Impi’s Adventures

Reisverhalen

Jordanie HCAW

“Humane Center for Animal Welfare”

Waarschuwing: halverwege deze pagina vertel ik over de koliek operaties bij paarden. Er staan foto’s bij van paarden waarvan de darmen en andere ingewanden er deels uit zijn gehaald om de obstakels in de darmen te verwijderen. Als je niet tegen zulke foto’s kan, adviseer ik om niet naar beneden te scrollen.

Zondag 17 april tot en met dinsdag 28 juni

Deel 2 (29 juni tot en met 18 augustus) begint halverwege de pagina

Op zondagochtend 17 april zouden we om 9 uur aanwezig zijn bij het Humane Center for Animal Welfare. Het was een half uur rijden vanaf ons hotel, maar om 8 uur waren we al klaar om te gaan. We hadden er zin in! Eenmaal aangekomen begonnen we meteen mee te helpen. Er is zo veel te doen. Ik had voor Myla de berg afwas weggewerkt en Ro had voor Saeed een aantal paardenstallen schoongemaakt. Het was al snel duidelijk dat waar ze echt dringend behoefte aan hadden, was meer hulp met de dagelijkse werkzaamheden. Er zijn hier een paar vrijwilligers die één keer in de week komen en dan vooral met de honden wandelen en met de dieren spelen. Maar dit helpt niet bij de gigantische werkdruk van het personeel. We besloten gelijk deze eerste dag dat we vooral de 2 Filipijnse vrouwen: Myla en Sheila, en de 4 mannen uit Bangladesh: Mansour, Shemoon, Saeed en Shafiek willen helpen. Zij verzetten ongelooflijk veel werk op een dag. Er is nog een vijfde man, Suhail, maar die is een paar maanden naar Bangladesh. Alle 7 werknemers mogen, op kosten van Margaret (de eigenaresse), 1x in de 2 jaar naar huis voor een paar maanden.

Myla

Myla is 36 jaar oud, getrouwd, heeft 3 kinderen in de Filipijnen van 12, 14 en 15 jaar en werkt hier al bijna 4 jaar. Myla werkt elke dag de gigantische stapel afwas weg. De meeste dieren krijgen 2x per dag te eten en na elke maaltijd worden de etensbakken schoongemaakt. Ook krijgen ze minstens 1x per dag een schone drinkbak. Er zijn honderden dieren, dus de aanloop van vuile bakken gaat constant door. Ook doet zij de was. Een groot deel van de dieren heeft een eigen hok met daarin een dekentje of handdoek. Deze worden elke dag gewassen. En zeker de Intensive Care kamers worden de dekens meerdere keren per dag ververst. Ook maakt zij het eten voor de dieren in de diverse Intensive Care kamers, de quarantaine, de grote puppy’s (tot 1 jaar) buiten, de kleine puppy’s en de 2 isolatiekamers. Aan het eind van de dag maakt ze samen met Sheila het gehele gebouw schoon. Ook is zij verantwoordelijk dat er altijd voldoende spullen, schoonmaakmiddelen en voedsel (voor dieren en mensen) aanwezig is. Daarnaast maakt ze (tot Suhail terug komt van vakantie eind mei) ’s ochtends samen met Sheila de Intensive Care (ICU) hokken schoon.

Sheila

Sheila is 39 jaar oud, heeft 2 kinderen van 11 en 18 jaar in de Filipijnen en werkt hier bijna 2 jaar. Haar echte naam is Asela, maar die mogen we niet gebruiken. Sheila begint de dag met het schoonmaken van de drie Intensive Care kamers (tot Suhail eind mei terug komt) en houdt dit de rest van de dag bij. Ook houdt ze de behandelkamer van de dierenarts de hele dag door schoon. Ze wast de dieren van de Intensive Care, indien nodig. Zij maakt het eten klaar voor de konijnen, cavia’s, hamsters, schildpadden, eenden, kippen, haan, pauwen en fazanten.

    

Myla                                                                      Sheela

Mansour

Mansour heeft een vrouw en 3 kinderen in Bangladesh. Mansour is tot eind mei verantwoordelijk voor de dieren die hier tijdelijk voor vakantie opvang zijn en de werkhonden die hier constant zijn als ze niet in Irak worden gebruikt om bommen te zoeken. Elke opvanghond heeft een groot hok, dat elke dag uitgewassen moet worden. Ook wast, kamt en scheert hij de honden en katten van mensen die hun huisdier speciaal daarvoor langs komen brengen. Hij is ook degene die het beste met de moeilijke, grote en sterke honden om kan gaan. Deze taken zijn eigenlijk van Suhail, dus vanaf eind mei is Mansour weer verantwoordelijk voor de ICU.

Saeed

Saeed is 28 jaar oud. Hij is verantwoordelijk voor de paarden, ezels, geiten en dergelijke. Maar ook de observatieruimte voor honden en katten bij de paardenoperatiekamer en de quarantaine behoren tot zijn werk, omdat deze in de stallen te vinden zijn. Elke dag maakt hij 15 grote stallen schoon en laat hij de dieren om en om in het weilandje rennen. Hij helpt ook bij sommige operaties. Daarnaast maakt hij de buitenhokken van de jonge honden schoon en is hij verantwoordelijk voor de tuin.

Shemoon

Shemoon is met zijn 22 jaar de jongste hier. Hij is verantwoordelijk voor alle honden van het centrum, oftewel alle dieren zonder eigenaar. Een aantal van deze honden heeft een eigen verblijf, soms wonen er 2 in één hok. En dan zijn er nog de 2 groepen honden die in grote buitenverblijven wonen. De meeste van deze honden gaan elke dag aan het eind van de middag, als de poorten gesloten zijn, op het terrein voor het gebouw spelen. Dit is het leukste moment van de dag en wij proberen Shemoon elke dag vanaf 16:00 uur tot meestal rond 17:00 uur te helpen met ballen gooien. Shemoon zorgt ervoor dat al deze honden elke dag te eten krijgen.

Shafiek

Shafiek’s leeftijd is staatsgeheim. Hij werkt al 7 jaar voor Margaret (sinds het oude centrum) en verteld al 7 jaar tegen iedereen dat hij 30 jaar oud is. Ik denk dat hij 7 jaar geleden al ouder was dan 30! Hij is heel goed in bouwen, onderhoud en dergelijke. Maar hij moet elke dag ook een aantal verblijven van de dieren schoonmaken, o.a. van de 2 arenden, van de grote Golden Eagle, het verblijf van de gier en het verblijf van het pauwenechtpaar, de fazant en haan schoon. Ook maakt hij de konijnenverblijven, binnen en buiten, schoon alsook de schilpaddenverblijven, de kittenkooi en de grote kattenkamer. Als laatste maakt hij de 2 isolatiekamers en één van de 2 grote hondenverblijven van Shemoon’s honden schoon. De rest van de dag doet hij klusjes en metselt hij nieuwe hondenverblijven.

Suhail

Suhail hebben wij pas eind mei leren kennen, toen hij terug kwam uit Bangladesh. In zijn 2 maanden thuis is hij getrouwd. Bij zijn vertrek 2 maanden eerder was hij er niet van op de hoogte dat hij zou gaan trouwen. Zijn vrouw was voor hem uitgezocht en hij had haar voor hun huwelijksdag nog nooit gezien. De reden dat hij een vrouw nodig had, is omdat zijn zus is getrouwd en nu voor haar schoonmoeder moet zorgen. Zijn broer studeert nog, dus moest hij trouwen, zodat er nu een meisje bij zijn moeder in huis woont om voor zijn moeder te zorgen. Suhail is 26 jaar oud. Zijn jonge bruid is 18 jaar. Vanaf zijn terugkomst is de druk van het werk een eind naar beneden gegaan bij iedereen. Suhail doet de honden in de vakantieopvang en het groomen van de honden en katten die hier door hun eigenaren worden gebracht.

1:2:3:4: 5:

  1. Shemoon en Saeed. 2. Shofiek, Mansour en Saeed. 3. Mansour en Saeed. 4. Shemoon. 5. Suhail.

Bovenstaande personen wonen in het centrum. De Filipijnse meisjes wonen midden in het gebouw, terwijl de jongens een eigen vrijstaand huisje naast de stallen hebben. We kunnen met allemaal heel goed opschieten. Myla is ondertussen een zeer goede vriendin voor mij, Sheila praat nogal veel, dus ik ken ondertussen haar complete levensverhaal al uit mijn hoofd en met de jongens kunnen we het ook goed vinden. Alleen Shafiek leeft een beetje in zijn eigen wereld en zegt heel weinig, maar als hij praat is hij erg aardig. Suhail is de enige die goed Engels spreekt van de jongens, dus vanaf het moment dat hij terug was werd het makkelijker om met ze te communiceren. De meisjes spreken wel goed Engels. Shemoon heeft hier Arabisch en Engels geleerd en hij is nog niet heel goed in Engels, maar hij blijft het proberen en is eigenlijk prima te begrijpen. Hij is de jongste en omdat hij nogal goedgelovig is, vinden Myla en ik het erg grappig om hem van alles wijs te maken. Hij gelooft alles wat we zeggen. Verder werken er hier nog meer mensen:

Dokter Osama

Osama werkt hier pas sinds maart 2011, maar heeft hier een paar jaar eerder ook al gewerkt. Hij is de verantwoordelijke dierenarts.

Dokter Abdullah Abed

Abdullah werkt hier ongeveer een jaar. In Jordanië is er niet echt een opleiding voor dierenarts, alleen voor veearts. Deze laatste heeft hij gevolgd en de geneeskunde voor wat betreft honden, katten en andere kleine dieren heeft hij op de werkplaats moeten leren.

Abou Alli

Abou Alli is de verpleger. Hij heeft 26 jaar lang met paarden en ezels gewerkt en weet eigenlijk net zo veel als een dokter. Bovendien is hij ook de hoefsmid en heeft hij vele mensen, zowel in Jordanië als in andere landen, opgeleid. Maar omdat hoefsmid een erg zwaar beroep is begint dit voor hem te pijnlijk in zijn slechte rug te worden. De naam Abou Alli betekent “vader van Alli”. Het is een eer voor mannen om zo genoemd te worden naar hun oudste zoon. Zijn echte naam is Masim, maar die gebruiken wij nooit.

Abed

Abed is de accountant. Hij is 22 jaar en wat hij de hele dag hier doet is ons na bijna 3 maanden nog steeds niet helemaal duidelijk. Uiteraard deboekhouding enhet maken van facturen. En hij valt in de bij de receptie als de receptioniste niet ophaar plek zit.

Ethar

Ethar is de receptioniste. We weten zeker dat ze een relatie met Abed heeft, maar ze hebben het nog nooit hardop gezegd.

Abou Firas

Abou Firas is de chauffeur. Hij haalt ´s ochtends al het personeel thuis op met een busje en brengt ze hiernaartoe. De rest van de dag doet hij inkopen, van 30 zakken hondenvoer tot 200 liter Dettol tot bezems. Maar ook haalt hij vlees bij een fabriek en een hotel op. Eén fabriek hier, die vooral kipnuggets, hamburgers, kipsnitzels enzovoorts enzovoorts maakt, krijgt vaak ladingen terug. Deze kunnen niet meer verkocht worden en dan mogen wij ze ophalen. Na zo´n lading, ongeveer 1x per 3 weken, hebben we niet genoeg aan onze 3 gigantische vriezers. Het hotel bewaard voor ons alle restanten rijst met kipgerechten in devriezer, die dan door Abou Firas worden opgehaald. Dat is ook een bus vol. En natuurlijk brengt hij medicijnen en geneeskundige instrumenten/apparatuur, indien nodig.

Margaret

Margaret is de eigenaresse. Zij heeft dit centrum 5 jaar geleden opgebouwd. Daarvoor had ze een ander, veel kleiner, centrum vlak bij haar 2e woning aan de Dode Zee. Margaret is tussen de 60 en 65 jaar oud. Ik denk dat het allemaal te veel voor haar is, maar ze heeft geen goede vervanging voor haarzelf.

1: 2:  3:  4: 

1. Margaret                 2. Dr. Osama             3. Dr. Abdullah Abed              4: Abu Firas

5:  6:  7: 

5.Abou Alli                                6. Abed                                   7. Ethar

Op maandag 18 april rijden we vanaf ons hotel naar de opvang. Deze dag verteld Margaret ons dat we een kamer kunnen krijgen in het centrum, waardoor we niet meer in het hotel hoeven te slapen. De kamer wordt gelijk leeggehaald en 2 bedden worden ergens vandaan getoverd. Aan het eind van de dag rijden we voor het laatst terug naar Madaba, waar we nog één keer genieten van een heerlijke maaltijd.

Dinsdag 19 april nemen we afscheid van Geries, de hoteleigenaar, en we beloven af en toe nog op bezoek te komen. We laden al onze spullen in de Landrover en rijden naar het centrum. Na een lange dag werken maken we de kamer enigszins klaar voor de nacht en het kost ons nog zeker een week voor het kamertje naar onze zin is ingericht. Op onze derde dag in de opvang vraagt Margaret mij haar te helpen met de vreselijke beslissing over leven en dood maken. Er worden namelijk dagelijks vele kittens binnengebracht en het herplaatsen van 1 kitten is al moeilijk. De kans op adoptie is zeer gering. De meeste kittens zijn ziek, te dun of gewoon niet mooi genoeg voor een nieuw huis. En hoe verschrikkelijk ook, we kunnen niet alles houden. Dus hadden we 27 kittens en 2 katten uitgezocht die even later zouden worden geëuthanaseerd. Niet echt leuk dus. Maar het scheelt ook heel veel werk, omdat al die moederloze kittens met de fles groot moeten worden gebracht en uiteraard moeten de verblijven schoongemaakt worden. Er waren na deze vreselijke taak nog steeds tientallen kittens, misschien wel 50. En de volgende dag kwamen er weer tien bij. In de drie maanden die hierop volgde hebben we deze beslissing vaker moeten nemen. Elke keer doet iemand anders het, zodat niet één persoon met deze taak belast is.

