel goed. Bovendien had ik echt wat nieuws nodig, want van de 4 topjes die ik mee heb, zijn er 2 kapot en de andere 2 zien er behoorlijk belabberd uit. Daarna lezen we nog even op onze kamer en om 18:00 uur lopen we richting de toren. Dit is de zendmast van Kuala Lumpur, maar je kan helemaal naar boven om van het uitzicht te genieten. Gelukkig is ons hotel lekker centraal, dus we hoeven maar 20 minuten te lopen. Aangekomen bij de ingang hebben we de mogelijkheid om met de gratis shuttle bus naar boven gebracht te worden, naar de echte ingang. Uiteraard vindt Ro dat onzin en sleurt me mee naar boven. Het is nog steeds heet en benauwd en heel erg neem ik hem dit niet in dank af. Maar goed, 5 minuten later lopen we de ingang in. We weten dat het redelijk prijzig is om naar boven te mogen, maar toch vinden we RM45 pp (€ 12) wel een beetje belachelijk. We kijken even rond om te zien wat het kost om in het draaiende restaurant boven te eten. Dat is wel duur, maar in het weekend hebben ze ook High Tea van 15:30 tot 17:30 uur voor RM 68 pp (€ 18), inclusief toegang tot het uitkijkplatform. We reserveren de High Tea voor morgenmiddag en keren ongedane zaken weer om.

Deze keer mag ik wel met de gratis shuttlebus naar beneden omdat mijn tenen behoorlijk pijn doen en naar beneden lopen dan niet zo prettig is. Eenmaal beneden wandelen we door naar de Twin Towers, die ondertussen mooi oplichten in het donker. We besluiten eerst wat te gaan eten in het daaronder gelegen winkelcentrum en lopen naar de foodcorner. Daar nemen we een naanbrood met kip bij het ene loket en een lassagne bij een ander, wat we samen opeten. Als we propvol zitten lopen we de achtertuin van de torens in, waar een mooie water-lichtshow bezig is. We blijven een tijd zitten, want het is best leuk.

 

Rond 21:00 uur lopen we naar de voorkant van het gebouw, voor nog wat foto’s van de torens in het donker. Daarna lopen we over de door de airconditioning afgekoelde hoge wandelpaden terug naar het winkelcentrum “Pavilion”. Om 22:30 uur begint de film “The Host” waar we 2 kaartjes voor kopen. Het is een leuke film en we kunnen onze uitgeputte voeten mooi 2 uur laten rusten. Tegen 1 uur ’s nachts lopen we de 15 minuten terug naar ons hotel. Het is verbazingwekkend druk op straat en veel winkels zijn ook nog open. Het is gezellig en eindelijk is de temperatuur aangenaam. We snappen wel dat iedereen nu op straat is. Maar wij zijn moe en gaan terug naar ons hotel.

Uitgegeven: MR176 (€45)

Zondag 12 mei is het Moederdag en zonder onze moeders gaan we op hun gezondheid thee drinken. We kunnen pas om 15:30 uur in de toren terecht, en daarvoor hebben we geen zin om iets anders te doen. We doen alvast wat research op het internet voor Borneo en ik lees een boek. Rond 13:30 uur heb ik behoorlijk honger, want ik heb nog niks gegeten, maar ik heb echt geen zin om naar de winkel te lopen. Ro eet elke ochtend mijn ontbijt op, want we krijgen hier 2 sneetjes brood per persoon. Ik eet toch niet graag ’s ochtends en Ro vindt 4 boterhammen lekkerder dan 2. Ik houd mezelf maar voor dat ik straks een “all you can eat” buffet krijg, dus maar beter honger kan hebben. Tegen de tijd dat het 15:00 uur is, heb ik zo’n honger dat ik bang ben dat ik zo juist niks meer kan eten. Maar we lopen niet langs een supermarkt, dus ik moet nog even wachten. Bij de ingang nemen we de gratis shuttlebus omhoog (hihi, soms krijg ik wel mijn zin) en mogen we vooraan aansluiten bij de liften. We worden in iets minder dan een minuut 282 meter omhoog geschoten. Als we het restaurant inlopen moet ik echt even stoppen om tot me door te laten dringen wat ik zie. Het uitzicht is adembenemend mooi. Je kan de hele stad zien en wat daarachter ligt. De toren is niet hoger dan de Twin Towers, maar omdat deze toren op een heuvel is gebouwd, zijn we wel hoger. We stappen op het draaiplateau en krijgen een tafel aan het raam.

