IMPI’s ADVENTURES
Reisverhalen
Bali (Indonesië)
Donderdag 4 juli gaat deze lange lange dag weer verder. Het is bijna 10 uur ’s ochtends als de ferry met onze bus erop Java verlaat en richting Bali vaart. We zijn dan al 9,5 uur wakker en onze benen zijn nog niet helemaal bijgekomen van de klim de vulkaan op en in. Tijdens de één uur durende overtocht sta ik met de Australische vrouw op het dek, terwijl Ro het zichzelf gemakkelijk heeft gemaakt. Als we aan de overkant zijn stappen we in en aangezien er naast ons drie, maar 3 anderen in de bus zitten, hebben we ruimte zat. We gooien de stoelen voor ons plat naar voren en onze eigen stoel ver naar achteren en kijken al luierend naar het landschap dat aan ons voorbij trekt. Bali is erg mooi. Overal, maar dan echt overal zien we tempels en oude muren, gebouwen en altaars. En rijstvelden! Zoveel mooie groene rijstvelden op verschillende hoogtes dankzij de terrassen. We proberen foto’s door het glas van de rijdende bus te maken (een andere keus hebben we niet), maar dat werkt natuurlijk niet zo goed.
Na een kleine 5 uur rijden (geen idee waarom het zo lang duurde, want zo groot is Bali nu ook weer niet) stopt de bus en wordt ons verteld dat we hier uit moeten stappen als we naar Kuta willen. We hadden betaald tot het busstation in Denpassar, maar ze geven nu aan dat we vanaf hier veel makkelijker naar Kuta kunnen. Als ik probeer door te vragen, zeggen ze eerst “taxi, taxi”, maar ik zeg “No taxi, bus” en ze zeggen “yes yes, bus”. We weten het niet zo zeker, maar we zien vele bussen en ze pushen ons alle drie om uit te stappen. Als we buiten zijn sjezen ze weg. We vragen of er bussen naar Kuta gaan, maar iedereen zegt van niet. Alleen per taxi is dat mogelijk. We balen behoorlijk en weten niet of ze in de bus gewoon geen zin hadden ons de stad in te brengen of dat ze oprecht dachten dat ze ons hier een plezier mee deden. We zullen maar van het tweede uitgaan. We kunnen wel met een minibus naar Denpassar, voor anderhalve euro per persoon, maar als we er al half inzitten besluiten we toch een taxi met z’n drieën te nemen. Dat kost nog geen 4 euro per persoon. De hele weg is bijna file en we doen er langer dan een uur over. Dan zet de taxichauffeur ons ergens in het centrum af en moeten we nog op zoek naar een hotel. Het is 17:00 uur geweest en we lopen een aardig eindje, maar vinden alle beschikbare kamers te duur. Na een uur zoeken vinden we 2 kamers aan een zwembad voor de helft van het geld van de andere hotels. We nemen de kamers en het is 18:00 uur geweest.
Ro en ik besluiten eerst te gaan eten, want anders vallen we in slaap en zijn we midden in de nacht weer wakker. Ongeveer het eerste restaurant stappen we binnen en we bestellen gelijk. We zijn best uitgehongerd na zo’n lange dag waarbij we amper iets gegeten hebben en het uiterste van onze benen (en longen) hebben gevraagd. Als we terug zijn in het hotel gaat Ro naar de kamer en praat ik nog even met de Australische. En voor we het weten zijn we alweer 2 uur in gesprek en “moeten” we echt gaan slapen. Ik loop terug naar onze kamer en Ro had ook net zijn bed opgezocht. Het is 21:00 uur en na een dag van 20,5 uur vallen we vrijwel direct in slaap.