We beginnen ’s ochtends met werken tussen 8:00 en 9:00 uur en zijn tussen 18:00 en 19:00 uur meestal wel klaar. Maar soms is het al ver na 20:00 uur als we uitgeput op bed vallen en eigenlijk nog moeten koken. Gelukkig kookt Sheila soms voor ons of haalt Margaret eten voor iedereen. Ook neemt Margaret regelmatig lunch voor ons mee. En in onze eerste week heeft Margaret ons en de meisjes meegenomen uit eten in een leuk restaurant in Amman. In juni heeft haar echtgenoot het hele personeel meegenomen naar een luxe restaurant buiten Amman en ook zijn we een keer met Margaret en de meisjes naar een pizzeria geweest. We gaan 3 of 4 keer per maand naar het winkelcentrum om inkopen te doen. Het is een half uurtje rijden, dus daar hebben we eigenlijk nooit zin in. De diverse winkelcentra in Amman zijn belachelijk groot en luxe. We kunnen hier absoluut alles krijgen wat we nodig denken te hebben, helaas is alles tegen Nederlandse prijzen (of hoger).

Op vrijdag is onze vrije dag. Maar vaak werken we die dag toch een beetje of zelfs volledig. Onze tweede vrijdag heeft Margaret ons en Abed meegenomen naar een vriend van haar die een geweldige grote villa vlak bij de Dode Zee heeft, voor een lunch. Het was overweldigend: het eten, de hapjes, de drankjes, de hoeveelheid personeel, het zwembad, de tuin, het huis zelf, de bijgebouwen, de plantages enzovoorts. En de eigenaar woont hier maar 2 keer 2 weken per jaar!!! De rest van het jaar woont hij in zijn grotere villa in Spanje. Het personeel is hier wel het hele jaar om alles draaiende te houden. Deze lunch viel op dezelfde dag als het huwelijk van Prins William en Kate, dus die konden we nog even live een stukje meekijken. Als we geen hap meer kunnen zeggen komen er nog allemaal kleine taartjes en een gigantische schaal vol fruit. Het puilt uit van de druiven en behalve één handvol peperdure druiven in Malawi, hadden we geen druif meer gegeten de afgelopen 18 maanden. We proppen er dus een paar naar binnen. De taartjes zien er ook te verleidelijk uit en worden ook mee gepropt. We kunnen zo’n gelegenheid niet aan ons voorbij laten gaan.

Op een andere vrijdag heeft één van de dierenartsen, Abdullah, ons meegenomen naar Amman. Hij heeft ons de citadel laten zien en meegenomen naar de beste shoarmatent van Jordanië. Ook hebben we rondgelopen door zeer pittoreske straatjes, die we nooit hadden kunnen vinden zonder hem. We hebben in een extreem lange rij gestaan voor een Jordaans zoet gerecht dat ze in een klein tentje maken. Ze maken daar niks anders en volgens iedereen is dit de beste plek (was ook wel te zien aan de rij). Ik weet niet hoe het heet, maar het was een soort taartbodem met gesmolten witte kaas erop en inderdaad heel lekker (en een beetje raar). Het was een gezellig dag en leuk om Abdullah ook buiten werktijd mee te maken.

Op vrijdag 13 mei zijn we terug naar Madaba gereden om Geries te bezoeken. We lunchen bij hem in het restaurant, praten een hele tijd en dan verteld hij ons over een volledig gerestaureerd kerkje, dat per vandaag te bezoeken is en nu nog gratis is, maar over een paar weken een entree zal gaan heffen. We lopen erheen en dalen de trappen af. Onderin is een put waar heel diep in de grot een bron is ontdekt van zuiver water, die in de Romeinse tijd werd gebruikt, maar eeuwen dicht is geweest. De emmer valt een tijd voordat ie beneden is, waarna we het water omhoog kunnen halen. Ro is zo dapper om een slokje te nemen. Geries vertelde dat de eerste testresultaten binnen waren dat het water zeer schoon is, maar nog niet alle testresultaten waren binnen, maar Ro loopt nog steeds vrolijk rond. Het zal dus wel drinkbaar zijn.

  

Het grote merendeel van de tijd werken we. In het begin hadden we een schema. Ro helpt Mansour, Saeed en Shemoon ieder 2 dagen per week. Ik help Myla en Sheila ieder 2 dagen, Shafiek 1 dag en 1 dag Mansour en ik help met de operaties. Maar dat bleek al vrij snel niet handig te zijn. Zolang Suhail nog in Bangladesh was, hielp ik Sheila elke morgen met de ICU schoonmaken. Daarna hielp ik Myla met voeren. Verder doe ik elke dag zoveel mogelijk de was: wasmachine vullen, handdoeken/dekens ophangen en opvouwen. Soms help ik Myla met de afwas, maar aangezien ik dat niet zo leuk vind, doe ik het niet te vaak. Daarna hielp ik bij wie me maar nodig had. Ro probeert zich wel aan het schema te houden in de ochtend, zodat hij elke jongen 2x per week in de drukke ochtendprogramma helpt. Daarna helpt ook hij waar de hulp nodig is. In de wasruimte stapelen de kooien/bakken/kisten zich ook vaak snel op die schoongemaakt moeten worden. Ro offert zich vaak op door dit voor de jongens te doen. De dagen vliegen voorbij en vaak hebben we aan het eind van een 10 uur durende dag het gevoel nog niks gedaan te hebben. De hele dag zijn we in de weer, lopen en staan de hele dag, en nemen bijna geen pauzes. Niet omdat het niet kan, maar omdat we te veel te doen hebben.

We hebben ondertussen al behoorlijk wat operaties meegemaakt. De eerste keer dat ik hier geassisteerd hebt (ik heb in Nederland al een paar keer bij paardenoperaties geassisteerd) was bij de amputatie van het puntje van de staart van een kat, gelijk op onze derde dag. Diezelfde week hebben we samen geholpen bij de amputatie van het onderbeen van een geit. Dat is nog niet zo makkelijk, zeker niet met de vaak slechte kwaliteit operatiespullen hier, want je moet door het bot zagen. We hebben een operatiekamer voor huisdieren en een operatiekamer voor paarden met een speciale bank waar het paard in kan liggen, maar voor de tussenmaat zoals geiten en schapen, hebben we geen operatietafel. Deze operaties gebeuren dus op de grond. Geiten kun je geen algehele narcose geven en dus moeten wij samen met Saeed het dier vasthouden. Het been is plaatselijk verdoofd, maar dat betekent niet dat het niet gevoelig kan zijn. En als de dierenarts door een zenuw gaat en het dier het uitgilt, dan gaat dat door merg en been. Het enige wat we kunnen doen is het zo snel mogelijk afronden. Deze geit was een Syrische geit, die zeer lange oren hebben en erg groot en zwaar. Een baby Syrische geit kost hier zo’n 1000 Dinar (€1000), maar door haar grote gewicht was het maar de vraag of ze nog op kan lopen met maar 1 voorpoot, laat staan op kan staan na het slapen. Maar ze genas goed en het lukte haar binnen een dag, met behulp van de stalwand, om op te staan. Ook hebben we geholpen bij de amputatie van de uiers van een geit. Onze eerste paardenoperatie was op 12 mei en begon tegen middernacht. De betreffende merrie was van de koninklijke familie en het was een riskante koliekoperatie. Deze operaties worden uitgevoerd door een gespecialiseerde dierenarts van de universiteit van Amman: een zeer goede arts, maar een erg onvriendelijke man. Buiten de operaties kan hij wel aardig zijn, maar tijdens de operatie is hij erg gestrest, kortaf en kan hij nogal snauwen. Hij wilde Ro en mij niet in de operatiekamer hebben, we mochten het achter het glas bekijken, want het was niet steriel als wij in de operatiekamer stonden. Wij vonden het prima, maar de jongens waren het er niet mee eens. Zij waren in de operatiekamer om te assisteren en vonden dat wij het “in het echt” moesten zien. Wij protesteerden nogal, want de arts was niet bepaald aardig (we kenden hem net een paar uur), maar de jongens trokken ons mee. We kregen een eersterangs plekje ondanks het gezeur van de arts. Als Margaret en May (een Australische dierenarts die hier 2 weken heeft geholpen) later binnenkomen en zich volledig over de operatie buigen en veeeeel dichter bij zijn dan wij, durft de arts niks tegen Margaret te zeggen. De operatie verloopt goed en er worden 2 grote ballen uit haar darmen gehaald. Als ze weer netjes is dichtgenaaid en in de stal staat, blijven er 2 “bewakers” bij haar. Het paard blijft ruim 2 weken bij ons op stal staan en ze wordt tijdens die 2 weken constant door één of twee mannen vergezeld. De privé dierenarts van het koningshuis komt 2x per dag langs. De mannen die nu in de stal wonen beginnen wel een beetje op onze zenuwen te werken, aangezien ze de hele dag letterlijk op de grond van de gang in de stal liggen op een matras en niks doen. Ze maken niet eens haar stal schoon, maar blijven er nieuw zaagsel op gooien. Het had veel korter kunnen duren, maar hun dierenarts blijkt de wond met kraanwater schoon te spuiten elke dag, waardoor de wond is gaan ontsteken. Vervolgens gaven ze het centrum de schuld, want nogal een verantwoordelijkheid is, aangezien het paard € 600.000 waard is. Toen May toevallig zag dat ze het met kraanwater schoonmaakte, adviseerde ze de arts dat voortaan met de aanwezige gesteriliseerde waterflessen te doen. Gelukkig was het paard uiteindelijk toch in staat te reizen en vertrok het hele circus uit de stallen.

   

Na deze paardenoperatie hebben we nog 2 andere koliekoperaties meegemaakt, maar beide keren overleed het paard op de operatiebank. De eerste keer bleek de darm al gescheurd te zijn en konden ze niks meer voor hem doen. De andere keer was het paard al verdoofd en lag met de benen omhoog in de bank, toen de slang waarmee de verdoving gereguleerd moet worden een gat bleek te hebben. In alle macht is er gezocht naar een nieuwe slang, de arts heeft zelfs het koningshuis gesmeekt er één af te staan, maar het paard overleed voor we een slang konden vinden. Bij het post-mortum openen van de buik bleek de darm deels al te zijn afgestorven, omdat het in de knoop zat. Maar het paard had een kans gehad, als de slang niet lek was geweest.

  

Beide paarden op deze 4 foto’s zijn al dood.

Daarnaast hebben we bij diverse kleinere operaties voor geiten, schapen en honden meegeholpen. We hebben keizersneden gezien en een stuipligging van een lammetje dat er uiteindelijk dood is uitgehaald.

De kliniek voor paarden, ezels, geiten en schapen is gratis voor de eigenaren. Ze kunnen voor elk wissewasje langskomen, mochten ze dat willen. Dat betekent niet dat mensen hier geneigd zijn dat ook te doen. Het eerder genoemde schaap was al drie dagen bezig met de bevalling, voordat de eigenaar besloot langs te komen. Het lammetje was dus al lang dood. Of een ezel dat was aangereden door een auto en zijn been had gebroken, waarna de eigenaar 3 weken had gewacht voordat het langskwam, waardoor het bot al deels compleet zijwaarts was aangegroeid en wij niks meer voor het beestje konden doen. Als hij gelijk was gekomen, dan was het in het gips gegaan en had het een kans gehad. Bijna alle dieren in de gratis kliniek worden hier dagen, weken of maanden te laat gebracht. En als ze dan komen, dan komen ze vaak ook nog compleet buiten werktijd, bv ’s avonds om 23:00 uur, terwijl de verwonding al 10 dagen oud is. Vorige week, op vrijdag, de zondag van de Moslims, werd er om 22:00 uur een paard met koliek binnengebracht. Abou Alli, de verpleger, is vanuit Amman gekomen om naar het paard te kijken, dat volgens de eigenaar al sinds die ochtend koliek had. Abou Alli kon niks doen nu en verzocht de eigenaar de volgende ochtend terug te komen als de koliek niet over was. Ze kwamen niet terug. Tot zaterdagnacht 1:00 uur. Toen stonden ze voor de poort met hetzelfde paard, met dezelfde koliek, waarmee ze de hele dag hadden kunnen komen. Suhail kon het paard zelf behandelen, waardoor Abou Alli niet weer hoefde op en neer te rijden en hij kon het op zondag ochtend verder behandelen, aangezien het paard nu in onze stal verbleef.

Maar de behandeling van honden is niet veel beter in Jordanië. Veel mensen hebben een hekel aan honden en hebben er geen problemen mee een hond expres aan te rijden, stenen naar te gooien of gewoon een schop te verkopen. Puppy’s worden door kinderen over straat getrokken met een touw om de nek, gestenigd of doodgetrapt. Een vrouw kwam op een dag naar het centrum om te vertellen dat er een hond op de snelweg stond. Het was ruim een half uur geleden dat ze er langs was gereden. Ze bracht ons erheen en een hond lag inderdaad tegen de tussenwand van de 2 snelwegen. Wij zijn de snelweg overgestoken, hebben de hond opgetild en terug naar de auto gebracht. De hond was aangereden en bleek later een zeer gecompliceerde botbreuk te hebben, waardoor we haar moesten laten inslapen. Maar het ergste van alles was dat er aan haar kant van de snelweg, exact naast haar, 3 rijbanen van haar verwijderd, zo’n 20 mannen aan de berm aan het werken waren. De arme hond heeft daar waarschijnlijk uren in de zinderende hitte gelegen, met een pijnlijke verwonding, en niemand van hun heeft maar de moeite genomen iets te ondernemen. Ze keken ons aan alsof WIJ gek waren!

De verwondingen van de dieren die we hier zien, gaan van erg naar erger naar gruwelijk naar onvoorstelbaar. Kettingen die ooit om de hals van een puppy zijn gedaan en nooit meer een maatje groter zijn gezet, terwijl de hond wel een paar maatjes is gegroeid. Tientallen kogeltjes in de buik en borst van een werkhond die de schapen probeerde te verdedigen tegen een dief. Gigantische gaten in paarden die zijn aangevallen door een ander paard of groepen wilde honden. Groene hard opgedroogde verf dat een kleine kitten compleet bedekt. Verbrandingen die zo ernstig zijn dat het ezeltje dat hier al 3 jaar is nog steeds zijn huid constant openhaalt en bloed omdat er teveel huidweefsel was weggebrand om goed te genezen. En gelukkig went het nog niet, want bij elk extreem mager dier die hier binnen komt, blijf ik moeite houden mijn tranen weg te slikken. Dat je de ribben bij dieren vaak ziet, dat is nog niet zo erg. Maar dit gaat veel verder. Je ziet het hele skelet, paardenbenen die zo mager zijn dat je je niet kan voorstellen hoe het dier nog kan staan, ogen die zo ver zijn teruggevallen en zo´n zielige blik in hun ogen hebben dat je hart breekt.

