IMPI’s ADVENTURES
Tips
Na 22 maanden rondreizen hebben we een paar tips voor reizigers die in hun voorbereidingsfase zitten.
Tijd
Voor ons is het meest belangrijke van de hele reis en wat we zelf als meest prettig hebben ervaren dat we geen tijdsdruk hebben. We hebben geen datum waarop we terug willen zijn (in ons geval waren we lange tijd niet eens van plan terug te gaan) en dus hebben we ook geen deadline. Want ook al lijkt 1 of 2 jaar vooraf heel lang, bijna vanaf het begin van hun reis lijken medereizigers met een streefdatum om Nederland weer in te rijden daarop gefocust. Als je bv 18 maanden hebt om via West omlaag en Oost omhoog te gaan en je bent al een maand in Mali, dan denk je dat je toch echt door moet rijden, omdat je “nog” maar 15 maanden te gaan hebt en nog zo’n 24 landen in Afrika te zien, om nog maar te zwijgen van het Midden Oosten en Europa. Je moet vaker keuzes maken, omdat je niet weet wat je in de toekomst nog gaat tegenkomen en wilt zien. En er zijn altijd onvoorziene omstandigheden (auto kapot, onrustig in een land waar je door wilt waardoor je moet wachten, je krijgt een visa niet direct of niet meer aan de grens waardoor je terug moet, regels veranderen, enzovoorts) waardoor het langer duurt dan gepland. Eigenlijk is onze vaste leefregel: plan niks. Wij weten vaak echt niet wat we de volgende dag gaan doen. We hebben geen route vooraf bedacht en wisten vooraf niks over de landen waar we nog nooit eerder waren geweest. Als we besluiten richting een volgend land te gaan rijden, dan pakken we de Lonely Planet er maar eens bij om te kijken wat we daar allemaal kunnen gaan doen. We wisten vooraf niet eens welke landen we in zouden gaan. En daar hebben we nooit spijt van gehad. Voor ons is dit de beste manier van reizen.
Geld
Tja, reizen zonder deadline is uiteraard alleen mogelijk met voldoende financiële middelen. Wij hebben gemiddeld € 1000 per maand uitgegeven, exclusief de verscheping van Ghana naar Zuid Afrika a € 5.000. Je kan het zo duur of goedkoop maken als je zelf wilt. Wij bushcampen niet zo vaak, waardoor we veel campingkosten hebben. Hierop kun je dus best besparen. Onze auto rijdt voor een 4×4 niet onzuinig (1:7,5) wat weer scheelt op de dieselkosten. Wij hadden zo’n € 35.000 op onze spaarrekening toen we vertrokken, we hebben nu nog ongeveer € 10.000. We hebben de dure landen (Zuid Afrika, Zambia, Tanzania en Kenia) gehad en zouden dus nog makkelijk 10 maanden hiervan kunnen reizen.
Afrika is een veel duurder continent dan Zuid Amerika en Azië, dus houdt daar rekening mee!
Kleding
Je hebt heel snel te veel kleding mee. Ik heb nog steeds dingen bij die ik niet aan heb gehad. Ik heb één vest bij en één trui. De trui heb ik nog nooit aan gehad. Ik heb 2 truitjes met lange mouwen bij, waarvan één nog nooit aan gehad. Ik heb een stapel topjes bij, waarvan ik er zeker 3 nog nooit gedragen heb. Ik heb zo’n 5 korte rokken bij (allemaal vaak gedragen) en 2 lange rokken (1 amper gedragen). Mijn drie jurken heb ik ondertussen weg moeten gooien, omdat ze te kapot waren gegaan en ik heb dus maar één nieuwe gekocht. Ik heb 2 spijkerbroeken bij, maar één was eigenlijk wel voldoende geweest. Ro heeft 2 spijkerbroeken en één dunne lange broek bij die hij wel veel gebruikt. Zijn t-shirts gaan regelmatig kapot en worden weer aangevuld. Hij heeft 3 korte broeken, waarvan hij er 2 draagt. En twee shirts met lange mouwen en één vest. Verder hebben we veel te veel sokken bij, voor mij is 2 paar meer dan voldoende (ik draag zelden sokken hier), voor Ro hooguit 5 paar. Ook hebben we allebei één bikini/zwembroek, wat meer dan genoeg is, want je komt zelden een zwembad tegen. En we hebben allebei een regenjas, al is een poncho qua ruimte wellicht makkelijker. Al met al heb je echt niet zo veel kleren nodig. En kleren kun je overal (goedkoop) kopen, dus je kan altijd bijkopen.
Wij zouden niet zonder de volgende dingen kunnen:
– Onze hond: zonder Klaas zou de reis soms vast makkelijker zijn, maar het is wel erg leuk om met een hond te reizen. De paar nadelen wegen niet op tegen de vele voordelen.
– DucTape: je zal versteld staan hoeveel dingen je kan repareren met DucTape. Wij hadden drie rollen uit Nederland mee en die waren na 15 maanden op. In Kenia konden we makkelijk nieuwe kopen en we hebben er maar weer 3 ingeslagen.
