IMPI’s ADVENTURES
Reisverhalen
Tanzania 3
december 2010 t/m januari 2011
Vrijdag 24 december duurt de grensovergang Tanzania in weer lang. We krijgen zonder problemen een nieuw visum voor 3 maanden, maar de roadtax man is met lunchpauze (om 14:30 uur) en neemt zijn telefoon niet op. Als ik de aardige Carnet man om 15:00 uur vertel dat we nog minstens 3 uur moeten rijden en ik ECHT niet in het donker durf te rijden (haha), gaat hij snel de man zoeken, wat niks oplevert, maar gelukkig loopt de man na een kwartier toch vanzelf naar binnen. Om 15:30 uur rijden we Tanzania in. Zelfs in de afgelopen 2 weken is Tanzania weer een klein beetje groener geworden. Papa geniet van de rit, terwijl ik achterin zit met Klaas. Als we bij ons huis aankomen is het al donker. We voerden snel de bushbabies zodat papa kennis met ze kan maken. Dan zetten we de tenten op in het huis zodat we muggenvrij kunnen slapen. Helaas is de tent van papa echt te klein en blijft het bij deze nacht: de rest van de nachten slaapt hij onder de klamboe, wat ook prima werkt. Maar op deze kerstavond aten we alleen een boterhammetje en gingen niet te laat naar bed.
Zaterdag 25 december is het kerstmis! We doen rustig aan, laten papa de tuin en het huis in daglicht zien en geven kerstcadeautjes aan de kinderen van Joshua en Naomi. We hebben een berg kleding voor ze gekocht en de komende dagen zien we ze elke keer in hun nieuwe outfitjes voorbij komen. Papa had ook wat dingetjes uit Nederland meegenomen en met name de beeldjes van ballerina’s vallen erg in de smaak bij de meisjes. Ro sleutelt wat aan de auto, papa oefent zijn Engels en ik begin aan het uitzoeken van de foto’s van de afgelopen twee weken. Met 3 camera’s hadden we in 11 dagen tijd ruim 3.600 foto’s gemaakt, dus het was veel werk. ‘s Avonds bakt Ro pannenkoeken wat een heerlijk kerstmaaltje was.
de jojo’s van papa worden zeer gewaardeerd
Zondag 26 december gaan we verder met de betreffende “werkzaamheden” van de vorige dag. Ergens in de middag komt Alani langs met een puppy, Bobby, waar we nog even mee spelen. En Naomi komt ons huis weer schoonmaken, ondanks dat het kerstmis is, wil ze de € 2,50 graag verdienen. Papa heeft zijn favoriete bezigheid hier ook weer gevonden: vuurtje stoken. En dat komt goed uit, want zo kunnen we lekker vaak warm douchen (als we water hebben natuurlijk). Ook deze avond spelen we het kaartspel hartenjagen weer.
Maandag 27 december 2010 t/m zondag 2 januari 2011
Deze zeven dagen hebben we rustig aan in ons huisje doorgebracht. Papa heeft voornamelijk in de zon gezeten, 3 boeken gelezen en zijn Engels geoefend. Ro heeft veel aan de auto gedaan, waaronder de lagers van de tussenbak weer gerepareerd (waardoor de tussenbak er dus weer uit moest!), de remschoenen heeft vervangen en allerlei ander groot onderhoud heeft gepleegd. Voor extra onderdelen zijn papa en Ro ook nog een keer naar Arusha gereden. En nu we van Willy een stapel verse theedoeken cadeau hadden gekregen, kon Ro de oude votjes meteen gebruiken voor de auto. Want na 15 maanden waren onze theedoeken niet veel meer, sommige werden nog met een paar draadjes aan elkaar gehouden. Maar hier verkopen ze alleen hele dunne en/of kleine dure theedoeken, dus na maanden zoeken had ik het al opgegeven. Maar dankzij Willy hebben we weer een stapel goede theedoeken. Willy, BEDANKT!!!