Maar het meest gruwelijke dat ik tot nu toe gezien heb is een klein baby geitje. De bedoeïen man kwam net de stal binnen lopen toen ik vanaf de andere kant de stal in kwam. Hij had een dokter nodig, maar die waren bezig met een operatie. Hij trok het arme geitje aan zijn voorpoot door de stal en ik liep er gauw heen. De man tilde het geitje nogal onhandig op en liet me de lippen zien, de rillingen liepen over mijn rug. Er zaten allemaal blaasjes op. Ik pakte het geitje op en hield het op een fatsoenlijke manier vast. De man vond het nogal amusant dat ik het dier als een baby’tje vast hield en het geitje opeens niet meer zo hard tegenstribbelt, wat ik ook had gedaan als ik aan één poot de lucht in werd gehesen. Toen Abdullah, de dierenarts, een tijdje later tijd had en we het geitje op de behandeltafel zette en hij de mond opende, dacht ik dat ik ging overgeven. De tong en gehemelte zaten ook vol met ranzige blaasjes en het leek onmogelijk dat het dier nog kon eten of drinken. De diagnose was zo gesteld: mond en klauwzeer. Oh, zo ziet dat er dus uit. Abdullah begon het beestje inentingen te geven en gaf daarna een crème aan de eigenaar. Ik vroeg wat hij in hemelsnaam aan het doen was, want was het niet beter om deze geit en wellicht andere van zijn geiten af te maken, voordat zijn hele veestapel het krijgt? Ja, dat was beter, maar dat kon hij niet doen. De bedoeïen zouden het niet accepteren als we hun vee zouden doodmaken en ze begrijpen het concept van een ernstige besmettelijke ziekte niet. Als Abdullah het geitje in zou laten slapen, dan zou deze man en al zijn vrienden en familie nooit meer terug komen. Dus door hun onwetendheid is dit geitje hoogstwaarschijnlijk een pijnlijke dood tegemoet gegaan, met het risico dat de rest van haar geitenfamilie hetzelfde lot zou ondergaan. Bij het teruggeven van de geit probeerde we de man te leren het geitje op een fatsoenlijke manier te tillen, niet aan één poot. De man probeerde het echt en deed zijn best, maar veel verder dan 4 poten in zijn hand kwamen we niet. Dat hij met zijn andere hand de rug dan moest ondersteunen, dat was hem echt te vreemd. We gaven het maar op. Vier poten is nog steeds beter dan één!

We zijn over het algemeen niet zo bang dat we zelf ziektes oplopen. Bijna alle dierenziektes zijn niet overdraagbaar op mensen en degenen die dat wel zijn, zijn vaak heel simpel of klein. Zo had een kitten met een ringworm op zijn kin mij op een gegeven moment gebeten tijdens het opbrengen van de creme en natuurlijk kreeg ik een tijd later ook een ringworm. Een ringworm is geen worm, maar een schimmel, maar ik ben er nog niet uit of het dat beter of erger maakt. En na een week 3x per dag een crèmepje erop, was het ringetje weer verdwenen. Dierenartsen zijn bijvoorbeeld ook niet bang voor de naalden die ze gebruiken. In een ziekenhuis is het zeer ongebruikelijk om de beschermkap na het gebruiken van een naald weer terug op de naald te zetten, omdat als je coördinatie wat slechter is, je jezelf kan prikken. Maar met dieren maakt niemand zich daar heel druk om. Ook de buitenlandse dierenartsen hier doen dit. De enige ziekte waarvoor we moeten oppassen is rabiës, oftewel hondsdolheid, wat weer niet door bloed of een naald overgedragen kan worden. We passen altijd op bij agressieve honden, zeker als ze net binnen komen. Gelukkig zijn er zelden agressieve honden hier en is die enkeling makkelijk te vermijden. Zelfs de eerder genoemde werkhond die was neergeschoten werd tijdens de operatie van het verwijderen van de kogeltjes iets te vroeg wakker, het beestje moest in ongelooflijke pijn zijn, maar hij kwispelde naar me en liet toe dat we de laatste hechtingen toebrachten zonder ook maar te proberen te bijten. Zijn wonden moesten elke dag behandeld worden en hoe pijnlijk ook, hij bleef lief. En zo zijn de meeste honden hier. Maar voor ik te ver afdwaal, we hadden het over hondsdolheid. Op een dag kwam er bijvoorbeeld een hond binnen, met zijn eigenaar, vol schuim op de mond. Uiteraard was dit een behandeling waar ik niet bij betrokken wilde worden. Het beestje bleek wagenziek te zijn, haha. Rabiës komt heel zelden voor op het center of in Jordanië, maar we zijn wel voorzichtig. Op een dag liep ik de stal in en lag er een paard in een stal. Het beestje bewoog niet en de vliegen liepen over zijn geopende oog. Ik ging bij hem zitten en wapperde de vliegen weg. Af en toe aaide ik hem over zijn hoofd. Ik weet dat ik naar zijn tandvlees staarde, omdat dat zo bleek en uitgedroogd was. Als de artsen een tijdje later terugkomen gaan Margaret en ik de paardenoperatie klaarmaken voor een lezing. Dan komt de arts uit de universiteit (de niet zo aardige man) ons vertellen dat hij vermoedt dat het paard hondsdol is. Wat? Erg agressief leek het niet, hij kon amper bewegen, maar volgens de arts kwam dat omdat hij zijn hoofd zo hard gestoten had dat hij verlamd is. Margaret geloofde er helemaal niks van. En dit is dus het moment dat een mens gaat twijfelen aan zichzelf. Ik weet dat rabiës alleen verspreid kan worden door speeksel en dan moet dat speeksel door een wond in de huid van de ander gaan. Maar had ik de mond en tandvlees nou aangeraakt of niet? Ik wist het opeens niet meer. En zelfs nu, 2 maanden later, weet ik het echt niet. Ik zie het mezelf doen om te controleren of zijn mond niet te uitgedroogd is, maar ik zie het mezelf ook niet doen. Het is om gek van te worden. Daarnaast moet ik dan ook minstens een open schram hebben op de plek waar ik in contact met de mond zou zijn geweest. Ik heb wel wat schrammen van katten, maar of ik daarmee de mond had aangeraakt? Je twijfelt echt overal aan op zo’n moment. En ik weet wel heel zeker dat de mond heel droog was, dus hoeveel speeksel kon er zijn? De volgende ochtend, na een nacht zonder rust, is het paard dood. Het ministerie wordt gebeld en 4 mensen komen om het hoofd van het paard mee te nemen, zodat ze de hersenen kunnen onderzoeken. Helaas is dit een donderdag en op vrijdag werkt er niemand. Het was dus zaterdagochtend als we bericht terugkrijgen van het ministerie dat het paard inderdaad rabiës had. Margaret geloofde het pertinent niet en ze lijkt enige reden te hebben waarom de regering zou liegen (en geloof me, het zou niet het raarste zijn wat ze doen), maar ik snap het niet helemaal. Toch brengt de chauffeur die middag mij en 3 andere medewerkers (Saeed, Abou Alli en Margaret) naar het staatsziekenhuis voor een inenting. Dit moet binnen 3 dagen en we waren dus net op tijd. Het ziekenhuis was vies en druk en het duurde geruime tijd, maar dan heb je ook een zeer goed vaccin uit Frankrijk dat ook in Nederland wordt gebruikt. Dat was een opluchting. We krijgen alle vier een prik en rijden terug. Ik ben de enige die al volledig is ingeënt tegen rabiës en heb maar 2 vaccins nodig. De rest heeft er 5 nodig. Het 2e vaccin halen we 3 dagen later, maar alleen Saeed en ik zijn aanwezig. De andere 2 geloven het echt niet en terwijl Abou Alli de enige is die letterlijk zijn handen in de mond van het paard had gestopt en hem volledig had onderzocht, vindt ook hij het onzin. Maar niemand vindt het raar dat wij het wel willen. Alleen schijnt iedereen (en dan bedoel ik dus ALLE medewerkers) het erg grappig te vinden om mij de hele dag te vragen of ik ze alsjeblieft niet wil bijten..Aangekomen bij het ziekenhuis kunnen ze ons niet helpen en moeten we de volgende ochtend terug naar het Ministerie van Volksgezondheid, waar ze de vaccins nog wel hebben. We krijgen daar onze shots en rijden weer terug. En ik kan eindelijk weer fatsoenlijk slapen! En voor we allemaal paniekerige mailtjes uit Nederland krijgen dat het veel te gevaarlijk is om hier te werken, precies in dezelfde week lazen we dat er in Nederland iemand door een hondsdolle vleermuis was gebeten, dus Nederland is ook niet 100% veilig. Wat we hier wel van hebben geleerd is dat paarden ook hondsdol kunnen zijn. En door de ervaring zijn we sowieso een heel stuk voorzichtiger geworden, ook al waren we dat daarvoor ook al. Maar omdat Abou Alli nu nog steeds geen verschijnselen heeft, lijkt het inderdaad geen hondsdolheid geweest te zijn.

Het paard dat rabies zou hebben…

In Jordanië worden dieren niet goed behandeld. Het is ongelooflijk hoe zelfs opgeleide mensen er geen problemen mee hebben om een hond zonder reden te schoppen. Het merendeel van de bevolking is bang en vies van alle dieren. En dat terwijl Margaret ons heeft verteld dat er in de Koran staat dat je goed voor dieren moet zijn en dat één belangrijke “hoofdrolspeler” (vraag me alsjeblieft niet wie) in het boek zelfs een hond had waar hij erg aan gehecht was. De folders die we bij de receptie hebben staan, staan vol met citaten uit de Koran waarin staat dat je dieren respectvol en met liefde moet behandelen. Onnodig om te zeggen dat deze paragrafen, samen met anderen, volledig worden genegeerd. Eén van de dingen die we hier doen om bewustzijn te creëren bij de bevolking, is klassen uit te nodigen hier in de opvang. Meerdere keren per week komt er een klas, van kleuterklas tot middelbare school, en wordt uitgelegd hoe je met dieren om hoort te gaan. De kinderen zijn vaak erg enthousiast en willen alles zien. De leraressen zijn zeer bang voor alles wat op 4 benen loopt, houden de kinderen angstvallig weg van dieren en de vochtige desinfecterende tissues worden aan de lopende band aan iedere kind afgegeven dat een dier heeft aangeraakt. Maar de kinderen hebben het naar hun zin en als Margaret ze vraagt wat ze voortaan doen als ze een ander kind een ezeltje zien slaan om harder te lopen in de zinderende hitte of een puppy zien slaan, roepen ze altijd allemaal in koor dat ze er iets van gaan zeggen. Hopelijk heeft dit zin, ondanks dat het maar het topje van de ijsberg is. En anders was het een leuk uitje voor de kinderen.

We hebben ook met 2 events meegeholpen. Eerst was er het “Black Iris Festival” een paar kilometer hiervandaan en een week later hadden wij ons eigen “Party in Animal Kingdom” hier in de opvang. Op het Black Iris Festival hadden we een stand waar we informatie gaven over dieren, hun verzorging en onze opvang. Ik denk dat ik het zelf niet gedaan had, maar Margaret wilde veel dieren meenemen, dus waren we de hele dag in de weer met puppy’s, de Sint Bernard Goofy, de baby ezel Bentley, baby konijntjes, cavia’s, hamsters, schildpadden, baby eendjes en kittens. De kinderen konden kleurplaten inkleuren aan een tafel, kijken naar de eendjes in een zwembad, het ezeltje een fles melk geven of een puppy vasthouden. Iedereen vond het geweldig. Maar ik ben er gewoon niet zo’n voorstander van om dieren mee te nemen naar een event als dit, vol mensen en harde muziek. Ook al was de rit ernaartoe alles al bijna waard. Ro reed het busje en ik zat achterin met de Sint Bernard. Hij stak zijn gigantische hoofd door het raam naar buiten en zijn grote lippen vol slijm blubberde in de wind. De gezichten van de mensen die hem zagen als we langskwamen waren onbeschrijfbaar. Een agent kwam zelfs op de motor achter ons aan, alleen om hem nog een keer te kunnen zien en dan weer terug te rijden. Ro heeft hem de hele dag vastgehouden, zodat iedereen met hem op de foto kon. Als ik hem even vasthoudt als Ro naar de wc is, komt er een zeer dom blondje met een klein wit hondje op ons af. Ro had haar al eerder gewaarschuwd om die hond uit de buurt te houden, maar ze dacht dat het nu wel kon, nu Ro er niet was. Toen Goofy hun zag rende hij in één keer erheen. Het beest is gigantisch en ondanks dat hij pas 6 maanden oud was, veel te sterk voor mij. En dus kwam ik al skiënd voorbij onze stand, want ik probeerde nog steeds grip op hem te krijgen. Uiteindelijk had ik houvast onder de voeten en stonden we een meter voor haar stil. Ik trok Goofy met alle kracht die ik nog had terug en we liepen naar ons grasveldje. Op het moment dat ik me omdraai zie ik het blondje ongeveer 2 meter achter me staan, met het hondje. Als Goofy hun een halve seconde later ook ziet, is het te laat en daar gaan we weer. Deze keer kon ik hem niet stoppen en hij springt boven op het hondje en duwt daarbij het blondje om. Ze valt op haar hoofd en het bloed. Net goed! Het hondje had natuurlijk niks, want Goofy is gewoon een pupje, alleen veel sterker dan het gemiddelde pupje. Hij wil met alles en iedereen spelen. Ik trek Goofy er weer af en als we terug willen lopen, houdt het blondje ons tegen omdat zij en haar vriendinnen met Goofy op de foto willen. Ik zeg dat ik eerst terug wil naar de zijkant, want zo in het midden van het plein is niet zo handig met een grote hond die ik niet onder controle heb. Maar ze luisteren niet. Ze werken me compleet op de zenuwen en ik trek Goofy mee. Als Ro even later terugkomt ben ik blij dat ik Goofy weer los kan laten. Maar nog blijer ben ik dat niemand van onze vrienden mij voorbij had zien komen skiën, want erg charmant kan het niet geweest zijn. Maar voor Goofy was dit in ieder geval een geweldige dag. En een paar dagen later bleek dat onze stand van de vele aanwezige stands, was uitverkozen tot de meest populaire.

