IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Botswana 2 (juni/juli)

Op vrijdag 11 juni, nog steeds Klaas haar 13e verjaardag, rijden we Botswana in. De grens gaat weer heel makkelijk. We krijgen een stempel en de auto wordt ingeschreven. We hoeven geen nieuwe verzekering voor de auto te kopen, want die is nog geldig van de vorige keer. Dat scheelt weer. Als ik vraag waar de veterinaire post is, wordt er gebeld. De beambte kan niet komen en de douanebeambte zet een stempel op Klaas haar permit. En terwijl de politie nog even ons motornummer controleert (wat absoluut onleesbaar is) komt ze ook even naar buiten omdat ze benieuwd is naar onze hond. Ik doe de deur openen en alle vrouwen komen kijken. Ze vragen of ik kinderen heb. Nee, heb ik niet, Klaas is mijn baby. Ze kijken me, zoals gebruikelijk, aan alsof ik gek ben. Alles is in orde, we zetten de klok weer een uurtje vooruit en we zijn in een half uur door beide grenzen gereden. Om 12:20 uur Namibische tijd kwamen we aan en om 13:55 uur Botswaanse tijd reden we weg.

Na 10 km komen we bij het eerste stadje, Shakawe, waar we gelukkig kunnen pinnen. Er is ook een supermarkt met alles wat we nodig hebben en meer. Daarna rijden we door naar Drotsky’s. We moeten een lange maar mooie “oprit” oprijden en komen uiteindelijk bij de lodge aan. Het is er heel erg mooi en we lopen naar de receptie. Daar blijkt aan deze luxe omgeving ook een prijskaartje te hangen: 122 pula (€ 15) pppn. Dit zou de duurste camping ooit worden, maar (gelukkig!?) waren honden niet toegestaan en zijn we doorgereden. We wilden graag naar een camping langs de Okavango Delta, maar we konden de afslag niet vinden. Vanaf de hoofdweg was het ,volgens de kaart, ongeveer 30km en die moesten we dan de volgende dag terug. We dachten nog wel 60 km extra aan diesel te hebben, maar we konden de juiste afslag niet vinden, omdat de kaart en de Lonely Planet elkaar tegenspraken. We durfden niet te riskeren dat we een veel grotere omweg zouden maken en zijn doorgereden. De weg naar Maun vanaf de grens was bijna 400 km. Na ruim 150 km zijn we van de weg afgegaan en hebben we een plekje in de bush opgezocht. Het was ondertussen al bijna 17:00 uur, dus we vonden het ook wel genoeg geweest. Ik voelde me niet helemaal op mijn gemak daar en wil liever geen licht maken nadat het donker was. Ro bakte zijn zojuist gekochte worst en we aten een paar broodjes. Daarna ben ik in de daktent gaan lezen terwijl Ro aan het mailen slaat.

Zaterdag 12 juni wordt ik ergens midden in de nacht wakker, geen idee hoe laat, en ik kan niet meer slapen. Ik ben klaarwakker. Na een uur naar buiten gestaard te hebben wordt Ro ook wakker. Er is geen maan deze nacht, maar de sterren geven een beetje licht. Echt veel zie je niet. Ro maakt een rondje met de zaklamp, maar zoals ik had verwacht is er echt helemaal niks. Het afgelopen uur heb ik me totaal verwonderd dat het zo ongelooflijk doodstil is. Een kwartier voordat Ro wakker werd kwam er een kudde koeien de weg oplopen en ik hoorde hun hoefjes op het asfalt en de bellen om hun nek ver weg. Op een gegeven moment kwam er een auto aan: ik hoorde de auto zo’n 5 minuten voordat ie langs reed en nadat ie was gepasseerd hoorde ik hem ook nog zo’n 5 minuten. Wonderlijk. Nadat Ro weer ging slapen ben ik onder de dekens met mijn boeklampje gaan lezen, maar de slaap wilde niet komen. Na 2 hoofdstukken van “The Lord of the Rings” heb ik het opgegeven en ben weer naar buiten gaan staren. Uiteindelijk ben ik toch in slaap gevallen en toen we wakker werden scheen het zonnetje al fel naar binnen. Terwijl Ro ’s ochtends naar buiten ging, bleef ik nog even liggen, om nog wat te lezen. Eerst hoorde ik één bij continu om de daktent vliegen, maar op een gegeven moment leek het wel of ik midden in een bijennest zat. Ik zag de silhouetten van heel veel bijen door de daktent heen. Ik vroeg aan Ro of hij er geen last van had, maar hij zag ze alleen maar op de dak van de auto zaten en daar de dauw aan het opdrinken waren. Toen het gebuzz behoorlijk irritant begon te worden ben ik naar beneden gegaan. Maar het werden er steeds meer dus hebben we wat sneller dan normaal opgeruimd en zijn we weggereden. Om 10 uur reden we weg, wat wel ongeveer normaal is, behalve dat de klok nu dus verzet is en het voor ons pas 9 uur was. We moesten nog een goede 200 km naar Maun. De tocht verliep soepel. Halverwege zagen we allemaal gieren, roofvogels en een maribu langs de weg en erboven cirkelen. Er waren die nacht 2 ezeltjes aangereden en die werden opgegeten. Maar de ingewanden waren meters weggetrokken en dat hebben wij vogels nog nooit zien doen, tenminste, niet zulke hoeveelheden in één keer. We zochten naar het roofdier dat daar verantwoordelijk voor was en zagen iets liggen onder de boom. We reden erheen en het bleken heel veel “normale” honden te zijn. Ze lagen allemaal uit te buiken in de schaduw. Waarschijnlijk waren dit alle straathonden uit de wijde omgeving. Dus ondanks dat er iemand deze nacht bijzonder slecht had opgelet en niet één maar twee ezeltjes had vermoord, was dat voor deze honden wel fijn. We reden weer door om de vogels weer een kans te geven verder te eten, wat ze niet deden met ons erbij. Daarna kwamen we weer bij een veterinaire stop. Ro had nog de helft van de worst van de avond daarvoor over en die hadden we kunnen verstoppen, maar we wilden geen extra problemen met Klaas erbij. Hij vroeg of we vlees hadden, ik zei dat we nog een halve worst hadden. Dat mocht niet en ik haalde de worst uit de koelkast. We zeiden dat hij het maar moest opeten, want het was al gebakken en zonde om weg te gooien. Waarschijnlijk was het al op voordat we weg waren. We vertelden ook dat we een hond hadden en hij wou haar even zien. Daarna namen ze haar permit mee om daar een stempel op te zetten en mochten we door. Ik vroeg of hij niet zelf de koelkast wilde checken, maar hij vertrouwde mij. Altijd fijn! Bij de T-splitsing 50km verderop kun je links naar Maun of rechts naar Ghanzi. Meteen na de afslag zat een verlaten tankstation. Dit was de derde die we tegen zijn gekomen, maar de andere 2 hadden al maanden geen benzine/diesel meer gehad. Zonder veel hoop reden we erheen. Ik vroeg “jullie hebben zeker ook geen diesel?” en verbazingwekkend zei hij van wel. We wisten ondertussen zeker dat we het met de diesel uit Namibië makkelijk konden redden (we hadden nog 37 liter voor 96 km), maar uiteraard gooiden we vol. De laatste 96 km verliepen soepel en we kwamen na de lunch aan in Maun. We stopten bij een supermarkt, kochten wat nieuw vlees en reden naar AudiCamp, een leuke camping aan de rivier met zwembad, terrasjes, bar en restaurant. We vonden een plekje helemaal achter op het terrein, maar helaas niet ver genoeg van de vele kinderen hier. We zijn een tijdje bij het zwembad gaan zitten en daarna in de bar, omdat het internet bereik daar beter was. Klaas had ondertussen vriendschap gesloten met de Jack Russel die daar woont. Tegen etenstijd zijn we terug naar de auto gegaan en daar heeft Ro een kipschotel met honing en mosterd gemaakt. Heel erg lekker. De rest van de avond hebben we lezend, en de drukke kinderen negerend, doorgebracht.

Zondag 13 juni, mijn moeders verjaardag, zijn we eerst naar Maun gereden. Maar daar realiseerde we ons dat het zondag was en dus lang niet alles open was. Ook al waren veel winkels wel open. We gingen op zoek naar makelaars en vonden er uiteindelijk 2, helemaal verstopt in een steegje en bovenop een gebouw, zonder enig bord of aanwijzing van hun bestaan. We dronken koffie/chocomelk in een cafeetje tegenover het vliegveld en informeerde wat een vlucht van een uur moest kosten. We hebben dit in 2007 al gedaan en aangezien we in Botswana zouden willen blijven wonen hebben we hopelijk nog kansen genoeg, maar toch kijken we even. Als we 3 andere mensen vinden dan kost het hier € 60 pp voor een uur in een vliegtuig voor 5 personen + de piloot. Valt mee. We rijden rond door de stad om een goed beeld van Maun te krijgen. Daarna gaan we op zoek naar een andere camping. Ro zegt dat ie naar een andere wil omdat het te luidruchtig in AudiCamp was, maar we weten allebei dat het gebrek aan tv de hoofdreden is. Morgen is de eerste wedstrijd van het Nederlandse elftal. We stoppen bij het Sedia Hotel en vragen of we hier kunnen kamperen. De dame bij de ingang verteld dat dat 30 Pula kost pp (€ 3,60). We geloven het niet zo, want dat zou de aller-goedkoopste camping van Zuidelijk Afrika ooit zijn, maar aangekomen bij de receptie blijkt het te kloppen. De camping ligt aan een rivier en ze hebben de hele dag warm water (dat is zelden het geval op een camping). We installeren ons in een mooi hoekje en gaan na de late lunch het hotel bekijken. Het is een luxe en duur hotel en het zwembad en de buitenbar zijn voorzien van groot scherm met daarop … voetbal. Ro is in zijn sas. Ook de binnenbar en het binnenrestaurant hebben een tv scherm. En terwijl Ro voetbal gaat kijken, ga ik proberen de foto’s op onze website te uploaden. Na een half uur geeft het programma aan dat alle foto’s erop staan, maar helaas staat er helemaal niks op. Heel irritant! Dan geef ik het op en loop terug naar de auto. Het is ondertussen donker en we eten ieder anderhalf broodje hamburger, de andere 3 hadden we met de lunch al gegeten. Ro maakt heerlijke hamburgers, met sla, tomaat en uien! Na het eten lezen we totdat we op worden gegeten door de muggen. We zitten vlak aan het water en ik heb nog nooit zoveel muggen tegelijk om me heen gehad. We besluiten wat vroeger dan gepland maar vast naar de bar te gaan, omdat Ro de wedstrijd Duitsland – Australië wil zien. Na een teleurstellende eerste helft had Ro er gelukkig genoeg van en mochten we naar bed.

Maandagochtend 14 juni voelde ik me niet zo lekker en had ik nergens zin in. Ik wilde mijn bed niet uitkomen en deed dat ook maar niet. Pas na 10 uur kwam ik naar beneden en pas na 11 uur zijn we weggereden. We zijn naar de eerste makelaar gereden en die had 3 interessante stekjes in de aanbieding: een “guesthouse” vlak buiten Maun, ruim 2 hectare onbebouwde grond op de weg naar Moremi 40km buiten Maun en een camping die te huur is boven de Delta op 500 km van Maun. Ze konden ons gelijk het guesthouse laten zien, dus daar reden we heen. Daar aangekomen was het wel een hele mooie locatie om te wonen en er was zeker wel iets moois van te maken, maar een guesthouse was het duidelijk niet. Het huis was vervallen en de gastenkamers waren nog lang niet klaar. Wij vonden de prijs erg aan de hoge kant (480.000 Pula, € 59.000), omdat er erg veel aan moet gebeuren. En nu was er uitzicht om een uitloper van de Okavanga: gelijk aan de achtertuin begon een moeras vol lelies. Maar dit jaar staat het water hoger dan dat het in 60 jaar heeft gestaan, dus normaal heb je geen water aan de achtertuin. Toen we een indruk van het geheel hadden zijn we terug naar de camping gereden. Daar aangekomen zijn we naar de bar gelopen om de wedstrijd Nederland – Denemarken te zien. Er was nog een Nederlands stel in de bar, maar verder waren er wat mensen aan het lunchen die het weinig interesseerden wie er zou winnen. Maar gelukkig voor Ro (en de rest van Nederland) wonnen ze, dus dat scheelde weer een chagrijnige Ro. Tijdens de wedstrijd aten we in bar een ongezonde maar lekkere lunch en na de wedstrijd reden we terug naar Maun. Daar hebben we de andere makelaar bezocht. Hij had een stuk grond te koop vlakbij Chobe tegen de Zimbabwaanse grens, met reeds toestemming om een camping/lodge/restaurant te beginnen, wat volgens hem niet makkelijk te krijgen is. In dit gebied woont de grootste populatie olifanten ter wereld (120.000) en ik weet nog niet zeker of ik daar tussen wil wonen. Ondanks dat de grond buiten de Nationale Parken ligt lopen alle dieren daar wel rond. De parken hebben geen hekken en de dieren steken over van Zimbabwe naar Botswana en terug, afhankelijk van het water. Maar deze grond is te duur voor ons: 100.000 US$ voor 3.500 m2. We zoeken rustig verder. Daarna gaan we terug naar de camping. Ik ben volledig uitgeput, maar weet niet waarvan. Ik wil eigenlijk meteen naar bed, maar ben daar pas 8 uur geleden uitgekomen. Ik voel me nog steeds niet zo lekker, dus ik besluit toch even te gaan liggen. Ro heeft geen zin om te koken, dus hij maakt wat custard dat ik in de daktent opeet, terwijl hij daarnaast ook wat brood eet. Daarna komt hij ook naar boven.