We deden altijd de deur tussen de woonkamer en gang/slaapkamer/badkamer op slot, als extra veiligheid, maar op 28 december draai ik ’s avonds de sleutel per ongeluk 2x rond. De volgende ochtend ben ik er als eerste uit, omdat we sinds de vorige dag de puppy Bobby en een kitten constant bij ons hadden. We hadden ze ‘s nachts buiten gelaten, maar ze waren zo klein dat ik er niet gerust op was dat ze het alleen zouden overleven buiten. Maar toen ik ‘s ochtends vroeg de sleutel om wilde draaien, kreeg ik de deur niet van het slot. Na een paar minuten gaf ik het op en haalde Ro erbij. Dit was al een keer eerder gebeurd en toen lukte het Ro wel, maar deze keer kregen Ro en papa de deur echt niet van het slot. Voor alle ramen zitten een soort tralies, dus daar konden we ook niet door. We zaten volledig opgesloten. Uiteindelijk lukte het om, nadat we een deel van het kozijn hadden weggehakt met een soort bijl die toevallig in de slaapkamer lag, de pinnen uit de scharnieren slaan met tentharingen en de steel van de bijl, om uiteindelijk de deur aan de andere kant te openen. Ondertussen stonden de puppy en kitten onder het badkamerraam zielig naar mij te piepen en nadat ik een doek naar buiten had gehangen, klemde de kitten zich daaraan vast, waardoor ik haar omhoog kan trekken. Ze was zo blij met de warmte en aandacht. Toen we uiteindelijk ontsnapt waren, konden we de puppy ook gaan opwarmen.
De rest van onze tijd hier hebben ze de puppy (Bobby, zo heette hij al) en kitten (die we op oudejaarsdag maar Whitney gedoopt hadden, zodat ze niet naamloos het nieuwe jaar in hoefde) bij ons achtergelaten en we hebben ze gevoerd en ‘s nachts lekker warm binnen gehouden. De kitten was op sterven na dood, maar dankzij veel melk, vlees en brokjes kwam ze er helemaal bovenop. De eerste nachten sliep ze in een tas met daarin een kruik samen met Bobby, maar ze wilden steeds bij ons de tent in. Dat mocht soms wel even, maar ondanks dat ik ze op de eerste 2 dagen volledig had ingezeept met vlooienshampoo, bleven ze vlooien houden en dat vind ik niet zo lekker in bed. Alleen de eerste nacht, toen we dachten dat Whitney de ochtend niet zou halen, mocht ze ‘s nachts tegen me aankruipen, omdat de kruik koud was en ik echt geen zin had water te gaan koken om 3 uur ‘s nachts. Resultaat: al het beddengoed de volgende dag wassen, omdat er vlooien in zaten. Hmm, dan was water koken toch minder werk geweest.….. Maar de 2 kleintjes doen het verder prima en ze entertainen ons de hele dag door. In hun actieve momenten vechten ze samen, maar even later liggen ze lekker samen opgerold over/door/tussen/onder elkaar.
In de maand dat Ro en ik hier samen woonden hadden we alleen de kinderen van Joshua die de halve dag op onze veranda rondhingen. Dat begon soms al een beetje te irriteren, maar ze deden niks, keken alleen naar ons en wat we deden. Ze waren beleeft en als ze een banaan ofzo kregen, dan bedankten ze ons, maar vroegen nooit ergens om. Maar sinds we terug waren, kwamen er elke dag meer kinderen. Tegen het eind waren er bijna de hele dag meer dan 10 kinderen die om ons heen hingen. En als je de deuren open had staan, kwamen ze steeds iets verder naar binnen. De laatste dagen kwamen er ook grotere jongens en die vroegen wel om dingen (geld, eten, een bal enzovoorts). Toen begon het ons toch wel te irriteren. Ik zat bijna niet meer buiten, omdat ik er geen zin in had. Uiteraard konden we ze wel wegsturen, maar ja, ze deden niks verkeerd. Soms vroeg ik ze wel waarom ze niet naar huis gingen, maar dan zeiden ze “ja” en bleven gewoon zitten.