   

Ons eigen feestje, Party in Animal Kingdom, een week later, was een groot succes. Het was vooral gericht op kinderen en hun ouders. We hadden springkussens en een waterglijbaan, spelletjes als ballen gooien door gaten en hoepels, zenuwspiraal en dergelijke. Gezichtjes werden geschminkt. Er was een soort Bingo waar prijzen gewonnen konden worden. Ook hadden we een paar stands waar boeken, Dvd’s, beelden en kinderspeelgoed werd verkocht. We hadden een cafeetje waar we koffie, thee en limonade verkochten en zeer veel door vrijwilligers gebakken cakes, koekjes en taartjes. We hadden een kameel waar een ritje op gemaakt kon worden en er konden foto’s gemaakt worden met bezoekers en Bentley de babyezel of Goofy de Sint Bernard die op t-shirts of puzzels gedrukt werden. Ook liepen er jongens rond in kostuums van Goofy, Pino, Garfield en Bugs Bunny. En een populair radiostation was aanwezig om muziek te draaien en live op de radio verslag te doen. Dit alles was buiten. Binnen was de behandelkamer omgebouwd tot een kleine kinderboerderij en konden de kinderen in een cirkel zitten en mochten ze allerlei dieren aaien en vasthouden. Daarna kregen ze nog een rondleiding langs de dieren buiten. De toegangsprijs was € 2 voor kinderen en € 3 voor volwassenen. Wij vonden het een beetje raar, maar daarna moest je voor alles nog apart betalen. Om 2x van de waterglijbaan af te mogen, betaalde je € 1, om 3x een bal door een gat te mogen proberen te gooien € 0,50, om de zenuwspiraal te proberen € 0,50, om 10 minuten op het luchtkussen te springen € 1 enzovoorts. Voor sommige dingen vond ik het logisch, zoals de kamelenrit (€1). Maar ondanks dat sommige mensen klaagden dat ze overal voor moesten betalen, vonden de meesten het prima, omdat het tenslotte voor een goed doel was: de dierenopvang. De kinderboerderij met rondleiding was het populairste en er stond constant een lange rij, en de ouders gingen bijna altijd mee, terwijl die ook gewoon toegang moesten betalen (€2). Het duurste was uiteraard het maken van een foto en laten afdrukken op een t-shirt (€7,50) of puzzel (€5). Ro heeft weer de hele dag met Goofy gezeten. Voor de gelegenheid hadden we 2 foto’s laten afdrukken als een grote poster van 1,5 meter bij 2 meter. Als achtergrond bij Bentley het ezeltje hadden we een Jordaans graslandschap met bloemen met balen hooi om op te zitten ervoor. Voor Goofy hadden we een Zwitsers berglandschap vol sneeuw met een wit laken om de balen hooi ervoor. Ook hadden we een berghuisje met sneeuw gemaakt en de coniferen wit gemaakt. Het was erg leuk geworden. Helaas zijn er uiteindelijk maar zo’n 35 foto’s samen gemaakt, want de fotograaf was er niet en dat is toen overgenomen door de vrijwilligster die overal de hele dag foto’s moest maken, waardoor ze weinig aandacht aan de rest van het terrein kon geven. Maar misschien was het ook deels de prijs. We hadden geen machine om de foto gewoon op papier af te drukken terwijl ik denk dat dat veel populairder was geweest. Ik heb de hele dag bij de kameel gestaan. De eigenaar van dit “schip van de woestijn” had het beest vast, maar ik moest de tickets incasseren. En terwijl we vooraf dachten dat ik wel een heel makkelijk baantje had, bleek dit achteraf niet zo te zijn. De meeste volwassenen waren bang voor de kameel en durfde hun kinderen er niet op te tillen. Dus was ik de hele dag kinderen op de rug aan het tillen en er weer af. Sommige kinderen kregen duidelijk te veel te eten en wogen veel meer dan ik kan tillen. Maar de ouders keken alleen van een afstandje toe. Bij te kleine kinderen adviseerde ik de ouders om mee te rijden, maar ook dat durfde niet iedereen. Dus stapte ik maar weer samen met een wildvreemd kind op de kameel om voor de zoveelste keer het ritje te maken. De kameel kreeg er duidelijk genoeg van en wilde naar mate de uren verstreken niet meer gaan liggen. Ik durfde zelf het beest ook niet meer op, omdat hij steeds feller begon te weigeren. Uiteindelijk heb ik de poort dichtgegooid en een uur pauze ingelast. Daarna was hij wat minder geïrriteerd, maar alleen bij hoge uitzondering ging ik er nog op zitten. Als de ouders niet durfde, dan was dat dikke pech voor het kind. Buiten de poort stond een catering die frisdranken, hamburgers en hot dogs verkocht. Zij zouden 10% van de winst krijgen, maar helaas hadden alle vrijwilligers meer dan die 10% opgegeten, zodat we hun moesten betalen. Maar het was een succesvolle dag met een totale opbrengst van € 6.000, waarvan € 1.000 door één persoon was gedoneerd!

     

 

Nadat we de eerder genoemde hond van de snelweg hadden gered, werden Ro, May en ik uitgenodigd voor een dagje in een exclusieve club waar de vrouw lid van was. May is een dierenarts uit Australie, waar ze een grote praktijk managed. Ze is erg bekwaam, maar bovenal konden zij en ik het heel goed vinden. Ze heeft 2 weken in onze opvang vrijwillig meegeholpen en daarna kwam haar man langs, zodat ze nog een week Jordanie konden verkennen. Langer kon ze helaas geen vrij krijgen. Ro had geen zin om te gaan, dus gingen we gezellig samen. Margaret heeft ons gebracht en opgehaald, maar wilde niet mee. De kleedkamer was groot en luxe met een stoomkamer en sauna. Daarna was er een binnenzwembad met jaccuzi en buiten de grote mooie tuin met een gigantisch zwembad. We hebben onszelf op een ligstoel laten vallen en zijn daar de eerste uren niet vanaf gekomen. Onnodig om te vermelden dat we de volgende dag allebei amper konden bewegen omdat onze bovenbenen al lang geen zon hadden gezien en nu dus aan het verbranden waren. We hadden het helaas absoluut niet door. Onze persoonlijke ober was nogal geobsedeerd en bleef ons maar gratis verse vruchtendrankjes brengen. Ook wilde hij perse foto’s van ons maken, met onze eigen camera gelukkig, terwijl we in de zon lagen en later vond hij het beter als we gingen zwemmen. Het water was vrieskoud, maar voor de foto hebben we het volgehouden. Ook was hij later de eerste die kwam aanbieden foto’s van ons in de jaccuzi te maken. Maar we hebben een heerlijke relaxte dag vol lekker eten en drinken gehad, we hadden zelfs de sauna en de stoomkamer nog ieder anderhalve minuut uitgeprobeerd. En misschien was het wel extra lekker, omdat het een gewone zondag, dus werkdag was, waarvan we de hele middag gespijbeld hadden. En als totale verassing, ondanks mijn gesputter, staat May erop om voor al het eten te betalen.

   

Op een andere zondagmiddag heeft Katrin, een Zweeds expat uit Amman, ons opgehaald voor een middag zwemmen in haar club. We zijn iets eerder gestopt met werken, rond 16:00 uur en daarna via haar appartement om haar dochter op te halen naar de British Club gereden. Daar hebben we een tijdje gezwommen en gekletst. Op de terugweg hebben we haar man opgehaald en daarna shoarma. Bij haar thuis hebben we gegeten en daarna mocht ik in één van hun 5 (!!) badkamers douchen. De douche in de opvang is op zich niet slecht, maar de temperatuur is slecht te regelen en de kracht is niet zo sterk. Het gaat daar sneller om uit een emmer te douchen. Hier had ik een goddelijke douche, waar ik nooit meer onderuit wilde komen. Bovendien had Katrin me allemaal speciale shampootjes, conditioner en bodylotion gegeven. Tot de volgende ochtend zou ik lekker ruiken, om daarna weer naar hond of paard ruikend door het leven te moeten.

    

Op 9 juni zijn we met de staf uit eten geweest. De 5 jongens waren de dag daarvoor al gegaan, dus nu konden zij het Ford bewaken en de rest kon uit eten. Het was een zeer gezellig avond, op uitnodiging van Margaret’s echtgenoot Peter. Peter is een zeer vriendelijke lieve rustige man, enigszins het tegenovergestelde van zijn vrouw. De tafel werd vol gezet met allerlei Jordaanse gerechten, zoals humus. Het leek genoeg eten voor een weeshuis. Voor de grap vroeg Ro nog aan Abed of dit alleen het voorgerecht was, maar daar moest Abed ook om lachen. Nee, dit was meer dan voldoende. Als we ons compleet vol hebben gegeten en de schaaltjes allemaal nog half vol zijn, komt de ober langs om ons de keuze tussen de 2 hoofdgerechten, kip BBQ of kip/vlees BBQ, te geven. Shit, dat gaat niet meer passen. Maar ondanks mijn protesten dat ik geen hoofdgerecht meer wil, omdat ik vol zit, besteld Peter de kipversie voor mij. Ik heb één klein stukje op en Klaas de volgende dag de rest. Ze heeft er van genoten. Maar gelukkig was ik niet de enige die het niet op kreeg, want we hadden een zak vol vlees en ander lekkers voor de dieren mee terug genomen.

  

  

Als we bijna klaar zijn met eten verteld Margaret ons dat Peter ons zo naar de “Curry & Quiz” avond van Ahmed gaat brengen. We wisten dat het deze avond was, maar we waren zo moe dat we er stiekem onderuit hadden willen komen. Maar Peter wilde ons na het eten gelijk brengen en met een paar slappe excuses kwamen we nergens, dus namen we afscheid van iedereen en reed Peter ons door de stad. We kwamen uit bij een duur hotel, waar we lang in de lounge hebben gewacht, nog steeds stiekem hopend dat we verkeerd waren of dat ze ons zouden vergeten, maar uiteindelijk kwam Ahmed ons halen. We werden aan een tafel gezet waar drie Italiaanse personen zaten. Het was erg gezellig en we hebben gepraat tot de quiz begon. Voor hun was het ook de eerste keer. De eerste ronde was “Current Events” en als er nou iets is waar we niet zo heel veel vanaf weten, dan is het wat er momenteel in de wereld gebeurd. De laatste 2 maanden kijken we wel veel op nieuwswebsites over wat er in het Midden Oosten gebeurd, maar verder wisten we bv niet dat er een Eurovisie Songfestival was gehouden, laat staan wie er gewonnen had. Onze nieuwe Italiaanse teamgenoten waren ook niet echt op de hoogte, waardoor we maar 4 van de 10 vragen goed hadden. Niet zo’n hoopvolle start. Na de eerste ronde kwam een vriend van hun binnen en hij wist erg veel, waardoor we niet als laatste zijn geëindigd. We werden uiteindelijk 7e (van de 12), maar we hadden het idee dat een aantal tafels, waaronder de winnaar, alle vragen m.b.v. hun iPod op het internet aan het opzoeken waren. Maar het was gezellig. Als we de rekening voor de tafel krijgen aan het eind van de avond bleken de 2 biertjes van Ro ieder 3,50 Dinar (€3,50), exclusief 25% belasting en service, gekost te hebben, wat de duurste drankjes ooit gaan worden tijdens deze trip. Gelukkig had ik niks gedronken. Maar als we het geld op het schaaltje willen leggen, willen de Italianen daar niks van weten en betalen zij ons deel van de rekening ook. Heel erg lief, zeker omdat we ze pas een paar uur kenden. De opbrengst van de avond gaat elke maand weer naar onze opvang. Om mee te mogen doen betaald iedereen 1 Dinar en daarvan worden de prijzen gekocht (chocola voor de eerste 4 tafels). De rest gaat naar de opvang. Maar vaak worden er nog een paar leuke donaties gedaan. Deze avond was Ahmed zichtbaar verbaast over de opkomst: zo’n 80 mensen. Meestal is het niet over de 40 of 50. En de donaties waren ook gul. Onze vermoeidheid was in de loop van de avond compleet verdwenen en ondanks dat het ver na middernacht was toen we thuiskwamen, waren we blij dat we er bij waren geweest.

Dit eerste deel van ons verslag bij het Humane Center for Animal Welfare eindigt op dinsdag 28 juni. Dit heeft 2 redenen. De eerste is dat op 29 juni Saeed voor drie maanden naar Bangladesh is vertrokken en wij zijn werkzaamheden in de stallen over hebben genomen. Onze dagen zien er dus na deze datum anders uit. De andere reden is dat ik echt een einddatum nodig had, om dit verslag te kunnen schrijven. Ik heb de afgelopen 3 maanden zo weinig tijd gehad om dit verslag te schrijven, waardoor ik zo’n achterstand had, dat het onmogelijk leek dit verslag nog van de grond te krijgen. Ik ben eind juni pas begonnen met schrijven. En half juli is het eindelijk af en zijn de foto’s uitgezocht. Hierbij mijn excuses aan één ieder die te lang op ons verslag heeft moeten wachten. Ik begon al aardig wat ongeruste emailtjes te ontvangen, omdat iedereen dacht dat we van de aardbodem waren verdwenen. Maar alles gaat dus uitstekend met ons en we vermaken ons zeer goed.

Hieronder willen we nog een paar bijzondere honden aan iedereen voorstellen. Deze honden hebben een plekje in ons hart. Sommige zijn niet voor adoptie en zullen de rest van hun leven hier blijven wonen. Degenen die wel voor adoptie zijn, zouden wij stuk voor stuk zelf mee willen nemen. Helaas is dat niet mogelijk. Maar mocht iemand nog een geweldige hond zoeken, dan kunnen we deze zeker aanraden. En het is echt niet zo ingewikkeld om ze naar Nederland te laten vliegen….. Deze honden staan ook allemaal in ons fotoalbum “Jordanie HCAW happy animals” met een beschrijving per dier. We hebben ook een album aangemaakt, genaamd “Jordanie HCAW sick animals”, met daarin een aantal zielige gevallen. Ook is er het album “Jordanie HCAW building and cages”, waarin je een virtuele rondleiding in en om het gebouw krijgt. Klik op één van de 3 albumnamen om doorgelinkt te worden. En dan is er natuurlijk ook nog het “gewone” fotoalbum, horende bij dit verslag. Hier kun je op de normale manier via foto’s komen.

