IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Malawi

Maandag 16 augustus rijden we naar de grens met Malawi. Het visum is gratis, Ro schrijft de auto in en dan blijkt dat ook gratis te zijn, omdat we een carnet hebben. Het is ons niet duidelijk of we een verzekering verplicht moeten afsluiten, maar bij het verzekeringskantoor accepteerden ze alleen Malawi Kwacha, en die hadden we nog niet. We besluiten door te rijden en het bij de eerste politiepost te vragen. Daar aangekomen moeten we inderdaad een verzekering hebben en hij verteld dat we in het volgende dorp een pinautomaat kunnen vinden. We mogen door en rijden nadat we geld hebben gepind 12 km terug naar de grens. Als we de verzekering (€ 25) hebben kunnen we naar Lilongwe rijden, waar we vlak voor het donker aankomen. We hebben in de afgelopen 10 maanden dieren op de meest vreemde, zieligste en grappigste manieren vervoerd zien worden (kippen op de achterbank, geiten in de kofferbak, schapen op een autodak, hanen aan het fietsstuur, koeien bovenop een vrachtwagen enz), maar deze dag zagen we een groot varken achter op de bagagedrager van een fiets! Zonder zichtbare ondersteuning lag het arme ding op zijn/haar zij op de kleine bagagedrager, vastgebonden met touw. Ondanks dat het echt wel zielig was, moesten we er wel om lachen. In Lilongwe stopten we bij een bank en eindelijk konden Alex en Marlene pinnen met hun Mastercard. Ze wilden gelijk genoeg geld voor de hele maand pinnen, maar Ro was erg moe en we wilden eigenlijk snel een camping zoeken voor het te donker was, dus werd dat uitgesteld tot de volgende dag. Op de camping was het druk, iets dat we al lang niet meer mee hadden gemaakt, en we vroegen in de keuken of we nog mee konden eten, omdat we dat uiterlijk 2 uur eerder al hadden moeten doorgeven. Anderhalve seconde later werden er 4 borden volgegooid met rijst en bonen en konden we blijkbaar mee-eten. We hadden honger en hadden geen zin meer om te koken, dus dit was eigenlijk wel makkelijk voor 3 euro pp. Na het eten hebben we nog een hele tijd gekaart en heeft Alex ons een gigantische stapel geld gegeven, wat niet zo heel moeilijk is als je bedenkt dat het grootste Kwacha briefje dat je uit een pinautomaat krijgt € 2,50 is en ze ons bijna € 500 moesten terugbetalen.

Dinsdag 17 augustus zijn we de hele dag in Lilongwe gebleven. We hebben boodschappen gedaan en kwamen erachter dat Malawi erg duur is qua boodschappen. Voor 500 gram spaghetti betaal je minimaal € 1,50, maar die waren uitverkocht, dus hadden we de keus tussen € 3 tot € 5, wat we uiteraard niet hebben gedaan. Eindelijk konden we weer kaas kopen, maar ook dat was veel te duur en bleef dus in de winkel. Met een bescheiden hoeveelheid voedsel voor 4 personen moesten we uiteindelijk toch over de 100 euro betalen. Gelukkig is kamperen in Malawi wel heel goedkoop. We kaarten de rest van de middag, terwijl ik ondertussen ook de foto’s van Zambia probeer op te laden. Ro en Alex maken ’s avonds broodjes hamburger en we kaarten de rest van de avond door.

Woensdag 18 augustus willen de meisjes eerst nog Amerikaanse dollars proberen te krijgen voor hun Tanzania visum en wij wachten een tijdje. Dan gaan we op zoek naar een klein onderdeel voor de auto dat Ro wil hebben en als alles geregeld is gaan we eindelijk naar Lake Malawi. Het blijkt nog een aardige rit te zijn, maar we komen er rond 14:00 uur aan. We rijden eerst naar de favoriete plek van de Lonely Planet, maar dit blijkt uitgestorven en vervallen te zijn. Eerst lijkt het dus niet zo veel, maar als we een rondje lopen, blijkt het toch echt heel erg mooi te zijn, en hoe langer we blijven, hoe mooier het wordt. We besluiten dan ook te blijven. Als we even later op het strand zitten te kaarten, uiteraard nadat we gezwommen hebben, komt er een man langs die vis (butterfish) verkoopt. Ze kiezen alle 3 een mooie vis uit. ‘s avonds maakt Ro de vissen gereed en stopt ze in een aluminium folie samen met aardappels en groenten boven een vuurtje. De meisjes zijn er niet zo zeker van dat dit gaat werken en zijn bang dat de vis niet gaar genoeg is. Als het eten klaar is zijn ze beide erg onder de indruk en blijkt de vis precies goed te zijn. Ik eet maar een boterham met zelfgemaakte eiersalade.

  

Donderdag 19 augustus blijven we weer een dagje op het strand hangen. We zwemmen, zonnen, lezen, kaarten, eten en doen niet al te veel vermoeiende dingen.

Vrijdag 20 augustus rijden we naar Monkey Bay, aan de zuidkant van Lake Malawi. Daar vinden we een nieuwe camping, zeer mooi en leuk aangelegd. We lopen nog even naar het dorp, eten daar een paar zeer vette frietjes die je alleen eet als je uitgehongerd bent (waren wij) en lopen weer terug. We dobberen nog wat rond op het water, koken en kaarten nog wat.

Zaterdag 21 augustus blijven we bij Mufasa’s in Monkey Bay. De dag vliegt weer voorbij, terwijl we niet zo veel hebben gedaan, maar ons prima hebben vermaken.