Op oudejaarsdag heeft Ro een gigantische stapel oliebollen (met oliebollenmix uit NL) met en zonder rozijnen gemaakt, die we al grotendeels die avond op hadden. We zijn op oudejaarsavond al rond 21:00 uur naar bed gegaan.
De eerste twee dagen van het nieuwe jaar zijn we langzaamaan begonnen met het inladen van de auto. We hadden op 27 december in Arusha 3 gasflessen van 3 kg, 3kg en 2kg gekocht en een gaskookstel, zodat we ons benzinekookstel weg konden gooien. Voortaan koken we ook in de auto op gas, maar Ro moest dit eerst nog aansluiten. De afgelopen dagen was Ro erg content met zijn nieuwe kooktoestel, want met gas hoef je alleen de kraan open te draaien, terwijl met ons benzinekooktoestel je eerst druk moest opbouwen door te pompen, dan kreeg je vaak een grote steekvlam, dan moest je blijven pompen tot de vlam van oranje in blauw veranderde en dat herhaalde je tijdens het koken regelmatig. Door de slechte benzine van West Afrika was het kooktoestel erg slecht geworden en het was de grootste ergernis van Ro tijdens onze reis. Op sommige dagen konden we niet warm eten, omdat het ding niet werkte. We wilden nooit op gas koken, omdat we niet veel ruimte hebben om gasflessen op te bergen en je de flessen niet overal kan vullen. Nu hebben we 3 kleine flessen, die iets makkelijker op te bergen zijn, maar we hopen dus dat 8kg genoeg is en dat we niet weken zonder gas komen te zitten. We zullen zien.
Op maandag 3 januari zijn we ‘s ochtends gelijk naar Arusha gereden, want Ro wilde de bussen voor de achterschokdempers met druk erin laten duwen. We moesten eerst naar de auto-onderdelen winkel aan de andere kant van de stad (door de file dus), want daar zouden ze ons vertellen hoe we in de garage konden komen. Ro kreeg een mooie kaart met pijlen en hij vertelde ons dat we over de hoofdweg terug moesten. Op de kaart stond dat we bij de BP links af moesten slaan. Aan de linkerkant van de weg zaten geen BP’s. Aan het eind van de hoofdweg besloot ik dat de kaart wellicht op z’n kop gehouden moest worden (het is tenslotte Afrika) en reden we door de file weer terug richting winkel. Nu hadden we 2 BP’s aan de linkerkant, maar als we daar afsloegen klopte de rest van de kaart niet. Terug bij de winkel ging Ro het nog maar even vragen en TOEN vertelde ze dat we de hoofdweg helemaal moesten volgen tot we de stad uit waren, bij de 2e rotonde rechtsaf moesten en na een paar kilometer zouden we deze kaart dan oprijden (!!!!). Ja, stom van ons, dat we dat niet hadden begrepen, haha. Maar ondertussen was het 12:00 uur toen we er aankwamen en ze zouden om 13:00 uur met lunchpauze gaan, of we om 14:00 uur terug konden komen. Maar Ro overtuigde ze dat het best nu kan (het is tenslotte maar 5 minuten werk) en 2 mannen en een vrouw doken onder de auto. Helaas hadden ze niet de juiste bus en degenen die ze wel hadden werd er niet onder druk ingeduwd, dus helemaal goed zal het nog niet zijn, maar beter dan het was. Om 13:45 uur rijden we € 5 lichter weer verder. We doen inkopen en ik probeer het fotoalbum dat ik voor Angelique heb gemaakt te uploaden. Het lukt niet en we willen naar het fijne internetcafe in USA river rijden. Maar nadat Ro een lading reserve auto-onderdelen heeft gekocht en we eindelijk de stad uit zijn, is de kans dat we het voor sluitingstijd klaar gespeeld krijgen erg klein. We besluiten koffie te gaan drinken bij het Ethiopische restaurant en daar ondertussen het fotoalbum te uploaden. Na anderhalf uur rijden we naar huis, waar we om 18:00 uur aankomen.