   

Bella, Ginger, Champs, Collie,

   

Goofy, Rufus, Spikey, Charlie,

   

Abjad, Woefie, Sandy en Berrie

Deel 2

Woensdag 29 juni t/m zondag 31 juli 2011

Nadat het vorige verslag geplaatst was, bedacht ik me dat ik helemaal niks over Klaas had verteld. Dus hierbij een update over Klaasje. Ze heeft het prima naar haar zin in het Humane Center for Animal Welfare. Ze ligt de hele dag in onze kamer of loopt buiten rond of door het gebouw. Na half 4, als alle poorten dicht zijn, kan ze overal komen waar ze wil. Helaas had ze na een paar maanden ontdekt dat rond die tijd de voerbakken voor de honden die loslopen aan de achterkant van het gebouw worden neergezet, en dus probeert ze die allemaal leeg te eten. Ook probeert ze elke ochtend Abjad, de hond in de rolstoel, te slim af te zijn, door zijn etensbak onder zijn neus leeg te eten. Vlak buiten onze kamerdeur is een deur naar buiten naar een afgesloten ruimte vol dierenverblijven, waar ze kan rondsnuffelen, eten kan zoeken en waar ze maar zin in had. In de loop van de maanden ging de temperatuur steeds verder omhoog tot richting de 40 graden elke dag van zonsopkomst tot ondergang. Het was dan te heet om buiten te zijn. Maar ook de kamer begon een sauna te worden, dus hadden we de hele dag een ventilator aan staan om haar koel te houden. In de maand juli hebben we Bella, de driepotige pointer hond, niet meer teruggebracht naar haar buitenverblijf, toen we haar voor de zoveelste keer in onze kamer aantroffen na het speeluurtje. Bella bleef bij ons en Klaas op de kamer wonen, zodat Klaas wat gezelschap had als wij aan het werk waren. Ook al zit Klaas niet echt te wachten op gezelschap, toch kunnen ze voor Klaasjes begrippen best goed met elkaar omgaan. En Bella was zo blij weer in een soort thuis te wonen. De eerste week durfde ze de kamer amper uit, omdat ze bang was niet meer terug te mogen keren.

En wat ik ook vergeten was te vertellen was dat Ro eind mei de lelijke knaloranje container geschilderd heeft. Hij heeft het hele ding in een koe met een heuse staart omgetoverd. Twee dagen heeft hij in de brandende zon gestaan, maar het resultaat was erg leuk.

Tegenover de opvang is een soort pretparkje met dierentuintje. De dieren schijnen hier heel slecht behandeld te worden. We kunnen vanaf onze opvang een zebra, kudu en ezel in één klein zandveldje zien lopen. Ook hebben ze minstens één leeuw en één tijger. De leeuw horen we vaak brullen, vooral rond zonsondergang. Het blijft het mooiste geluid ter wereld, maar elke keer breekt mijn hart, omdat ik weet hoe slecht hij verzorgd wordt en weinig / slecht eten hij krijgt. Ik had graag een keer gezien hoe hij erbij zit, maar wil deze mensen geen geld geven door entree te betalen. Helaas kan niemand deze dieren redden, omdat het volgens de wet niet verboden is.

Op 18 juni, dus vlak voor het begin van dit verslag zou ons visum voor Jordanië verlopen. Een paar dagen daarvoor waren we bij de immigratiedienst geweest en daar werd gezegd dat we 2 weken later terug moesten komen. Op woensdag 29 juni zijn we teruggegaan, nadat we afscheid van Saeed hadden genomen. Saeed gaat 3 maanden op vakantie naar zijn familie in Bangladesh. Na 7 jaar in Jordanië geweest te zijn, van zijn 21e tot zijn 28e levensjaar, zonder zijn familie gezien te hebben, waren we heel blij voor hem dat hij naar huis mag. Die ochtend was onze eerste dag verantwoordelijk voor Saeed’s werk, maar we moesten al snel naar de immigratiedienst. Daar aangekomen ging het eigenlijk vrij vlot en kregen we nogmaalsvoor 3 maanden een visum.

Op 10 juli is Ro naar de Customs gegaan met Abu Firas (de chauffeur) omdat het importbewijs voor onze auto bijna was verlopen en verlengd moest worden. Ro had half mei het bewijsje al met 2 extra maanden verlengd, nadat we bijna 2 maanden in het land waren. Maar deze keer vertelden ze Ro dat een Dieselauto maar 3 maanden in Jordanië mag blijven en daarna het land uit moet. Een benzineauto mag 8 maanden blijven. Maar we waren al 4 maanden in het land en de 2 maanden verlenging hadden ze gewoon afgegeven. Maar nee, verlengen kon niet en we moesten nu binnen 3 dagen het land uit met de auto. Maar de 2e chauffeur van de opvang, Graham, is een bedoeïen van een belangrijke stam en hij heeft overal “familie” dus ging hij met ons naar het hoofdkantoor van de douane in Amman. Hij kreeg ons binnen en iedereen wilde ons helpen, maar dat betekende uiteraard niet dat we niet van het kastje naar de muur werden gestuurd. Het was eigenlijk heel simpel: we moeten toestemming krijgen van de hoogste directeur van Customs in Jordanië. Helaas tekent deze man niks zonder dat de man direct onder hem het getekend heeft en die tekende niks zonder de man onder hem het had getekend enzovoorts. Uiteindelijk hadden we 10 handtekeningen van mensen die toestemming gaven dat we nog 3 maanden mochten blijven met onze auto. Maar nog niet van de hoogste baas. Daarvoor moesten we morgen terugkomen. We zijn teruggegaan naar het gebouw ernaast, waar Graham de meeste mensen kende, waar we in gesprek raakten met allemaal officieren die van alles wilden weten. We kregen thee, thee en even later nog meer thee. Graham was verdwenen en wij hebben 2 uur met handen en voeten gepraat. Toen Graham terug kwam leek het wel een goed idee om toch nog even te kijken of het nu al klaar was, zodat we morgen niet weer terug hoefden. We werden in een luxekantoor gezet, kregen de handtekening, dachten dat we klaar waren, maar er was nog één hogere man, dus ook daar nog even langs. Gezellig pratend met zijn assistent, die ondertussen ook aan het kletsen was met zijn vriendinnen op Facebook, nog een half uurtje gewacht en ja hoor, daar hadden we de toestemming. De volgende dag kon Ro met Graham naar een “gewoon” douanekantoor waar we met deze handtekening een nieuw importbewijs kregen tot half oktober. Helaas was dit wel een duur grapje, want voor dit bewijsje moesten we nu 130 Dinar (€ 130) betalen, i.p.v. de normale 20 Dinar. Maar ja, niks meer aan te doen. Beter dan het land direct verlaten. Gelijk ook maar de autoverzekering verlengd zodat we daar ook geen omkijken meer naar hebben.

Op donderdag 30 juni begonnen we echt met de werkzaamheden in de stal. Ik voelde me de hele dag erg slapjes en was geen grote hulp. We dachten dat het gewoon vermoeidheid was. Maar na de hele vrije vrijdag gerust te hadden, was het zaterdag alleen maar erger. Elke keer als ik opstond of snel bewoog zag ik zwart en sterretjes. Op zondag dacht ik dat ik flauw zou vallen bij elke beweging en begonnen mijn oren dicht te zitten, alsof je in een vliegtuig zit. Ik was zo slap dat ik maar op bed ben gaan liggen. Na een week me kopot verveeld te hebben, terwijl het alleen maar erger werd, heeft Margaret me naar de dokter gebracht. Ik bleek een te lage bloeddruk te hebben en kreeg pillen. Maar die hielpen niet zo snel als ik zou willen en het duurde nog zeker een week voor ik de hele dag kon werken zonder flauw te vallen.

.

In die 2 weken hadRo de stallen alleen gedaan. Gelukkig werd hij af en toe wel geholpen, anders was het echt te veel geweest. Hij begint om 7:30 uur met het voeren van de paarden. Rond 8:00 uur is hij klaar en gaat hij zelf ontbijten. Daarna gaat hij de 2 buitenverblijven van de honden schoonboenen (zelfs zo vroeg is het al over de 30 graden). Dan gaat hij uit alle 15 stallen zoveel mogelijk viezigheid halen en daarna maakt hij de zandpaddock waar 2 paarden en 4 ezels wonen schoon. Vervolgens moeten er gemiddeld 2 stallen volledig uitgemest worden, de wanden en vloer geschobt worden en nieuw zaagsel erin. De gangen moeten geveegd worden, de paarden, ezels en honden moeten constant water krijgen en alles moet schoon blijven. De paarden krijgen om 13:00 uur lunch en om 18:00 uur hun diner. Dit kost elke keer ongeveer twintig minuten. Ook heeft Abu Alli, de verpleger, vaak hulp nodig bij de behandeling van alle aanwezige dieren. En als Myla en Sheila in mijn ziekteperiode geen tijd hadden om te helpen, moest hij ook nog de quarantainehokken en observatiehokken voor de katten en honden schoonmaken en de hele dag bijhouden. En dit waren nog lang niet alle werkzaamheden van Saeed, want hij moet ook de grote tuin bijhouden, planten water geven, ramen wassen en dergelijke. Maar daar kwam Ro zelden aan toe. Toen ik eenmaal weer beter was begon ik de dag, een tijdje later dan Ro, namelijk rond 9:00 uur, met het schoonmaken van de quarantaine en observatiehokken. Daarna ging ik de paarden water geven. In plaats van 2 of 3 keer per dag de waterbakken compleet te vullen, vulde ik elke emmer elke 2 uur bij, zodat ze nooit zonder water zaten. Dat is veel te veel werk als je alleen bent, maar nu ging dat prima. Het schoonmaken van de zandpaddock buiten wisselden we af, want dat was gewoon geen leuk karwei en erg heet. Maar de vier ezeltjes daar zijn wel heel schattig en knabbelen ondertussen aan je oor of bijten in je arm. Daarna maakten we samen of met de hulp van Shemoon, een paar stallen volledig schoon. Rond 12:30 uur waren we dan klaar hiermee en gingen we lunchen. Om 13:00 uur ging Ro voeren, terwijl ik al het water weer bijvulde en de gangen veegde. Daarna maakte ik alle honden- en kattenhokken, indien noodzakelijk, weer schoon, terwijl Ro wat kleine klusjes in de stal deed. Om 16:00 uur waren we vaak wel klaar en gingen we relaxen tot voedertijd 18:00 uur. Maar hoe Saeed dit allemaal alleen kan doen??? Het is ons een raadsel.

Toen we net in de opvang werkten, hadden we vaak het idee dat Myla, Sheila, Shemoon, Saeed, Suhail, Shafiek en Mansour bijna hedendaagse slaven waren. Maandenlang probeerden we het in de juiste context te zien, maar eigenlijk is het niet veel beter dan slavernij. Ze zijn in principe uit eigen wil hier aan het werk, maar ze hebben weinig keus nu ze hier zijn. Ze mogen niet van werkgever wisselen, zonder toestemming van de huidige werkgever. Sheila heeft ooit gevraagd of ze weg mocht, omdat ze een goede (schoonmaak)baan bij de Amerikaanse Ambassade kon krijgen (betere uren, beter salaris), maar Margaret zei nee, en dan kan Sheila niks. Als ze weg gaat zonder toestemming van de werkgever wordt haar werkvergunning ingetrokken en moet ze naar huis vliegen op haar eigen kosten (wat ze niet kan betalen). Ze krijgen een salaris wat naar onze maatstaven gewoonweg veel te weinig is, US$ 350 (€ 250) per maand. Daar werken ze 7 dagen per week voor. De meisjes moeten ’s ochtends om 5 uur beginnen met het koken van het eten voor de dieren. Daarna doen ze hun eigen ding tot ze om 7:30 uur beginnen met werken. Ze werken dan non-stop door tot minstens 18:00 uur, maar vaak later. Ze hebben 1x per 2 weken een zondagmiddag vrij, nadat ze extra vroeg waren opgestaan, zodat ze bijna al hun werkzaamheden om 10:30 uur af hebben zodat ze van hun vrije middag kunnen genieten. Maar als Myla een zondagmiddag niet naar haar kerk wil, maar gewoon in haar kamer wil blijven en slapen, dan moet ze Margaret overhalen. Margaret wil dat ze die 2 middagen per maand naar buiten gaan, wat misschien wel goed is, maar Myla en Sheila zijn volwassen vrouwen (36 en 39) en mogen toch zelf wel bepalen wat ze met hun vrije middag doen? Ook de jongens hebben alleen één vrijdagmiddag per 2 weken vrij, maar gelukkig mogen zij zelf weten wat ze doen.

Maar het meest vervelende is dat Margaret een echte control freak is. Margaret kan zich voordoen als een leuke persoonlijkheid, maar dat is ze meestal niet. Ze staat vast onder heel veel stress en het is vast niet makkelijk zo’n plek te runnen, maar haar acties en uitspraken zijn zeer tegenstrijdig. Ze springt altijd van de hak op de tak als je met haar praat. Ze luistert absoluut niet naar mensen en alleen haar mening telt en is correct. Ze klaagt altijd over de Arabische mensen (vaak ook wel terecht) maar is compleet opgewonden als er weer een mishandeld dier binnenkomt. Ze lijkt dan wel een ramptoerist met haar camera die alles vast moet leggen. Ze kan daar dan weer dagen over praten met iedereen die het (meestal niet) wil horen. Uiterlijke schijn is voor haar heel belangrijk en als ze zulke dieren redt dan lijkt het haar niet eens om het dier te doen, maar om haar eigen status te verhogen. Als ze maar vaak genoeg kan vertellen wat ze allemaal doet voor de dieren van Jordanië en mensen maar vaak genoeg zeggen hoe geweldig zij is, dan is ze gelukkig. Ze is niet in staat om belangrijke dingen van onbelangrijke dingen te onderscheiden. Ze richt zich bijna altijd op zeer onbelangrijke details, terwijl de grote dingen nog niet geregeld zijn. Ik kan hier honderden voorbeelden van geven en elke keer ergeren Ro en ik ons weer groen en geel. Ze kan uren en uren per week bezig zijn met stickertjes plakken om onbelangrijke dingen te “versieren” terwijl er honderden belangrijkere dingen gedaan moeten worden. Dat alle personeelsleden klagen over het werk, ze stuk voor stuk tegen ons hebben verteld dat ze op zoek zijn naar ander werk en niemand blij is, daar steekt ze dan geen energie in.