  

Zondag 22 augustus draai ik me nog een keer om als Ro al naar buiten is, als ik ineens in mijn voet gebeten wordt. Ik kijk en dan blijkt onze hele tent vol te zitten met kleine rode mieren. We staan onder een boom en een paar takken sluiten mooi aan tegen de rits van de tent, waar ze onderdoor kunnen lopen. We trekken alles naar buiten, maar de mieren laten niet goed los van de kleren die er lagen. Ik besluit alles onder water te houden totdat ze verdronken zijn en dan kan ik het net zo goed even inzepen. Als alle kleren gewassen zijn, wassen Marlene en ik gelijk onze dekbedovertrekken maar even, zodat die ook miervrij zijn. De rest doe ik later wel. Het mooie van het prachtige weer dat we hier hebben is dat de kleren binnen een uur droog waren. Ik spuit de tent vol met gif om de rest te doden en we rijden naar Cape Maclear, 18 km van Monkey Bay en bekijken alle campings hier. We besluiten weer bij Mufasa’s te verblijven (zelfde eigenaar, andere locatie) en maken het gezellig. Ondertussen hebben we een zak vol snickers, twixen en M&M’s gekocht en krijgt de winnaar van 35 kaartrondes de keus uit één van deze, eigenlijk onbetaalbare, traktaties. Om 19:15 uur hebben we na een spannende strijd een winnaar (na 2 dagen): Alex. We gaan snel naar een klein lokaal “restaurantje” 2 huisjes verderop, want daar hadden we om 19:00 uur afgesproken met 4 backpackers, waaronder Rafi, Lisa en, Catherine. Maar ook zij hebben Afrika al in hun bloed, dus ze waren er zelfs pas om half 8, en hadden nog een nieuwe vriend meegenomen. We bestellen eten en onze nieuwe vrienden verzekeren ons dat het zeker 2 uur gaat duren, want ze hebben maar 1 vuur en 1 pan. En inderdaad, het is al over 22:00 uur als het eten komt. Het meeste is koud, maar best lekker. En als we tegen 23:00 uur gaan afrekenen moeten we net over de € 25 betalen voor 9 personen samen, inclusief de nodige biertjes en frisdranken. We gaan daarna nog even naar de “Hiccups Pub” en Ro en ik spelen een paar spelletjes Bao. Dan kunnen we onze ogen niet meer openhouden en de meisjes besluiten met ons mee terug te gaan, want zij zijn ook erg moe. We duiken de tent in en slapen 3 seconden later.

Maandag 23 augustus doen we weinig. We liggen op het strand, zitten in de schaduw onder een afdakje te lezen, zwemmen een beetje en kaarten. Dan worden we door onze eetgenoten van de vorige avond uitgenodigd om bij hun te komen eten. Ro gaat niet mee, want hij heeft wat last van zijn buik. We krijgen een heerlijk Israëlisch gerecht. Als Marlene en ik Ro een bakje gaan brengen, blijkt er hier een klein drama afgespeeld te hebben: de kano’s die we voor de volgende dag geregeld hebben (extreem goedkoop voor Cape Maclear) blijkt nogal wat opschudding te veroorzaken bij de Beach Boys. Een paar jongens vinden dat we alleen zaken met hun mogen doen, maar wij vonden hen te duur. Ze zoeken het maar uit, wij zien wel wat er de volgende morgen gebeurd. Marlene en ik gaan terug naar de andere backpackers en na een uurtje gaan we met z’n drieën terug naar Ro. Het is zo prettig dat we hier ‘s avonds alleen over straat kunnen.

  

Dinsdag 24 augustus komt de man iets over 9 met een kano aanzetten. De andere jongens zijn er ook en ze ruziën wat af. Wij wachten rustig af. De 2e kano blijkt een boot te zijn als die een half uurtje later aankomt, wat wij zeer prettig vinden. Nu passen we alle 5 (Klaas gaat natuurlijk mee) in één boot, wat betekent dat 1 of 2 personen niet hoeven te peddelen en dat je bv ook mee kan zwemmen. We betalen hem de US$ 5 pp en huren 3 extra snorkels (ik heb mijn eigen mee) en peddelen dapper richting Nationaal Park. Na ruim een uur komen we daar aan en we snorkelen rond. Er zijn daar zoveel vissen met de mooiste kleuren. Als we uitgesnorkeld zijn peddelen we nog een half uurtje door naar een klein strandje in het park. Daar lunchen we met koekjes en vieze chips en kaarten we een paar potjes. De bavianen om ons heen schreeuwen wat af, waarschijnlijk omdat ze Klaas zien. Opeens rent er een groot mannetje op ons af, waarschijnlijk aangetrokken door de koekjes en chips. Ik sta in 1 seconde overeind, til Klaas op, ren naar de boot, zet haar erin en duw de boot het water in. Ondertussen probeert Ro de baviaan bang te maken en bij ons vandaan te houden. Alex en Marlene pakken snel al onze spullen en gooien het in de boot. De baviaan blijft terugkomen en lijkt niet onder de indruk van Ro. Als alles in de boot is springen we er allemaal in, terwijl de baviaan op ons afkomt. We denken niet dat hij het water in zal komen, maar van schrik gooit Marlene onze bananen naar hem toe. Hij pakt ze en gaat ze rustig opeten, terwijl wij wat afstand creëren tussen zijn tanden en ons vijven. We besluiten naar een eiland 2 km vanaf onze camping te peddelen en daar komen we een goed uur later aan. Het is ondertussen al een beetje laat, dus we blijven niet lang. Alex wil de 2 km terug zwemmen en begint alvast. Vijf minuten later komen we achter haar aan. Zowel Marlene en Ro zwemmen een stukje met haar mee, terwijl ik de boot in de buurt houdt. We zijn voor het donker terug en koken pasta met een vegetarisch sausje (vlees hebben we al een week niet meer).

  

Woensdag 25 augustus is een extreem relaxte dag. Ro stelt de remmen van de auto bij en ververst de olie nog even, terwijl ik met een boekje op het strand zit. ‘s Avonds koken we nieuwe pasta en eten we de andere helft van de saus van de dag hiervoor. We ontmoeten hier veel lokale mensen en een aantal mensen hebben erg grappige/rare namen: “Smile”, “Thrust” (hij probeerde ons pannenkoeken met marihuana te verkopen!), “Love”, “Soft” enzovoorts. Helaas is niet iedereen zo fortuinlijk om een leuke naam te krijgen, want een jongetje hier heet “Trouble” en dan is er ook nog het jongetje “Enough” (wat “genoeg“ betekent). Enough was het 10e kindje en de moeder wilde duidelijk maken dat ze geen kinderen meer wil. Helaas heeft Enough nog een klein broertje die “Far Enough” heet.

Die nacht word ik tegen middernacht wakker en moet ik heel snel naar de wc rennen. De rest van de nacht ren ik op en neer en ik overweeg om in de wc te blijven wonen. We weten niet zo goed wat de oorzaak is want ik heb exact hetzelfde gegeten als de andere 3. Ik heb geen koorts wat gelukkig Malaria uitsluit. Ook lijkt Bilharzia niet logisch, want dat gaat zelden gepaard met diarree.