Uitgegeven: RP 488.000 (€ 39)
Vrijdag 5 juli staan we om 8 uur op en we hebben deze 11 uur bijna non-stop geslapen. Na een douche en wat getreuzel willen we om 9 uur gaan ontbijten. Maar eerst nemen we afscheid van onze buurvrouw, want zij vertrekt nu naar het eiland Lembongan. Wij willen daar ook heen, maar eerst willen we rust. Na het ontbijt gaan we op zoek naar een huurauto, omdat we Bali zelf willen doorrijden, maar dit lijkt toch niet zo’n goed idee. Daarna lopen we naar het strand van Kuta, DE badplaats van Bali, maar wij vinden het tegenvallen. Misschien zijn we verwend, maar we hadden net zo goed Zandvoort op kunnen lopen. Na een korte strandwandeling met niet zo heel veel andere toeristen (die zijn hun roes nog aan het uitslapen) lopen we het centrum weer in. Bij een massagesalon stoppen we en ik neem een full body massage van een uur voor RP 55.000 (€ 4). Dit is een wat duurdere salon, maar dan heb je ook een echte massagetafel! En terwijl ik zeer kundig wordt gekneed, gaat Ro op zoek naar een pinautomaat en praat de rest van het uur vol met een man in de zon voor de salon. Helemaal herboren kom ik naar buiten en we lopen naar het hotel. De rest van de dag doen we niks anders dan lezen, internetten en eten. Als we ’s avonds in een barretje eten, gaat een man voor ons en de 2 andere gasten zingen. Hij is best goed en de 2 mannen zijn een klein beetje dronken en moedigen hem flink aan. Dan vragen ze wat ons lied is, zodat hij dat kan spelen, en we zeggen dat hij dat echt niet kent. Na wat aandringen van hun kant (zeker nadat we hebben gezegd dat het een Zuid Afrikaans lied is) zeggen we dat het “Impi” van Johnny Glegg is en ze beginnen gelijk te zingen en dansen. Het blijken 2 Zuid Afrikanen te zijn die tussen de Zulu’s zijn opgegroeid (Impi is deels in Zulu gezongen) en uiteraard is dit het begin van een goed gesprek. Als dan ook nog blijkt dat ze in Perth (Australië) wonen en wij vandaag op zoek waren naar hotels daar voor als we 1 augustus aankomen (echt belachelijk duur allemaal), dringen ze aan dat ze voldoende ruimte hebben om ons één of twee nachten onderdak te bieden. Nou maar hopen dat ze niet te dronken zijn om dat weer te vergeten!
Uitgegeven: RP 466.000 (€ 37)
Zaterdag 6 juli is Mark jarig, dus we beginnen de dag met felicitaties naar Nederland te sturen. Niet dat iemand dat merkt, want in Nederland snurkt iedereen voorlopig nog even verder. Daarna doen we eigenlijk niet veel bijzonders. Ik neem nog een massage, waarbij een vrouw mijn “Deep Tissue” onderhanden neemt en zich daarbij een uur alleen op mijn rug richt, waardoor ik daarna in eerste instantie eerder meer dan minder pijn in mijn rug heb. Maar dat wordt vanzelf beter. En we lunchen en dineren weer heerlijk. Eten is heel erg prettig in Kuta, want er zijn zoveel restaurants en normaal in Azië is de keus van Westerse gerechten beperkt tot spaghetti, hamburger en/of friet met soms de optie van een pizza. Maar hier, in een plaats waar meer blanken dan Aziaten lijken te zijn, hebben ze alles waar we maar zin in kunnen hebben. En als je € 5 voor een maaltijd moet uitgeven, dan heb je waarschijnlijk het duurste van de kaart genomen.
En uiteraard skypen we nog een tijdje met Mark en Angelique, om de felicitaties ook persoonlijk te kunnen uiten.
Uitgegeven: RP 600.000 (€ 47)
Zondag 7 juli zijn we voldoende uitgerust om weer eens iets te ondernemen. Na het ontbijt huren we een scooter (RP 75.000, € 6 inclusief verzekering) en gaan we op weg. We willen naar de beroemde tempel Pura Tana Lot en ondertussen zoveel mogelijk van het landschap van Bali zien. We verdwalen al snel, maar zolang we ongeveer de goede kant op gaan is het goed. Na een mooie rit van 2 uur komen we bij de tempel aan. De tempel staat bij vloed op een eilandje, maar nu is het eb en kunnen we er heen lopen. Vóór de trap omhoog worden we eerst gezegend door mannen, we denken Brahmanen (Hindoeïstische Priesters), door nadat we ons gezicht hebben gewassen, besprenkeld te worden met water en daarna een dot rijst op ons voorhoofd geplakt te krijgen en een bloem achter ons oor.