Haar slechtste eigenschap is dat ze zo goed als elke dag tegen minstens één personeelslid schreeuwt. En dan echt volledig iemand de grond inboren of compleet vernederen waar collega’s of klanten bij zijn. Elke dag is wel één van de drie meisjes, Myla, Sheila of Ethar, aan het huilen. We hebben een paar scheldpartijen tussen haar en Abed, de accountant, meegemaakt. En het gaat echt niet over belangrijke dingen, maar over dingen die niet eens het vermelden waard zijn: schoenen die niet helemaal schoon zijn, Myla brengt de koffie niet snel genoeg, iemand had geen tijd om zich te scheren ’s ochtends en er is een beetje baardgroei te zien, een hond heeft geen water meer in zijn bakje wat ie net opgedronken heeft nadat het zojuist was bijgevuld, tijdens het schoonmaken is een dier verplaatst naar de kooi ernaast en kon ze het dier niet in 1 seconde terugvinden enzovoorts. Maar zelfs in hun eigen huis hebben de jongens geen privacy, want ondanks dat ze 24 uur per dag, 7 dagen per week klaar moeten staan en ook zo goed als constant werken, blijft ze zeuren dat hun huis niet schoon genoeg is. Niemand komt er, niemand heeft er last van, maar toch moet ze erover zeuren. Suhail had zijn haar compleet afgeschoren omdat dat een stuk koeler is en het staat hem heel goed. Maar zij begon meteen te gillen dat hij zoiets niet zonder haar toestemming had mogen doen en het nooit meer mocht doen, omdat hij er verschrikkelijk uitzag. Zij bepaald welke kleren ze dragen, zelfs in hun vrije uren. Ze domineert hun levens compleet.

Het knutselwerk voor de “Fairy Shop” voor het grote feest heeft al haar tijd gekost, de rest van het terrein negeerde ze.

En ondanks dat ze allemaal regelmatig klagen en zeggen dat ze, zodra hun contract afloopt, stoppen, zeggen ze ook dat ze het niet zo slecht hebben. Het salaris (€ 250 p.m.) is veel meer dan ze in hun eigen land ooit zouden verdienen, Margaret slaat ze nooit (wat veel andere werkgevers in Jordanië wel schijnen te doen) en ze neemt de meisjes elke donderdagavond mee naar haar huis om te eten of ze gaan uit eten en de jongens krijgen ook regelmatig afhaaleten of gaan soms uit eten. Andere Filipijnse/Bengali vrienden/familieleden van hun in Jordanië hebben het vaak veel slechter, dus in dat opzicht zijn ze heel blij met hun werk. Maar ik vind het vreselijk hoe ze vaak behandeld worden en kreeg er steeds meer moeite mee om het goed te praten.

Een ander groot probleem met Margaret is geld. Ze heeft het altijd over geldgebrek, dat de regering haar niet steunt, dat de mensen hier niks om dieren geven en dat al het geld uit het buitenland moet komen. Maar vervolgens geeft ze het geld aan totaal overbodige dingen uit. Ze wil alleen het beste van het beste in alles wat voor het publiek zichtbaar is. Wat achter de schermen gebeurd daar geeft ze geen geld aan uit, zoals een nieuwe wasmachine, wat Myla’s leven een stuk makkelijker zou maken. Of automatische waterbakken voor de paarden, wat Saeed’s leven een stuk makkelijker zou maken. Maar nee, het geld wordt aan totaal andere dingen uitgegeven. Heel veel moet elke dag met echte Dettol schoongemaakt worden, wat een vermogen kost. De laatste tijd wordt er meer met een nepmerk gedaan die in 5 literflessen worden aangeleverd, maar ook daarvan worden er meerdere per dag opgemaakt. En iedereen moet weten dat alles constant met Dettol wordt schoongemaakt, veel beter dan hoe mensen hier hun eigen huizen schoonmaken. En dat terwijl Chloor veel beter ziektes verwijderd, net zo slecht is voor de dieren als ze het per ongeluk oplikken, maar veel goedkoper is. Maar die geur vindt ze niet lekker en het klinkt natuurlijk niet zo goed als we chloor gebruikt ipv Dettol! Ook wordt alles schoongemaakt met Ajax allesreiniger met eucalyptus geur en geen enkel ander merk (of geur) komt de deur in. Dat ze een godsvermogen elke week uitgeeft aan al die flessen, dat geeft niet. Als iedereen de Eucalyptus maar ruikt. Ook hebben ze al jaren een rijdende kliniek, waar ze geen geld voor hebben om in te richten of mee te rijden. De (destijds) spiksplinternieuwe bus heeft vast heel veel gekost en staat nu jaren niks te doen. Maar iedereen ziet de rijdende kliniek wel voor de deur staan, zo niet dan wordt het wel verteld, dus dat is het belangrijkste. En in juli heeft ze voor 1.000 Dinar een paardentrailer gekocht die in een vreselijke slechte staat verkeerd. Volgens haar is het een aanwinst, maar het is een gevaarlijk gammel ding. Ze heeft gelijk nieuwe banden gekocht en 2 mannen zijn ingehuurd om een hele dag het ding te schilderen. Maar het heeft een rare indeling waar geen paard in lijkt te passen. En bovendien is er zelden de behoefte om een paard ergens op te halen, omdat iedereen de dieren zelf komt brengen. En er worden meer dan genoeg dieren gebracht, zonder ze ook nog zelf op te moeten halen. Maar een mooi geverfde trailer voor de deur is natuurlijk een goede reden om op te scheppen over alles wat ze doet. Als een straathond binnenkomt met een ernstige verwonding of gebroken en raar vergroeide poot, dan worden er vele foto’s gemaakt, vervolgens wordt het dier geopereerd, krijgt het dure medicijnen en een dure behandeling. Later heb je de “after” foto’s om te zien wat ze allemaal voor het dier gedaan heeft. Zelfs als ze vooraf weten dat het een beenamputatie gaat worden of het dier er altijd verminkt uit zal blijven zien, stoppen ze er toch heel veel geld in. Als het ver genoeg opgeknapt is gaat het dier in een verblijf waar dieren ter adoptie wonen. Vervolgens zit hij daar een paar maanden, maar moeten ze weer honden in laten slapen omdat er veel en veel te veel zijn dan worden deze altijd daarvoor uitgekozen omdat niemand zo’n hond wil. Maar dat wist je van te voren, dus waarom zoveel geld en tijd in een dier steken dat bijna zeker toch geen toekomst heeft. Alleen om te kunnen zeggen dat je zulke dieren hebt gered en er foto’s van hebt?

Ze verandert constant van mening en de meningen die ze over anderen heeft zijn niet van toepassing op haarzelf. Als de dierenarts aan Myla vraagt een puppy bij de rest te zetten, omdat hij denkt dat het wel gezond is en ze ziet dat, begint ze te schreeuwen tegen Myla hoe ze dat kan doen. Maar op een dag had ik 3 kooien met 4 puppy’s apart van elkaar. De kleinste zat alleen en krijste de hele dag. Maar de andere 3 hadden het zeer ernstige parvo virus, dus ze moesten apart blijven. Op onze vrije dag heeft ze de kooideuren opengezet zodat ze samen konden spelen en heeft ze ze ’s avonds in één hok opgesloten. Uiteraard werd het kleine schreeuwlelijkje nu ook ziek. De andere drie zijn doodgegaan, maar het kleine ding is na weken in een kooi te hebben gegild beter geworden. Als zij ze niet bij elkaar had gezet, was het beestje wellicht niet ziek geworden en kon het veel eerder buiten spelen met de rest. Nu zij het had gedaan mocht er niks over gezegd worden, het was tenslotte in het voordeel van het pupje, omdat ie zo zielig was die dag.

Ze klaagt altijd over de dierenwinkels die hier dieren verkopen in de etalage. En uiteraard is dat heel slecht zaak en zijn de puppy’s geboren in zeer slechte omstandigheden, waar hun moeders nog steeds leven. En de dieren die je in een dierenwinkel koopt, zijn vaak ziek. Maar de puppy’s die hier voor adoptie zijn, zijn ook vaak ziek en worden door de nieuwe eigenaren teruggebracht. Er is geen observatieperiode gescheiden van andere honden voor nieuwe puppy’s, dus we weten helemaal niet of ze iets hebben als ze naar de nieuwe eigenaar gaan. Toch blijft ze volhouden dat haar adoptiedieren altijd gezond zijn.

Zo ondertussen heb ik het idee dat ik alleen over Margaret aan het klagen ben, wat ook wel zo is. Maar ik denk dat het ook voor een groot deel komt omdat ik dit verslag schrijf op 31 juli, de dag dat ze ons eruit geschopt heeft. Het sloeg nergens op en ik ben nog steeds kwaad op haar, dus als ik te lang door ga over Margaret’s slechte kwaliteiten moeten jullie het me maar vergeven. Maar over de reden van ons “ontslag” later meer.

Uiteindelijk heeft Ro dus iets meer dan een maand in de stallen gewerkt en ik ruim 2 weken. Het werk was zwaar en de temperaturen hoog. We waren eigenlijk wel blij dat iedereen ons vertelde dat we ons visum na 18 september waarschijnlijk niet meer verlengd konden krijgen. We wilden uiterlijk begin september het land verlaten, zodat we, mochten we Syrië niet inkomen, nog Jordanië terug in konden en de boot van Israël naar Griekenland kunnen regelen. Maar ergens leek begin september ook ver weg. Enige voordeel was dat op 1 augustus de één maand durende Ramadan begint en dat de opvang dan een uur eerder sluit en er waarschijnlijk veel minder werk is. Daar keken we dan maar naar uit. De eerste vrijdag dat Saeed weg was bleef Margaret Ro maar lastig vallen dat hij op zijn vrije vrijdag ook maar in de stallen moest werken. Uiteindelijk heeft hij toegestemd de lunch aan de paarden te geven. De andere vrijdagen was ze chagrijnig dat we niet wilden werken, maar zei ze niks meer.

Het begon steeds duidelijker te worden dat ze ons niet meer echt wilde hebben. De eerste twee maanden nam ze nog bijna dagelijks lunch mee, maar dat hield vanaf de derde maand op. Ook gingen we uit eten en bracht ze ons de eerste twee maanden 1x per week afhaaleten. De laatste anderhalve maand kwam dat ook niet meer voor. Iedereen vond het belachelijk dat we niet eens eten kregen voor al ons werk en ons begon het ook te storen. Soms praatte ze dagen niet tegen ons, maar dat deed ze bij meer mensen en aangezien wij haar zo veel mogelijk ontweken, viel het vaak niet zo op. Wel nam ze mij mee naar een dokter toen ik ziek was en later is ze met Ro naar een tandarts geweest. En hielp ze ons met het verlengen van de visa en permit voor de auto. Dus soms leek het wel of ze ons wilde houden. Maar we trokken ons er nooit zoveel van aan en bleven de rest helpen.

Onze avonden brachten we door door één of twee films te kijken of een boek te lezen. Of gezellig met Myla en/of Sheila. Soms probeerde we Shemoon te leren hoe het internet werkt, maar hij (en de andere jongens) hebben niks met computers.

Een aantal avonden hadden we koliekoperaties, maar ook overdag kwamen er steeds meer koliekgevallen binnen. De meeste paarden overleden deze maand al direct nadat ze verdoofd waren. Door de extreme hitte en het weinige water in Jordanië, krijgen de meeste dieren te weinig water. Ze komen volledig gedehydreerd binnen, vaak al dagen in pijn door de koliek. Tegen de tijd dat ze worden gebracht zijn ze zo zwak dat ze bijna geen kans meer hebben om te overleven. Maar het is erg veel werk voor de jongens elke keer weer. Ze zijn toch gauw uren bezig en het overleden paard wordt toch altijd opengesneden om te kijken wat er mis was, zodat ze de volgende dag de operatiekamerweer schoon moeten maken.

Op een middag hebben we vrij genomen omdat Don en Jennifer (www.travelsick.nl) “eindelijk” in Amman waren. Jennifer had contact met ons opgenomen toen ze in Kenia waren, nadat ze over ons van andere overlanders hadden gehoord. Sindsdien e-mailden we regelmatig. We hadden genoeg verhalen uit te wisselen en na een rondleiding door de opvang, zijn we naar CityMall gegaan om te lunchen. Als we ’s avonds terug zijn in de opvang blijven we ook daar nog uren doorkletsen. Het was erg gezellig. We hopen ze straks in Nederland nog eens op te zoeken. Twee dagen na hun bezoek aan ons zijn ze door Syrië gereden en half augustus zullen ze weer thuis zijn.

In deze maand zijn er ook 2 dierenartsen bijgekomen. Sarah is in vaste dienst gekomen. De andere arts werkt op vrijwillige basis om wat ervaring op te doen. Maar hierdoor is de werkdruk wel een heel stuk minder geworden voor de dierenartsen Abdullah en Osama.