Donderdagochtend 26 augustus besluit ik nadat ik voor de 9e keer uit de daktent ben gekomen om er maar uit te blijven. Het is al 8 uur en de lange nacht is voorbij. Ik ga met een dekbedje op het strand liggen, want er staat een fris windje en ik voel me niet helemaal 100%. De rest van de dag loop ik op en neer naar de wc. Er is hier in Mufasa Backpackers nog een Oostenrijks meisje die al 9 dagen verstopt is. Iedereen is druk op zoek naar een laxerend middel en iedere blanke persoon wordt verzocht de medicijntas te openen en het zit overal vol met middelen tegen diarree, maar niks tegen verstopping. Het arme kind drinkt een glas olijfolie: niks. Dan maken Marlene en Ro een pot zeer extreem sterke koffie die ze zo naar binnen gooit: niks. Ons boek “Where there is no doctor” is erg handig, maar volgens het boek moest ze na 4 dagen beginnen met bepaalde producten te eten, zoals tomaten. Ze probeert het, maar het is hiervoor waarschijnlijk te laat. We maken de hele dag grapjes dat we met elkaar willen ruilen, totdat het advies van haar arts thuis komt: margarine invriezen, dan een rolletje draaien en erin stoppen. Ik ben erg blij met mijn diarree, haha. Ik eet een stukje papaja, 2 banaantjes en 2 droge geroosterde boterhammetjes verspreid over de dag en ben tevreden. Want ondanks de nodige uitstapjes lig ik wel heerlijk op het strand met een warme zon en een klein briesje onder het kalmerende geluid van water te kijken naar vrouwen die aan het wassen zijn in het meer en kinderen die aan het spelen zijn. Zelfs met diarree hebben we een goed leven. ‘s Middags verdwijnt de diarree weer, maar de dagen hierop heb ik steeds een lichtte verhoging (rond de 38) afgewisseld met 36,7 graden. Ik voel me een beetje duizelig af en aan en niet helemaal lekker. Maar niks serieus.

‘s Avonds kijken we Harry Potter op het strand en eten we pannenkoeken samen met 2 oude mannen. We denken dat ze beide als nachtwaker hier werken, maar zeker weten doen we dat niet. Eén van de 2 is elke nacht bezig om een rol touw te veranderen in een visnet. Het is ongelooflijk hoe hij dat maakt. Het moet in totaal 100 meter lang worden en daar doet hij 3 weken over. Hij werkt 12 uur per nacht aan het net. ‘s Ochtends vroeg hangt hij zijn andere net in het water en als hij wakker wordt haalt hij het net binnen en komt daarna weer bij Mufasa het andere net verder afmaken. Hij heeft al 2 dagen met ons meegegeten en stelt dit zeer op prijs. We krijgen het bord en bestek altijd afgewassen terug.

Vrijdag 27 augustus is het weer tijd om verder te gaan. We willen naar L iwonde NP, niet heel ver van Cape Maclear. Na een paar uurtjes komen we in de stad L iwonde aan, slechts 7km van de poort. We rijden naar de enige camping die we weten en daar aangekomen blijkt het, zoals verwacht, redelijk vervallen. We besluiten nog even door te zoeken, maar vinden niks anders en gaan terug. Op de terugweg willen Alex en Marlene even in een kliniek kijken hoe bevallingen er hier aan toe gaan (ze zijn allebei vroedvrouw), maar helaas bleek het een privé kliniek te zijn en deze was van hetzelfde kaliber als in Ierland (waar ze gewerkt hebben), maar niet zo mooi/ schoon als in Nederland/Duitsland. De arts heeft ons een volledige rondleiding en uitleg gegeven en het was wel interessant. Terug op de camping zijn de mensen er erg aardig en eigenlijk is het best leuk. We kaarten een tijdje in de toren met uitzicht op de rivier. Ro regelt dat Klaas de volgende dag in één van de kamers in aanbouw mag “wonen” als wij het park ingaan. Ze heeft dan een hele grote ruimte voor haarzelf en wij hoeven hier niks extra’s voor te betalen. Erg aardig. Ik ga daarna vroeg naar bed, want ik voel me niet lekker, terwijl de rest gaat lezen in de toren.

 

Zaterdag 28 augustus rijden we, voor ons doen, erg laat het park in, namelijk pas om 8 uur. De eigenaren van de camping hadden gezegd dat het pas om 8 uur open gaat en ondanks dat we het niet geloofden hadden we ook geen zin om 2 uur voor de ingang te zitten. En aangezien ze toch geen leeuwen en luipaarden hebben, maakt het ook niet zoveel uit. De toegangsprijzen zijn hier veel aangenamer dan in Zambia (€ 4 pp, auto gratis), maar eerlijk is eerlijk, ze hebben ook veel minder dieren. Als echte olifantmagneet trek ik uiteraard binnen 2 uur 3 grote kuddes olifanten en 1 enkele olifant aan. Gelukkig niet midden op de weg en kunnen we er steeds makkelijk langs. We zien zelfs 7 Sable Antilopen, die vrij zeldzaam zijn, maar waarvan er aardig wat in dit park rondlopen. En we zien erg veel waterbokken en andere antilopen‘en een heel grote Monitor Varaan die een boom in klimt. Alex en Marlene zitten beide op het dak van de auto, wat de beste plek is, tenzij er een tak over het hoofd wordt gezien en beide hebben ze een gigantische kras over hun arm en schouder lopen en Marlene’s t-shirt was zelfs kapot gegaan, maar ze blijven volhouden dat het de beste plek is. Midden in het park staat een hek met daarbinnen een verblijf van 50 km2 groot, voor 10 zwarte neushoorns. De zwarte neushoorn is bijna uitgestorven en de laatste worden goed bewaakt. In Zambia wonen nog 4 neushoorns en ieder heeft 1 of 2 bewapende mannen die continu, dag en nacht, dag in dag uit, vlak bij de neushoorns blijft. Hier in Malawi wonen ze dus in een bewaakt verblijf in het midden van een reeds bewaakt park. En de reden dat de neushoorns worden gedood is voor de hoorn. De Chinezen geloven namelijk dat deze hoorn de potentie verhoogd (wat uiteraard niet waar is). Velen hadden gedacht of gehoopt dat met de opkomst van Viagra het stropen van neushoorns tot het verleden zou behoren, maar helaas heeft het weinig effect gehad. De oude tradities blijven hardnekkig. Maar doordat de bewaking zo streng moet zijn, is het uiteraard niet toegestaan zelf het verblijf in te rijden. We stoppen bij de Mvuu lodge in het park om te vragen wat een gamedrive met auto en chauffeur kost. Helaas bleek een gamedrive 30 US$ per persoon te zijn + 5 US$ om het verblijf zelf in te gaan (€ 30). Bovendien zien ze slechts 1 of 2 keer per maand een neushoorn, dus de kans is erg klein. We vragen dan maar wat het kost om hier te lunchen en dat blijkt 20 US$ pp te zijn: we eten wel een droog crackertje in de auto! We rijden weer verder en rijden een tijdlang langs het hek op, in de hoop dat we heel veel geluk hebben. Dat hebben we niet. We komen aan de verkeerde kant van het park weer bij een uitgang, draaien om en rijden terug. Tegen half 4 rijden we na een mooie dag het park uit. We rijden gelijk door naar een markt, waar we met veel moeite een beetje eten vinden. Zoals gewoonlijk vind je niks anders dan tomaten, uien, kool en bananen en dus moeten we weer een gerecht verzinnen met deze ingrediënten. Verbazingwekkend is het elke dag weer lekker en anders, dus voorlopig verveelt het nog niet. Als we terug komen ga ik vrij snel naar bed, want ik had nog steeds een kleine verhoging, en eet in de daktent. Ro kijkt samen met Alex en Marlene “Saw 6” die ze na 2 minuten af hebben gezet en dan kijkt Ro nog maar een keer naar ‘The Back-Up Plan“, omdat de meisjes die ook graag wilden zien. Arme Ro.