Dinsdag 4 januari laden we de auto vol, nemen afscheid van Joshua en zijn familie en rijden rond 10:00 uur naar de Irente Farm in de bergen. In Moshi rijden we nog even langs de bakker, maar daarna rijden we non-stop door. We komen om 16:30 uur aan op de camping en als ik mijn mail open, komt het vreselijke nieuws binnen dat mijn oom Henk afgelopen nacht is overleden. We wisten dat hij ziek was, maar toch komt het onverwachts snel. Ik wil heel graag naar Nederland voor de jongens, mijn tante en de crematie, maar dat blijkt moeilijker dan ik in eerste instantie dacht. Het is hoogseizoen hier en bijna alle overgebleven vluchtmogelijkheden hebben 1 of meerdere stops van vaak meer dan 12 uur, waardoor ik de crematie amper kan halen. Bovendien betaal je daar dan ook nog eens schandalig veel voor. Ro kookt een snelle hap voor ons en we halen herinneringen op aan Henk.
Woensdag 5 januari sta zelfs ik vroeg op, want ik heb slecht geslapen. We ruimen de auto in en rijden om 9:00 uur richting de kust. Mocht ik een ticket kunnen vinden, dan kan ik vanaf hier nog makkelijk naar Dar es Salaam. Ik zit weer de hele dag achterin de auto te hobbelen met Klaas, waarvan het eerste anderhalf uur de bergen weer uit, wat het misselijkheidsgehalte niet ten goede komt. Onderweg worden we nog aangehouden door de politie, omdat we te hard reden. We reden 62km per uur, mochten volgens de agenten maar 30km/uur, wij dachten 50km/uur, maar dat maakte helemaal niks uit, want ongeacht hoe hard je reed, iedereen moest 20.000 Shilling betalen (€ 10) en de rij met automobilisten die moesten betalen was vrij lang. Maar toen Ro aan de beurt was om zijn shillings af te geven vroeg de agent waar hij woonde en dankzij het antwoord “Nederland” mocht hij gaan zonder te hoeven betalen. Wat is de politie in Oost Afrika toch heerlijk niet-corrupt! Rond 14:00 uur komen we aan bij Peponi Beach Resort, waar het een heel stuk warmer en benauwder is dan het was in de bergen of in Arusha. Ik zoek meteen verder naar een ticket, maar moet me er met tegenzin bij neerleggen dat ik nergens heen ga. Soms is het zo vreselijk om zo ver van je familie te zijn! We houden contact per mail, maar dat is toch niet hetzelfde. ‘s Middags komt een jongen met 1,3 kilo kreeft langs die Ro voor € 10 koopt. ‘s Avonds hebben de heren dus een lekkere maaltijd, terwijl ik het met een bordje (heus wel lekkere) spaghetti moet doen.
Donderdag 6 januari branden we om 7:00 uur de tent al uit. Ik neem eerst een duik in het zwembad om de hete nacht van me af te wassen. Dan ontbijten we en papa gaat lekker in het zonnetje aan het strand liggen, terwijl Ro en ik lekker onder ons afdakje in de schaduw blijven. Het is erg warm en benauwd rond deze tijd van het jaar aan de kust van Tanzania. Het is stukken beter dan een jaar geleden in Ghana, terwijl de luchtvochtigheid ongeveer hetzelfde is, maar toch kun je niet veel doen op een dag. We verslinden alle drie het ene boek na het andere in de periode dat we hier zijn. ‘s Middags wordt er voor Ro twee gigantische vissen gebracht, die hij en papa ‘s avonds samen voor de helft opaten.