We zijn net de Twin Towers voorbij, dus over een uur en een kwartier zullen we daar pas zijn. We zien ons hotel onder ons liggen, als een klein speelgoedhuisje. Dan neemt mijn honger de overhand en loop ik snel naar het buffet waar ik mijn bord volgooi met fruit. Dat lijkt me een goed begin. Daarna komt er nog een bord met sandwiches en salade. Daarna nog vers brood met boter. Daarna een bord fruit en desserts. Daarna nog meer taartjes en cake. Daarna nog wat fruit en stiekem nog een stukje cake. Tjonge, ik zit bomvol. Volgens mij heb ik nog nooit zoveel gegeten. Ro heeft zich volgegeten aan eend, kip, noodles met garnalen, lokale gerechten, curry en alles wat ik ook gegeten heb.

   

Als we voor de Twin Towers langs draaien kunnen we amper nog opstaan om foto’s te maken.

En als we op ons beginpunt zijn, na anderhalf uur vreten, stop ik het laatste stuk fruit in mijn mond. We weten zeker dat we het komende half uur toch geen hap meer nemen, dus dan kunnen we net zo goed verder gaan. We wachten op de lift die ons naar de verdieping onder ons brengt. Helaas is de knop niet goed ingedrukt en zoeven we in iets meer dan 40 seconden helemaal naar beneden. We mogen gelukkig wel weer terug omhoog en een minuut later staan we op het uitkijkpunt en laten onze oren wennen aan de snelle drukverschillen. We zijn maar 6 meter lager dan het restaurant, maar op de een of andere manier is het vanaf hier veel minder mooi. Misschien omdat wij een schuine glaswand hadden bijna horizontaal, waardoor je ook recht naar beneden kan kijken? Misschien omdat het hier wat minder ruim is en het vol staat met souvenirswinkeltjes? Of omdat 6 meter toch heel veel verschil kan uitmaken? We weten het niet, maar we zijn nu heel blij dat we die €6 extra hebben betaald om ook gebruik te mogen maken van de High Tea. € 12 alleen voor het uitzicht is het wat ons betreft niet waard. We nemen de lift weer naar beneden en wandelen nu de berg af. We kunnen wel wat beweging gebruiken na zoveel eten. Het is 18:00 uur, dus nog lekker licht en we wandelen op ons gemak terug naar het hotel. We hoeven niet meer te dineren, dus we hoeven de kamer niet meer uit.

Uitgegeven: MR161 (€41)

Maandag 13 mei gaan we naar het Bird Park. Als we rond 11 uur buiten komen, blijkt het behoorlijk heet te zijn. Het is de heetste dag sinds wij in KL zijn. Daar balen we wel van, maar niks aan te doen. We wandelen in 15 minuten naar de monorail bij het “Pavilion”, vanwaar we een paar haltes meerijden. We stappen uit waar we afgelopen vrijdag waren ingestapt en wandelen dezelfde route (maar dan andersom) terug naar het Bird Park. Al snel blijkt het echt te heet te zijn en als we nog ongeveer 2 kilometer moeten geef ik het op. We houden een taxi aan die ons voor RM5 (€ 1,25) naar de ingang rijdt, terwijl we bijkomen in de airco. We kopen 2 kaartjes a RM 48 (€12) en lopen de “World’s Largest Free-Flight Walk-in Aviary” in. Het is best een mooi park en ze hebben mooie vogels. Een groot deel van de vogels vliegt en loopt vrij rond, opgesplitst in diverse delen. We houden niet zo van vogels in kooien, maar de meeste hier lijken het wel goed te hebben. Volop eten, beschutting, soortgenoten, bescherming en ruimte. Sommige vogels zitten wel in kooien en dat is altijd weer wat zieliger. Maar ze lijken goed verzorgt.