  

Zondag 29 augustus rijden we rond 11 uur rustig aan weg. Vandaag is het onze 3e trouwdag en wonderbaarlijk genoeg denken we daaraan. Normaal vergeten we het allebei. We dachten eigenlijk dat het de 30e was en dat we het dus echt vergeten waren, maar het bleek de 29e te zijn, dus we konden elkaar feliciteren (cadeautjes waren we uiteraard wel vergeten en doen we dus maar niet meer aan). We hoeven maar een goed uur te rijden naar Zomba. Daar doen we inkopen in de supermarkt en gaan dan op zoek naar een markt voor de verse producten. Ze hebben hier buitengewoon veel vers spul en we konden ons niet beheersen waardoor de koelkast uitpuilt met komkommer, wortels, peterselie, aardbeien, frambozen, aardappels, paprika enzovoorts (en uiteraard: uien, tomaten & kool). Ook koop ik nog een rubberen bal die Ro al 6 jaar wil hebben: in 2004 zagen we deze bal een paar keer langs de kant van de weg in Noord Malawi en we vroegen de gids te stoppen, maar zij zei dat we nog genoeg kansen kregen. Tot vandaag hebben we die ballen nooit meer teruggevonden. Toch nog een cadeautje! Als we alles hebben rijden we de bergen in naar het Zomba Plateau. We vinden de eerste camping, maar daar was niemand. We besloten naar de Trout Farm te gaan, maar verdwaalde en volgden de pijl naar een andere camping. De weg was niet al te best en we gingen langzaam omhoog. Vlak voordat we daar aankwamen stond er een blanke man midden op de weg te gebaren dat we moesten stoppen. Bleek het René te zijn, een Nederlander die ook met zijn auto vanuit Nederland is komen rijden. Hij heeft de afgelopen tijd met Maureen, Henk-Jan en hond Boris samen gereden en verwacht hun hier ook elk moment. Wij hadden René nog nooit ontmoet, maar toen we later zijn auto zagen wisten we dat we in Windhoek naast hem geparkeerd hadden gestaan. Hij stapte in en met z’n 6e reden we het laatste stuk omhoog. Hij kampeerde al bij de Trout Farm, dus we besloten daar dan toch maar heen te gaan. Dus met z’n 6e weer in de auto (ja, dat past) de hobbelweg weer naar beneden en een goed half uur later waren we bij de Trout Farm. En wie zien we als we het terrein op rijden? Gary. Alex en Marlene zeggen hem vast gedag terwijl ons de weg naar de camping wordt gewezen. L ater blijken Rafi, Lisa en Catherine er ook te zijn, waarmee we in Cape Maclear een paar keer hebben gegeten. Het is wel een dag van toevalligheden. Dan gaan we koken en René eet gezellig mee. Als het eten bijna klaar is komt Rafi langs om wat specerijen voor hun eten te vragen. Ze blijken bijna niks aan eten te hebben en hij blijft zo lang hangen dat ik maar vraag of hij mee wil eten. We hebben niet genoeg voor 4 extra personen, maar 1 moet wel lukken. Hij heeft maar een klein schaaltje, dus ik schep hem nog maar een tweede keer op. Daarna gaat hij terug naar de anderen om daar verder te koken. Na het eten gaan we naar hun huisje om daar in hun woonkamertje bij het vuur te zitten.

Maandag 30 augustus willen we de bergen in gaan wandelen. René wil graag mee, maar moet eerst even naar het dorp. En terwijl we 2 uur op hem wachten, kunnen we mooi ons kaartspel afmaken. Ro is de winnaar en heeft zijn eerste snicker verdient. Als we net klaar zijn komt René eraan rijden en kunnen we beginnen met onze wandeling. We halen Lisa en Rafi nog even op en met z’n 8e lopen we het bos en de bergen in. Het is hier zo ongelooflijk mooi. Volgens Marlene lijkt het erg op het Zwarte Woud in Duitsland, maar daar zijn wij nog nooit geweest, dus ik kan je niet zeggen of het klopt. Er staan hoge dennenbomen, maar ook palmbomen, varens en andere tropische bomen. Het is redelijk warm, maar we gaan rustig aan naar boven. Klaas begon fanatiek, maar na een paar honderd meter bungelt ze al achteraan. Ze heeft het er best moeilijk mee. Na ruim anderhalve kilometer vraag ik haar of ze wil liggen en ze ploft neer. Dat is geen goed teken, dus we nemen afscheid van de rest en na een kwartiertje pauze voor Klaas lopen we langzaam aan terug. Halverwege gaat ze nog een tijdje rusten en we doen het rustig aan tot de camping. Vlak daarvoor is een rivier met ijskoud water en Klaas zwemt een tijdje rond. Ze is zichtbaar opgeknapt als ze eruit komt. Terug bij de auto gaat ze een paar uur slapen terwijl ik dit verslag typ en foto’s uitzoek, terwijl Ro gaat wassen. Ik bak wentelteefjes en we genieten van het bos om ons heen. ‘s Avonds bbq-en we met z’n tienen en het wordt een gezellige late avond.