Papa en Ro’s diners: kreeft – Inktvis & lange dunne vis – grote vis met red snapper links erachter
Vrijdag 7 januari zwemmen we, wandelen we ‘s ochtends en aan het eind van de middag over het strand en doen we niet veel. Ik koop eindelijk een nieuwe bikini bij de lodge naast ons. Ik zoek al maanden naar een geschikt exemplaar, maar kon nergens iets fatsoenlijks vinden. Hier had ik 3 maanden geleden al iets gezien, maar ze zijn hier zo duur. Maar nu ik 3 maanden later nog niks anders had gevonden, besloot ik hier toch maar iets te zoeken. Uiteindelijk hebben ze er één voor mij aangepast, zodat ik hem wel redelijk leuk vond. Er zijn hier op het moment redelijk wat Nederlanders aanwezig, die ondanks dat ze vaak niet veel tijd in Afrika hebben doorgebracht, wel precies weten hoe Afrika en Afrikanen werken. Ze klagen dat Afrikanen zo lui zijn, niet willen werken en lopen vervolgens het strand op om aan de toevallige Afrikaanse passant kleding uit te delen. Tja, waarom zouden ze dan gaan werken, als het ze gewoon wordt aangereikt? Zien mensen nou echt niet dat ze het hier zelf, zelfs op zo’n kleine schaal, verpesten? ‘s Avonds hebben papa en Ro de andere helft van de vissen opgegeten.
Zaterdag 8 januari was de crematie van Henk. We konden weinig doen vanaf hier, maar onze gedachten waren de hele dag bij Lydia en de kinderen. ‘s Avonds rond 19:00 uur wilden we in het restaurant eten, maar helaas hadden we het eten vóór 16:00 uur moeten bestellen. We moesten of heel lang wachten of iets simpels bestellen. We bestelden 3 kaasomeletten met foccaciabrood en dat kregen we binnen 20 minuten. We hebben in het restaurant nog een tijdje gekaart.
Zondag 9 januari wilden we gaan snorkelen. Om 12:00 uur zouden we met de boot een half uur de oceaan opgaan, daar een tijdje rond het koraal snorkelen en daarna naar een onbewoond eiland gaan. Hetzelfde dus als wij 3 maanden geleden hebben gedaan. Papa had nog nooit gesnorkeld, dus zijn we ‘s ochtends met z’n 2e vast in het zwembad gaan oefenen. Al vrij snel leek hij het onder de knie te hebben en konden we weer cappuccino / Fanta bij de buurlodge gaan drinken. Daarna hebben we alvast ons diner besteld voor deze avond. Om 12:05 uur stonden we klaar bij de bar, maar de “kapitein” kwam pas rond 12:30 uur opdagen. We lopen een heel eind naar de boot, die doordat het eb is, ver van de kust is verwijderd. Als we aan boord zijn wordt de motor gestart en varen we een stukje verder uit de kust, voordat het zeil wordt gehesen. Na een half uur varen komen we bij het koraal. Ro springt het water in, terwijl ik papa nog even help met zijn snorkel. Papa houdt in eerste instantie zijn schoenen aan, maar eentje blijft niet goed zitten en wil steeds van zijn voet glijden. Hij geeft aan dat hij zo niet (lang) kan zwemmen en besluit zijn schoenen uit te doen. Maar het snorkelen lukt toch niet zo goed. Hoewel hij in het zwembad zo een minuut onder water bleef, kwam hij hier steeds proestend boven, omdat het water zijn mond in liep. Op een gegeven moment gaven we het maar op en zou hij mee zwemmen tot de rand van het koraal en dan alleen met duikbril, zonder snorkel, zijn adem inhouden om het toch even gezien te hebben. De eerste 2 keer dat hij probeerde te kijken werd hij door de stroming te snel van het koraal meegenomen, waardoor hij niks zag. Daarna zwom hij weer terug naar het koraal