– Secondelijm: je kan dat bijna overal kopen voor hooguit € 0,05 per stuk, maar die zijn vaak voor éénmalig gebruik, omdat ze zichzelf dichtplakken. In Kenia hebben we goede gekocht voor € 1.
– Slippers: van de 22 maanden onderweg, hebben we 22 maanden op teenslippers gelopen.
– Fotocamera: heeft geen uitleg nodig, neem ik aan.
– Laptop: als we pas de foto’s zouden kunnen uitzoeken als we terug in Nederland zijn, dan kan ik daar een paar maanden verlof voor opnemen. De laptop is waarschijnlijk het meest gebruikte item dat we bij hebben. Maar als we geen website zouden bijhouden, zou het gebruik van het ding natuurlijk wel een heel stuk minder zijn.
– Goede autostoelen: we hebben allebei een hele goede stoel in de auto van het merk Scheel (tweedehands voor een paar tientjes gekocht) en dat is toch wel heel prettig als je lange dagen achter elkaar moet rijden.
– Goed matras: we hebben zelf een matras gemaakt voor de daktent, die dikker en prettiger is dan de boxspring die we thuis hadden. De originele matrassen die bij een daktent horen zijn vaak niet prettig.
– Grote koelkast: we hebben een 60 liter Engel koelkast, wat heel groot lijkt, maar het ding is altijd vol. En als er ruimte is dan kunnen we er dingen die niet perse gekoeld hoeven te worden in kwijt. En onze koelkast kan op 5 standen gezet worden, waarbij stand 1 rond de 7 graden is en stand 5 is 18 graden onder nul. We gebruiken alleen stand 1 en 2. Veel koelkasten koelen tot bv 20 graden onder de luchttemperatuur, maar daar heb je heel weinig aan als het 45 graden in de auto is. En in de auto is het vaak warmer dan erbuiten, dus reizigers met zo’n koelkast hebben vaak geen koud biertje (als ze geluk hebben is ie lauw, maar meestal warm).
– Landkaarten: van sommige landen in West Afrika hadden we een kaart per land, maar Zuidelijk en Oost Afrika hadden we in één kaart. Dat ging eigenlijk prima. Wij rijden voornamelijk op kaart, bijna niet op GPS.
– Reisgidsen: we hadden vooraf de nieuwste Lonely Planets aangeschaft van West Afrika, Zuidelijk Afrika, Oost Afrika en heel Afrika. Hierin zitten van de steden altijd wel een duidelijk wegenkaartje. Maar de volgende keer zou ik voor de Bradtgidsen gaan die toch meer op overlanders zijn gericht en niet op backpackers. Maar als je geluk hebt dan kun je meestal wel een boek onderweg ruilen voor een reisgids van het volgende land.
– Emmer: we hebben in Ghana een emmer aangeschaft. De emmer is handig om olie/remvloeistof o.i.d. op te vangen als het uit de auto moet, maar ik gebruik het ook om de was in te doen (nadat ie weer is schoongemaakt). Na een paar maanden hebben we deze omgewisseld voor 2 kleinere emmers.
– Koffiezetapparaatje: we hebben een koffiezetter (in Ghana) gekocht die je zo op het vuur zet. Ro gebruikt het ding elke dag.
– Boeken: je kan op veel plekken boeken ruilen, maar je vindt niet altijd (leuke) Nederlandse boeken. Als je geen Engels boeken wilt lezen, dan kun je beter voldoende boeken meenemen. In Zuidelijk en Oost Afrika heeft vrijwel elke camping een ruil-bibliotheek(je) vol (in ieder geval) Engelse boeken.
Wat we niet meer mee zouden nemen
We hebben gedurende de afgelopen 15 maanden vaak dingen weggegooid / weggegeven die we toch niet gebruiken. En we hadden al niet zo veel meegenomen.
– Benzinelamp en benzinekooktoestel: we hadden een tweedehandsje, dus wellicht was ie al niet zo goed meer, maar de benzine in West Afrika was zo slecht dat ie het niet overleeft heeft. Met name het kooktoestel was minstens één keer per week kapot. De lamp deed het een stuk beter, maar nadat die in Tanzania was gestolen, hebben we besloten alle benzine eruit te doen en zijn we overgestapt op gas. Dat bevalt beter.
– Kleren: we hebben kleren weggegeven die we toch nooit dragen.
– Schoenen: 1 paar wandelschoenen en 1 paar flipflops is voldoende.
– Satelliettelefoon: als we vooraf hadden geweten dat we alleen in landen zouden komen waar we een Sim-kaart kunnen kopen en dan bijna overal bereik hebben, dan hadden we het ding niet aangeschaft.
Dingen die we meeslepen, zelden gebruiken, maar toch willen blijven meeslepen:
We hebben een aantal spullen mee die we niet veel gebruiken, maar voor die enkele keer dat we ze wel gebruiken, willen we ze houden. Voorbeelden hiervan zijn:
– Snorkel met bril: je kan ze overal ook wel huren, maar die zijn vaak lek, kapot of vies. En vaak is de huurprijs toch zo’n € 2,50 per dag. Ik heb één setje bij, Ro heeft er drie keer één gehuurd, de andere keren gebruikten we de mijne om en om, maar we hadden er beter twee mee kunnen nemen.