Dinsdag 15 juni voel ik me weer helemaal goed. Het heeft ‘s nachts hard gewaaid en de rest van de dag blijft dat zo. We willen vandaag naar de ingang van Moremi rijden, om deze omgeving te bekijken en het stuk land dat daar te koop is. Maar als Ro de auto start maakt die een raar geluid. De laatste weken klaagt Ro wel vaker dat de V-snaren te los zitten, maar hij kan ze niet strakker zetten, terwijl het nieuwe, nog niet uitgerekte banden zijn uit Ghana. Hij maakt alles los en dan blijkt een poelie niet meer soepel te draaien. Maar als hij een ringetje eruit probeert te pielen, springt het ding weg en land ergens in het gras. We zoeken een hele tijd, tot Ro het opgeeft en alles zonder dat dingetje weer terug wil zetten om in de stad een nieuwe te gaan kopen. Ik zoek nog even verder en opeens vind ik het ding, ongeveer 3 meter verderop. Ro blij, maar hij moet toch een nieuwe poelie hebben, want deze is versleten. We rijden naar Maun en daar mag hij voor de deur van de winkel het ding weer helemaal losmaken, omdat ze anders niet weten wat hij nodig heeft. Daarna mag alles weer teruggezet worden door monteur Ro. We doen nog even boodschappen en terug op de camping lunchen we (broodje gebakken ei met sla, spek en coriander) en daarna mag alles weer uit elkaar om het nieuwe onderdeel erin te zetten. Om 14:00 uur is Ro klaar en maakt de auto een beter geluid. Al die tijd ben ik bezig geweest om ons mobiele internet werkend te krijgen, maar net als bij Ro de vorige avond, is alle moeite tevergeefs. We snappen er niks van. We hebben een SIM kaart van Botswana gekocht, we hebben goed bereik, maar komen niet op het internet. Ergens zit iets niet goed, maar we weten niet wat. We denken dat we een wachtwoord moeten hebben, maar alle codes die we gehad hebben doen niks. Ondertussen hebben we nog steeds geen internet. Het is te laat om nog naar Moremi te rijden, aangezien dat bijna 100 km hiervandaan is. Heen en terug kost ons 2,5 uur en dan hebben we maar een uur om rond te kijken voor het donker is. Ro gaat voetbal kijken terwijl ik wat ga lezen.

Woensdag 16 juni rijden we naar Moremi. We rijden langs de plek waar de grond te koop is en we denken ongeveer te weten waar het is. Een heel eind voor Moremi komen we bij een Cattle fence. We mogen verder rijden met Klaas, zolang we maar niet de parken zelf inrijden. Maar vanaf dit punt zie je bijna net zoveel dieren als in de parken. Ook op de route hiernaartoe zagen we olifantenpoep. Maar we besluiten om te draaien, omdat we deze route later willen rijden en nu weten dat het met Klaas kan. We rijden terug en het is vrij duidelijk dat dit niet de plek is voor ons om te kopen. We zijn één auto in bijna 3 uur tegengekomen. Waarschijnlijk komt iedereen hier vóór zonsopgang en na zonsondergang langs, omdat ze tijdens de zonuren in Moremi willen zijn. En dat is niet handig voor ons. Vlak voor Maun rijden we langs de “Back to the bridge backpacker” waar we besluiten te gaan kijken. Het is iets duurder dan het Sedia hotel, maar er is gratis draadloos internet, dus ik kan eindelijk de foto’s uploaden. Maar we rijden eerst door naar Maun. Daar gaan we lunchen bij “Hilary’s” en het is het beste brood dat we in 8 maanden hebben gehad! Daarna naar de Orange winkel in Maun om ons eigen internet werkende te krijgen. We hadden inderdaad een inlognaam nodig en met die naam konden we het internet weer op. Na wat boodschappen gedaan te hebben rijden we terug naar de camping. Die middag is Ro het kooktoestel, met succes, aan het maken en we hebben weer 3 pitten. Dat is handig. Daarna is hij voetbal gaan kijken. Ik ben de hele middag en avond bezig om foto’s naar Nederland te uploaden, zodat die afgedrukt verstuurd kunnen worden als cadeau. Na letterlijk 6 uur werk kwam de melding dat het binnen was. Pffff, soms is het een beetje frustrerend. Ro wilde eigenlijk de volgende dag verder, maar ik wilde de foto’s van Namibië op onze website hebben voordat we verder gaan en deze dag was er nog geen één geupload. En deze dag was nu toch echt voorbij. Maar helaas toch niet: Ro was ‘s middags terwijl hij op mij aan het wachten was “zachtjes” achteruit tegen een niet te missen boom gereden. Hij had hem niet gezien. Hij zei dat het echt heel zachtjes was en dat er alleen een klein deukje in de daktent zat. Maar nu wilden we de daktent omhoog doen en bleek de daktent in zijn geheel 10 cm naar voren geschoven te zijn. Daardoor kon de linkersluiting voorop niet meer naar beneden en konden we de daktent niet openen. Ro probeerde de daktent terug te duwen, maar dat lukte niet. Dus ik ook op het dak: zaten we daar met z’n 2e in de vrieskou, Ro op de jerrycans, ik op de kist en met onze voeten tegen de daktent proberen te duwen. Maar geen beweging. Na veel geklungel besluiten we de sluiting met geweld te openen, zodat we in ieder geval kunnen gaan slapen. Wonderbaarlijk genoeg lukt dat zonder iets kapot te maken. Dan blijkt, uiteraard, dat nu de daktent is verschoven, het gat in de auto niet is mee verhuisd. Ons luik is dus ook 10 cm kleiner, maar gelukkig nog steeds meer dan groot genoeg. We houden het voor gezien en gaan slapen.

 

Donderdagochtend 17 juni bleek er een virus in de laptop te zitten, dus moest Ro eerst deze virussen verwijderen, het extra virus verwijderprogramma zekerheidshalve updaten en daarna laten lopen. Waren we weer een paar uur verder. Toen de laptop weer veilig was mocht ik aan de slag. De hele dag ben ik ermee bezig geweest. ‘s Avonds was ik nog niet klaar, maar Ro wilde graag een film kijken. Hij had de hele dag gelezen en was wel toe aan iets anders. Wel had hij de daktent losgeschroefd zodat ie makkelijk teruggeduwd kon worden en ie nu dus weer op de juiste plek zit. We hadden sinds Zuid Afrika, behalve voetbal, geen tv of film meer gezien, dus daar hadden we wel zin in. Maar alle films uit Ghana hebben we gezien, dus we moesten de herhaling in. We besloten een aantal aflevering van “two and a half men” te kijken en ondanks dat we sommige afleveringen nu voor de 3e keer zagen, blijven ze leuk. Na 5 afleveringen zetten we het met tegenzin af.

Vrijdagochtend 18 juni besloten we richting Francistown te gaan rijden. Ik had graag nog naar Moremi en de Okavanga Delte gewild, maar Ro’s argument dat we beter kunnen wachten tot we weten of we hier blijven wonen, is wel logisch. Ten eerste is dat handiger met Klaasje, want dan kan ze thuis blijven. En ten tweede wil waarschijnlijk al ons bezoek Moremi en de Okavanga Delta in en een Scenic Flight maken. Voor een dagbezoek aan Moremi zouden we met z’n 2e 75 euro kwijt zijn en voor een scenic flight betalen we ruim 100 euro samen. Als we dat toch vaker gaan doen, dan kunnen we ons geld nu beter bewaren. Dus we rijden tegen 10 uur weg. Nog even boodschappen gedaan en volgetankt en we zijn Maun uit. Na een tijdje komen we bij de Cattle Fence. De schoenen die je draagt EN de schoenen die je niet draagt moeten door een ontsmettingsbadje. Daarna moet de auto door een bad rijden. Ik loop met het permit van Klaas naar de man en vraag of onze hond ook door het badje moet lopen. Hij begint hard te lachen en zegt dat dat niet nodig is. Lachend wil hij Klaas even zien en geeft het permit aan de veterinaire man. Of het door mijn opmerking komt weten we uiteraard niet, maar hij “vergeet”(?) te vragen of we vlees bij hebben en of hij in de koelkast mag kijken. We hadden één stuk vlees nog snel weten te verstoppen, maar de andere 2 dingen niet. Dus dat kwam goed uit. Ik liep naar het kantoortje waar Klaas werd ingeschreven. Het duurde even en ze controleerde het permit overdreven goed. Ze vroegen of we al een dierenarts in Botswana hadden bezocht om door hem/haar te laten verklaren dat Zuid Afrika goed werk had geleverd. Ik wist niet dat dat nodig was. Hij zei dat we dat op onze bestemming gelijk hadden moeten doen. Ik zei dat Francistown onze bestemming was. Oh, in dat geval moeten we het daar doen en was ik dus nog niet te laat. Nou, mooi. Maar verder waren ze heel erg vriendelijk en ging het allemaal heel soepel. Niet lang nadat we weg waren gereden hebben we langs de kant van de weg geluncht en dat was maar goed ook want niet ver daarna reden we een Nationaal Park in. Dwars door deze parken lopen snelwegen. Als je alleen over de snelweg rijdt mag je wel een hond bij hebben. We zagen meteen veel struisvogels, maar daarna was het park uitgestorven. We zagen zelfs geen vogels meer. Op een gegeven moment rijd je het park weer uit en een aantal km later rijdt je een ander park weer in. Weer compleet uitgestorven. Okee, het was midden op de dag, maar een impala zie je toch meestal wel. Uiteindelijk rijden we het park weer uit. Een paar km verder stond er een grote kudde olifanten een stukje van de weg. En een paar 100 meter daarna zagen we een steenbok vlak langs de weg. Daar waren ze dus! De parken in Botswana hebben geen omheining. De dieren blijven meestal wel in of rond de parken, omdat er buiten de parken stropers zijn en omdat ze bang zijn voor de mensen die eromheen wonen. We rijden nog een stukje verder en besluiten te overnachten in Gweta, halverwege naar Francistown. Gweta Lodge is een mooie lodge en er zit een camping bij. We besluiten te blijven, nadat Ro is verzekerd dat hij hier morgen voetbal kan kijken. En terwijl ik met een uiterst trage internetverbinding de website nog verder probeer te updaten gaat Ro nog maar een wedstrijd kijken.

Op zaterdag 19 juni besluiten we een late ochtendwandeling door Gweta te maken. En blijkbaar is dat geen normale bezigheid voor blanken, want we waren de attractie van de dag. Maar ondanks dat we van alle kanten bekeken werden, wordt je in Botswana zelden “lastig” gevallen door mensen die je van alles willen verkopen of gewoon geld willen. Het dorp is niet zo groot, dus de wandeling niet zo lang. Een uur later waren we terug bij de lodge en konden we de wedstrijd zien. De ruimte waar de tv stond was een klein huiskamertje met comfortabele banken. We maakten onszelf gemakkelijk en na 2 uur had Nederland ook deze 2e wedstrijd gewonnen. Daarna hebben we gekookt, gegeten, gelezen en zijn we de daktent ingevlucht, omdat het best koud was.