  

Dinsdag 31 augustus spelen we eerst een paar uur met z’n vieren “ons” kaartspel, terwijl we op René wachten die in de stad voor een autoverzekering gaat kijken. Als hij 2 uur later terugkomt lopen we met z’n 6e langs de rivier omhoog richting Queens Point. Als we bij de eerste waterval aankomen begint Klaas ons al terug te drijven en bij de 2e waterval is ze al uitgeput. Ik besluit met haar terug te lopen, terwijl de andere vier verder omhoog gaan. Klaas blijft een tijdje uitgeput naast de waterval liggen. Als we eindelijk aan de “afdaling” (haha) kunnen beginnen worden we ingehaald door een oudere man en oudere vrouw. Het hele eind loop ik gezellig met hun mee naar beneden. Hij is heel aardig en verteld over zijn overleden vrouw (Tuberculose) en over zijn nieuwe vrouw die achter ons aan loopt en zijn kinderen. Het is heel gezellig en de tijd gaat heel snel en we zijn zo weer beneden. Ik blijf een tijdje bij Catherine en Lisa hangen en maak daarna lunch voor mezelf en een paar uur later komen de anderen eraan. Het bleek erg mooi geweest te zijn en het uitzicht was geweldig. Het leek inderdaad erg mooi op de foto’s. We koken met z’n 5e en gaan niet al te laat naar bed.

Woensdag 1 september hebben we een relaxte en gezellige start, nemen afscheid van Lisa, Catherine en Rafi (maar we zien ze een paar dagen later weer in de Big Blue Star als het goed is) en we rijden samen met René de berg weer af. Het Zomba Plateau was erg mooi! Marlene rijdt met René mee, zodat ze een beter uitzicht heeft, maar ze was niet helemaal gecharmeerd van zijn rijstijl. Haha, ze keek erg angstig toen René ons voorbij kwam. In de stad Zomba hebben we nog even goed groenten- en fruit inkopen kunnen doen en daarna namen we afscheid van René. Wij rijden terug naar Lilongwe, terwijl René nog een berg gaat bezoeken. We zien hem waarschijnlijk ook terug in de “Big Blue Star” in Noord Malawi. De weg naar Lilongwe is lang, maar mooi. Rond 16:00 uur komen we aan, maar het duurt 2 uur voor we het internet werkend krijgen. Dat is jammer, want we hebben erg weinig internetkansen gehad de laatste 2 maanden. Marlene en Alex koken en na het eten spelen we nog wat kaartspelletjes, terwijl we ondertussen wat programma’s en updates downloaden.

Donderdag 2 september rijden we rond 9 uur richting het Noorden. We willen naar Nkhotakota, halverwege naar Nkhata Bay. Eerst willen we nog inkopen doen in Lilongwe, verzekering zoeken (gele kaart, veel te duur, niet gekocht), getankt en uiteindelijk loopt het al tegen 12 uur als we de stad uit zijn. Een eindje onder Nkhotakota vinden we een camping bij een pottenbakkerij aan het meer. Klaas is zelfs zo in haar sas dat ze tot ver na het donker blijft graven in het zand. Normaal wil ze meteen in de auto als het schemerig is, want ze is bang in het donker. Maar ze wilde zo graag graven en het was zo pikdonker (de maan was er nog niet) dat ik maar een lamp voor haar had neergezet, zodat ze haar inmense gat nog een lange tijd kon uitgraven.

Vrijdag 3 september willen we naar Nkhotakota, maar dan zien we dat Kande Beach vlak onder deze plek ligt en besluiten we daar eerst een dag of twee heen te gaan. We zijn daar in 2004 ook geweest en we wilden het graag nog een keer zien. De plek was niks veranderd en nog steeds een klein paradijsje. We komen aan het begin van de middag aan, dus we kunnen de hele middag zwemmen, op het strand liggen en kaarten. Dan koken we met z’n 4e en eten op het terras bij het strand.

 

Zaterdag 4 september wilden we een waterfiets huren, maar de eigenaar was ziek en het personeel kon het niet aan ons verhuren. Dat was de hoofdreden dat we nog een dagje bleven, dus we hebben ons geld teruggekregen voor de komende nacht en hebben de auto weer ingepakt. We rijden rustig aan naar Nkhotakota waar we rond 12 uur bij de Big Bleu Star aankomen. We wilden hier graag heen, omdat je voor 500 Kwacha (€ 2,50) pppn erg veel extra’s krijgt, zoals gratis internet 24 uur per dag, gratis kano, gratis tv en DVD’s om te kijken, gratis snorkels enzovoorts. Het is lekker druk en Catherine, Lisa en Rafi blijken er al te zijn. Zij zijn vanuit Lilongwe in 10 uur met een bus “rechtstreeks” hierheen gekomen en waren gisteravond aangekomen. Een paar uur later komt René ook aangereden. Ro en ik zwemmen wat met Klaas en lezen op het strand. De rest van de middag en begin van de avond wachten we met z’n allen tot de bbq klaar is, want die kost maar € 5 pp voor onbeperkt vlees, salades en brood en een gratis bier. We zijn allemaal uitgehongerd, want we hebben niet geluncht, maar het begint pas rond 20:30 uur. Helaas blijkt het niet zo veel te zijn en onbeperkt geldt alleen voor de eerste 10 minuten en zeker niet als je vegetarisch bent, maar met een beetje (veel) zout hebben we genoeg gehad. We blijven nog een hele tijd met z’n 8e in de bar zitten en het is erg gezellig. Rond 23:00 uur gaan Ro en ik naar bed, want we weten dat we de volgende ochtend vroeg de tent uit gaan drijven.

Zondag 5 september drijven we rechtstreeks het meer in en zwemmen wat rond en lezen een boekje. Dan gaan we het dorp verkennen en Ro laat zijn spijkerbroek maken. € 0,20 later is er een mooi stukje op de knie genaaid en ziet het eruit als het weer een tijdje mee kan. We wandelen door het dorp en kijken bij terugkomst een filmpje op een normale tv. Daarna blijven we allemaal een beetje op de banken bij de tv hangen, kijken en praten tot het tijd is om onze pastasaus van 2 dagen geleden weer op te warmen en Raffi eet gezellig mee.