  

Het enige waar we het niet mee eens zijn, is de fotohoek. Hier zitten allerlei verschillende beeldschone vogels, waaronder 3 uilen, op stokken. We vermoeden dat de vleugels zijn geknipt, want ze zitten verder niet vast. Ze kunnen wel een beetje zweven/springen naar een andere plek, maar ik denk niet dat ze kunnen vliegen. Hier staan ze dan de hele dag te wachten op mensen die 8 grote vogels op hun armen, hoofd en schoot krijgen voor de foto. Okee, het is een leuke foto, maar als je als vogel hier elke dag de hele dag moet zitten, dan is dat zielig. Gelukkig staan er wel 2 waaiers half op de vogels gericht en dat hebben de vogels in de kooien niet. We weten niet zeker of we dit dierenmishandeling vinden, maar slaan de foto maken sowieso over. Na anderhalf uur rondgewandeld te hebben, besluiten we te gaan eten in het restaurant. Het buitenterras is erg mooi met uitzicht op de tuin en vogels op de balustrade en zelfs op je tafel, maar we moeten even binnen afkoelen in de airco. Na een broodje rapen we al onze moed weer bij elkaar en lopen we de sauna genaamd “de buitenlucht” weer in. We gaan ook nog even langs de vogelshow, wat wellicht een zeer slechte show was, maar eigenlijk vonden we het ook heel goed. De voornamelijk papegaaien in deze show doen simpele trucjes, en ongeveer de helft van de tijd hebben ze er geen zin in. Ze proberen de papagaaien 2x over te halen het toch te doen, maar zo niet, dan hoeft het ook niet. Ze zeggen dat ze de papegaaien leren om bijvoorbeeld op een speelgoedauto te gaan staan en zich aan het stuur vasthouden met hun bek, als de auto geduwd wordt, door beloning met eten. En ik denk dat ze het ze ook zo leren. En als ze het niet doen, dan is dat ook goed, maar dan krijgen ze geen zaadje.

  

Na 15 minuten is het weer voorbij en lopen we langzaam terug naar de ingang. We hebben het te heet om nog langer te blijven. We zijn 3 uur binnen geweest. Het idee om een uur terug te lopen naar de monorail staat ons echt niet aan en we besluiten een taxi te nemen. Voor RM15 brengt hij ons naar de monorail of voor RM20 naar ons hotel. Dat verschil is bijna net zo duur als de 2 monorailkaartjes, dus we besluiten lekker makkelijk de taxi te nemen. Een 20 minuten later stappen we voor ons hotel uit. Wat een luxe! Het is ongeveer half 5 en we rusten 2,5 uur uit. Daarna lopen we nog een laatste keer richting het “Pavilion”, dineren we bij een Libanees restaurant en kopen we nog 2 t-shirts voor Ro. ’s Avonds kijken we nog de laatste Cabaretaflevering (Theo Maassen) en slapen we voor de laatste keer op het vaste land van Maleisië.

Uitgegeven: MR280 (€72)

Dinsdag 14 mei gaan we EINDELIJK naar Borneo. Dit wil ik al zoveel jaren en nu is het eindelijk zover! Ik kan niet wachten, maar ik ben niet zo’n vliegheld dus ik probeer er ook niet aan te denken dat we zo gaan vliegen. We hebben geen haast, dus we doen ’s ochtends rustig aan. We pakken de tassen in en lopen om 11:45 uur het hotel uit. De eigenaresse denkt dat een taxi ongeveer RM80 (€ 20) zal kosten, dus dat moet goedkoper kunnen met het openbaar vervoer. We printen de tickets nog even bij een duur hotel uit en lopen dan bepakt en bezakt in 20 minuten naar de monorail. Voor RM4,40 (€1) samen staan we even later op het eindpunt van de monorail. Dan lopen we in 10 minuten naar het treinstation en kopen we voor RM25 (€ 6) 2 kaartjes voor de trein en bus naar de luchthaven. Ja, dit is goedkoper. We moeten 16 minuten op de trein wachten en we zitten op een bankje in de snikhete ondergrondse hal. Aan de andere kant van het spoor zien we mensen in een glazen ruimte in de airco zitten, terwijl er onder ons een plas water ontstaat. Het is belachelijk heet. Na ongeveer 3 minuten zegt Ro, terwijl we jaloers naar de overkant staren: “waarom hebben zij wel airco en wij niet?”. Ja, dat slaat natuurlijk nergens op. Met een klein beetje moeite (lees: zweet) zie ik een stukje verderop ook een glazen ruimte op ons perron en we waren er heen gerend als het niet zo heet was. Opgelucht zoeken we een plekje in de koele ruimte. 13 minuten later stappen we in de koele trein die ons nog best een aardig eind de stad uit brengt. Dan stappen we over op een bus die ons op de luchthaven afzet. Het is nu 14:00 uur. Het heeft ruim 2 uur gekost, maar dan hebben we ook RM50 (€13) uitgespaard. En we hebben natuurlijk wel weer geluk dat we nog op tijd zijn, terwijl we eigenlijk geen flauw idee hadden vanochtend hoe we op deze luchthaven moesten komen en al helemaal niet hoe lang dat zou duren. Het klonk logisch dat we een kleine 4 uur voor het vliegtuig zou opstijgen zijn weggelopen uit het hotel, maar de plek waar we onze bagage afleveren is nog maar 20 minuten open als we onze tassen op de lopende band zetten. En eindelijk komen we erachter hoeveel onze tassen nou eigenlijk wegen: Ro’s tas weegt 15,4 kilo en de mijne 12,4 kilo. Ro’s kleine tas zal ook wel 10 kilo wegen, maar die wordt verder niet meer gecontroleerd. We lopen naar de vertrekhal en als we net zitten wordt er omgeroepen dat we vertraging hebben. In plaats van 15:25 uur vliegen we pas rond 16:15 uur. Ik pak de laptop erbij en schrijf weer verder aan dit verslag. En dan mogen we eindelijk het vliegtuig in.