Op zondag 20 juni konden we weer verder rijden. En het was heel raar, maar vanaf het moment dat ik in de auto stapte had ik het idee dat er iets heel ergs ging gebeuren. Ik dacht echt dat we een ongeluk zouden krijgen ofzo, maar ik besloot niks tegen Ro te zeggen omdat ik bang was dat het dan een soort ‘self-fulfilling prophecy’ wordt en dus zat ik de ongeveer 100km naar Nata erg ongemakkelijk. Er gebeurde niks. Bij Nata zouden we op een T-splitsing komen: naar links (het noorden) gaat naar Chobe, naar rechts (het zuiden) naar Francistown. We hadden het idee om naar Francistown te gaan. Aangekomen in Nata vroeg ik, midden op de splitsing: “waarom gaan we eigenlijk niet meteen naar Chobe?” Ja, dat was best een goede vraag en we besloten eerst even wat brood te kopen in de shop tegenover de splitsing en dan te beslissen. En zoals ondertussen normaal is, besloten we dus letterlijk op het laatste moment om toch naar Chobe te gaan. In dat geval moesten we tanken, maar dit tankstation had geen diesel. We rijden naar de overkant en daar is wel diesel. Als we weg willen rijden maakt de auto een vreselijk geluid. Verschrikt kijken we elkaar aan. Het geluid is niet goed. We proberen een stukje te rijden, maar het wordt alleen maar erger. Honderd meter verderop zit een soort garage. We rijden erheen en Ro rijdt een rondje met de monteur. Terwijl ik buiten sta is het geluid dat ik hoor nog veel erger dan wat je binnen hoorde. Dan luistert Ro buiten, terwijl ik een rondje rijdt. Als de monteur even later ruimte voor ons heeft gemaakt rijden we de auto naar binnen. Ze kijken onder de auto en constateren dat de vooras heel veel speling heeft. Zou dat het geluid veroorzaken? Zij kunnen er niks aan doen, want ze hebben de juiste onderdelen niet. Ze raden ons aan naar Francistown te rijden. Ja, dat is leuk, maar dat is 188km hiervandaan. We hebben geen keus en rijden richting Francistown. Ik vertel Ro over mijn onrustige gevoel van die ochtend en we zijn blij dat er niks echt ernstigs is gebeurd. Er komen af en toe geluiden uit de auto die ons weinig vertrouwen geven, maar uiteraard laat onze Impi ons niet in de steek. Een paar km voor Francistown draaien we de snelweg af en rijden we nog 7 km over een zandweg naar de camping. Er hangt al 180km een hete olielucht in de auto en verbazingwekkend genoeg hebben we allebei geen hoofdpijn. Dat is wel raar, want de geur is erg overheersend. We zijn blij dat we de auto uit mogen en doen even niks. Dan bel ik papa, want het is tenslotte Vaderdag. We maken tosti’s en gaan slapen.

Op maandag 21 juni rijden we Francistown in en op aanwijzen van de campingeigenaren rijden we in één keer naar de Landrovergarage. De monteur maakt een ritje in onze auto en onze auto klinkt daarna nog erger. Hij noemt het “double trouble”. Fijn!! Volgens hem zijn zowel de vooras als de versnellingsbak kapot. Hij verteld doodleuk dat een gereviseerd differentieel 13.000 Pula (€ 1.500) kost en aan een gereviseerde versnellingsbak kan hij niet komen. We bedanken hem voor de moeite, maar dit is te duur. We rijden met veel geknars en gekraak naar een hotel, maar op de bijbehorende camping zijn geen honden toegestaan. We rijden naar een ander hotel en daar doen ze niet zo moeilijk. Ro besluit het differentieel eruit te halen. Eenmaal gedemonteerd blijkt de eerste CV joint versleten. Het is laat, dus Ro zet het wiel terug en bewaard de andere kant voor morgen. Ondertussen ben ik begonnen met de immense stapel wasgoed. Sinds Swakopmund had ik geen mogelijkheid meer gehad om te wassen en dat is bijna een maand geleden. Aan het eind van de dag kan ik niet meer verder, omdat mijn pols overbelast is van de eentonig beweging. Ik stop er voor vandaag mee.

 

Dinsdag 22 juni haalt Ro de andere CV joint eruit en die is nog erger versleten. Ik heb deze dag nog een lading gewassen, maar het ging niet zo snel, want mijn pols deed nog pijn. Daarna heb ik me verveeld en ben ik de auto maar gaan schoonmaken.

Woensdagochtend 23 juni belt Ro de landrovergarage hier in Francistown en vraagt wat 2 nieuwe CV joints kosten. Ze kosten “slechts” 7.300 Pula (€ 900) PER STUK, maar dat is inclusief de stang. Fijn, bedankt maar weer, we zoeken verder. We bellen naar de landrovergarage in Maun, waar we een paar dagen eerder langs waren gegaan voor wat kleine onderdeeltjes. Ja hoor, ze hebben CV joints en die kosten nog geen 700 Pula (€ 85) per stuk. We vragen of ze ze kunnen opsturen en hij gaat voor ons uitzoeken hoeveel dat kost. We verwachtten een hoog bedrag dus we gaan ondertussen opzoek naar de kosten van een huurauto voor 2 dagen, zodat we het zelf kunnen halen. Maar die middag mailt hij ons dat het per koerier 110 Pula (€ 13) kost. We moeten wel eerst het totale bedrag overmaken op zijn rekening. We vragen het rekeningnummer. Ondertussen was ik begonnen met het laatste deel van de was, de handdoeken, theedoeken en vaatdoekjes, eens grondig aan te pakken en ik kook ze stuk voor stuk in een pan. Het duurt even, maar dan zijn ze allemaal schoner dan ze in lange tijd zijn geweest. Als alles schoon, droog en opgevouwen is, moet ik iets anders verzinnen om de dagen door te komen. Ro klungelt wat aan de auto, maar kan niet veel tot de onderdelen komen, dus hij leest veel. Hij heeft net “Angels & Demons” van Dan Brown uit en is begonnen aan “The Da Vinci Code” van dezelfde auteur. Hij wordt nog een echte boekenwurm. En daarnaast kijkt af en toe een wedstrijd op de tv in de bar. We besluiten om naar de supermarkt, anderhalve km hiervandaan, te lopen. Als we terugkomen komt net het mailtje binnen met het rekeningnummer, maar het is te laat om nog naar de bank te gaan. ‘s Avonds besluit ik dat het wellicht een idee is om alvast aan het fotoalbum “Zuid Afrika – Botswana – Namibië – Botswana – …??…” te beginnen. Het album “Europa – Marokko – Mauritanië – Mali – Burkina Faso – Ghana” ligt al bij papa thuis. We zijn ondertussen al 4 maanden in Zuidelijk Afrika, dus een album is zo gevuld. We gaan in de bar zitten en terwijl Ro een wedstrijd kijkt, begin ik ermee.

Donderdagochtend 24 juni nemen we een taxi naar de bank in het centrum. Daar vullen we een formuliertje in, daarna verteld de bankmedewerker wat we allemaal fout hebben ingevuld en beginnen we opnieuw, maar binnen een paar minuten is alles geregeld en wordt ons verteld dat het geld bij hun op de rekening staat en dat ze het gelijk kunnen zien. We gaan naar een internetcafé, mailen de garage gelijk dat ze het moeten hebben en bekijken daarna het centrum. Aan het eind van de ochtend gaan we met de taxi terug naar de camping. Daar aangekomen hebben we een mailtje gehad dat ze het geld hebben ontvangen en dat het pakket is verstuurd (per vliegtuig!). We moeten het morgen ontvangen. Compleet verbaast zijn we over deze snelle gang van zaken. ‘s Avonds kijken we de wedstrijd Nederland – Kameroen in de buitenbar bij het grote scherm. Het is erg koud en we zitten / staan allemaal gezellig om een vuurtje.

Vrijdag 25 juni wordt het pakketje om 11 uur bezorgd. Als Ro het openmaakt en de stang erop wil zetten, blijkt het helaas de verkeerde CV joint te zijn. Ro had bij het bestellen gezocht naar het onderdeelnummer, maar kon het niet vinden. Hij had aangeven dat het voor een Landrover 110 was en dacht dat het wel goed zou zijn. Helaas had hij de CV joint voor een Landrover Defender 110 gestuurd. We hebben gelijk gemaild en Ro heeft alsnog het juiste nummer opgezocht. Ze hadden de juiste en zouden die gelijk opsturen, zodat we het de volgende dag zouden hebben. We konden het pakketje gelijk aan de koerier teruggeven, zodat die weer terug naar Maun konden. We waren versteld. Er werd niet gepraat over de extra verzendkosten. De CV joints die wij nodig hebben zijn in Engeland goedkoper dan degene die we gehad hebben, dus we hebben nu ook teveel betaald, maar toch. Helaas konden we nu weinig doen en heeft Ro gelezen en ben ik verder gegaan met het fotoalbum.

Zaterdagochtend 26 juni is Ro om 9:00 uur in de bar naast de receptie gaan zitten, omdat we niet zeker wisten of het omruilen goed zou gaan als we het bij de receptie achter zouden laten. Na een half uur kwam ik hem afwisselen, omdat ik dan lekker onderuit gezakt op de bank in de bar bij een vuurtje aan mijn album kon werken. Tijdens de lunch kwam Ro mij aflossen en daarna ging ik weer verder. Tegen 16:00 uur was het duidelijk dat ze niet meer zouden komen. En op zondag komen ze natuurlijk sowieso niet. Op maandag zou het pakje bezorgt worden en bleek het vrijdagmiddag verstuurd te zijn, zoals beloofd. Blijkbaar bezorgen ze niet op zaterdag. Maar met het fotoalbum schiet het lekker op.

Zondag 27 juni heeft Ro lezend doorgebracht en heb ik aan het fotoalbum gewerkt.

Maandag 28 juni is Ro weer om 9:00 uur in de bar bij de receptie gaan zitten en tegen 11:00 uur werden de juiste CV joints gebracht. Ze namen de andere CV joints mee terug en Ro kon aan de slag. Nadat hij de 2e CV joint in de stang had gemonteerd en dit met veel kracht in elkaar had geslagen, kwam hij tot de ontdekking dat hij een ringetje vergeten was. Dat was niet zo handig, want de CV joint en de stang waren nu onafscheidelijk geworden en Ro kreeg ze niet zonder bruut geweld uit elkaar. Dus dan maar zonder ringetje.…. Om 15:40 uur had hij de wielen er weer onder, om 15:50 uur was hij weer schoon en om 15:58 uur zaten we klaar voor de wedstrijd Nederland – Slowakije. Na de wedstrijd hebben we pannenkoeken gebakken en besloot Ro de wedstrijd van Brazilië – Chili niet te hoeven zien en vroeg naar bed te gaan.

 

Dinsdag 29 juni zijn we naar een garage gegaan gespecialiseerd in versnellingsbakken hier in Francistown. Een paar dagen geleden stond er een Zuid Afrikaans echtpaar naast ons en ik vertelde dat we problemen met de versnellingsbak hadden en dat we twijfelde of we naar Gabarone of Maun zouden rijden daarvoor. Zij waren later in de supermarkt een Toyota dealer tegengekomen en hadden hem gevraagd of hij wist wat wij het beste konden doen. Hij had deze garage in Francistown aangeraden. Daar aangekomen moesten we een half uurtje wachten op de Portugese eigenaar die ons helaas moest vertellen dat hij geen landrover onderdelen had. Ze konden Landrovers wel maken, maar normaal werden de versnellingsbakken door de Landroverdealer hier in Francistown samen met de juiste onderdelen gebracht. Wij vertelden dat die dealer veel te duur voor ons is en vroegen of hij het kan maken als we de onderdelen zelf meenemen. Dat was prima en hij dacht dat we die het beste uit Zuid Afrika konden laten overkomen. Maar hij vermoedde dat we ook wel naar Zuid Afrika konden rijden en het daar dan konden laten maken. Met veel gerammel reden we via de supermarkt terug naar de camping. Daar aangekomen heeft Ro de olie in de versnellingsbak ververst voor onze rit naar Gabarone. Hij wilde ook de tussenbakolie verversen, maar hij had niet genoeg olie en dat konden we hier niet krijgen. We besloten dat morgen onderweg te kopen en dan gelijk te verversen. Het fotoalbum is ondertussen zo goed als af.

Woensdag 30 juni verlaten we Francistown met bestemming Gabarone. We hoopten dat we deze 430km zouden halen. Na 25km komen we langs een tankstation, kopen tussenbakolie en Ro laat de olie eruit lopen. Meteen komt er een lading gruis en grotere stukken metaal naar buiten. Het probleem lijkt dus in ieder geval (ook) in de tussenbak te zitten. Nadat de nieuwe olie erin zit, rijden we weer verder. Maar het knarst en kraakt en Ro denkt dat we het niet gaan halen. Na 10km besluiten we om te draaien. We rijden terug naar Francistown, doen weer boodschappen en gaan terug naar de camping. Daar gaat Ro aan de slag met de tussenbak. Hij komt erachter dat de radars helemaal kapot zijn en er komen brokstukken ijzer van ruim een centimeter lang uit. Dat is niet best, maar misschien niet zo heel erg. Ro denkt dit misschien zelf te kunnen maken en gaat gelijk aan de slag om alles los te maken. Als hij weet wat er allemaal stuk is dan kan hij die onderdelen misschien uit Maun over laten komen. En terwijl Ro onder de auto ligt schrijf ik dit verslag, want ik had sinds Gweta niks meer geschreven. De camping hier in Francistown is best aardig, maar nu we er al 10 dagen zijn is het wel een beetje saai. Er komt elke dag een groep Velvet Monkeys langs, die zeer geïnteresseerd naar Klaas kijken, maar nog niet heel dichtbij durven te komen. Ook hebben we bijna elke dag een bijenplaag die een uurtje om ons heen hangt en daarna weer verder vliegt. Ze doen niks, maar ze willen alles opeten wat je net in je mond wilt stoppen, dus dat is een beetje link. We zitten direct aan een rivier die helaas helemaal droog staat. Maar veel mensen lopen er nu doorheen en je hoort veel muziek en mensen zingen en dansen in de droge bedding. Erg leuk. Het weer is niet zo goed als in Nederland. Het is overdag wel over de 20 graden, maar de nachten waren erg koud. De eerste 6 dagen was het overdag heet in de zon, maar koel in de schaduw. Daarna was het elke dag bewolkt, nog steeds over de 20 graden, maar weinig zon. Het grote voordeel is dat het nu ‘s nachts niet koud is. En dat is echt een groot voordeel als je in een tent slaapt! Een paar nachten geleden werd ik wakker van zacht getik tegen het dak. Ik dacht dat ik droomde, maar het regende echt! Nou ja, regen is misschien een groot woord, maar er kwam wat water uit de lucht. En dat terwijl de droge periode echt al lang begonnen is.