Maandag 6 september rijden we tegen het middaguur weer verder. Het afscheid van Lisa en Catherine was hoogstwaarschijnlijk “voorgoed”, maar René en Raffi zien we over een paar dagen weer. Lisa en Catherine vliegen vanaf Lusaka naar huis en Raffi vanaf Dar es Salaam en dat is de kant die wij en René ook opgaan en dus zal Raffi met René meerijden. We rijden eerst naar Mzuzu, omdat Ro naar een paar onderdelen voor de Landrover wil zoeken. De auto doet namelijk al weken raar als we ongeveer 70km/uur rijden. In het begin had de auto een hobbel nodig en dan begon ze hard te trillen totdat we ongeveer 80km/uur rijden, maar de laatste tijd trilt ze vrijwel elke keer op die snelheid. Ro denkt dat het de fuseebol lager is maar helaas verkopen ze alleen het onderste deel en niet het bovenste deel. De man geeft Ro nog het advies om de banden om te draaien. En het staat al geruime tijd op de planning om de voorbanden achter te leggen en één achterband voor samen met het reservewiel, dus dat komt goed uit. We wilden eigenlijk naar een verlaten strand rijden, maar kunnen de weg daarheen nergens vinden en volgens de Lonely Planet is de lodge waar we heen willen alleen per boot of te voet bereikbaar, dus we geven het maar op. Als we al een half uurtje uit Mzuzu zijn begint de auto te trillen bij 60km/uur en stopt pas boven de 80 km/uur. Zo kunnen we niet rijden, dus met 50 km/uur rijden we terug naar de stad en parkeren bij een “backpackers” (als je het zo mag noemen) waar we mogen kamperen. Ro wisselt alle vijf de wielen van plek, terwijl wij drieen een grote salade met alles erop en eraan maken. Ro en Marlene hadden ook 1 verse meeral op de markt deze ochtend gekocht, maar Ro is de enige die die kan klaarmaken, dus ze moeten maar een dagje wachten. Als Ro klaar is is de maaltijd klaar en het is weer zalig geworden. We kaarten op de veranda van de dorm terwijl we worden vergezeld door een paar vreemde vogels die Malawi Gold aan het roken zijn (marihuana). De beste wiet komt van Malawi en het wordt je hier dan ook vaak aangeboden, maar als we zeggen dat we uit Nederland komen lachen ze alleen en lopen weg. We gebruiken het niet eens legaal in Nederland, waarom zouden we het hier dan illegaal doen?

Dinsdag 7 september denkt Ro dat de auto misschien wel gemaakt is en we besluiten richting Livingstonia te gaan / een testrit te maken. Het was ongeveer 200 km naar Chitimba, het dorp voordat je de berg opgaat naar Livingstonia, en de hele rit heeft de auto niet één keer getrilt! De laatste 15km naar Livingstonia gaan vrij steil omhoog en daar doe je een goed uur over. We besloten niet meteen het uiterste van de auto te vragen en eerst in Chitimba te overnachten. De Chitimba Beach Campsite is een geweldige plek waar we in 2004 ook geweest zijn en we vonden het heerlijk terug te zijn. De camping is tegenwoordig van Nederlanders dus wie weet vinden wij ook ooit nog zo’n plekje. Klaas is weer compleet hoteldebotel gelukkig met al het strand, zand en water en we moeten echt op haar letten dat ze geen zonnesteek oploopt. Tegen het einde van de middag begin ik me steeds minder goed te voelen. Als we met het eten maken beginnen gaat Marlene nog even een rondje joggen over het strand. Het is ongeveer 17:00 uur. Ik help nog even met de aardappelen maar check dan toch even mijn temperatuur en die blijkt 38,2 graden te zijn. Ik voel me knap beroerd en blijf in de daktent liggen terwijl Alex en Ro een maaltijd maken, waaronder de 1 meerval. Een uur later begint het donker te worden en Alex is een beetje bezorgt dat Marlene nog niet terug is. Ze gaat met een zaklamp op het strand staan, omdat het nu heel snel donker zal zijn en Ro kookt alleen verder. Een uurtje later (18:45 uur) is Ro klaar met koken en gaat hij naar Alex naar het strand om te kijken waar ze toch blijven. Een kwartier later komt Ro terug en verteld mij dat er geen spoor is van Marlene. Er is geen maan, dus het is echt pikkedonker. Ik zeg dat ik eraan kom en hondsberoerd klauter ik de tent uit en terwijl Ro het strand weer gaat afspeuren ga ik naar de barman en vertel hem dat Marlene nu wel erg lang weg is. Hij vertelde ons dat hij haar naar rechts had zien wegjoggen 2 uur geleden, dus nu wisten we in ieder geval de richting. Hij haalt een lamp en samen lopen we naar Alex. De camping/bar/restaurant zit op het strand, maar zeker 75 meter van het water af, dus het is mogelijk dat ze de lodge zo voorbij is gelopen op de terugweg toen de zon onder was, maar de lampen nog niet aan. Alex gaat met de barman zoeken, terwijl ik de andere kant nog even afzoek. Als iedereen terug is en we haar nog steeds niet hebben gevonden wil ik het dorp in gaan lopen. De barman regelt dat de bewaker met me meeloopt en als ik al half weg ben zegt hij met grote stelligheid dat hij haar op het strand naar links had zien lopen. En meteen gaan de 2 bewakers er met grote snelheid vandoor. Ik heb geen lamp dus ik probeer ze te volgen, maar de koorts maakt het lopen door het losse zand zwaar. En ik ben er niet zo zeker van of dit een goed idee is want we lopen nu achter Ro aan en iedereen is daar al een keer geweest. Als Ro er gelukkig aankomt met een zaklamp val ik uitgeput in het zand. Ik brand weg. Dan besluiten we met een auto te gaan rijden en aan de eigenaar te vragen of hij ons wil brengen (onze auto inruimen kost gauw 10 minuten) en het idee dat ik in een auto mag zitten klinkt goed. De eigenaresse is niet zo happig maar de eigenaar eet snel zijn spaghetti naar binnen en haalt de auto. Als we de poort uitriijden zien we haar al lopen: in een knalgele hotpants met een bikinitopje en een hond aan haar t-shirt gebonden. We zijn zo opgelucht en Ro rent snel naar het strand om Alex te halen, terwijl Marlene en ik de 2 mannen bedanken die haar thuis hebben gebracht. We bieden ze van alles aan: bier, cola, Fanta, eten en geld, maar ze willen niks behalve dat Marlene veilig terug is. Marlene drukt de oude man 500 Kwacha (€ 2,50) in zijn hand en met tegenzin neemt hij het aan. Dan krijgen we van Marlene eindelijk te horen wat er gebeurt was: ze was gaan joggen en een hond was de hele weg met haar mee gerend. Daarna hadden ze samen gezwommen. Helaas was de zon sneller onder gegaan dan ze had gedacht. Toen ze terug begon te rennen leek de weg veel langer en toen het heel donker was werd ze bang op het donkere verlaten strand. Ze besloot, op blote voeten, naar het dorp te lopen. Daar vond een oude man haar waarbij ze een lichte paniekaanval kreeg omdat ze zeker wist dat wij ongelooflijk ongerust zouden zijn. De man kalmeerde haar en zonder enige gevoel van richtingsgevoel (heeft ze nooit) probeerde ze te vertellen waar ze vandaan kwam. De man dacht dat ze van de lodge kwamen en 3 kwartier later kwamen ze bij een bijna verlaten lodge aan. Niet de juiste plek en de enige aanwezige persoon had niet eens een zaklamp, laat staan een auto om haar te brengen. Ondertussen had ze haar t-shirt uitgedaan om daar de hond mee aan te lijnen, omdat de hond erg bang was en bijna onder een auto kwam. Ze voelde zich erg verantwoordelijk omdat deze hond (met halsband) waarschijnlijk van de eigenaren van onze campsite was en ze zijn dood niet op haar geweten wilde. Dus met de hond aan het t-shirt liepen ze 3 kwartier terug over het wegdek vol steentjes om terug te komen bij het punt waar ze de oude man ontmoet had. Zijn zoon kwam erbij en met z’n 3e liepen ze nu naar de juiste camping waar wij ze niet veel later troffen. Als alle verhalen zijn verteld proberen we het vergeten eten nog wat leven in te wekken en besluit ik toch nog even mee te gaan eten, want ondanks dat ik me niet goed voel denk ik dat ik iets moet eten. Maar ik krijg bijna niks weg en ga snel naar bed. Dan blijk ik 39.6 graden koorts te hebben. En terwijl Ro, Alex en Marlene nog een uurtje doorpraten lig ik te zweten en beven in bed en als Ro komt is het al 39,8 graden. Die nacht wissel ik de koude rillingen met de brandende verhogingen af en ik ben blij als de morgen komt.