Op woensdag 27 juli had ik het gehad met de weinig waardering die we nog kregen. Het feit dat we alles zelf moesten betalen (voedsel, autopermit, kleding, schoenen) en alleen een heet kamertje zonder raam hadden, begon echt te irriteren. Maar ook het personeel dat overal, inclusief in de stal, hun sigarettenpeuken op de grond gooiden. Bentley, het babyezeltje, eet ze steeds op, wat heel slecht is. Bovendien ben ik hier niet aan het werk om achter de kont van de anderen op te ruimen. Soms negeerde ik de peuken, maar als ik Bentley weer bezig zag, dan veegde ik ze toch maar weg. Dit alles irriteerde me al aardig. Daarnaast gebruiken alle (mannelijke) personeelsleden de stallen als toevluchtsoord als ze hun zoveelste (lange) pauze nemen en daarbij uit de buurt van Margaret willen blijven. Wat betekent dat er dus vaak mensen in de stallen hangen die niks doen, terwijl wij hard aan het werk zijn. Dat irriteert ook. Op deze dag was ik 21 zware zakken in een kruiwagen aan het tillen om naar de container te brengen. En terwijl ik aan het klungelen was met de eerste 18 zakken, stonden Osama, Abed en de vrijwillige dierenarts op een paar meter afstand gezellig te roken en koffie te drinken, zonder één vinger uit te steken. Als ik zak 19 en 20 aan het inladen ben komt Margaret binnen. Osama en Abed gaan er vandoor. De ander vraagt mij dan of hij mij kan helpen met de laatste zak? Nou, nee dank je, nu is het te laat. Ik had het gehad, maar besloot het op te lossen door één van de frustratie, de sigarettenpeuken, proberen te stoppen door een grote asbak te maken en iedereen te laten weten dat ik niet van plan was achter ze op te ruimen en ze hun eigen peuken op moesten ruimen. De volgende dag lagen er weer peuken op de grond en ik had er echt geen zin meer in. Terwijl ik met Myla aan het praten was voelde ik me zo machteloos en kwaad, want ik ben hier niet om andermans troep op te ruimen. Myla heeft al jaren hetzelfde probleem, dus ze begreep me precies. Ik zei dat ik weg wilde en de tranen rolden over onze wangen, want Myla en ik zijn erg aan elkaar gehecht geraakt. Een paar anderen kwamen langs en Myla vertelde wat er was. Ze was opgelucht, want ze kon het vanuit mijn standpunt vertellen, terwijl ze het eigenlijk (ook) over zichzelf had. Als we weer rustig zijn, besluit ik het nog even aan te kijken. Ro en ik gaan weer aan het werk. Een tijdje later roept Margaret ons in haar kantoor en het eerste wat ze zegt is “ik hoorde dat je huilde en weg wilt, dus waarom ga je niet weg?”. Niet één keer heeft ze me naar de reden gevraagd waarom ik weg wilde en als ik iets probeerde te zeggen, luisterde ze niet. Ik probeerde te vertellen dat we geen hulp nodig hadden in de stal, maar dat iemand best even kan helpen als het erg zwaar is en ze in ieder geval hun eigen troep op kunnen ruimen. Ze zei steeds dat de mensen hier niet zo zijn en dat als ik zoiets van iemand hier niet kan verwachten. En als ik daar niet mee om kan gaan, dan ben ik geen goede vrijwilliger. Bij ons allebei kookte ons bloed, maar we konden het gesprek niet afmaken omdat Suhail binnen kwam om te vertellen dat er een paard was ingestort een paar honderd meter van de opvang. De eigenaar reed op dit paard, dat waarschijnlijk al zeker 24 uur geen water had gehad, in de zinderende hitte en het dier stortte gewoon in. Ik ging er met een paar jongens heen, terwijl Ro hielp met het aankoppelen van de trailer. Kon het ding eindelijk getest worden. Helaas bleken er 2 palen achterin de trailer te staan, die niet te verwijderen waren, waardoor je er geen liggend paard in kan krijgen. Het is dus echt een onding. We hebben het wagentje gehaald dat wordt gebruikt om dode paarden op te vervoeren, hebben het dier erop getrokken en naar de opvang geduwd. Het paard overleed die nacht, ook al was er bijna 10 liter vocht met een infuus ingegaan.

Na onze vrije dag zijn we op zaterdag 30 augustus weer gewoon aan het werk gegaan. Shemoon vertelde ons dat er op zondag een nieuwe medewerker zou komen, een Egyptenaar. Hij zou in de stallen gaan werken. Later bleek dat ze deze man op donderdagavond na ons gesprek had gebeld. Altijd zei ze dat ze onmogelijk aan personeel kon komen en moest iedereen zich een slag in de rondte werken en nu toverde ze hem zo uit haar hoed. We waren benieuwd.

Op zondag 31 augustus heb ik als altijd eerst de honden en kattenverblijven schoongemaakt. Vervolgens ging ik even bij Ro kijken of hij al hulp had. Nee, maar Margaret had Ro verteld dat de Egyptische man bang was voor paarden en honden en niet in de stallen of hondenverblijven kan komen. Nou, daar heb je lekker veel aan dan. Vervolgens had hij haar verteld dat we later in de ochtend naar de Syrische Ambassade zouden gaan. Ze had heel boos gekeken, waarschijnlijk een bewijs voor haar dat we weg zouden gaan, wat niet zo was, omdat we het nu aan moeten vragen in Nederland als we begin september weg moeten. En Rozei weer dat als zijn naam Saeed was geweest ze hem volledig had uitgescholden en uit haar vel was gesprongen. En terwijl ik de paarden water begin te geven komt Margaret naar mij toe. Ik gooi een restantje water uit een emmer weg, omdat ik niet weet wat erin zit en ze gaat gelijk tegen me tekeer dat ik dat moet bewaren voor de planten. Ik zeg dat dat prima is, maar dat ik niet genoeg emmers heb om ook nog water te bewaren. Ik heb al niet genoeg emmers om de paarden effectief water te kunnen geven. Ze gaat tegen me tekeer dat dat niet mijn probleem meer is, want nu is de Egyptische man er en hoef ik niet meer in de stallen te werken. Ik zeg dat Ro mijn hulp nodig heeft totdat de Egyptische jongen weet wat hij moet doen en niet meer bang is om ook daadwerkelijk iets te doen. Ze schreeuwt steeds harder, waar Mansour, de Egyptische man en Abu Alli bij zijn, dat ik uit de stal moet verdwijnen en mijn “oude” werkzaamheden wel kan gaan doen. Hoe harder zij schreeuwt (en dit is de eerste keer dat ze echt tegen me schreeuwt) hoe rustiger ik word en blijf herhalen dat zolang Ro mijn hulp nodig heeft, ik hem help. Dan vraag ik of dit haar manier is om ons te bedanken voor alles wat we hebben gedaan. Haar reactie is, of je het nou gelooft of niet: “Ik hoef jullie niet te bedanken, jullie moeten mij bedanken voor al het werk dat ik hier doe”. Vervolgens begint ze er weer over dat ik niet tegen de mentaliteit van de mensen hier kan. Ik constateer dat het dus niet is toegestaan om na 4 maanden vrolijk te zijn en altijd te lachen, één keer het een paar uur gehad te hebben, en dat je dan gelijk zo wordt behandeld. Zij reageert daarop dat dat inderdaad niet is toegestaan, omdat iedereen daar last van heeft. Wat ik toen, zeer sarcastisch en rustig, maar hard genoeg dat de anderen het ook hoorde zei, heeft haar waarschijnlijk furieus gemaakt. Ik zei dat zij hier gelukkig wel altijd als “little miss sunshine” rondliep, waardoor ze me dus snel naar de staldeur duwde, de deur opende en de deur achter me dichtsmeet. Ik liep naar de receptie en was even met Ethar aan het praten. Twee minuten later kwam ze binnen en sushte me weg. Ik zei dat ze mij niet zomaar kon sushen en daarop zei ze dat ik mijn spullen kon pakken en kon vertrekken. Prima, ik was echt al lang niks anders meer van plan. Ik vertelde Myla dat we eruit waren geschopt en ze rende huilend weg. Sinds donderdag praat Myla niet meer met me en huilde ze de hele dag tijdens het werk en erna. Elke keer als ik met haar wilde praten vroeg ze me haar alleen te laten, dus dat deed ik. Niet alleen bij mij, maar bij iedereen. Daarna hoorde ik haar tegen iedereen, inclusief mezelf, alleen maar zeggen dat ze hier was om te werken, niet om te praten. Ik had zo’n vermoeden dat Margaret haar had verboden met andere werknemers te praten. Sheila had dat ’s avonds deels bevestigd. Maar tijdens het inruimen van onze auto op deze zondagochtend, kwam Nadia, de vrouw die op de scholen workshops geeft over hoe om te gaan met dieren naar me toe. Ik had wel eens met haar gepraat, maar nooit heel serieus. Margaret had het nooit over haar en ik wist niet eens van haar bestaan af tot vorige maand, toen de zomervakantie begon. Nadia bevestigde dat Margaret Myla verboden heeft nog met mij of Ro te praten. Ze vertelde ook dat ze deze opvang samen met Margaret en Margaret’s ex-echtgenoot Peter heeft opgebouwd. Zij had de juiste papieren als Enviromental Engineer en de juiste ervaringen, Margaret had geen papieren en geen ervaring. Peter is degene die alle proposals maakt, papierwerk doet en ervoor zorgt dat alles loopt. Margaret werkt op de voorgrond. Ieder van hun 3 is voor 33 procent partner. Margaret heeft nog nooit tegen mij of iemand anders aan wie ik haar het verhaal heb horen vertellen, vertelt dat er iemand anders betrokken was bij de oprichting van de opvang. Ze zegt altijd over Peter dat hij hier niks doet, terwijl Nadia nu vertelde dat alles zou instorten zonder al het werk dat hij doet. Ongelooflijk dat ze gewoon doet voorkomen alsof zij alles doet. Al vier maanden klaagt ze dat ze geen goede vervangen voor haarzelf heeft, iemand die een deel van haar werk kan overnemen, terwijl ze sinds de oprichting 5 jaar geleden elk jaar meer en meer werk van haar partner Nadia afpakt. Sinds 2 jaar mag deze vrouw alleen de opleidingen in de scholen nog verzorgen. Vorige zomer had ze elke dag, ruim 2 maanden lang, minstens 3 groepen kinderen in de opvang, om ze alles te leren over hoe om te gaan met dieren. Dit jaar heeft Margaret zelfs dit van haar afgepakt, terwijl ze in de maand juli maar 5 klassen in totaal heeft gehad. Haar partner heeft nu de hele zomer bijna niks te doen. En al die tijd maar klagen dat er niemand is die de kinderen kan rondleiden en dat het allemaal weer op haar aankomt. Nadia was vorig jaar bevallen van haar eerste kindje terwijl ze pas 6,5 maanden zwanger was. Puur door de stress en het treiteren van Margaret, vertelde ze. Sindsdien doet ze alleen wat Margaret toestaat en bemoeit ze zich nergens meer mee. Ze denkt er ook over om er helemaal mee te stoppen. Mede omdat haar salaris zo laag is. Ik vraag haar of ze als partner niet zelf kan bepalen hoeveel ze verdiend. Ze vertelde mij dat Margaret haar de afgelopen vier jaar een loonsverhoging van 1 Dinar per jaar heeft gegeven, gewoon om haar weg te treiteren. En ja, ze kan zelf haar salaris verhogen, maar als ze dat doet gaat Margaret tegen iedereen vertellen dat Nadia hier alleen is om geld te verdienen terwijl Margaret zelf hier is om voor de dieren te zorgen. En daar heeft ze geen zin meer in. Ik vind het zo sneu voor haar, na alles wat ze gedaan heeft, ziet ze haar geliefde opvang veranderen in een schijnvertoning waar ze een grondige hekel aan heeft. Ik vond het jammer dat we geen tijd hadden om lang te praten, want ik had het gevoel eindelijk de waarheid te horen over deze plek, terwijl de afgelopen maanden alleen maar leugens zijn verteld. Ze vertelde ook dat er meerdere vrijwilligers als ons waren geweest in de afgelopen jaren en met iedereen was het zo afgelopen. Ze had het al eerder verwacht en ze vond dat we het verbazingwekkend lang hadden volgehouden.

We nemen uitgebreid afscheid van iedereen. De tranen vloeien hevig en zelfs de broer van Shemoon, die toevallig op bezoek is, verteld ons dat Shemoon hem alles heeft verteld en dat hij het erg jammer vindt dat we weggaan. Shemoon en Mansour hebben het er allebei moeilijk mee. Shofiek zegt dat we ons niks van haar aan moeten trekken en dat het personeel ons gaat missen. Van Suhail kunnen we geen echt afscheid nemen, want Margaret is in de buurt. Maar de blikken zeggen voldoende. Sheila had haar vrije middag en was in de kerk en Myla was te overstuur. We vertellen iedereen dat we later deze week een keer ’s avonds langskomen als Margaret weg is, om goed afscheid te nemen. Abdullah, Sarah, Osama en Abu Alli geven ons meteen hun telefoonnummers, zodat we altijd kunnen bellen als we iets nodig hebben of om nog iets af te spreken. Abed is in tranen en wil met ons mee. Hij heeft er zo geen zin meer in. Van Ethar kunnen we ook geen goed afscheid nemen, want Margaret blijft naast haar zitten. Als laatste nemen we snel en officieel afscheid van Margaret. Als we bij de auto zijn bedenk ik me dat we de koelkast vergeten zijn leeg te halen. Ik ren terug naar binnen en kom Abu Alli weer tegen. Ik zeg dat we nog zeker 2 weken in de stad zijn, dus we kunnen altijd nog iets afspreken. Hij vraagt waarom we dan niet 2 weken hier blijven en ik zeg dat Margaret dat echt niet gaat toestaan. Dan valt het kwartje pas bij hem en hij is erg aangeslagen. We nemen nogmaals afscheid en ik ga terug naar de auto. We hadden besloten naar Madaba te gaan om in ons favoriete hotelletje te slapen. Onderweg zijn we eigenlijk heel opgelucht om weer onderweg te zijn. Ook al is dit nog niet echt “onderweg zijn”, toch voelt het goed. We vinden het echt heel jammer hoe dit allemaal is afgelopen en hadden het graag anders afgerond, maar daar is niks meer aan te doen. Toen we donderdag eigenlijk al wilden gaan, zeiden we dat we nog een tijdje zouden blijven, zodat we het op een leuke manier konden afronden. Helaas is dat dus niet gelukt.