 

Ik doe net alsof ik een bus instap en kan mezelf best goed voor de gek houden. We hebben een stoel ieder aan de andere kant van het gangpad (een stoel uitkiezen kost extra) en als later de man komt die helemaal naar het raam wil, laat hij mij en de vrouw naast mij opschuiven. Nu zit ik niet eens meer een beetje naast Ro! Ik bedenk dat die man vast wel met Ro wil wisselen van plek, maar dan is hij al in slaap gevallen en zijn we al opgestegen. Ik pak mijn boek erbij en doe net of ik in de trein aan het lezen ben. En twee uur later landen we veilig en wel op Borneo!

We vinden het vaste land van Maleisië erg leuk. Het is er erg mooi en modern. Overal onderweg zagen we palmboomplantages en dat geeft het een exotisch uiterlijk. Ondanks dat het altijd een mooi gezicht is, zoveel palmbomen, is dit waarschijnlijk wel heel slecht voor de natuur.

We hebben maar heel weinig van Maleisië gezien, want we hebben maar in 3 verschillende plaatsen geslapen.

Het is ook een heel stuk minder Islamitisch als we hadden verwacht. Een heel groot deel van de Aziaten lopen hier met dezelfde kleren aan (of heel wat minder!) dan ik. Ik voelde me nooit ongemakkelijk in een rok en topje. Ook had ik erg opgezien tegen het gezang om 5 uur ‘s ochtends van iemand die vals door een luidspreker zingt, maar dat is nooit gebeurt. Vrouwen met hoofddoekjes zijn in de minderheid en de burka is bijna zeldzaam. We zijn benieuwd hoe het op Borneo zal zijn.

Ook vinden we Maleisië en dan ook vooral Kuala Lumpur erg modern. Kuala Lumper is vergeven van winkelcentra en als je wilt winkelen dan kun je hier dagen doorbrengen. Wij houden niet zo van winkelen, dus dat scheelt weer voor onze portemonnee. We vonden het erg leuk de Twin Towers in het echt te zien. Dat voelt dan toch als een mijlpaal: weer een item weggestreept van de to-do lijst. Als we KL vergelijken met Bangkok, dan vinden we de tweede leuker. In Bangkok is gewoon meer te doen (voor de niet-shopverslaafde). Maar we hebben ons heus niet verveeld deze week in KL!

Hoogstwaarschijnlijk vliegen we over een tijdje vanuit Borneo weer terug naar KL, dus dan kunnen we er nog een keer van genieten.

We zijn 16 dagen in Maleisië geweest en hebben RM2.724 (€ 692) uitgeven. In totaal zijn we nu 116 dagen onderweg en hebben we gemiddeld € 44,30 per dag uitgeven. Het gemiddelde gaat dus iets omhoog. Dat komt voornamelijk omdat de accommodatie erg duur is in Maleisië en dat zal op Borneo niet beter worden……

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)