en ondanks de waarschuwingen dat hij zo horizontaal mogelijk in het water moest blijven liggen, ging hij als een automatisme rechtop watertrappelen. Met z’n voet kwam hij in één van de vele zee-egels terecht. We zwommen snel terug naar de boot en terwijl hij aan het trapje hing hield hij zijn voet boven water. Ruim 40 stekels staken uit de onderkant van zijn voet, bij de tenen. En uiteraard doet dit gigantisch veel pijn. Eén van de jongens probeerde de stekels eruit te trekken, maar die dingen breken bij elke aanraking meteen af. Je kan ze dus hooguit afbreken op de plek waar ze de huid ingaan. Gelukkig waren wij de enige 3 toeristen op de boot en konden we dus gelijk terug naar de wal. De kapitein had de eigenaar van de camping gebeld en die vertelde mij dat het niet giftig is, alleen ontzettend pijn doet, maar dat moet na een half uur wegtrekken. We konden er het beste azijn opdoen, maar de fles was leeg. Na een half uur waren we weer vlakbij de kust, maar doordat het nog steeds eb was, bleef de boot een heel eind uit de kust. Ro en ik zouden een pincet, azijn en hopelijk een bootje gaan halen. Een jongen haalde een kar en reed die over de droge oceaanbodem naar een klein bootje. Dat bootje was loeizwaar, maar met z’n vieren kregen we hem wel op de kar. Daarna hebben we de boot tot het begin van het water gereden, waarna we hem daarna een heel eind door erg ondiep water moesten trekken, tot we bij het diepere deel aankwamen waar de boot lag. Met de pincet kregen we ze er ook niet uit en dus hebben we papa in het bootje gezet die we, door de zinderende hitte, weer terug richting vaste land trokken. Het laatste stukje moest papa door het water lopen, omdat het te ondiep was voor het bootje. Eenmaal op het droge mocht papa in de kar zitten die we over de droge oceaanbodem naar het strand duwden en waar hij zelfs voor de tent werd afgezet. Ondertussen was de pijn al een stuk afgenomen. De rest van de middag heeft hij met z’n voet omhoog gelegen. Als we ‘s avonds naar het restaurant willen gaan en hij zijn voet naar beneden doet, komt de pijn in al haar hevigheid weer terug. Maar ook ik voel me niet zo best en halverwege de maaltijd heb ik het gevoel dat ik moet overgeven. Ik denk dat ik een hittesteek heb opgelopen, door het 3x lopen van en naar de boot met de felle zon recht boven ons, terwijl we een zware kar en zware boot duwden. Ik ga gauw in de daktent liggen en dan zakt het gevoel weg. Ik val niet veel later in slaap en ben me amper bewust van Ro en papa die een tijdje later, nadat het eten op was, ook weer bij de auto komen.
Maandag 10 januari ligt papa veel met z’n voet omhoog, maar hij zwemt ook in het zwembad en doet wat was. De naalden zitten allemaal nog in zijn voet, dus dat kan soms nog wel pijnlijk zijn als hij erop staat. De eigenaar van de camping adviseerde ons de naalden met rust te laten, ze lossen vanzelf op, maar dat kan wel een tijdje duren. We doen dus rustig aan deze dag. ‘s Middags krijgt Ro weer een hele lange dunne vis en vijf octopussen voor het diner. Hij is de hele middag met deze zeevruchten bezig en als ze het dan eindelijk op mogen eten, blijkt de inktvis gigantisch taai te zijn. Waarschijnlijk hebben ze die dus niet eerst een paar flinke klappen gegeven, zoals ze wel gezegd hadden te hebben gedaan. Beetje jammer van al het werk, maar Klaas vind het wel lekker.