Eenmaal aangekomen bij het Queen Ayola hotel kwam er gelijk een welkomstcomité naar buiten. Altijd handig om een auto te hebben die meteen opvalt en iedereen herkent. We installeren ons in “onze” kamer, nummer 8, en terwijl Ro slaapt begin ik aan dit verslag. We eten in het restaurant beneden, lopen een rondje door de stad, doen boodschappen en de rest van de avond schrijf ik verder. Het is nu 1 uur ’s nachts en ik ben eindelijk klaar met typen. Het is een nogal lang verhaal geworden, volgens mij. Ik ben bang dat mijn boosheid dit verhaal wellicht een bepaalde richting op heeft gestuurd. Ik kijk over een paar dagen wel of ik het allemaal zo laat staan, maar ik denk het wel. Voor nu….. welterusten.

 

Maandag 1 augustus tot en met dinsdag 16 augustus

Ondertussen is het 10 augustus en ik heb het verslag nog maar eens doorgelezen. Een paar voorbeelden heb ik eruit gehaald, omdat het zelfs zonder de voorbeelden een lang verhaal is. Maar met het verhaal zelf ben ik het nog steeds eens. De afgelopen 10 dagen, vanaf zondagmiddag 31 juli tot nu, hebben we in het hotel in Madaba ons dood zitten vervelen. Op maandag hebben we de bevestiging van de visumdienst gehad dat de Syrische Ambassade in Brussel in principe nog wel visa afgeeft. Op dinsdagmiddag zijn we naar de DHL in Amman gegaan om onze paspoorten op te sturen. Door de Ramadan sluiten ze vroeg, we konden het niet zo snel vinden en uiteindelijk waren we er een half uur voor sluitingstijd. Na 15 minuten in een rij staan waren we aan de beurt. Bleek het postbus postcode dat we hadden niet in hun systeem te staan. Uiteraard stond onze laptop in onze hotelkamer een uur rijden hiervandaan. Er waren geen internetcafés in de buurt en als we er één zouden vinden dan is die waarschijnlijk gesloten. We hebben de auto overhoop gegooid en vonden gelukkig de oude envelop waarin onze paspoorten terug waren gekomen van de Visumdienst toen ze ons Ethiopië visum hadden geregeld. Daarop stond de straatnaam en postcode. Net voor sluitingstijd renden we terug naar binnen en konden de paspoorten naar Nederland gestuurd worden. Op donderdagmiddag werden ze bij het visumbureau afgeleverd. Op vrijdag kwamen ze aan bij de Ambassade in Brussel. Aan het eind van de middag kregen we via via te horen dat ze een werkgeversverklaring nodig hadden, waarschijnlijk om te bewijzen dat we geen journalisten zijn. Dat moest dus tot maandag wachten. Op maandagochtend hebben we, samen met onze oude werkgever, een brief opgesteld en op maandagmiddag is deze naar de visumdienst gegaan. De Syrische Ambassade zegt 10 dagen nodig te hebben om een visum in een paspoort te zetten, dus hopelijk zijn die 10 dagen op vrijdag ingegaan. Met een beetje geluk zijn de paspoorten maandag 15 augustus klaar, 16 augustus terug in Nederland en 18 augustus hier in Amman. En aangezien we weinig anders te doen hebben, bidden we maar dat dit gaat lukken. Haha.

    

Linkerfoto: Ayola Hotel Madaba. Rechterfoto: rechts is Geries, de eigenaar.

Op zaterdag 6 augustus hadden we afgesproken met Patricia. Patricia woont al sinds de jaren ’80 in Amman en komt elke zondagmiddag in de opvang helpen. We hadden rond 17:00 uur afgesproken in CityMall, omdat wij dat makkelijk kunnen vinden. We zijn wat eerder weggereden,zodat we een Landrover werkplaats konden bezoeken. Deze mensen leken echter niet zo veel verstand ervan te hebben. We hadden onderweg nog een andere gezien en daar zijn we ook nog even langsgereden. Deze mensen leken er wel verstand van te hebben en zij dachten net als Ro dat de reden dat de auto zo slecht remde de laatste paar duizend kilometer, de hoofdremcilinder was. Voor 120 euro konden we een nieuwe kopen en voor 20 euro zouden ze het erin zetten en voor 5 euro wordt het gevuld met olie. In Engeland kost zo’n ding 60 euro, maar in alle andere landen is het altijd duurder en wij vonden het wel goed. Zeker omdat ze direct de prijzen konden vertellen en professioneel leken. Op maandag is Ro teruggegaan en hebben ze de hoofdremcilinder vervangen voor het afgesproken bedrag, zonder moeilijk te doen. Dat komt niet vaak voor! Ze hadden ook nog een tweedehands stuurhuis voor 80 euro liggen, die ze er voor 20 euro in zouden zetten. Hiervoor is Ro op woensdag teruggegaan. Het stuurhuis hadden we in Zuid Afrika al vervangen voor een tweedehands exemplaar en dat was een lang, vervelende geschiedenis zonder positief einde. Hopelijk hebben we nu meer geluk.

Maar op zaterdag hebben we na ons eerste garagebezoek dus eerst een tijd in bakkerij “Paul” in de CityMall met Patricia gepraat. Ze wilde alles weten van onze ervaringen in de opvang. Dan nodigt ze ons uit om de avond in haar huis verder te vervolgen. Ro neemt de rekening voor zijn rekening en we mogen 18 dinar (€18) afrekenen voor 2 cappuccino, 1 milkshake en 2 gebakjes. Patricia wil er niks van weten dat wij betalen, maar wij staan erop. Dan rijden we achter haar aan naar haar huis midden in het centrum van Amman. Ze heeft een grote tuin en we hebben gezellig op het terras gezeten. Je kan je niet voorstellen dat je midden in zo’n grote stad zit. Na een uur komt haar man er ook bij en we blijven tot bijna middernacht zitten. Dan moeten we helaas echt gaan, want die arme Klaas moet ondertussen vast plassen.We rijden een uur terug, laten haar snel uit en gaan slapen. Het is wel heel fijn om in een land en stad te zijn waar je zonder problemen ’s nachts kan rijden en wandelen.

Op vrijdag 12 augustus krijgen we bericht van de visumdienst dat onze paspoorten terug zijn in Nederland MET visum. Ze zijn helaas pas om 17:45 uur in Nederland en DHL kan ze niet meer ophalen vóór het weekend. Dus pas op maandag worden ze opgehaald. We verwachtten dat ze dan op woensdag in Amman zijn. Onze dagen zijn ondertussen bijzonder saai. We kijken tv, lezen en internetten. Maar de dagen duren lang en we komen amper van de kamer af. We hebben het stadje Madaba ondertussen wel gezien en omdat het Ramadan is, is er sowieso niet zo veel open. De meeste restaurants zijn gedurende de dag gesloten, dus ergens op een terrasje zitten is er ook niet echt bij. Bovendien wil je niet dat iemand je ziet eten of drinken, want dat voelt een beetje gemeen tegenover al de moslims die aan het vasten zijn. En we kunnen niet verder rijden, want je moet bij politieposten je paspoort kunnen laten zien. Tussen Amman en Madaba is gelukkig geen politiepost, maar alle andere kanten op wel.

Op zondag 14 augustus zijn we naar Amman gereden om te kijken of ze daar de versnellingsbak na kunnen kijken, maar niemand lijkt geïnteresseerd te zijn. Het is natuurlijk veel werk en omdat iedereen hongerig en dorstig is (het is nog steeds Ramadan), lijken ze geen interesse in veel werk te hebben. Maar ze hebben een oude versnellingsbak liggen, die ze er in willen zetten voor 500 euro, wat we wel veel geld vinden voor een bak waarvan niemand weet of die goed is. Onze bak moet het dus nog maar volhouden tot Turkije. Zolang we maar niet stil komen te staan in Syrië…. Na de garage zijn we nog naar de CityMall gegaan, omdat we de laatste film van Harry Potter willen zien die hier op 13 augustus in première zou gaan. Helaas werd ons verteld dat deze film niet zou gaan draaien. Dus na wat boodschappen zijn we teruggegaan naar het hotel waar we ons weer verder konden gaan vervelen.

Eén dag na onze terugkeer in Madaba, op maandag 1 augustus, klopte Victor weer op onze kamerdeur. Victor is de Amerikaan die ongeveer gelijk met ons in Madaba was aangekomen 4 maanden geleden en als vrijwilliger bij de kerk les had gegeven. De weken vóór we bij de opvang gingen werken brachten we deels met hem door. Victor praat nogal veel en vooral over God, Jezus en aanverwante zaken, en het begon een beetje saai te worden. Hij had ons ook een keer opgezocht in de opvang, maar ergens in mei mailde hij ons dat hij in Turkije was. Voor zover wij wisten was hij daar nog steeds, maar toch stond hij gelijk op onze eerste ochtend terug in Madaba weer op de stoep. Hij had een heel verhaal over dat hij met een religieus reisgezelschap door Turkije, Bulgarije, Kosovo en Irak had gereisd. Als we hem moeten geloven, wat we eigenlijk nooit doen, hadden ze alle moslims onderweg omgetoverd in goede christenen. Ik vroeg hem, toen ik er eindelijk iets tussen kon krijgen, of dat geen problemen in de betreffende families ging opleveren, maar nee, als echte christenen waren ze nu toch beter af. Onnodig om te zeggen dat we het allemaal maar onzin vonden. Hij doet altijd hard zijn best om tranentrekkende verhalen te vertellen en ondanks dat ik snel gevoelig daarvoor ben, kon dit me allemaal amper boeien. Hij deed echt zijn best, maar ik kon hem hiermee niet helpen. De eerste paar dagen dat hij ons kwam halen voor lunch of diner gingen we nog met hem mee, maar naarmate de weken voortduurde verzonnen we steeds meer smoesjes. Het is een erg vermoeiende man. We geloven eigenlijk niet eens dat hij Jordanië uit is geweest…..

Op maandag worden onze paspoorten verstuurd en op woensdagochtend kunnen we ze ophalen in het DHL kantoor in Amman. We konden ze ook naar het hotel laten sturen, maar dat zou waarschijnlijk langer hebben geduurd en we komen er toch langs op weg naar Syrië.

Reisverslag 17 en 18 augustus

Woensdag 17 augustus is DE dag: we kunnen weer verder reizen. Onze paspoorten liggen klaar in Amman. We hebben geen haast, want we willen morgen pas Syrië in gaan rijden. We willen de nacht op het parkeerterrein in Jerash doorbrengen. Tegen 12 uur zijn al onze spullen netjes opgeruimd in de auto en nemen we uitgebreid afscheid van Geries, de eigenaar. Hopelijk niet voorgoed, maar hopelijk wel voorlopig. We mogen van Geries zelfs niet eens meer morgenavond terugkomen! Nu moeten we wel in Syrië toegelaten worden! We rijden Madaba uit en komen een uurtje later bij het DHL kantoor aan. Daar blijken onze paspoorten niet te zijn. Ze liggen in het hoofdkantoor, want je kan een pakket niet naar dit kantoor laten sturen. We zijn heel kwaad, want we hebben expliciet vooraf gevraagd of we onze paspoorten hier weer konden ophalen. Maar ze komen ons tegemoet door een koerier een andere route te laten rijden, zodat hij de paspoorten van het hoofdkantoor hiernaartoe kan halen. Het is druk in de stad, dus we moeten bijna een uur wachten, maar dan hebben we onze paspoorten MET de felbegeerde visa van Syrië. We rijden nog even langs de CityMall voor wat laatste inkopen en komen voor 17:00 uur aan in Jerash. We maken nog een wandeling met Klaas om alle Romeinse ruïnes waarvoor we geen entree hoeven te betalen, nogmaals te bezoeken, deze keer met Klaas. We hadden dit in april al bezocht toen papa hier nog was, maar een klein rondje is toch wel leuk. Ro maakt een aspergesoepje (uit een zakje) en dan gaan we in de daktent de laatste Harry Potter kijken die we dan maar op DVD hebben gekocht voor 1 dinar deze middag.

  

Donderdag 18 augustus staat Ro om 7:00 uur en ik om 7:30 uur op. Gelukkig zijn de nachten koel, zelfs koud genoeg voor een dekentje, in tegenstelling tot de hete dagen. Maar om 7 uur is het al tegen de 30 graden, dus dan kom je je tent vanzelf wel uit. We ruimen de auto weer in en rijdenom kwart over 8 richting grens. We hadden niet anders verwacht, het is tenslotte al onze vierde keer dat we het land verlaten, dat we binnen een half uur het land uit zijn. En we hoopten dat we niet over een paar uur met hangende pootjes terugkwamen. Wat gelukkig niet nodig was, want deze keer hebben we Jordanië echt verlaten!

Conclusie

We zijn van 19 maart tot en met 18 augustus in Jordanië geweest, precies 5 maanden dus. Onze mening over het land en haar mensen hebben we aardig bij moeten werken in deze maanden. De eerste maand, tijdens de rondreis, vonden we de mensen aardig en vriendelijk. Maar na 4 maanden werken met diezelfde mensen, is onze mening veranderd. Nadat we hebben gezien en gehoord dat de “echte” Jordaniërs geen interesse hebben in werk dat zich niet achter een bureau bevindt en we hebben gezien hoe het land wordt gemaakt door buitenlanders, is ons respect aardig verminderd. Ook de manier waarop ze dieren en vrouwen behandelen zegt volgens ons veel over hun persoonlijkheid. De manier waarop ze hun land verwoesten door het letterlijk in een vuilnisbelt te veranderen, verwacht je niet meer in een land dat zo modern lijkt te zijn. Iedereen gooit zijn troep gewoon op straat, uit de auto in de berm of waar ze ook maar staan. Respect voor dieren, de natuur en wetten kennen ze hier niet. En waarom zou je respect hebben voor de wet, als er niemand is die deze handhaaft? We hebben gelukkig ook een paar zeer respectvolle mensen gezien, veelal oudere personen, maar helaas niet voldoende om een positief gevoel aan het land over te houden. Persoonlijk zouden wij nooit in een Arabisch land willen/kunnen wonen. Maar voor een vakantie vinden we Jordanië wel een zeer geschikt land. Het land heeft zeer interessante hoogtepunten zoals Petra, Wadi Rum, de Dode Zee en Jerash.

We hebben 3.739,2 kilometer met Impi in Jordanië gereden. In totaal hebben we met Impi 46.494,4 kilometer gereden. Verder hebben we 2.278,7 km gereden met de truck en 4.500 kilometer met de huurauto’s in Zuid Afrika.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)