– Klamboe: we hebben geen klamboe in de daktent nodig, we slapen zelden in een kamer en als we daar slapen dan hebben ze meestal een klamboe (of geen muggen), maar heel soms is een klamboe wel handig. Als er veel vliegen, muggen of andere irritante beestjes zijn hangen we de klamboe wel eens aan een boom en gaan we eronder zitten.
– Verrekijkers: we hebben 2 goede grote verrekijkers bij (7×50) die veel ruimte innemen, maar we niet kunnen missen. Als je het leuk vindt om door wildparken te rijden en dieren te spotten, dan zou ik minstens één goede verrekijker aanraden. Maar als we samen op het dak van de auto naar een leeuw in de verte kijken, dan is het fijn dat je niet hoeft te vechten om de kijker.
– Medicijnen, medische (schoonmaak)middeltjes, crèmepjes (brandwonden)verband en dergelijke: we gebruiken het gelukkig zelden, maar het is wel fijn dat het er is als je het nodig hebt. Medicijnen en crèmepjes zijn trouwens vaak heel goedkoop in Afrika.
– De transportbox voor Klaas: als je een hond meeneemt en je kan zo’n box kwijt op (of in) je auto, dan zou ik adviseren er één uit Nederland mee te nemen. Zorg wel dat je de officiële maat voor je hond aanschaft. Onze maat box hadden we in Nederland tweedehands voor zo’n € 40 kunnen kopen, in Ghana kostte die € 200 (nieuw, tweedehands was er niet). Je weet nooit of je een land opeens over moet of wilt slaan, of gewoon met een hond niet inkomt (zoals de boot Sudan – Egypte en je naar de overkant wilt vliegen met de hond).
– Bergschoenen: we hebben allebei een paar bergschoenen bij die we alleen aandoen als het niet anders kan. Meestal is het veel te warm om die dingen aan te doen en zelfs als we door bergen wandelen proberen we dat op slippers te doen. Maar heel soms kan dat gewoon niet en moeten we dichte schoenen aan.
Dingen die we niet hebben en waar andere reizigers enthousiast over zijn:
– GPS met tracks4Africa: wij hebben een GPS met wereldkaart, waar alleen een paar hoofdwegen op staan. We gebruiken de GPS zelden, rijden voornamelijk met een kaart. Maar na 15 maanden reizen hebben we Tracks4Africa van andere reizigers gekregen en ik begrijp wel dat dit handig kan zijn. Maar het haalt ook een beetje het plezier van reizen weg, want normaal kijken we altijd goed rond als we een supermarkt, benzinestation of wat dan ook zoeken. Nu kon ik Ro zo vertellen dat er over 2,3km aan de linkerkant een Shell station is. Het is inderdaad makkelijker, maar voor ons absoluut niet noodzakelijk. Ondanks dat er reizigers zijn die helemaal zonder GPS rijden, vinden wij het ding op zich wel makkelijk om als we verdwaald zijn je te kunnen oriënteren m.b.v. de kaart waar je bent. Je ziet bv op de GPS dat er 20km links van je een snelweg loopt en 10km rechts van je een rivier en dat je ter hoogte van een meer bent dat 300km naar links ligt. Meestal kun je dan zo op de kaart zien waar je bent.
– Ventilatoren: wij hebben ze niet, de meeste reizigers wel. Soms denken we erover om ze alsnog aan te schaffen, maar eigenlijk zijn ze niet zo vaak nodig. Wij zijn ook helemaal gewend aan de warmte. Soms zou ik er één in de daktent willen, maar tijdens het rijden op het dashboard hebben we ze niet nodig. We zetten de ramen wel open.
– Tafel: veel overlanders hebben een tafel bij. Wij niet. We hadden er geen plek voor in de auto en missen het ook niet. Wel hebben wij een “keukenblad” aan de zijkant van de auto om op te koken en een uitklapbaar plankje op de achterdeur om dingen snel op te kunnen zetten. Maar beiden zijn niet geschikt om van te eten (veel te hoog), maar dat missen we dus niet.
– WC: sommige overlander, met name degenen met een vrachtwagen of camper, hebben een badkamertje met wc en soms ook douche. Wij hebben dit nooit gemist.
Wat we anders zouden doen
Een aantal dingen zouden we de volgende keer anders doen:
– We zouden het stroomgebeuren anders aanpakken: een grotere of meer zonnepanelen, eventueel nog een extra huishoudaccu en een systeem waarbij je de accu’s via een stopcontact op een camping kan bijladen.
– We zouden onze watertank op een andere manier willen bijvullen. Nu moeten we het gereedschap uit de auto halen om bij het vulgat te komen en dan lopen we met jerrycans heen en weer. We willen geen waterslang meeslepen, want die dingen nemen best veel plek in. Maar als het gereedschap er niet meer uit hoeft als we vullen, dan zou dat al veel schelen.