Dinsdag 11 januari was het de bedoeling dat we weer verder zouden gaan, maar ik voelde me een beetje misselijk en draaierig, normaal niet erg genoeg om niet verder te gaan, maar nu ik wist dat ik achterin de auto kon gaan hobbelen, waar ik toch al snel wagenziek wordt, had ik geen zin om te gaan. We besloten nog een dagje te blijven. Het is hier ook wel gezellig op de camping: er zijn veel toeristen waar we gezellig mee kunnen kletsen, maar ook het personeel is hier heel vriendelijk. De meeste spreken hier wel een paar woorden Engels, maar echt een gesprek aangaan is toch wel heel moeilijk. Ons Swahili is helaas nog niet goed genoeg om het in hun taal te proberen. Er lopen 24 uur per dag een paar bewakers over de camping, wat vooral oudere mannen zijn die geen woord Engels kunnen, maar erg vriendelijk zijn. Als je de oceaan in gaat, dan letten ze op dat je niet verdrinkt en ze zijn erg behulpzaam. ’s Avonds gaan we niet te laat naar bed, mede omdat Ro zich nu niet zo lekker voelt: hij is voornamelijk verkouden, vraag me niet hoe dat kan met 30 graden gemiddeld. De hele nacht ligt Ro te draaien, snotteren en snuiten en ik heb moeite om te slapen. Als het dan rond 4 uur gigantisch begint te onweren is het helemaal gedaan met de slaap. De druppels knallen op het dak van de tent wat alleen al voldoende is om van wakker te liggen, laat staan de vele donderknallen. Het is niet normaal om een onweersbui te hebben in januari, laat staan eentje die zo lang duurt, want pas tegen 9:00 uur was het ergste voorbij.
Woensdag 12 januari zouden we dus naar Mombasa rijden, maar omdat we zo slecht geslapen hadden, besloten we het nog maar een dagje uit te stellen. Als het droog is ga ik maar even zwemmen, want het is toch een behoorlijk warme nacht geweest. Daarna gaan we weer cappuccino / warme chocolademelk drinken bij de buurlodge en nemen daarna nog een ijsje. We wassen nog een laatste lading kleren, doen een beetje van de was van gister opnieuw die de hele nacht in de regen had gehangen en hopen dat alles de volgende dag wel droog zal zijn. Ik klets een tijdje met de eigenaar en later nog een hele tijd met een Duitse vrouw die in 4 maanden van Duitsland naar Namibië waren gereden via de West kust, heel erg snel dus, in diezelfde tijd waren wij pas in Ghana. Zij hebben vervolgens 4 maanden door alléén Namibië gereden en zijn via Zambia de afgelopen maand naar Tanzania gereden waarna ze weer omdraaien, terug naar Zuid Afrika rijden om vanuit Namibie eind juni de auto terug te verschepen en samen met hun hond terug naar Duitsland te vliegen. Zij zien geen mogelijkheden om naar Nederland via de Oost kant te rijden, omdat ze dus ook Egypte niet kunnen/willen doen met hun hond en ze kunnen niet door Saudi Arabie omdat ze niet getrouwd zijn. Ja, zo’n boterbriefje heeft toch ineens een voordeel. En terwijl wij dit allemaal bespreken zijn Klaas en hun hond Pogo heel enthousiast met elkaar aan het spelen. Uiteindelijk moet ik nog even “hard” doorwerken om toch nog alle geplande taken voor de dag af te krijgen: auto opruimen, foto’s uitzoeken voor de website en het verslag afschrijven, maar tegen 21:00 uur leg ik de laatste hand aan mijn “taken” en is dit verslag ook weer geschreven.