Donderdag 1 juli begint Ro enthousiast aan het demonteren van de tussenbak. Uiteraard moet eerst alles verwijderd worden: mijn stoel, opbergbak, vloer enzovoorts. Als hij de box bijna los heeft roept hij mij of ik “even” wil helpen dat 47kg zware ding eruit te tillen. Ik zie dat niet gebeuren en Ro vraagt Clyde, een Engelsman die gisteravond met zijn vrouw was aangekomen en wel via de West kant van Afrika helemaal hebben gereden, of hij wil helpen. Met zijn drieën proberen we het ding eruit te tillen, slaan, duwen en trekken, maar er gebeurd weinig. Er blijkt nog een schroef vast te zitten! Maar ook daarna zit de tussenbak nog vastgeplakt aan de versnellingsbak, maar uiteindelijk komt ie los. Terwijl Ro onder de auto het ding probeert te sturen, houden Clyde en ik het touw vast waar de box aan hangt en laten we het langzaam zakken. Na een uur hebben we de box op de tafel liggen. En de brokstukken vallen aan alle kanten eruit. Ro gaat aan de slag om alles los te halen, schoon te maken en te kijken wat er allemaal vervangen moet worden. Hier is hij de rest van de dag zoet mee. Ik werk aan het fotoalbum en maak tosti’s voor een late lunch. Als hij ;s avonds de tussenbak heeft gedemonteerd zoekt hij precies uit welke onderdelen er vervangen moeten worden, zodat we deze kunnen bestellen. Daarna willen we een film kijken, maar we hebben echt bijna alles gezien. We hadden eigenlijk alleen nog 4 James Bond films over en dus heb ik voor het eerst van mijn leven een James Bond film van begin tot einde gezien. En verbazingwekkend was het niet zo verschrikkelijk als ik altijd had gedacht. We hebben “Die another day” gekeken.

  

Vrijdag 2 juli stuurt Ro ‘s ochtends meteen een mail naar de garage in Maun met de onderdelen lijst. Zekerheidshalve stuurt hij die lijst ook naar een groot aantal landrovergarages in Zuid Afrika. We krijgen snel bericht uit Maun: ze hebben ruim de helft van de spullen op voorraad, maar niet de belangrijkste onderdelen. Ze raden ons een garage in Gabarone aan, die dat misschien wel heeft. Ro stuurt een mail en dan beginnen we aan onze andere belangrijke missie van de dag: het permit van Klaas. Haar permit verloopt zondag en deze moet verlengd worden. We vinden op de website van de Botswaanse regering dat er in Francistown een afdeling moet zijn, maar we kunnen geen adres of telefoonnummer vinden. We weten dat het ook bij een gewone dierenarts kan, maar dan krijg je soms maar een permit voor 2 weken. Wat we niet weten is waar de overheidsinstantie, dus we bellen een dierenarts. Die zeiden dat we naar het Veterinaire Office in Francistown moesten gaan en gaf ons het nummer. Ik belde ze op en ze probeerde een routebeschrijving te geven, want op mijn vraag aan welke straat ze zitten, kreeg ik het antwoord “I am not familiar with streetnames” (“ik ben niet bekend met straatnamen“). Haha, het is toch wat. De receptioniste van het hotel belt voor ons en ik bleek de routebeschrijving goed begrepen te hebben. Dan houden we een taxi aan en die weet zonder uitleg de weg en brengt ons samen met Klaasje naar het kantoor. Ons permit staat boordevol stempels, dus de verlenging paste er niet meer bij. Ze tikten een nieuw exemplaar uit en de dierenarts tekende ervoor. Na een half uurtje waren we weer buiten met een nieuw gratis permit voor 60 dagen. En het mooie is dat het Botswaanse permit behalve de landen die wij al hadden, ook geldig is in Zambia. Dus we kunnen naar Malawi rijden via Zambia en zonder moeite terug komen in Botswana. Na een wandeling door de omgeving houden we een taxi aan en gaan we terug naar de camping. Eén bedrijf uit Zuid Afrika had op onze mail gereageerd en ze hadden alle onderdelen op voorraad. En de prijs is een stuk lager dan in Botswana, maar we verwachten dat de verzendkosten hoger zullen zijn. We vragen naar de verzendkosten en hoe we ze kunnen betalen, maar krijgen helaas geen antwoord meer voor het weekend. Ro heeft besloten van de gelegenheid gebruik te maken om de achteras los te halen en daar de olie keerring te vervangen zodat de olie in de achteras blijft in plaats van rond de achteras. Om kwart over 3 stopt hij daarmee en nadat hij weer ongeveer schoon is gaan we de wedstrijd Nederland – Brazilië kijken. Het is druk en ondanks dat we de enige Nederlanders zijn, is iedereen hier vóór Nederland, dus we juichen op dezelfde momenten. Na de wedstrijd maakt Ro kip met groente en een sojamosterd saus en rijst. Daarna kijken we nog een James Bond film (The World is not enough) en dan is de dag alweer voorbij.

Zaterdag 3 juli belt Ro meteen de garage in Johannesburg, Zuid Afrika. Ze weten niet goed hoe ze de onderdelen hier moeten krijgen, dus vragen ze of we zelf een koerier kunnen zoeken. Ro zoekt een tijdje op internet. Ondertussen ga ik maar weer wassen, zodat de stapel niet meer zo groot kan worden. Ik word al erg bedreven in het handwassen en het wordt al bijna net zo schoon als in een machine. Dan knip ik Ro’s haar en gaan we lunchen. Na de lunch gaan we naar de bar om daar gratis te internetten en Ro kijkt de wedstrijd Duitsland – Argentinië. Ik werk aan onze website en na het eten kijken we de derde James Bond: “Tomorrow never dies”.

De route die we tot nu toe hebben gereden is de blauwe lijn op de landkaart. De donkere lijn was van ons bezoek aan Botswana in mei 2010. De gele punten zijn de plekken waar we overnacht hebben.

Deel 2

Zondag 4 juli kunnen we niet zo veel regelen. Ro besluit ondertussen de startmotor uit elkaar te halen en na te kijken, terwijl ik wat huishoudelijke klusjes doe. Het is een rustig dagje, mooi weer en we doen rustig aan. ’s Avonds kijken we de laatste James Bond: “Goldeneye”, en ik moet zeggen dat het allemaal niet zo erg is als ik al 25 jaar denk. Maar ik ben nog geen fan.

Maandag 5 juli komen de eerste reacties van de koeriers. Oké, dat is best duur. Ze liggen allemaal tussen de 150 en 200 euro. De reden dat het zo duur is, is dat het 700 – 800 km rijden is, dat Francistown geen dagelijkse route is, dat het pakket 14 kilo is en dat ze de grensformaliteiten door moeten. We betalen namelijk niet de 14% VAT (BTW) in Zuid Afrika, maar zodra de spullen Botswana in gaan moet de koerier 12% VAT aan Botswana betalen, omdat er invoerrechten betaald moeten worden. En voor die service betaal je de koerier ook. Helaas is deze prijs dus exclusief de 12% VAT. Maar ondanks alles vonden we het toch wel prijzig. We zoeken verder. Aan het eind van de dag ligt ons pakket klaar in Johannesburg, maar nog geen goedkopere koerier. Dan vind ik de manager van het hotel en hij raadt Sprinter Couriers aan, maar tegen de tijd dat we ze kunnen bellen (beltegoed was uiteraard op) waren ze al gesloten. We moeten dus wachten tot de volgende dag.

Dinsdag 6 juli bellen we ‘s ochtends meteen naar Johannesburg en ze vraagt ons alles op de mail te zetten. En wonderbaarlijk krijgen we binnen een paar minuten een reactie. We mailen de komende dagen vaak heen en weer en ze is zeer snel met reageren. Heel bijzonder voor Afrika. Ook Wynand van de garage in Maun was zo snel en dat werkt toch wel fijn. Ze zijn stukken goedkoper dan de andere koeriers (net onder de 100 euro) en ze gaan het pakket meteen halen. En in tegenstelling tot alle andere koeriers kunnen we contant betalen bij ontvangst, in plaats van vooraf. Ze zullen het donderdagochtend afleveren. Wij zijn blij. Later komen we de manager nog tegen en als altijd is hij geïnteresseerd in onze vorderingen. Hij vraagt hoe we ons verplaatsen zonder auto en wij geven aan dat we dat per taxi doen. Hij vertelt dat zijn auto dagelijks de stad in gaat en dat we gerust mee mogen rijden. We wilden eigenlijk de volgende dag gaan en hij gaat het meteen regelen. Om 8:30 uur zal de auto voorstaan. ’s Avonds kijken we de halve finale Nederland – Uruguay en ondanks dat we weer de enige Nederlanders zijn (zelfs de enige Europeanen) is iedereen hier voor Nederland. We zitten lekker bij een vuurtje in de bar en Ro heeft moeite de wedstrijd te volgen want iedereen wil van alles van ons weten over Nederland: wie zijn die man en vrouw? Onze prins en prinses. Hebben jullie dan een koning? Nee, koningin. En die regeert het land? Nee, dat doet de regering. Wat doet de koningin dan? Ja, dat is een goede vraag, zij kijkt of de regering het goed doet. Oh, en wat doet hij (Willem Alexander) nu dan? Hij heeft nu een baan (denk ik). Wat? Een baan? Maar hij is straks koning? Ja, maar nu nog niet en hij heeft gestudeerd dus daar doet ie dan ook iets mee. Enzovoorts.

Woensdag 7 juli staan we om half 9 bij de receptie om naar de stad te gaan maar de chauffeur belt dat hij een half uur vertraging heeft. Om 9:00 uur rijden we weg. We moeten allerlei autodingen kopen zodat Ro de volgende dag aan de slag kan: kit, olie, filter, remmen schoonmaak spul (voor de tussenbak) en iets om nieuw schroefdraad te maken, zodat hij de startmotor weer goed vast kan zetten. Maar ook moeten we ons visum verlengen, want die verloopt zaterdag. De chauffeur brengt ons eerst naar een Immigratie Dienst en verteld dat er 2 zijn en hij weet niet welke we moeten hebben. We willen uitstappen, maar nee, daar wil hij niks van weten, hij gaat het vragen voor ons. Het blijkt de verkeerde te zijn, we rijden een rondje en komen uiteindelijk, door het drukke verkeer en doordat het eenrichtingsverkeer is, ongeveer 100 meter van de plek uit waar we net stonden. Hadden we best kunnen lopen! Dan loopt hij met ons mee naar de 3e verdieping om zeker te zijn dat we goed zijn. Hij wil op ons wachten om ons naar de autowinkel te brengen, maar dat vinden wij onzin. We hebben geen idee hoe lang het gaat duren en nemen wel een taxi. Dan moeten we maar zijn nummer opschrijven en hem bellen als we terug naar het hotel willen, maar ook dat vinden we onzin, want dan moet hij net zo goed wachten. Enigszins verbaast loopt hij weg, nadat we hem hebben bedankt voor zijn hulp. Wat een luxe zeg! We gaan het kantoor binnen en het loopt allemaal wat onduidelijk. Het zit vol mensen en je hebt geen idee na wie je bent. Een aantal mensen worden al geholpen en wachten, anderen zijn al bij de balie geweest en zijn nu een formulier aan het invullen, maar gaan die dan voor of na ons als ze klaar zijn met invullen? Anderen komen na ons binnen, maar zijn eerder aan de beurt. Anderen waren er zeker voor ons, maar wij mogen eerst. We snappen de logica niet en wachten tot een baliemedewerker ons gebaard te komen. Hij vraagt tot wanneer ons visum geldig is en dat is zaterdag. Oh, dan moet je vrijdag terugkomen, anders overlappen de visums elkaar. Dat geeft niet, we vinden 30 dagen vanaf vandaag prima. Nee, dat is zonde, jullie moeten vrijdag terugkomen. We besluiten er niet verder op in te gaan en dan vrijdag maar weer terug te komen. Daarna zoeken we een taxi om ons naar de autowinkel te brengen. Volgens de taxichauffeur zit er één om de hoek en dat kunnen we lopen. Okee. Helaas is dat niet degenen die we bedoelen, want ze hebben bijna niks wat wij nodig hebben. Dan gaan we naar een hardwarestore voor de draad tapset, maar ze verkopen ze alleen per 3 van dezelfde maat voor ruim 50 euro. We gaan weer verder. We vinden een taxi die de grote auto-onderdelen winkel kent en daar aangekomen is het erg druk. Maar na een half uur hebben we alles behalve de draad tapset. Daarvoor gaan we naar de buren en terwijl ik een eeuwigheid buiten wacht heeft Ro binnen een complete set aangeboden gekregen, met alle maten en onderdelen die je maar nodig kan hebben voor 30 euro. Fijn, we hebben alles. Terug bij het hotel besluit ik nog even snel te wassen voor de lunch. Als ik naar de wasbak loop zit een Zwitserse jongen op de grond met een kitten te spelen. Als ik aan het wassen ben komt het beestje naar me toe en blijft net zo lang mauwen tot ik haar oppak. Het lukt me niet te wassen met haar erbij, dus ik breng haar naar Ro. Die laat alles uit zijn handen vallen om met haar te spelen en nadat we haar Klaas haar blikvoer hebben gegeven ga ik weer wassen. Als ik terug kom heeft Ro haar “Beestje” genoemd (helaas hoorden we pas later van de Beessie rage in NL, dus daar is ze NIET naar vernoemd). Ze blijft de hele dag bij ons en klimt op schoot als je haar niet optilt. Er gaat een gigantische hoeveelheid water, vlees en een beetje melk in. Het is een echt handenbindertje. Maar erg lief en speels. En uiteraard is Klaas bang van haar en ontwijkt haar zo veel mogelijk. Deze eerste dag was Beestje ook bang van Klaas, maar helaas wordt die angst met de dag minder en realiseert ze zich niet dat Klaas haar met één hap kapot kan bijten. Gelukkig lijkt Klaas die behoefte niet te voelen. Als we ‘s avonds na een lange dag spelen naar bed gaan, blijft ze lang onder de auto mauwen, wat heel moeilijk te weerstaan is. En het is buiten zo koud en we vinden het zo zielig. Maar helaas.