Daarna mogen we de trap op. Helaas mogen we de trap maar een klein stukje op, want daarna staat er een hek met verboden toegang. De tempel zelf kunnen we dus alleen vanaf het strand zien. We lopen een eind over het strand en daarna weer terug. In een grot staan een paar mensen en als we erbij willen staan, moeten we eerst een donatie doen. We weten niet waarvoor, maar Ro geeft de man RP 4.000 (€0,30) en dat lijkt prima. Er blijkt een oude man met 2 slangen te zitten. We maken een paar foto’s, voornamelijk van de man en lopen weer verder.
We vermoeden dat het beter zou zijn om te wachten tot zonsondergang en het weer vloed is, maar dat duurt nog uren en we willen weer verder rondrijden. Dus we scooteren weer verder. We rijden door kleine weggetjes en tussen de rijstvelden.
Op een gegeven moment draaien we om en proberen we dezelfde weg terug te rijden. Dat lukt gelukkig. Als we weer in de bewoonde wereld zijn zegt Ro dat hij wel wat zou kunnen eten. Het is tenslotte 17:00 uur geweest. En terwijl ik zeg dat ik ook wel honger begin te krijgen, maar best kan wachten tot we in de stad terug zijn, zie ik in mijn ooghoek een door de zon verkleurt bord met daarop iets wat lijkt op frikadellen en kroketten.
We draaien gelijk om en ja hoor, het is een Nederlands restaurant. En nu we 6 maanden van huis zijn, begint de drang naar zoiets te komen. We bestellen 2 friet speciaal en 2 frikadellen speciaal en Ro neemt er later nog een friet speciaal bij.
We genieten! Daarna rijden we terug naar Kuta. Na een paar uurtjes rust hebben we weer honger en rond 20:00 uur lopen we de stad in. We wandelen ver en na een uur vinden we een romantisch restaurant, sfeervol belicht door kaarsjes.
We dineren laat en wandelen daarna nog met een omweggetje door de stad terug naar ons hotel. Ondanks dat Kuta niet echt ons soort plek is, was het toch wel prettig om hier een paar dagen bij te komen van al het reizen in Java.
Uitgegeven: RP 524.000 (€ 44)
Maandag 8 juli is het tijd om weer verder te gaan. Gisteravond kwamen we er bij toeval achter dat er tijdsverschil is tussen Java en Bali, dus moeten we een uurtje eerder vertrekken. Goed dat we dat nu weten, anders hadden we de boot gemist. Om 9 uur wordt er een taxi voor ons gebeld en een uurtje later (en RP 100.000, € 7,50 lichter) staan we in Sanur. We kopen 2 kaartjes naar het eiland Lembongan met de lokale boot, niet alleen omdat die veel goedkoper is dan de speedboot (RP 80.000 i.pv. RP 180.000), maar ook omdat deze langzame boten met zijarmen minder schommelen dan de speedboten. Als we aan het wachten zijn zie ik de Australische vrouw lopen. Ik ren naar haar toe en zij is net teruggekomen vanaf het eiland. We praten totdat we in moeten stappen en nemen afscheid. Misschien zien we haar in Melbourne weer? De boot zit vol toeristen en geen lokale mensen. Ik was een beetje benauwd van te voren, omdat er zeer donkere wolken boven het water hangen, maar het eerste uur blijven we daar gelukkig redelijk uit de buurt.
Maar de golven zijn behoorlijk hoog en we klotsen over het water. Het is geen pretje. Als het gaat regenen en we nog harder beginnen te wiebelen, houd ik de waterdichte tas met onze waardevolle spullen erin stevig vast.