  

Woensdag 8 september wil ik naar het ziekenhuis voor een bloedtest om Malaria uit te sluiten (hoopte ik). Er blijkt een ziekenhuis in Livingstonia te zijn en die kant wilden we toch op, dus hobbelen we naar boven. De weg is steil en heeft haarscherpe bochten. En als je weet dat het Duitste man (met kindje en franse vrouw), dat we in Nkata Bay hebben ontmoet, hier naar beneden is gegaan en over de kop is geslagen, maakt dat de rit niet relaxter. Maar eerlijk is eerlijk: zijn remmen waren er ineens mee opgehouden en onze remmen zijn niet alleen uitstekend maar bij afdalingen hebben we die ook bijna niet nodig als we in de lage giering naar beneden gaan. Gelukkig hadden zijn vrouw en kindje niet in de auto gezeten en had hij wonderbaarlijk alleen zijn duim ernstig bezeerd, maar de auto was total loss en ze hebben 2 maanden hier doorgebracht om de auto weer rijdend te krijgen. Als we eindelijk bovenop de berg staan blijkt het lunchpauze te zijn. We gaan even koffie drinken in het koffiehuis. Ik voel me niet echt lekker, maar het gaat wel. Dan gaan we terug naar het ziekenhuisje en wachten we op de dokter. Ze prikken meteen mijn bloed en 10 minuten later komt de uitslag: malaria. Shit!!! We gaan terug naar de dokter en dan krijg ik de mildste pillen. Als dit niet werkt krijg ik een zwaardere dosis, maar omdat de muggen in Afrika resistent beginnen te worden willen ze mensen niet de zwaardere pillen geven. Ik vind het prima, want ik voel me toch niet zo slecht. Ik vraag of ik de pillen wel echt moet nemen of dat het niet vanzelf overgaat (het voelt als een griepje), maar hij verzekerd me dat ik “heel erg ziek ben”. Ik voel me niet zo slecht dus ik probeer nog een paar keer iets te zeggen, maar hij stopt elke zin en blijft zeggen “YOU ARE VERY SICK” dus ik verzeker hem dat ik de pillen zal nemen en hij lijkt blij. Ik begin maar meteen en slik er 4 door. Dan rijden we 5 km terug naar beneden naar Lukwe Eco Lodge / Camping. Als we het terrein oprijden zien we een Nederlandse auto. Het blijken Paul en Marja te zijn, het stel dat we in Johannesburg hebben ontmoet, maar we hadden hun auto nog nooit gezien. Ook blijkt Marleen (een Nederlandse backpacker) hier te zijn en het wordt een gezellig weerzien. Als het me allemaal zwart voor de ogen wordt ga ik maar een tijdje op bed liggen. Die avond komt de koorts terug en ik kom mijn bed niet meer uit, terwijl de rest gezellig de hele avond in de bar zit.

  

Donderdag 9 september bak ik om 7:00 uur in de tent een ei op mijn voorhoofd en ik moet eruit omdat het te heet wordt (koorts en zon). Ro maakt een bedje naast de auto en zet de luifel op zodat ik in de schaduw lig. Ik blijf hier de rest van de dag liggen wachten tot de koorts zakt terwijl Ro wat huishoudelijke klusjes doet en een boekje leest. Als we voor zonsondergang even op het terras met buitengewoon mooi en ver uitzicht over de bergen, het dal en Lake Malawi in de verte zitten, komen René en Raffi aanrijden. Met 3 Nederlandse nummerborden op een rijtje staan we de komende 2 nachten naast elkaar. Ik zit volledig opgekruld in mijn mummieslaapzak aan de tafel, maar kan eindelijk weer een beetje mee doen met de rest.

Vrijdag 10 september is de koorts nog steeds 39,5 graden. De lodge-eigenaar, een aardige Belg, zegt dat het verstandig is toch nog even naar het ziekenhuis te gaan, zeker omdat het de volgende dag zaterdag is. Marja en Paul rijden mee naar boven en na wat drinken en cake in het koffiehuis, blijkt het een feestdag te zijn en is het ziekenhuis eigenlijk dicht. Maar de aanwezige dokter belt de laborant en 10 minuutjes later is hij er en neemt hij vrollijk lachend en lang niet zo pijnlijk als die andere man op woensdag, mijn bloed af. Hij laat het hele proces zien en 10 minuutjes later kijken Ro en ik vrolijk door de microscoop omdat hij de malariaparasieten niet ziet. De lach verdwijnt 2 minuten later weer bij de dokter als we te horen krijgen dat malaria zich weleens in de lever ophoudt en dat je dan niks in het bloed ziet maar een paar dagen later weer malaria hebt. Even afwachten dus en gauw weer een test doen. We rijden terug en vanaf mijn bedje onder het luifel kan ik met iedereen communiceren, zonder me heel zielig en alleen te voelen. ‘s Middags gaat Ro met Paul en Marja naar de waterval die heel mooi was. Ze blijven een uurtje weg terwijl ik eenzaam achterblijf. Haha. Gelukkig duurt het maar een uurtje en heb ik de rest van de dag nog wat aanspraak.