  

De volgende morgen, donderdag 8 juli, wordt ik wakker van haar gemauw. Ro is het eerste beneden en vind haar in de boom. Met veel moeite krijgt hij haar eruit. Dan komt het buurjongetje weer voetballen en na het voetballen wil hij met de kitten spelen. Maar hier leren ze niet voorzichtig met dieren om te gaan, dus het arme Beestje werd volledig fijngeknepen. Het jongetje verstaat geen Engels, dus uitleggen dat hij voorzichtig moet doen, ging moeizaam. Als ze niet meteen kwam, dan gooide hij zand naar haar toe. Uiteraard is ze enigszins bang van hem en moet ik haar regelmatig redden. Maar aan de andere kant leerde hij het wel langzaamaan en ik denk dat hij voortaan voorzichtiger is, dus Beestje heeft goed werk verricht. Rond een uur of 11 komt het pakket. Helaas lijkt één van de onderdelen enigszins af te wijken van het origineel. Ro is de hele dag bezig om de tussenbak in elkaar te zetten en dit afwijkende onderdeel is pas als allerlaatste aan de beurt. Het onderdeel bestaat uit 3 tandwielen aan elkaar vast. Het origineel heeft 19, 41, 38 tanden, terwijl de nieuwe versie 19, 41, 41 tanden heeft. Het past echt niet. Het is ondertussen al 18:00 uur, dus vandaag kunnen we niks meer doen. De zojuist aangekomen Zuid Afrikanen blijken engineers te zijn en ook zij denken dat dit niet gaat passen. Wel krijgen we hun vleesvoorraad, omdat ze de volgende dag terug Zuid Afrika in gaan en het dan toch niet mee mogen nemen. Bedankt, dat komt altijd goed van pas. Ro zoekt nog een tijd op het internet naar wat dan het juiste onderdeelnummer zou moeten zijn, maar het is heel moeilijk te vinden. ‘s Avonds mag Beestje even mee in de daktent slapen, maar als we gaan slapen moet ze naar buiten, want ze is vast nog niet zindelijk.

  

Vrijdag 9 juli gaat hij, nadat we het wachtende Beestje eten hebben gegeven, meteen verder met zoeken naar het juiste nummer. Als hij deze denkt te weten belt hij meteen naar Johannesburg om aan te geven dat hij het verkeerde nummer had besteld. Ze hebben dat nummer ook op voorraad en kunnen het omruilen of alleen het nieuwe deel terugsturen, dan krijgen we ons geld terug. Dat is wel heel fijn, maar terug kost ongeveer 60 euro en het nieuwe onderdeel terug naar ons ook weer 60 euro. We moeten toch naar het centrum voor de Immigratie Dienst, dus kunnen we ook wel bij de autoshop kijken of ze toevallig dit onderdeel daar hebben. We vinden een taxi, wachten een hele tijd tot we bij de immigratie aan de beurt zijn, krijgen een formulier, vullen dat in, wachten weer een tijd tot we aan de beurt zijn, krijgen meteen een gratis nieuw visum van 30 dagen, zoeken weer een taxi, het onderdeel heeft de autoshop uiteraard niet en we zoeken weer een taxi. Deze taxichauffeur is de eerste persoon in bijna 3 weken die een plek weet waar een aantal landrovers voor staan en die dus misschien 2e hands onderdelen hebben. We hebben zoveel mensen gevraagd of ze zoiets weten met geen enkel resultaat. We reden naar een soort buitenwijk en daar stonden inderdaad een stuk of 10 landrovers en veel onderdelen. Helaas ook hier niet de juiste. Wel kende hij een plek 25km buiten Francistown met heel veel Landrover onderdelen. De taxichauffeur wist ook waar dat was, maar 25 km met een taxi heen en terug zonder te weten of ze het hebben, leek ons een beetje duur. Ondertussen was onze buurman, een engineer uit Gabs (Gabarone) die door de weeks in een caravan hier woont voor zijn werk, ook voor ons op zoek, dus dat wilden we sowieso afwachten. De politie rijdt hier in Landrovers en hij hoopte iets bij hun te “vinden”. Terug bij het hotel liep ik een paar keer een vrij opdringerige vrouw tegen het lijf, die onderweg was naar een feestje op de campingplaats naast de onze. Ze kwam later bij ons kijken en vertelde dat ze een man kende die veel Landrover onderdelen heeft, 14km buiten de stad, waarschijnlijk dezelfde als de 25km van de taxichauffeur, en ze belde hem gelijk. Hij was net in de stad en zou even langskomen. Een kwartier later stond hij bij ons. Hij verkoopt normaal alleen gereviseerde tussenbakken en versnellingsbakken (iets wat volgens niemand te krijgen is in Botswana!), maar hij belde gelijk naar de zaak om te vragen of ze dit hadden liggen. Ze hadden het, en hij zou gelijk gaan kijken of het echt de juiste is en ons bellen. Een uur later belde hij op en een uur daarna stond hij weer naast ons met het juiste 2e hands onderdeel, tegen een lagere prijs dan degene uit Jo’burg. En het mooiste is dat onze leverancier uit Johannesburg niet alleen ook zijn leverancier is, maar dat hij 2 dagen later naar Johannesburg zou rijden naar hun toe voor nieuwe onderdelen. We vroegen hem of hij ons verkeerd bezorgde onderdeel mee wou nemen en aan hun terug wilde geven en dat vond hij prima. We wilden hem niet opzadelen met het papierwerk om de VAT (BTW) bij de grens terug te krijgen, dus dat zijn we kwijt, maar dat is veel goedkoper dan de koerier was geweest, dus wij zijn helemaal blij. Toen hij weer weg was, was het ondertussen al 19:00 uur en nadat we gegeten hadden was het nog een uur later, maar Ro wilde de tussenbak in elkaar hebben, zodat de kit kan drogen en hij de olie er 12 uur later in kan doen.

Aan de ene kant realiseren we ons dat, als we alles vooraf geweten hadden, we waarschijnlijk binnen een paar dagen Francistown hadden kunnen verlaten. We hadden gelijk een (veel duurdere) gereviseerde tussenbak kunnen krijgen en deze man had hoogstwaarschijnlijk ook de CV Joints gehad. We hadden de montage van de tussenbak dan door hem laten doen, omdat het vooraf een onmogelijk werk leek om het ding zelf te verwijderen en terug te plaatsen en we daar nooit aan begonnen waren als het niet noodzakelijk leek. Ro is eigenlijk wel blij dat hij de tussenbak helemaal zelf heeft gereviseerd, terwijl hij zo’n ding nog nooit van binnen had gezien. Ik vind het erg knap dat hij dit toch maar gedaan heeft. Bovendien hadden we Beestje nooit ontmoet als we hier maar een paar dagen waren en hadden we hier niet zoveel contacten opgedaan.

Zaterdag 10 juli gaat Ro aan de slag met de voorbereidingen om de tussenbak terug te krijgen. Als alles gereed is wil een medewerker die toevallig langskwam wel even helpen tillen. De tussenbak ligt onder de auto, maar deze 47 kilo moet nu omhoog en op de juiste manier gemanoeuvreerd worden. Terwijl Ro het ding aan een touw omhoog tilt, lig ik onder de auto te sturen. Als het ding enig houvast heeft neemt de man het van Ro over en gaat Ro onder de auto liggen, terwijl ik de bovenkant stuur. En jawel hoor, met een beetje moeite zit de tussenbak er weer in. Ro moet uiteraard nog wat schroeven en aansluiten, maar als ook dat is gebeurd lijkt het allemaal goed te komen. Dan wil Ro de motor starten om het te testen, maar helaas, de auto start niet meer. Het lijkt alsof de accu op is. We vinden een auto die kan helpen starten, maar helaas gebeurd er niks. De 3 Zwitsers die ook al een week op deze camping staan komen aangereden en we proberen het met hun pick-up: niks. Ro denkt dat hij misschien de startmotor niet goed heeft teruggezet, haalt hem er weer uit en de volgende uren is hij aan het puzzelen wat er dan fout kan zitten. Hij vindt niks. Het is ondertussen al laat en we gaan naar bed. Beestje gaat gezellig weer mee en kijkt met ons naar een film. We hebben een constructie gemaakt dat we haar, als we gaan slapen, buiten kunnen zetten zonder steeds naar beneden te hoeven: de picknicktafel staat onder het keukenblad en daarop staat een stoel. Ik kan haar vanuit de tent op de stoel zetten, dan springt ze op het keukenblok, dan de tafel en dan de bank. Helaas besluit ze ook deze avond dat het veel te lekker warm binnen is om de kou ingezet te worden, dus probeert ze vanaf de stoel terug omhoog te komen. Dat is te hoog en lukt haar uiteraard niet, maar ze kan wel op het dak, onder de daktent. En daar kan ze niet meer vanaf, dus het half uur daarop ben ik bezig haar eronderuit te krijgen. Uiteindelijk trek ik haar er maar uit en dat vindt ze niet leuk. Ik warm haar op en ze valt in slaap. Ik krijg het niet over mijn hart om haar meteen weer naar buiten te zetten, maar ben veel te bang dat ik in slaap val en haar plet, dus blijf ik wakker. Als ik mijn ogen niet meer open kan houden zet ik haar weer buiten en duw haar verder naar beneden. Ze gaat naar de grond. Daarna verdwijnt ze, maar als ik later een paar keer wakker wordt, ligt ze steeds te slapen op de picknicktafel. Rond zonsopgang hoor ik een raar geluid en het duurt even voordat het tot me door dringt. Het dondersteentje was via de stoel weer het dak opgegaan en zat nu voor onze daktent tegen het muggengaas aan te duwen om binnen te komen. Helaas is dat geen opening die open kan, dus ik moet helemaal uit de tent hangen om met mijn hand buiten langs voor de tent te komen. Ze stapt op, loopt over mijn arm en schouder zo de tent in en gaat tussen onze kussens in liggen slapen. Ik ga maar weer liggen en zo vallen we nog even in slaap.

Zondag 11 juli is Beestje nog zo diep in slaap als Ro eruit gaat dat ik nog een tijdje bij haar blijf lezen. Dan komt de vrouw die ons aan de Landroverman hier in Francistown had geholpen langs om te kijken hoe het met ons gaat. Erg aardig en als Ro verteld dat de auto niet start belt ze meteen een monteur die wellicht kan helpen, maar die helaas, zoals verwacht, op zondag niet werkt en dus niet opneemt. Maar toch aardig van haar. Dan kijken Ro en ik samen de startmotor nog een keer helemaal na om te zien of er iets raars zit, maar we kunnen niks vinden. Dan zet Ro het ding weer terug en proberen we Impi met de pick-up van drie Zwitserse jongens, Gabriel, Lucas en Urs nogmaals te starten: niks. Dan proberen we het met het vrachtwagentje van het hotel, omdat de pick-up misschien te licht is: niks. Ro duikt weer onder de motorkap. Hij vindt een draadje dat los hangt en waar stroom op komt als je de sleutel omdraait. Dat hoort dus ergens aan vast te zitten, maar hij komt er niet achter waar dan. Hij probeert wat dingen, maar starten doet ie niet. We zijn bang dat we alleen maar meer kapot maken als Ro het verkeerd aansluit en besluiten de volgende dag maar een monteur te zoeken. Ondertussen leren we de Zwitserse jongens beter kennen, die noodgedwongen in Botswana zitten, omdat dat de enige manier is om een nieuw visum voor Zimbabwe te krijgen. De afgelopen 5 maanden hebben ze daar huizen gebouwd voor kinderen waarvan de ouders dood zijn of besmet zijn met HIV. Ze hopen nog een maand terug te kunnen. Daarna gaan ze naar Zuid Afrika om een hangar voor een helikopter te maken van een soort flying doctors tot eind november. Het zijn aardige jongens, maar hun Engels lijkt niet zo goed, dus communiceren gaat niet heel makkelijk. Hun Zwitsers – Duits is voor ons absoluut onverstaanbaar, dus dat helpt ook niet. Maar ze blijken alleen een beetje bang om Engels te spreken, want aan het eind van de week gaat het veel beter. De rest van de dag vermaak ik me met wassen, boodschapjes halen en met Beestje spelen. Maar ik begin me toch een beetje te vervelen. Gelukkig is Beestje er om mij de hele dag te vermaken, dus dat maakt veel goed. Ze is een onuitputtelijke bal energie. Ze is verandert van een mager scharminkeltje in een gezonde kitten met een dik buikje. Ze is absoluut niet bang voor mensen en iedereen die langskomt wordt door haar begroet en ze klimt bij iedereen via de broek omhoog. Ook rent ze regelmatig naar de Zwitserse jongens en gaat in hun tent of op schoot slapen. Deze nacht slaapt Beestje de hele nacht bij ons in de tent, veilig boven onze kussens, want het is veel te koud buiten.