De verhalen over schepen die zinken in Indonesië zijn alles behalve sporadisch. Maar we komen veilig aan op het eiland en als we uit zijn gestapt worden we uiteraard weer overvallen door de vele mensen die ons vervoer en/of accommodatie aanbieden. We hebben al een hotel gereserveerd en hebben nog geen zin om te kijken hoe we daar komen. Ro vraagt tussen neus en lippen door alvast hoeveel een taxi zou zijn en dat is volgens degenen die een auto hebben RP 100.000 (€ 7,50). Uiteraard veel te veel, maar tenzij we ons leven nog wat meer in de waagschaal willen leggen en met bagage en al achter op een scooter stappen, zullen we wellicht geen keus hebben. Maar eerst gaan we lunchen bij een restaurantje aan de oceaan. Het is lekker en de serveerster pleegt voor ons een telefoontje als we klaar zijn. We kunnen voor de deur worden opgehaald, ook voor RP 100.000. We vinden het best en wachten terwijl we op het azuurblauwe water uitkijken. Veel dingen beginnen langzaam te vervelen als je ze zo lang aan het reizen bent, maar dit soort bountystranden blijven mooi. We worden opgehaald en in ongeveer 15 minuten naar ons hotel, de Dodol Lembongan Cliff Sunset Homestay (jaja een hele mondvol en we onthouden het dan ook niet) gebracht. Het hotel lijkt erg nieuw en heeft 6 luxe kamers en een geweldige tuin die uitkijkt op de zee vanaf de klif waar we op staan. Erg mooi! Het is één van de meest luxueuze kamers van deze reis en zeker niet de duurtste (slechts RP 220.000, € 16). We zitten niet aan een strand, wat het wellicht niet zo populair maakt en er is geen zwembad, waardoor de meeste toeristen die naar dit eiland komen, hier niet snel zullen verblijven. Maar wij geven niks om bakken in de zon op het strand en vinden de uitzichten vanaf onze klif veel mooier dan vanaf het strand. Bovendien is het er heerlijk rustig, met maar één andere lodge in de weide omgeving.
We maken het onszelf comfortabel en besluiten daarna naar het dichtbijzijnste strand te lopen: Mushroom Beach. Onderweg lopen we langs koeien en kippen en nemen we een omweg via “Dolphin and Sunset Point” waarbij we de eerste niet zien en voor de 2e nog een paar uur te vroeg zijn. We klimmen over de rotsen, maar moeten uiteindelijk terug omdat het eindigt in een diepe klif vol azuurblauw water dat als een bezetenen tegen de rotsen onder ons opbeukt.
Daarna lopen we terug en naar Mushroom Beach. We drinken wat op een terrasje terwijl we naar de vele mensen op het strand kijken.
Als we teruglopen naar ons hotel voel ik me niet zo goed. Ik voel me al de hele dag wat raar, maar nu ben ik zo slap dat ik niet meer tegen de heuvel omhoog kan lopen. Als we uiteindelijk na een half uur toch de kamer bereikt hebben, wil ik mijn medicijnen innemen, omdat die van vanmorgen niet geholpen lijken te hebben. En misschien voel ik me daarna wel beter? Dan komen we erachter dat ik vanmorgen per ongeluk een pil had genomen die bedoelt is voor als je een te hoge bloeddruk hebt. Die pillen lijken identiek op de mijne, maar ik kan ze goed uit elkaar houden, tenzij ik blijkbaar op een wild schuddende boot zit. Met mijn altijd erg lage bloeddruk (nooit hoger dan 100 over 60), was mijn bloeddruk wellicht nog lager gezakt waardoor ik me zo slap voelde. Probleem opgelost en met een nachtje rust was alles weer normaal.
Uitgegeven: RP 824.000 (€ 65)
Dinsdag 9 juli huren we een scooter om het eiland te verkennen. Na een romantisch ontbijt op het terras direct aan het water bovenop de klif, lezen we nog wat en daarna rijden we weg.
We hebben geen echt doel. Na nog maar een 5 minuten komen we bij Dream Beach, waar we uiteraard een kijkje willen nemen. Het begint te regenen als we aankomen en we gaan het restaurant/hotel in dat aan dit strand ligt.