Donderdag 13 januari ruimen we de auto weer in en rijden we naar Tanga, waar we na 40 minuten hobbelen aankomen. Onderweg werden we op deze zandweg, waar we misschien 5 tegenliggers waren tegengekomen, aangehouden door de politie. Ze vroeg ons of we een gevarendriehoek en brandblussers hadden. Ro liet de blusser boven zijn hoofd zien en vertelde dat de driehoek in de kist op het dak lag en vroeg of hij die moest pakken. Ze brabbelde wat, Ro zette de motor af en wilde uitstappen, maar ze liep ongeïnteresseerd naar een busje die van de andere kant kwam. Ro startte de motor, ze keek niet op. Hij reed langzaam door en ze keek niet op. Blijkbaar mochten we doorrijden?! Eenmaal in Tanga gingen we op zoek naar een apotheek omdat onze Lariam tabletten uit Nederland op waren. We hadden met een voorraad voor een jaar, bijna 15 maanden gedaan, haha, volgens mij zijn we er soms eentje vergeten……. Daarna begon de rit van 70km naar de grens. De weg was in aanleg, dus we waren net te vroeg om over een mooi glad asfalt te rijden. Maar uiteraard is dat niet waar, want meestal vallen de eerste potholes al in het wegdek voordat de hele weg klaar is. Dus de illusie dat je hier ooit van een lang stuk asfalt zonder gaten kan genieten, hoe nieuw het ook is, hebben we lang geleden laten varen. Het laatste half uurtje naar de grens, nadat ik 3,5 uur achterin had gezeten, ging papa achterin zitten, want ik begon aardig misselijk te worden. Bij de grens aangekomen ging Tanzania verlaten vlotjes: formuliertje invullen, paspoort stempelen, Carnet de Passage stempel, bij de politie het Carnet over laten schrijven (geen idee waarom) en papa en ik konden Kenia weer inlopen, terwijl Ro achter ons aan kwam met de auto.
We hebben weer genoten van Tanzania. We hebben heel lang getwijfeld of we naar de Serengeti en de Ngorogoro Krater zouden gaan met papa, maar besloten het uiteindelijk niet te doen. We denken dat het voor Ro en mij eigenlijk meer zal aanvoelen als een dierentuin, maar dan met files. Het is meer de naam, waarom we er heen zouden willen, dan het park zelf. En als het nou een stuk goedkoper was, zoals bijvoorbeeld het Kruger in Zuid Afrika, Etosha in Namibië of Chobe in Botswana, ja, dan zouden we het wel willen proberen. Maar om voor een prijs waarvoor je een week in eerder genoemde parken kan blijven hier amper een dag te kunnen blijven, nee, dat is het ons niet waard. Als we ons 6 maanden geleden hadden gerealiseerd hoeveel het hier kost om een olifant of leeuw te zien, dan hadden we heel wat meer dagen in de parken in Zuidelijk Afrika doorgebracht. Maar voor 4 dagen Serengeti en de krater waren we toch zo € 400 per persoon kwijt en de kwaliteit van de gidsen is hier vaak bedroevend slecht (voor dat geld). En met onze eigen auto kan ook, maar was waarschijnlijk zelfs duurder. Bovendien moesten we dan ook op zoek naar opvang voor Klaas. En ondertussen hebben we toch al zo veel gezien, dat het het voor ons wellicht niet eens meer waard is, tenminste, als we vrienden moeten geloven die er wel zijn geweest en het ons afraadde. En papa maakte het niet zoveel uit. In Kenia wilden we nog naar/door Tsavo West gaan en dat vindt hij ook prima. Dus zonder één keer toegang voor een park betaald te hebben in Tanzania hebben we het land nu voor de derde keer verlaten. Maar mocht het toch niet lukken om via de Oost kant naar Nederland te rijden, komen we wellicht weer terug. Met ons weet je het nooit.
Dat we de huur hebben opgezegd van ons huisje in Arusha hebben we absoluut geen spijt. Het was heerlijk even bijkomen van een jaar reizen, maar een maand was lang genoeg. En de 10 volle dagen met papa waren ook lang genoeg. Het was een heerlijk huis en als we een baan hadden of er een camping/lodge van hadden kunnen maken, dan had ik mezelf er jaren kunnen zien wonen. Maar zoals het nu is gegaan was voor ons ook precies goed.
Hieronder weer de route die we gereden hebben. De rode lijn is de route die we gereden hebben, de blauwe stipjes de plekken waar we geslapen hebben. De blauwe lijn met gele stippen was nog van september en de paarse lijn met groene stippen van november.