   

Beestje helpt Ro mee met sleutelen   –  Velvet Monkey’s spelen over het terrein          –         Hoepoe (vogel)

De volgende ochtend, maandag 12 juli, willen Gabriel, Lucas en Ulrich naar de stad en wij mochten meerijden. Met z’n 5e gaan we op zoek naar een garage. Hun auto weigert iedere ochtend weer te starten en ze moeten elke ochtend aanduwen. Ze besluiten gelijk te kijken of hun auto gemaakt kan worden. Dat was in Zimbabwe al gebeurd, maar dat kostte alleen veel geld en ze moeten nog steeds elke ochtend duwen. We vinden een garage gespecialiseerd in het elektrische gedeelte, maar ze hebben lunchpauze. We besluiten eerst te gaan winkelen en rijden naar een winkelcentrum. Daar lunchen we, kijken we rond en doen inkopen. Na anderhalf uur rijden we terug naar de garage en ze beginnen gelijk aan hun pick-up. Vrij snel komen ze erachter dat een relais kapot is, die wordt vervangen en een half uur later en 12 euro lichter doet hun auto het weer. Ze kijken gelijk alles na en er is nog iets mis wat ook voor nog geen 20 euro wordt gemaakt. Ze zijn helemaal blij en omdat Ro erbij was konden ze makkelijker communiceren en ging het veel vlotter. En deze garage zou de volgende dag een monteur langs sturen om naar onze auto te kijken. De voorrijkosten zullen 200 Pula zijn. Prima, voor € 24 zullen er weinig monteurs in Nederland komen, denk ik. Wij ook blij. Dan gaan we nog even met z’n allen boodschappen doen en terug naar de camping. We vragen of de jongens met ons mee willen eten en dat nemen ze graag aan, want ze eten elke avond rijst met bonen uit blik of macaroni met bonen uit blik. Ro kookt spaghetti met een spinazie prutje en kip. Ze hebben de pannen bijna uitgelikt, haha. Het werd een late avond, maar erg gezellig. Die nacht is Beestje een beetje lastig, want het is ijskoud buiten en ze blijft onder de deken kruipen. Heel slim, maar ik ben veel te bang dat ze geplet wordt. Dus maak ik een bedje van Ro’s vest en stop haar helemaal in met het neusje erbuiten. Even later wordt ik wakker en steekt alleen het staartje er nog uit en zit het hoofdje erin. Maar ook dit is te koud en de volgende keer dat ik wakker wordt is ze onder de deken lekker warm tegen me aangekropen. Heel schattig, maar zo durf ik niet te slapen. Het was een lange nacht, maar achteraf ben ik blij dat we haar binnen hadden, want de volgende dag vonden we een dode kameleon die volgens het personeel deze nacht letterlijk was doodgevroren.

Dinsdagochtend 13 juli belt Ro om 9:00 uur de garage om te vragen hoe laat de monteur komt. Daar bellen ze over terug. Dan vertellen ze dat er iemand komt zodra er iemand beschikbaar is. Okee, lekker vaag. Om 14:00 uur belt Ro nog een keer. Ze sturen iemand nu, ergens in de middag. Okee, weer lekker duidelijk. We wachten maar weer. Tegen 16:00 uur bellen ze dat ze eraan komen en 15 minuten later zijn ze er. Ongeveer een halve minuut later start de auto als hij het draadje tegen de juiste plek aanduwt. Mooi, dat was simpel. Maar omdat de accu extreem leeg was leek het ze slimmer als ze de accu mee zouden nemen zodat die de hele nacht druppelsgewijs opgeladen kon worden. Prima. Ze zouden de volgende morgen terugkomen met de geladen accu. We hebben foto’s gekeken van Urs zodat we konden zien wat ze in Zimbabwe zoal doen. Ze bouwen daar huizen voor de kinderen en als ze teruggaan moeten ze nog 25 deuren plaatsen, waarbij zowel de deuren als de kozijnen vaak krom zijn (en uiteraard niet dezelfde kromming hebben). Dus het is niet makkelijk. Ze kidnappen Beestje weer een tijdje en wij hebben het heerlijk rustig.

Woensdag 14 juli komt de monteur al vóór 9 uur aanrijden. Hij plaatst de accu terug, sluit het draadje aan en de auto start in één keer. Hij belt zijn baas om te vragen wat het kost en we moeten 224 Pula (€ 25) afrekenen. Hij zal later op de dag terugkomen om de bon af te geven. Dus voor dat geld is hij 3x op en neer gereden. Wat een service. De buurman is er ondertussen bij komen te staan en met z’n 3e praten ze over auto’s dus ik ga maar douchen. Als ik terug kom is Ro nog in gesprek met de buurman en ga ik maar het beddengoed wassen. Beestje is wel een schoon beestje, maar toch wilden we weer een schoon bedje als we weer verder gaan. We hebben er serieus over nagedacht, maar denken dat het voor Beestje beter is hier te blijven dan met ons mee te reizen. En nu ze zo gewend is aan mensen zal ze, zeker zolang ze zo klein is, vast genoeg te eten krijgen van andere bezoekers. Maar het zal niet makkelijk zijn het hummeltje achter te laten. Gelukkig moeten de nachten weer steeds iets warmer worden en hebben we het ergste gehad. Het feit dat we geen enkele andere kitten zien en wel haar vader, laat ons denken dat de rest al doodgevroren is. We hopen dat ze nu voldoende vet heeft opgebouwd om de laatste koude nachten door te komen. Ro zet de auto weer in elkaar, maakt een testrit en ik klets een tijdje met Gabriel. Dan is het tijd om het laatste probleem van de auto op te lossen, want helaas had Ro ook ontdekt in deze 3 weken dat de houder van de achterveer is gescheurd en dat dit gelast moet worden. Dus gaan we op zoek naar een lasser. Dit is de eerste keer in 9 maanden dat we iets moeten laten lassen en we vinden dat een hele prestatie. Al vele keren dachten we dat iets gebroken zou moeten zijn over de soms zeer slechte wegen, maar dat was nooit het geval. We rijden naar het centrum en vinden een garage die het kan lassen. Uiteraard gaat dit even duren en ik schrijf dit verslag hier in de garage. Impi rijdt beter dan dat ze deed toen we uit Nederland wegreden en Ro denkt dat de gereviseerde tussenbak, die er vlak voor vertrek in was gezet, nooit goed is geweest, want er was altijd een “kloenk” als we wegreden en dat is nu weg. Ondertussen staan we al ruim 2, bijna 3 uur in de garage en zijn ze klaar. Het is niet het mooiste laswerk ooit, maar ze hebben het lekker stevig gemaakt met genoeg extra staal ertegenaan. We zijn benieuwd of het houdt. We hoefden slechts 414 Pula (€ 44) te betalen voor al het werk en materiaal. Het waren een paar dure weken bij elkaar, maar nu zijn we er weer helemaal klaar voor. We rijden terug naar de camping, krijgen Beestje weer terug van Lucas en maken er een gezellige laatste dag in Francistown van.

Dit is misschien een mooi moment om het begrip “Zuid Afrikaan buiten Zuid Afrika” uit te leggen. Zuid Afrikanen zijn namelijk van een angstig ras. Ze reizen in principe altijd in groepen, bij voorkeur zo groot mogelijk. Zodra een camping wordt bereikt gaat dat als volgt: de leider rijdt de camping op en maakt een rondje. Als de camping goed wordt bevonden komt de walkie talkie te voorschijn en worden er dingen gezegd als “Het is OKEE, je kan komen” (we verzinnen dit niet, we horen het regelmatig), dan komt er een stoet auto’s aan die ook allemaal een rondje maken. De auto’s worden geparkeerd midden op de weg en de camping wordt per voet nogmaals bekeken. Dan komt er een lange discussie over de plek waar ze gaan staan. Als er een besluit genomen is, meestal een half uur later, rijden ze daar naar toe. Met veel precisie worden de auto’s dicht bij elkaar geparkeerd en ook dit gaat met de nodige discussie gepaard. Als iedereen staat begint het proces van tenten neerzetten. Alles, maar dan ook alles wat een kampeerder nodig denkt te kunnen hebben staat in de auto’s en de tenten, met zijtenten, ondertenten, stoelen, tafels, opblaasmatrassen, automatische opblaasmachines, harken (het moet wel netjes zijn) enz komen tevoorschijn. Na een uurtje staat alles klaar. De volgende ochtend kost het ze dus ook minstens een uur om alles weer in de auto’s, vouwwagens, aanhangers en caravans te krijgen. En als ik er nu aan toevoeg dat ze vaak op een camping aankomen na zonsondergang en vertrekken net na zonsopgang, dan vragen wij ons toch vaak af waar ze al die moeite voor doen. Het lijkt wat overdreven. Misschien heeft het er mee te maken dat veel Zuid Afrikanen hun land tijdens de WK uit waren gevlucht en een aantal daarvan waren nog nooit buiten Zuid Afrika geweest. Wellicht zijn ze niet allemaal zo, maar wij vinden het erg grappig en de meeste Europeanen die we hier tegenkomen ook.

 haar nieuwe huisje –> 

Donderdag 15 juli rijden Lucas, Gabriel en Urs al vroeg naar de Elephant Sands Lodge en wij rijden een uur later achter ze aan. We krijgen een gigantische korting op de afgelopen 10 nachten (bijna 60%), dus dat is mooi. We rijden via 4 autowinkels op zoek naar de 2 missende gloeipluggen (we hadden er al 2 gekocht, maar meer hadden ze er niet meer), maar helaas, overal uitverkocht. We zoeken later wel verder. Rond 10:30 uur rijden we Francistown uit en rijden we de 230km naar de camping boven Nata. Onderweg worden we nog even aangehouden door de politie, omdat Ro 75 km per uur rijdt waar hij slechts 60 mag en 40 euro lichter rijden we even later weer verder. Bij Nata bellen we zekerheidshalve de lodge of het goed is dat Klaas mee komt en dat is geen probleem. Opgelucht rijden we door en komen onderweg eerst 4 en later nog 1 olifant tegen, zo langs de snelweg. Altijd weer heel bijzonder. Dan draaien we de camping op en daar ontmoeten we de Zwitserse jongens weer. Als we even later met iemand aan het kletsen zijn naast onze auto zie ik opeens achter de man een olifant lopen, misschien 10 meter van ons vandaan. Ik zet Klaas meteen in de auto en we lopen langzaam met de olifant mee naar de waterplaats. Het water daar is bijna op en na een paar slokken gaat hij er gauw vandoor. We lunchen en dan spelen de rest van de middag poker en een Zwitsers kaartspel met Gabriel en Urs. Dan besluiten we alle vijf de nightdrive te gaan maken en na het eten pakken we onszelf warm in en tegen 20:30 uur kruipen we achter in de safariauto. Helaas zien we weinig wild, maar dat geeft niet. We hebben lol en zien toch een olifant en een hoop springhazen en slapende vogels. Tegen middernacht zijn we terug en gaan we snel slapen. Midden in de nacht wordt ik wakker van een luid kabaal en een olifant is druk bezig de boom achter onze auto te vernielen. Je hoort de boom kraken en de olifant ademen. Ik ben een beetje bang, maar krijg Ro niet wakker. Dan blijkt er minstens nog een andere fant aanwezig, want gelijktijdig hoor ik het zwembad leeggedronken worden. Ik lig een hele tijd wakker en luister naar de reuzen naast de auto. Uiteindelijk val ik in een onrustige slaap.