Als we hier toch even moeten wachten tot het weer droog is, kunnen we net zo goed iets eten. Ro besteld een noodlesoep en ik knoflookbrood. Als het droog is rijden we weer verder. Met een mooie omweg komen we aan in de haven waar we gisteren aangekomen waren en we lopen verder. We proberen te pinnen bij de enige pinautomaat op het eiland, maar dat werkt niet. We hebben nog wel genoeg geld voor onderdak en eten, maar iets meer is altijd prettig. Bij een geldwisselkantoortje zien we staan dat ze ook Bruneise Dollars wisselen en daar proberen we al een tijdje vanaf te komen. Meestal wisselen ze die niet, of tegen een veel te lage koers. Deze man gaf ons bijna wat de 65 dollar waard was en we kregen er RP 474.000 voor. Slechts RP 50.000 (€4) te weinig. En terwijl we wisselen komt de regen met bakken uit de lucht vallen. De man verteld dat dit echt niet normaal is. Normaal is het in juli en augustus droog en nu blijft het maar regenen. Hij zegt dat het klimaat zeer ernstig aan het veranderen is en ik kan hem alleen maar gelijk geven. Deze man verkoopt ook de overvaart naar de Gili eilanden in Lombok. We hadden gedacht eerst terug te gaan naar het vaste land van Bali en dan een stuk over land te gaan en daarna met de boot naar Lombok dan wel naar de Gili eilanden. Maar hij belt voor ons en er is plek morgen op de grootste speedboot, waardoor ik misschien niet al te zeeziek word. We besluiten dit te boeken en rekenen RP 700.000 (€ 52) met hem af voor 2 tickets. In slechts 2 uur zullen we op Gili Trawangan zijn, wordt ons beloofd. We zullen zien. Daarna rennen we door de regen naar het restaurant waar we gisteren ook gegeten hebben (zit er vlak naast) en besluiten we daar de regen uit te zitten, terwijl we nog maar een hapje eten. Ik neem een yoghurt met muesli, terwijl Ro een spahetti naar binnen werkt. Er zijn heel wat meer dagen dat we niks eten vóór 14:00 uur dan dat we 3 maaltijden eten voor 14:00 uur, maar het is ook allemaal erg lekker. Als het droog is rijden we weer verder, deze keer op weg naar de mangrove bossen. Aan het eind van het pad parkeren we de scooter en gaan op een terras op het strand zitten. We bestellen deze keer alleen 2 verse fruitsapjes en kijken naar de mensen die in het water zeewier aan het oogsten zijn, tussen de mangrovebomen. Het is een alleraardigst plaatje en om de een of andere reden is het hier stralend weer, terwijl de rest van het eiland schuil gaat onder een donkere hemel. En het eiland is best klein!
We zien een eind in het water iets bewegen en als Ro ver inzoomt met de camera lijkt het een beetje op een mantarog. Die zwemmen heel veel rond dit eiland en je kan er boottochten naar maken, maar daar vragen ze zoveel geld voor dat we dat hebben overgeslagen. Maar nu kunnen we er misschien naartoe lopen. Het water is ondiep, want we zien een man die al verder dan de helft naar het onbekende zeedier aan het zeewierplukken is, nog net tot zijn bovenbenen in het water staan. Dus beginnen we ook te lopen. Maar er zijn wel egels en vooral veel zeekomkommers en het zeewier wordt steeds dikker. Op een gegeven moment kunnen we niet meer verder zonder dat we weten waar we onze voeten op zullen gaan zetten en besluiten terug te gaan. We betalen voor de drankjes en net als we weg willen rijden, zien we een zielig aapje aan een lijntje vastgebonden zitten. Ik ga even kijken (en me boos maken) en zie dat hij er niet zo best uit ziet. Hij is druk bezig miertjes te vangen en op te eten. Dan zie ik een paar meter verderop een puppie aan eenzelfde touwtje om zijn nek zitten en vraag me af waarom ik dat minder zielig vind. Misschien omdat die pup waarschijnlijk straks weer los mag en dit aapje nooit meer? Gelukkig rijdt dit aapje niet op een driewielertje, zoals vele andere aapjes die we in Azië hebben gezien, tot Ro aangeeft “NU niet”. Tja, wat ze de rest van de tijd met hem doen weet ik ook niet. We kunnen hier helaas niks aan veranderen en rijden verder. We rijden langs het mangrovebos tot we aan de andere kant van het eiland zijn. Daar is een brug die ons naar het volgende eiland brengt: Ceningan. Brug is misschien een groot woord en terwijl Ro de scooter behendig naar de overkant krijgt over de planken, loop ik de 100 meter naar de overkant.
Daarna verkennen we dit eiland. We stoppen bij een plek waar je vanaf een klif de oceaan in kan duiken, wat we uiteraard niet van plan zijn, maar de omgeving is mooi voor een wandeling.