Zaterdag 11 september rijden we de berg nog af. Maar eerst nemen we uitgebreid afscheid van Marja en Paul. Daarna lopen Alex, Marlene, Rene en Raffi naar de waterval, terwijl Ro mij met de auto brengt. Als we aankomen zijn ze er nog niet en besluiten wij eerst de afdaling naar de grot achter de waterval te maken, omdat dat volgens Ro zwaarder is en ook het mooiste. Met mijn slappe malariabenen voelt het nogal zwaar aan en ik voel het in elke spier die ik bezit. Maar het is ontzettend mooi en we krijgen er een lokaal jongetje genaamd Gordon bij die ons alles laat zien. Hij liep toevallig langs, sprak geen Engels, maar liep voor ons uit en wees hier en daar wat aan. Als dank hebben we hem een zak kauwgompjes gegeven, waar hij heel blij mee was. Daarna liepen we naar de andere waterval en daar waren de anderen al een tijdje. Nadat we vele foto’s hadden gemaakt, we even gewacht hebben terwijl de rest de grot had bekeken en we Raffi en Rene een lift achterop richting camping hadden gegeven, zijn we rustig aan de berg afgereden naar Chitimba Beach Campsite. We doen lekker rustig aan en kaarten een tijdje tot eindelijk Rene en Raffi de camping oprijden. Dan koken we samen en eten gezellig samen in de lounche op de comfortabele banken. Ik ga niet te laat naar bed want de koorts is dan wel weg, maar ik voel me nog wat zwakjes en moe.

 

Zondag 12 september willen Rene en Raffi naar Tanzania rijden, maar na een late start, een uitgebreid ontbijt en een wandeling over de craftmarkt zijn ze er nog steeds bij. Uiteindelijk rijden ze pas na 12 uur weg, terwijl ze tot voorbij Iringe wilden komen, wat absoluut niet haalbaar meer is. Wij kaarten en branden wat DVD’s zodat al onze foto’s weer veilig zijn en hopelijk met Alex’ ouders via Duitsland naar Nederland zullen gaan. ‘s Middags halen Marlene en Alex 6 zakjes friet op de markt die we ‘s avonds opnieuw opbakken. Deze frietjes kopen we zelden langs de kant van de weg, omdat het vet er uitdruipt en de olie waarin de aardappelen gefrituurd worden vast niet de schoonste is. Maar als we ze eerst een tijdje laten uitdruipen en dan opbakken zodat ze ook krokant worden, dan blijkt het erg lekker te zijn. Hopelijk hebben ze dit ook in Tanzania, want op de laatste dag erachter komen dat je iets al een maand gemist hebt is niet zo leuk. Maar deze avond hadden we in ieder geval heerlijke gebakken aardappelen met een salade.

Maandag 13 september rijden we rond 9 uur weg. We willen eerst nog langs een kliniek om bloed te laten prikken om te weten of ik nog malaria heb. Als de dokter ons naar het laboratorium brengt gaat hij een lang gesprek aan met de laborant en uiteindelijk verontschuldigd hij zich omdat de microscoop kapot is. Ze kunnen mijn bloed dus niet prikken en zonder gaatje in mijn vinger rijden we weer verder. We tanken voor de grens diesel voor onze laatste Kwacha’s en rijden de laatste meters van Malawi. Dan krijgen we een stempel in ons paspoort en een stempel in ons carnet en 10 minuten later ligt Malawi echt achter ons.

We hebben erg van Malawi genoten. Malawi is een erg mooi land en het meer is geweldig lekker om in te zwemmen. De mensen in Malawi zijn uitzonderlijk aardig en lachen veel. De mensen wonen in dezelfde simpele hutten als we hier veel zien, maar ze kleden het hier leuker aan. Veel hutjes hebben een veranda vol met potten met bloemen. Of ze hebben een hele bloementuin en zelfs poortjes vol bloemen. We hebben veel van het land gezien. We hebben op 7 verschillende plekken aan Lake Malawi gekampeerd. Elke plek was op zijn eigen manier mooi en bijzonder. Ook zijn we in een Nationaal Park geweest en 2x in de bergen. De eerste keer op de Zomba Plateau en de laatste keer in Livingstonia. Dit waren heerlijke plekken om te wandelen en de vergezichten waren uitzonderlijk. Ook hebben we een aantal bijzondere watervallen gezien. Het landschap van Malawi is iets wat me de hele dag geboeid kon houden. Voornamelijk in het zuiden kon ik me er uren over verbazen hoeveel verschillende tinten groen en bruin er zijn. In eerste opzicht lijkt het landschap misschien een beetje dor, zo tegen het einde van het droge seizoen, maar als je echt kijkt zie je alle kleurtinten: alle kleuren groen en bruin, maar ook geel, rood en oranje. De bergen in de verte lijken vaak paars of blauw en de lucht is altijd felblauw. Er zijn soms een paar bloemen die het geheel extra opvrolijken, maar ook zonder bloemen is het kleurrijk. En dan hebben we het niet over de gekleurde gewaden van alle vrouwen die overal lopen. Ja, we hebben genoten van Malawi.

We hebben in Malawi op slechts 12 verschillende plekken geslapen. We hebben 1.867 kilometer in Malawi gereden. In totaal hebben we nu 26.389 kilometer met de Landrover gereden en inclusief de huurauto’s hebben we bijna 31.000 kilometer gereden in 11 maanden.

Ik schrijf dit laatste stuk terwijl we al in Dar Es Salaam, Tanzania zijn, 6 dagen nadat we Malawi hebben verlaten. Ik heb ondertussen nogmaals een malariatest gedaan en ook uit deze bleek ik geen malaria meer te hebben. We houden het nog even in de gaten, want de koorts is pas opgehouden een dag na de laatste pil, waardoor het niet zeker is of de Malaria tijdelijk weg is of helemaal uit mijn systeem is. Maar met elke koortsvrije dag lijkt een goed teken.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)