 

Vrijdag 16 juli word ik rond zonsopgang (6 uur) wakker en vanuit de daktent kan ik de waterplaats zien. Na een uur is er nog niemand komen drinken en ga ik naar buiten. Ik probeer te douchen in de overdekte douche, omdat je dan uitzicht hebt op de drinkplaats, tijdens het douchen, maar daar komt bijna geen water uit. Als ik terugloop wordt ik aangehouden door 3 Zuid Afrikanen waar ik een zeer informatief gesprek mee voer over een rangercursus in Zuid Afrika. Hij geeft ons alle info en we gaan dit zeker uitzoeken als we weer internet hebben. Dan ontbijten we en gaan we weer kaarten met Gabriel en Urs. Het is erg gezellig en het Zwitserse spel is bijzonder grappig: we vermaken ons uitstekend! Om een uur of 3 besluiten we onze auto uit te ruimen zodat we er met z’n 5e in passen en gaan we zelf een gamedrive houden. We rijden naar de waterplaats, ongeveer 6 km van de lodge en daar staan 3 grote mannetjes olifanten. Ze zijn het niet met onze aanwezigheid eens en laten dat duidelijk merken. Rondom de waterplaats is een ruime open plek en aan beide kanten is een opening in de bush met de doorgaande weg. Maar als we een klein stukje de doorgang in draaien en dus nog zo’n 75 meter van de fanten af zijn, kijken ze boos onze kant op en zetten een paar stappen vooruit. We draaien de auto en blijven voor de ingang staan kijken. Dat vinden ze goed, maar niet van harte, dus de jongens maken hun foto’s en we rijden weer terug, want de doorgaande weg wordt door de 3 reuzen geblokkeerd. We zien onderweg wel wat antilopen en vogels, maar verder is het aardig uitgestorven. We gaan terug naar de lodge om te kaarten, eten en verder te kaarten. ‘s Avonds komen er nog 2x een olifant op bezoek. De waterplaats is bijna leeg en dus drinken ze uit het zwembad. Vanaf de waterplaats heb je eerst een rond terras met een laag muurtje, daar lopen ze langs en beklimmen ze 2 treden om het grote terras op te lopen. Aan de rechterkant is een lang keukenblok met braaiplaatsen (bbq). Aan de linkerkant staan een aantal tafeltjes met daarachter het restaurant. Naar voren is de bar. De olifant moet dus midden tussen de mensen gaan staan drinken en vaak zijn er een paar mensen die niks in de gaten hebben en hard doorpraten en lachen, totdat de stilte om hun heen tot ze doordringt. Iedereen verzameld zich achter het keukenblok, naast de bar of in de bar, voor het restaurant en op het lage terras. De olifant heeft dus maar 1 uitweg en dat is terug naar achteren. Het is erg bijzonder om olifanten zo dichtbij te zien. Ze zijn voorzichtig, maar als iemand te dichtbij komt dan laten ze wel merken dat dat niet te bedoeling is.

Op zaterdag 17 juli wilden we eigenlijk weer verder, maar ik heb de hele nacht en ochtend erge hoofdpijn gehad en als dat eindelijk wegzakt is het te laat om nog te gaan. Maar dat geeft niet, want nu kunnen we weer de hele dag pokeren en het Zwitserse spel spelen op het terras aan de waterplaats. We zien een kudu, maar geen olifanten in daglicht. Tegen etenstijd geven we het op, gaan we douchen, koken en eten en net als we het eten op hebben hoor ik een schurend geluid. Het houdt een tijdje aan en ik loop in het donker met een zaklamp voorzichtig een stukje de bush in. Dan zie ik opeens een grote olifant misschien 5 meter voor me. Ik doe de zaklamp meteen uit en loop zachtjes maar zo snel mogelijk terug naar de auto, roep tegen Ro “olifant” en ren naar de jongens. Met z’n 5e gaan we kijken en even later zien ze hem ook. We lopen naar de braaikeuken om daar alvast op de beste plaats klaar te staan met de camera. De olifant twijfelt erg lang of hij wil komen en niemand lijkt te geloven dat hij eraan komt. Maar wij weten beter en staan klaar. Een staflid was net bezig een vuur achter de braaikeuken aan te leggen, wat maar goed ook was, want de olifant liep ineens recht op ons af. Maar de man bleef rustig bij het vuur staan, de olifant flapperde boos met z’n oren, maar liep toch om ons heen naar het zwembad. We stonden er nu nog geen 7 meter vanaf! Achter hem kwam een kudde kudus drinken bij de waterplaats. Opeens hoorde we nog een olifant en draaide ons om. En ja hoor, daar kwam mama olifant met 2 kleintjes. Het baby olifantje was te klein om bij het lage water van het zwembad te komen en hij zakte door zijn voorbeentjes, ging op zijn knietjes zitten en ging zo laag mogelijk met z’n slurfje om te drinken. Zo lief! Het grotere kleintje was groot genoeg om te blijven staan, maar leek te jong om ook dezelfde moeder te hebben. Maar een andere vrouwtjesolifant hebben we niet meer gezien. Toen de baby op eigen houtje naar de waterplaats liep, liepen mama en zus erachteraan om hem op te halen en werd hij zachtjes teruggeduwd naar het zwembad. Van deze ouderschapskunsten kunnen sommige toeristen hier nog wat leren. Sommige ouders laten hun kleine kinderen hier gewoon door de bush rennen/spelen/voetballen enzovoorts, terwijl ze in principe elk moment tegen een olifant, leeuw, luipaard, hyena of wilde hond kunnen aanlopen. Om maar te zwijgen van de kinderen die rondom een groot kampvuur aan het spelen en rennen zijn en er soms bijna invallen, terwijl de ouders gezellig in het restaurant aan het drinken zijn. Ach, gelukkig weet deze olifant wel hoe het hoort. Als ze uiteindelijk weglopen gaat iedereen dineren in het restaurant en pikken wij het lage terras bij het vuur in. We spelen de rest van de avond het kaartspel “Uno” en praten we bij het vuur. ‘s Avonds nemen we uitgebreid afscheid, omdat de jongens de volgende morgen al om 7 uur terug willen gaan rijden naar Francistown.

 

Zondag 18 juli staan we toch maar om 7 uur op om ze gedag te kunnen zeggen en we maken nog een paar leuke foto’s van ons zessen. Dan gaan ze er toch echt vandoor en mochten ze Zimbabwe niet meer terug in komen, dan komen ze gezellig weer deze kant op, zodat we met z’n allen naar Chobe kunnen. Wij ruimen ook langzaamaan op en, voor ons doen, rijden vroeg weg richting Kasane, namelijk om half 9. Iets over 12 uur komen we er aan. Onderweg zagen we nog 2 olifanten langs de snelweg. Het blijft mooi. We doen boodschappen en rijden een rondje door de stad. We zouden hier graag willen wonen. We willen zo snel mogelijk bij een makelaar langs, maar uiteraard is het vandaag zondag en zijn de komende 2 dagen feestdagen in Botswana, dus we moeten wachten tot woensdag. We rijden naar een camping, maar die is vol. De volgende heeft plek, maar we vinden het niet zo leuk, dus rijden door. De volgende 2 zijn ook vol en dan komen we bij de lodge waar we in 2007 geslapen hadden en waar we eigenlijk naar op zoek waren. Honden zijn niet toegestaan, maar als Klaas rustig is en niemand klaagt, dan mogen we blijven. We kiezen een plekje in het verste hoekje van de camping, zodat Klaas gewoon los kan lopen en niemand last van haar heeft. Dan type ik dit verslag en Ro doet een tukje in de schaduw. Als hij wakker wordt gaat hij nog knutselen aan de auto en zijn gereedschap weer netjes ordenen. Onze nieuwe buurman geeft een paar hints dat we gezellig bij hem bij het vuur kunnen komen zitten, maar we zijn moe en hebben er even geen zin in. We gaan vroeg slapen.

Maandag 19 juli doen we lekker rustig aan, want het is tenslotte een feestdag. We maken een wandeling met Klaas door de omgeving en zien meteen olifantenpoep. We dachten gister al olifant pootafdrukken te zien, maar wisten niet zeker of die hier kwamen. Na ongeveer 30 meter vanaf de uitgang zien en ruiken we een dood dier. Het is een olifant. Hij lijkt al een aantal dagen dood en bijna al het vlees is op. De huid ligt er nog, maar de slagtanden zijn weg. We lopen wat oplettender verder, omdat we dus blijkbaar tegen olifanten kunnen aanlopen. Maar ook nijlpaarden, krokodillen, buffels en slangen behoren tot de bewoners, dus we zorgen ervoor dat Klaas niet te dicht bij het water of in te hoog gras wandelt. Na de wandeling informeren we bij de portier en hij verteld dat de olifant 5 dagen geleden is doodgeschoten door de boer die hiernaast woont. De olifant was zijn gewas aan het opeten. We snappen het wel, maar toch moet er een betere oplossing zijn. Later horen we dat er inderdaad een betere oplossing is: je belt het wildlife office in Kasane en zij komen de olifant wegjagen op een manier dat ze voorlopig niet meer in de buurt durven komen. Je mag een olifant alleen doodschieten als je met je leven wordt bedreigt. Na de wandeling wachten we rustig af tot het 3 uur is, want dan worden we opgehaald voor onze bootcruise door Chobe NP. De boot heeft 2 verdiepingen en wij zitten beneden, zodat we op ooghoogte met de dieren zijn. En net als de vorige 2 keren dat we deze cruise hadden gedaan (2004 en 2007) zien we weer heel veel olifanten, nijlpaarden, buffels, krokodillen en vogels. Ook zien we zebra’s, impala’s, red lechwe’s (antiloopsoort), kudu’s, bavianen en nijlmonitoren. Het is een heerlijke middag en we genieten ervan. Het uitzicht is fenomenaal en op het eind zien we zelfs 2 olifanten zwemmend. We hebben ze hier in 2004 ook zien zwemmen, maar toen was het ondiep genoeg dat ze over de bodem konden lopen en hun halve rug boven water was. Deze keer waren ze volledig onder water met alleen hun slurf als snorkel en soms een stukje hoofd boven water. Heel bijzonder om te zien. Na zonsondergang kwamen we weer aan wal en werden we terug naar de lodge gebracht. Onze buurman nodigde ons bij terugkomst meteen weer uit bij het vuur en na een uurtje konden we met moeite ons losmaken en iets te eten maken. Het was al laat dus we hebben alleen wat yoghurt gemaakt. De buurman maakte een salade en zou ook meteen voor ons maken, dus we hebben gezellig bij zijn vuurtje gegeten. Maar rond half 10 moesten we echt naar bed, want we worden de volgende dag om 5:45 uur verwacht bij de receptie omdat we dan worden opgehaald voor een gamedrive door Chobe NP.

  

Dinsdag 20 juli staan we dus om kwart voor 6 ‘s ochtends klaar. Helaas is er iets mis, want de gids gaat ervandoor en komt pas tegen kwart voor 7 terug. We balen ervan, want we hadden graag met zonsopgang in het park willen zijn (iets over 6e), maar rijden nu pas om 10 over 7 naar binnen. We zien al vrij snel giraffen en kudu’s en uiteraard honderden impala’s. Het is zo’n mooi park en ondanks dat het erg koud is en we niet zo gemakkelijk zitten, genieten we toch. We zien bavianen, nijlpaarden, buffels, olifanten en veel meer. Dan opeens begint de gids vaart te maken en we scheuren door het park. Dan komen er 2 andere auto’s bij en we scheuren verder. Opeens stoppen we en kijken we naar een groep waterbokken. Mooi hoor, maar daar hebben we toch niet voor gesjeest? Maar nee hoor, daar gaan we weer. We gaan zo hard mogelijk, maar echt hard is dat natuurlijk niet met al het losse zand, bochten, overhangende bomen en dieren. En dan zien we een aantal auto’s voor ons staan. We rijden er langzaam heen en zien al vanaf een afstand dat het leeuwen zijn. We komen op zo’n 10 meter van de buffel tot stilstand. Drie leeuwinnen zitten in het gras op een open vlakte met 2 buffels voor hun. De ene buffel is aan het drinken, de ander staat een beetje te grazen. Ze hebben wel door de leeuwinnen vlak achter ze zitten, maar trekken zich er niks van aan. De leeuwin die een paar meter achter de drinkende buffel zit, kijkt aandachtig naar de buffel en dan naar de andere leeuwinnen. Ze lijken te communiceren. Dan gaat ze plat op de grond liggen. De andere 2 sluipen dichterbij. De grazende buffel draait zich om naar de leeuwen en begint iets te vermoeden. Dan rennen ze alle drie op de buffels af en de buffels gaan ervandoor. Het vijftal rent op minder dan 2 meter voor ons langs en onze chauffeur, net als andere chauffeurs, draaien de auto’s een kwartslag om. Eén leeuwin is van begin af aan te afgeleid door alle auto’s en mensen en stopt de aanval. De andere 2 gaan nog even door. Dan draait de achterste buffel, die bijna is ingehaald door 2 leeuwinnen zich ineens om. Eén leeuwin rent hem voorbij achter de andere buffel aan, maar de andere leeuwin wordt door de buffel terug gedreven. De leeuwin weet dat ze een gevecht 1 op 1 niet zal winnen en trekt zich terug, maar zodra de buffel zich weer omdraait, rent ze er weer achter aan. De andere 2 leeuwinnen hebben het al opgegeven en als de buffel zich weer omdraait om de leeuwin aan te vallen, geeft ook zij het op. Ze rennen met z’n drieën soepel de bosjes in, terwijl de 2 buffels op hun gemak terug naar de kudde rennen. Het leek geen echte serieuze aanval, maar wel heel geweldig om te zien. En het mooie is dat Ro het vanaf het moment van onze aankomst totdat ze in de bosjes verdwenen (minder dan 2 minuten), helemaal heeft gefilmd. Nadeel is dat we dus geen foto’s hadden. We reden een tijdje langs de bosjes op en zagen ze nog een keer langskomen. Ro kon nog net een foto maken, maar die is niet zo heel scherp. Dat was weer jammer. Wij hadden graag nog de rest van de dag hier blijven staan om te kijken of er een herhaling komt, maar helaas. We vinden het sneu voor de leeuwen dat onze aanwezigheid hun maaltijd heeft verstoord, maar troosten ons met de gedachten dat ze eigenlijk toch liever ‘s nachts jagen en dan zijn mensen niet toegestaan buiten de lodges. Omdat we nu een heel eind van de uitgang van het park verwijderd waren, hebben we de terugweg ook vrij snel gereden. Ro wil voortaan alleen maar met onze eigen auto, maar als we met onze auto waren gegaan, dan hadden we de aanval helemaal niet gezien. Wij hebben namelijk niet zo’n handige radio waar alle rangers elkaar mee op de hoogte stellen. Terug op de camping hebben we meteen de film gekeken en het is goed gelukt en je kan het allemaal zien. Vervolgens ben ik een hele tijd bezig geweest om te ontdekken hoe ik foto’s van een film kan maken. Na een paar uur had ik een hele stapel foto’s uit de film geknipt, maar ik kan ze alleen heel klein eruit krijgen, slechts 70kb ofzo. Uiteindelijk geef ik het maar op en ben eigenlijk wel blij met wat we hebben. Ondertussen ligt Ro, nadat hij onze lunch had gemaakt, te slapen in de stoel naast mij, want een gamedrive blijft vermoeiend. Ik voel me ook niet zo wakker meer en val ook bijna in slaap op de stoel. Dan gaan we maar even op bed liggen en terwijl Ro verder slaapt, kan ik opeens niet meer slapen. Na een tijdje voor me uit staren begin ik maar vast met het uitzoeken van de foto’s van de cruise en de gamedrive. En daar ben ik de rest van de middag zoet mee. En terwijl Ro samen met de buurman kookt, type ik ook dit verslag nog even. We eten gezellig bij het vuur van de buurman en pas heel veel later gingen we slapen.

  

Leeuwin achter de drinkende  buffel   –  Leeuwin kijkend naar drinkende buffel –   2 leeuwinnen achter de grazende buffel

  

2 leeuwinnen rennen achter buffel            –       2 leeuwinnen rennen achter buffel          –       Iedereen geeft het op

Woensdag 21 juli hebben we rustig aan ingepakt en daarna zijn we nog een wandeling met Klaas gaan maken. We hebben de dode olifant nog even bezocht en de geur leek erger dan 2 dagen ervoor. Je kan hem in vlagen ook op de camping ruiken. Even later zien we een kleine antilope vlak naast ons staan grazen. Hij let niet op en ziet ons niet. Opeens hoort hij ons en gaat er als een haas vandoor. Terug bij de auto maken we ons klaar voor vertrek en rijden naar het centrum. We lopen rond, want het stadje is maar klein. Dan doen we boodschappen en als we alles gezien hebben gaan we lunchen bij de enige lunchroom in Kasane, in de artgalery. Tijdens de lunch krijgen we gezelschap van een groepje wrattenzwijnen. We hebben in de afgelopen dagen bedacht dat Kasane een backpackerslodge nodig heeft, want je hebt hier geen goedkope bedden voor backpackers. Zij verblijven in de diverse goedkopere lodges, maar betalen daar toch zeker 50 euro per nacht per kamer voor. Veel meer dan normaal, want een bed in een slaapzaal kost meestal rond de 10 euro pppn. Dus het lijkt ons een goed idee een paar goedkope slaapzalen hier te beginnen. De makelaar is buiten de deur, dus we gaan een tijdje de omgeving verkennen. Als we het centrum uitrijden steekt er net een grote kudde olifanten de weg over. Ook zien we hier buffels en allerlei antilopen. Als we aan het eind van de weg bij de kruising naar links gaan, komen we binnen een paar minuten bij de grens met Zambia en/of Namibië. Als je bij deze kruising rechtdoor gaat kom je binnen een paar minuten bij de grens met Zimbabwe. Het is dus een erg centrale plek. We rijden weer terug naar de makelaar en dan blijkt het een stuk moeilijker dan we hadden gehoopt. Er komt hier namelijk zelden iets op de markt, wat wij ons goed kunnen voorstellen, want wie wil hier nou weg? De grote stukken land die onbebouwd zijn, zijn wel van iemand, maar je kan nergens ter inzage kijken wie de eigenaar is. Zelfs de enige makelaar van Kasane heeft geen idee wie de diverse eigenaren zijn. Als je een eigenaar vindt, kun je altijd vragen of hij een stuk wil verkopen of verhuren, maar de eigenaar kan net zo goed in het buitenland wonen. We besluiten ons hierdoor niet te laten ontmoedigen en zoeken gewoon verder. De makelaar houdt het voor ons in de gaten. Dan gaan we naar een andere camping. Biji Ngina Safaris aangekomen rijdt er ook net een camper met Nederlanders het terrein op. We raken in gesprek en als wij vertellen dat we aan het kijken zijn of we hier een backpackerslodge zouden willen beginnen, vertellen zij dat ze een Zuid Afrikaan vlakbij Gabs hebben ontmoet die daar een backpackerslodge heeft en recentelijk grond vlak buiten Kasane heeft gekocht om daar ook een backpackerslodge op te zetten. We zijn dus niet de enige met dit idee. We mailen de man gelijk. Dan moeten we besluiten wat we gaan doen. We weten het even niet zo goed meer. De aangeboden camping in Malawi waar we op gereageerd hadden is helaas al verkocht en we kunnen op het internet wel een paar mooie plekken hier niet al te ver vandaan vinden, maar die zijn boven ons budget. Bijvoorbeeld anderhalf hectare grond met alle faciliteiten, vlakbij Chobe NP, dus vol met wildlife, voor bijna € 100.000. We hebben niet echt haast, maar we weten nu niet zo goed waar we heen moeten rijden. We besluiten toch maar wat meer info over de camping die boven de Okavanga Delta te huur staat op te vragen, want misschien is dat toch wel iets. We mailen de makelaar in Maun ‘s avonds en hopen op een snelle reactie. Ro maakt spaghetti en we kijken nog een filmpje.

  

Donderdag 22 juli ruimen we op, rijden we terug naar het centrum voor wat inkopen en rijden dan naar Senyati Safari Camp 20 km terug op de weg naar Nata. Het blijkt een geweldige camping te zijn. De eerste olifant komt al snel en later volgen er nog 2. Vlak voor zonsondergang komen de groepen olifanten langzaam binnen wandelen en de rest van de avond zijn er continu tussen de 1 en 25 olifanten aanwezig bij de waterplaats. Overdag zitten we op het verhoogde terras voor de waterplaats en ‘s avonds gaan we bij de eigenaar bij het kampvuur naast het terras zitten. Er komen ook hele kleine baby olifantjes van een paar maanden oud. Ook zien we regelmatig impala’s, bavianen, wrattenzwijnen, mongooses en een paar buffels. Ro gaat niet al te laat naar bed, maar ik blijf nog lang zitten, want ik hoop de hyena’s die we horen ook daadwerkelijk te zien. Als ik mijn ogen niet meer open kan houden ga ik ook terug naar de auto. Die nacht slaap ik heel slecht omdat de olifanten door het kamp lopen, veel lawaai maken en ik best bang ben. Maar gelukkig houden ze een prettige afstand van onze auto. De eigenaar had verteld dat ze elke ochtend tussen 4 en 5 uur weggaan, maar deze nacht bleven ze gezellig tot 10 uur de volgende ochtend in het kamp.

  

Op vrijdag 23 juli vertrekken de olifanten rond 10 uur weer en hebben we het kamp voor onszelf alleen. De andere kampeerders zijn weg en het is heerlijk rustig. We zitten de hele dag op het terras bij de waterplaats en lezen als er niks te zien is. We besluiten dat we naar Zambia en Malawi gaan rijden, maar omdat het misschien mogelijk is om een gratis visum te krijgen (normaal 50 US$ pp), willen we dat eerst uitzoeken. We hebben hier geen internet en besluiten de volgende dag terug naar Kasane te rijden. Ondertussen heeft mijn zusje al het één en ander voor ons uitgezocht in NL en de lodge die dit kan regelen voor ons gemaild. Vlak voor zonsondergang komen de groepen olifanten weer terug en deze avond zijn er heel veel baby’s bij. Het allerkleinste fantje besluit recht voor ons in de modder te gaan spelen. De grote mannetjes olifanten zijn niet in hun beste bui en jagen alle anderen van de fontein weg, behalve de allerkleinste. De peuters en kleuters maken geen schijn van kans om het verse water te drinken, maar de baby’s lopen naar de pomp en niemand houdt ze tegen. Ro gaat naar bed en met heel veel moeite ruk ik met een half uurtje later ook los van de fanten. We hebben ondertussen nieuwe Zuid Afrikaanse buren, die ook naar Zambia en Malawi gaan, maar zij gaan eerst een nachtje naar Chobe. Misschien komen we ze nog terug.

Op zaterdag 24 juli wordt ik rond half 7 gewekt door de conversatie van 2 hyena’s, beide aan een andere kant van het kamp. En ondanks dat we weer amper geslapen hebben, omdat de olifanten wel heel luidruchtig de hele nacht in ons kamp hebben vertoefd, ben ik er gelijk uitgegaan om te kijken of ik ze zag. Maar zodra ik vanuit de tent de auto in klim ruik ik al dat er iets niet goed is. Arme Klaas had overgegeven. Ik durf haar niet naar buiten de doen met de hyena’s zo dichtbij, dus ze moet nog even in haar eigen braaksel blijven liggen. Ik maak een rondje door het kamp om zeker te zijn dat ze niet te dicht bij zijn en haal haar dan uit de auto. In eerste instantie lijkt ze zich beter te voelen, maar zodra ze iets drinkt, geeft ze meteen weer over. Daarna is ze een belabberd hondje dat amper opkijkt als een groep bavianen langsloopt. Als een groot bavianenmannetje, met hele grote tanden, toch wel erg aandachtig naar haar kijkt, til ik haar zekerheidshalve de auto maar even in. Het zuid Afrikaanse stel nodigt ons uit om bij hun in Kaapstad te logeren, mochten we die kant nog op gaan. Altijd handig. Maar wellicht zien we ze over 2 dagen weer in Zambia. Ik maak Klaas haar matje schoon en als Ro beneden komt, kan ik douchen. Dan wast Ro haar handdoek nog uit, terwijl ik weer op hyena jacht ga. Ik zie van alles, maar geen hyena. We gaan de stad in om te internetten en komen erachter dat de gratis visums zijn afgeschaft. Helaas! Dan gaan alle internetcafés dicht, omdat het zaterdagmiddag is en kunnen we niet alles doen wat we willen. Uiteindelijk rijden we maar terug naar Senyati en vullen onze dag met kijken naar de honderden olifanten die komen drinken. Die avond komt er een groep met grote bull olifanten die de hele tijd met elkaar vechten en het geluid is oorverdovend en soms schrikbarend dichtbij. Uitgeput als ik was, sliep ik goed, maar je schrikt toch steeds wakker van het opgewonden getrompetter.

 

Zondag 25 juli rijden we naar het kruispunt, waar we besluiten rechtdoor te gaan en Zambia maar weer eens te bekijken. Het is tenslotte alweer 6 jaar geleden dat we daar voor het laatst waren. We rijden een paar km door en komen bij de douane. Stempels op de paspoorten, op het carnet en op het permit van Klaas en we zijn Botswana officieel uit. Wel moeten we nog een uur wachten op de ferry om ons naar Zambia te brengen.

We hebben “slechts” 1.897,4 km door Botswana gereden. We zijn 45 dagen in Botswana gebleven en hebben op 10 verschillende plekken overnacht. We hebben wel 300 olifanten gezien, waardoor mijn angst voor deze reuzen gelukkig een stuk minder is geworden. Ook Klaas bevalt het reizen nog prima. Ze wordt al een echte Afrikaanse hond. Haha, nee niet echt, maar ze lijkt het nog steeds leuk te vinden.

De licht blauwe lijn is de route die we in dit 2e verslag van Botswana juni/juli hebben gereden. de donkerblauwe lijn was het eerste verslag en de zwarte lijn was de route in mei 2010. De gele stippen zijn de plekken waar we hebben overnacht.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)