Als we weer verder rijden komen we langs 3 mannen die 2 hanen vasthouden. Ze zijn duidelijk klaar voor een hanengevecht! Ze roepen ons of we willen komen kijken en met een zeer afkeurende blik vanachter mijn helm beantwoord ik dat we dat zeker niet willen. We hebben onderweg door Bali vele vechthanen in kooien gezien en ook vele aanplakbiljetten voor gevechten gezien en keuren dit uiteraard niet goed. Maar ook hier geldt dat we weinig anders kunnen dan met een afkeurende blik of met woorden laten weten dat dit niet onze goedkeuring kan krijgen. De mannen zelf leken niet onder de indruk en gingen weer in de startblokken om de opgefokte hanen te laten vechten. Ik heb niet meer omgekeken. We rijden verder over het eiland en komen uiteindelijk terug bij de brug. Deze keer blijf ik achterop zitten. Eenmaal aan de overkant rijden we het laatste stuk van het rondje over “ons” eiland, zodat we het eiland zo’n beetje volledig gezien hebben. Op dit laatste stuk wordt zeewier verbouwd en kijken we naar de vele mensen die in hun afgezette stukjes oceaan het wier oogsten en aan land brengen.
We gaan dit even van dichtbij bekijken en kunnen eigenlijk geen redenen verzinnen waarom dit slecht is. Als we het later op internet opzoeken, kunnen we daar ook weinig negatieve verhalen vinden en lijkt het ons een bijzonder goed idee als alle vissers in de wereld overstappen op zeewier verbouwen. In plaats van de oceanen leeg te vissen, voegen we er dan iets aan toe! We rijden het laatste stuk naar ons hotel terug en gaan een tijdje op bed liggen. Ro gaat naar de zonsondergang kijken, maar ik ben te moe. Rond 20:00 uur rijden we naar Dream Beach voor een laat diner en terwijl we daar zitten begint het weer te regenen. Als het droog is rijden we terug en komt er een eind aan deze dag.
Uitgegeven: RP 1.170.000 (€ 93)
Woensdag 10 juli zouden we om 9 uur worden opgehaald (kon ook 9:30 uur worden, werd ons verteld) bij de buurhotel. We wisten de naam van ons hotel niet en toen we de naam van de buren zeiden, wisten zij niet dat daar een hotel naast zat. Dus spraken we maar bij de buren af. Als we uitchecken is er niemand aanwezig en uiteindelijk legt Ro het geld voor 2 overnachtingen en de scooterhuur maar op het bureau, in de hoop dat niemand anders het meeneemt. Daarna wachten we op de auto, die pas tegen 9:50 uur aan komt rijden.
We moeten nog een gezin ophalen op Mushroom Bay en rijden daarna naar de “haven”, waar we op een grote boot stappen.
De meeste passagiers zijn zojuist vanaf het vaste land hierheen gekomen, dus de meeste plekken zijn bezet. Ik kan nog 2 plekken beneden bemachtigen, want boven lijkt er veel meer schommeling te zijn. We vertrekken om ongeveer 10:45 uur en krijgen een snackpakket en water. Dat hadden we niet verwacht. Het weer is goed, we zien weinig donkere lucht en misschien, heel misschien, is de oceaan aardig voor ons vandaag. Na een uur varen we Bali voorbij en zien we Lombok in de verte liggen.
Uitgegeven: RP 550.000 (€ 42)
We vinden Bali erg mooi. Bali is hoofdzakelijk Hindoeïstisch, terwijl de rest van Indonesië Islamitisch is. En persoonlijk vinden wij het Hindoeïsme een leukere godsdienst. Overal staan mooie tempels en worden er bloemen en fruit geofferd. En de vogels en eekhoorns eten daar weer van. Het is veel fleuriger en de mensen zijn veel vrijer. De bevolking woont ook regelmatig in huizen dat meer op een kleine tempel lijkt dan een huis en het land is gewoon erg fotogeniek. De rijstvelden maken het geheel af. Het landschap is dankzij de bebouwing mooier dan Java en Java vonden we al bijzonder mooi. We hebben niet zo heel veel van Bali gezien, maar wat we gezien hebben vonden we leuk. Kuta, de badplaats, vonden we prettig om even bij te komen, maar vonden we op zichzelf geen mooie badplaats. We begrijpen niet zo goed waarom het zoveel mensen trekt. Het strand is echt niet bijzonder. Maar als je van uitgaan, drank en cafés houdt, dan zit je hier wel goed.
Hieronder de route tot nu toe door Indonesië. De rode lijn is Java en de groene Bali: