IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Australië: Western Australia

Donderdag 1 augustus landen we om half 6 in Australië. We zijn erg moe, maar weten dat het een lange dag gaat worden. Alles gaat vlot en nadat we een houten lepel door de douanier hebben laten controleren, mogen we Australië in. Maar eerst mogen we nog 4 uur op de luchthaven wachten, want pas om 10:00 uur kunnen we de camper ophalen. We hangen, slenteren en hangen nog wat meer. Alles op de luchthaven is duur en we hopen maar dat $ 5 (€ 3,75) voor een blikje cola geen normale prijs is. We blijven dus maar dorstig. Om 9 uur geven we het op en zoeken we een taxi die ons naar de camperverhuurder kan brengen. En ook dan wordt weer bevestigd dat Australië duur is. Voor een rit van 7 kilometer betalen we $ 20 (€ 15). In Azië konden we daar wel 100 kilometer ver mee komen. Als we een kleine 10 minuten voor de poort staan, doet er iemand voor ons open. We mogen wel alvast het papierwerk doen. De kleinste en goedkoopste camper die we hadden gehuurd is niet beschikbaar en we krijgen een betere/grotere. Als alles geregeld is rijden we weg. We gaan eerst naar een winkelcentrum om wat inkopen te doen. En weer schrikken we van de prijzen en blijft het bij het hoogstnodige: een brood (heerlijk vers bruin (!) brood), eieren, melk, zout en wat te drinken. Als we terug zijn bij de camper vallen we om van de slaap. We veranderen de banken in een bed, trekken de gordijntjes dicht en vallen op de parkeerplaats in slaap. Een uur later staat Ro op om uit te zoeken welke simkaart we moeten hebben en als hij een half uur later terug is, word ik ook wakker. We weten dat je bij de McDonalds gratis internet hebt, dus gewapend met een laptop en snoer lopen we naar binnen. We vinden het enige stopcontact en gaan op zoek naar de telefoonnummers van de auto eigenaren. Helaas blijken we deze nog steeds niet te kunnen zien en ook emailen lukt niet. Dus vragen we Ro’s broer om ons steeds de nummers te mailen. Ondertussen eten we een softijsje, want we hebben eindelijk iets goedkoops hier ontdekt; ze kosten slechts $ 0,30 per stuk. Eerst zoeken we naar de 3 garages waar auto’s staan die we hebben uitgezocht. In één Pajero maken we een proefrit,

de andere auto is er niet meer en de laatste valt af.

We kopen de SIM kaart, gaan op zoek naar goedkope warme kleren, maar vinden niks. Daarna is de dag al om en rijden we naar een meer midden in Perth waar we al een paar keer langs zijn gereden. We parkeren rond 20:00 uur op de parkeerplaats, Ro bakt een ei voor op brood en we vallen uitgeput in slaap.

Uitgegeven: AUS$ 87 (€60) + 2 tickets KL – Perth: RM 645 (€ 150) + camperhuur AUS$ 209 (148)

Vrijdag 2 augustus worden we aan het meer wakker en zien we dat het inderdaad pelikanen zijn, die hier rondvliegen.

We voeren de eendjes en rijden dan naar het zuiden. Maar eerst moeten we internetten. Bij de McDonalds werkt het niet, dus we besluiten terug te gaan naar het camperverhuurbedrijf. Als we daar nog niet zo lang zijn, komt er een gezin aanrijden die de camper terug komt brengen. Er is een kastje binnen waar je spullen neer kan zetten die je niet mee naar huis wilt nemen en die je zelf hebt aangeschaft. Deze mensen zijn blijkbaar rijk, want ze hebben heel veel etenswaren over. Deze mogen door de nieuwe camperhuurders gratis worden meegenomen en wij zijn de enige daar. Ze blijven de duurste dingen in de kast zetten en we nemen bijna alles mee. Onder andere hebben we 2 grote stukken heerlijke kaas (in dichte verpakking), halve liter olijfolie, honing, 3 bakjes met boterhambeleg (avocado en gedroogde tomaten), flesjes cola, blikjes drinken, 10 eieren, 2 pakken koekjes, pasta, bliktomaten, appels, sinaasappels, banaan, uien, knoflook, kruiden (peper, zout, citroenpeper, paprika enzovoorts), thee, oploskoffie, een emmer en een 20 liter waterjerrycan. We zijn in onze nopjes. Daarna gaan we weer op zoek naar een auto. We stoppen eerst bij een gezin dat een Pajero verkoopt, maar we zijn niet onder de indruk. Daarna rijden we naar een garage waar we een andere Pajero vinden, waar we wel enthousiast over zijn.

We rijden er zelfs een stukje offroad mee en hij bevalt goed. Daarna rijden we naar 2 oudere heren die een Ford Explorer verkopen. Deze auto lijkt ook prima in orde.

Daarna rijden we nog verder naar het zuiden, omdat daar een 4×4 busje staat die we heel graag willen zien. De mensen sms-en niet terug, maar we hopen dat dat op tijd gebeurt. Als we daar aankomen, hebben we nog niks gehoord. Ro denkt dat er nog 2 auto’s bij een garage in een plaats 20 kilometer zuidelijker staan, dus rijden we daar maar heen. Het probleem is dat we geen stroom voor de laptop hebben, geen telefoonnummers kunnen opzoeken, geen emails kunnen versturen en moeten wachten op hun antwoord als we eindelijk kunnen sms-en. Het is allemaal redelijk frustrerend. Als we dan eindelijk in die plaats zijn waar Ro dacht dat de garage zat (we weten het niet zeker, want we kunnen het niet opzoeken), blijkt het de garage te zijn waarvan ik zeker weet dat de auto verkocht was. Bovendien is die nu al dicht. We besluiten terug te rijden naar de plek net onder Perth waar we morgen nog een auto willen zien. Dus rijden we in anderhalf uur terug. Als we vlakbij die plaats zijn, parkeren we de camper op een parkeerplaats aan de oceaan in een park. Het is er erg mooi. De ene parkeerplaats is vol met mensen die hier de hele nacht blijven vissen. Wij nemen de parkeerplaats achteraan en maken een wandeling door het park. Daarna bakken we maar weer een eitje en gaan naar bed.

Uitgegeven: AUS$ 4 (€3)

Zaterdag 3 augustus gaat onze auto zoektocht weer verder. Maar eerst maken we een wandeling naar de pier en fotograferen de pelikanen terwijl de vissers dat maar raar vinden.

De persoon waar we vlakbij slapen geeft ’s ochtends aan dat de auto verkocht is. We gaan op zoek naar de volgende. We hebben geen telefoonnummers meer en eten ijsjes bij de McDonalds op zoek naar stroom en internet. We hebben wel een paar adressen, maar zonder googlemaps kunnen we die niet vinden. De garages zijn om 12 uur dicht, dus we kunnen niet zo veel meer. We vinden weer een McDonalds en ondertussen eten we niet meer allebei een ijsje, maar nemen we er nog maar één. Bij de McDonalds mag je zo lang blijven zitten als je wilt, zonder eten, en niemand zegt iets. We vinden een Toyota Surf die er goed uitziet op het internet, maar zo’n 50 km naar het oosten staat. We rijden erheen en komen op een mooie boerderij. We vinden het een goede auto.

We rijden weer terug naar Perth en slapen aan het strand.

Uitgegeven: AUS$ 88 (€61)

Zondag 4 augustus is de laatste dag waarop we willen zoeken. Vanavond willen we een beslissing nemen. We rijden eerst ver naar het noorden van Perth, voor nog een Toyota Surf. Deze is $ 800 duurder dan die van gisteravond, maar heeft slechts 177.000 km op de teller. Ook heeft deze een 2e tank met een extra inhoud van 90 liter, wat we niet perse nodig hebben, maar dan hoeven we ook geen jerrycans mee te nemen. Deze Toyota is ook veel schoner en heeft zelfs een dakraam.

Maar we weten niet of ons dat $ 800 extra waard is. We willen ook nog een busje in de buurt bekijken, maar daar krijgen we geen antwoord van. Dus rijden we naar een Landrover aan de zuidkant van Perth. Dit blijkt te klein te zijn om in te slapen. Als we in de McDonalds met één ijsje op zoek zijn naar een andere, belt het Nederlandse stel dat hun auto te koop aanbiedt en waar we al even contact mee hadden gehad. Ze komen naar ons toe en we bekijken de auto. Deze is inclusief alle campingspullen, maar wel veel te duur voor ons. Het is gezellig en we praten tot het donker wordt, maar deze Pajero zal het niet worden. Dan krijgen we bericht van het busje dat we die kunnen komen bekijken. Het is de enige 4×4 (Toyota)bus die we hebben gevonden in ons budget en die willen we eigenlijk nog wel zien. Dus rijden we terug naar waar we vanmorgen waren, ver in het noorden. Ik vind de bus geweldig en zou hem zo meenemen. Maar ja, ik kijk alleen naar ruimte en uiterlijk. Ro is niet erg blij met de mechanische kant van het busje en ik mag haar niet kopen van hem. Dan rijden we naar het strand, parkeren de auto voor de nacht. Ondertussen proberen we een beslissing te nemen. Geen enkele auto die we hebben gezien heeft een onderhoudsboekje en niemand kan bewijzen wanneer de distributieriem vervangen is. Wat we dus ook kopen, die moeten we vervangen. Ook moet je altijd $ 200 overschrijfkosten betalen als je een auto koopt. We besluiten dat het een Toyota gaat worden. Dan blijven er 2 over. Ro zegt dat hij de goedkoopste wil en als hij een bod wil uitbrengen vraag ik of we niet beter eerst een laag bod op de wat duurdere moeten uitbrengen. Misschien kunnen we die ook wel voor dat geld krijgen. Dus als Ro $ 700 onder de vraagprijs wil bieden, maak ik een mooie sms en verander het nog snel in $ 800. Niet veel later krijgen een sms dat ons bod is geaccepteerd. We zijn te verrast om blij te zijn en snappen het eigenlijk niet zo goed. Zou er iets heel erg mis zijn met deze auto? Want van $ 4.000 naar $ 3.200 is best een groot verschil. Ro kookt de eerste echte maaltijd (pasta) en we eten het snel op. Na de afwas gaan we op zoek naar een pinautomaat, want nu hebben we geld nodig. Het kost ons een uur om een pinautomaat te vinden die ons een groot bedrag wil geven en vlakbij deze automaat zie ik op de kaart dat er een groot meer is, ongeveer 200 meter van dit winkelcentrum. Het is 23:00 uur als we daar aankomen en het blijkt er erg mooi te zijn. Ongelooflijk dat we zo dicht bij de stad zijn en toch midden in de natuur zijn. We parkeren de camper en gaan al vrij snel naar bed. We worden de halve nacht wakker gehouden door de kookaburru’s in de boom boven ons…..

Uitgegeven: AUS$ 3 (€2)

Maandag 5 augustus zijn we vroeg wakker en we wandelen naar het meer. We lopen door het park, bekijken de vele vogels en maken een mooie wandeling.

Daarna rijden we terug naar de pinautomaat om de andere helft van het geld te halen. Ook koop ik nog een warme trui en lopen we bij de politie binnen voor meer informatie over het kopen van de auto. Het is hier namelijk zo dat als er openstaande boetes zijn, dat de koper die overneemt. Dus moet je zien te achterhalen of er iets open staat. We krijgen de informatie niet, maar hebben wel een leuk gesprek met deze politievrouw die tussen de Flying Doctors is opgegroeid, midden in de bush. Als alles is geregeld rijden we weer naar het noorden en rond 11 uur zijn we weer bij de Toyota. We regelen het papierwerk, testen nog het één en ander en daarna is de koop rond. We weten dat we er met $ 3.200 nog lang niet zijn, want er moet redelijk wat vervangen worden. We verwachten dat we ongeveer $ 5.000 kwijt zullen zijn om deze auto klaar te krijgen voor de reis om Australië (inclusief de aanschaf van de campingspullen). Ro rijdt de camper terug naar Perth, terwijl ik de Toyota rijd. Ik vind het een beetje eng, want het is best een grote auto en links rijden doe ik zelden. De eerste twee keer zet ik braaf mijn ruitenwisser aan als ik af wil slaan, maar gelukkig heb ik het de derde keer gelijk de richtingaanwijzer te pakken. Ik probeer Ro te volgen, maar ben heel blij als we na een kleine anderhalf uur rijden bij de camperverhuurder zijn. En dat ik niet ben aangehouden, want ik heb geen internationaal rijbewijs. De camper wordt gecontroleerd en we krijgen de complete borg terug. Wat goed is, want we hadden $ 3.500 kunnen verliezen als we de camper beschadigd hadden. Dan komt er weer een camper terug en krijgen we nog een heleboel etenswaren en andere dingen, zoals 6 flessen water, pakken koekjes, afwasmiddel, enzovoorts, enzovoorts. En dan rijden we eindelijk rond 13 uur samen in onze eigen auto Australië in. Het voelt goed! We moeten eerst nog wat inkopen doen bij de supermarkt en rond 15 uur rijden we Perth uit. We hebben Mandy van Uralla laten weten dat we waarschijnlijk vandaag niet meer aan zullen komen, want we moeten zo’n 350km rijden. Dus zullen we ergens vannacht stoppen om te slapen en morgenochtend bij de kangoeroe opvang zijn. Ik wil vóór we bij Uralla zijn een wilde kangoeroe gezien hebben, want ik denk dat ik niet meer zo onder de indruk zal zijn als ik er een maand ofzo tussen gewoond heb. En dan zie ik eindelijk mijn eerste kangoeroe: DOOD langs de weg. Begint goed! Dan zie ik mijn tweede kangoeroe: dood! Ook nummer 3 en 4 zijn dood. Het lijkt mij niet gegund een levende kangoeroe te zien. Het regent de hele middag en we hebben weinig zin om in de modder ergens te moeten stoppen langs de weg en op de één of andere manier te proberen om een soort slaapplaats in de auto te creëren in het donker. Bovendien hebben we sinds Maleisië niet meer gedoucht, dus als we een camping zien zou dat leuk zijn. We rijden tot het donker is, maar zijn nog geen camping tegengekomen. We stoppen bij een tankstation in “the-middle-of-nowhere” en de eigenaar vertelt ons over een camping 14 km van de weg af. We mogen ook op zijn terrein slapen, maar hij waarschuwt ons wel voor de vele gigantische vrachtwagens die hier ’s nachts langs denderen en die ons wakker zullen houden. We besluiten de camping op te zoeken. En ondanks de waarschuwing van de tankstation eigenaar dat we echt op moeten passen dat we op die weg niet tegen een kangoeroe aanrijden, zien we er geen één! Ik baal ervan. Zo veel tijd hebben we niet meer. De camping blijkt erg mooi gelegen te zijn. Een oude man is de caretaker en erg vriendelijk. Op de prijslijst staat dat het $ 20 (€15) kost en ik geef aan dat dat wel veel is. Ik heb van anderen gehoord dat ze soms wel $ 40 (€30) voor een camping betalen, dus eigenlijk valt het wel mee, maar we hoeven maar $ 15 te betalen en hij verteld gelijk dat de damesdouches net nieuw zijn en erg goed. Dat wil ik natuurlijk gelijk even proberen. De mannen douche blijkt ook prima te zijn, volgens Ro, en we voelen ons een half uur later weer fris en fruitig. We eten wat brood, blazen de matrassen op die we tussen/over de wielkassen vouwen en op moeten krullen omdat ze te lang zijn. Echt goed slapen we dus niet.

Uitgegeven: AUS$ 206 (€143) (+ AUS$ 3.200 voor de auto, maar die tellen we hier niet mee)

Dinsdag 6 augustus zijn we vroeg wakker en het regent nog steeds. We ruimen de spullen op, ontbijten en wandelen een beetje rond om de vogels te bekijken. Rond 9 uur rijden we weg. Bij het laatste grote dorp vóór Uralla, ongeveer 75km voor we er zullen zijn, stoppen we om een routebeschrijving te vinden voor het laatste stuk. We worden er niet echt wijzer van. We besluiten de snelweg te verlaten en via de landweggetjes te rijden. In Frankland vinden we iemand die ons de weg naar Uralla kan vertellen en een goed half uur later rijden we de oprit op.

Uitgegeven: AUS$ 99 (€68)

URALLA WILDLIFE CENTRE

6 augustus t/m 9 oktober 2013

DAG 1

We parkeren de auto en worden verwelkomt door Sven (Nederlands) en Andy (Australiër), 2 vrijwilligers die net terugkomen van een wandeling met 3 dingo’s. Even later ontmoeten we de eigenaren Mandy en John en de rest van de vrijwilligers: Camille (Frans), Lucy (Engels), Anja (Pools) en Debbie (Kiwi).

En uiteraard ontmoeten de we de kangoeroes die hier wonen, te beginnen met Max die zich de beste plek voor de open haard heeft toegeëigend. Max is een grote 6 jaar oude Euro kangoeroe met een slecht been. Helaas zal Max op onze 2e dag ziek worden, na 6 weken aan de betere hand lijken te zijn en in onze 8e week zal hij komen te overlijden.

 

Zijn “echtgenote” Rosie en hun zoon Your Royal Highness Ran Maru zijn ook regelmatig in de woonkamer te vinden.

Op het moment van onze aankomst zijn er 4 baby kangoeroes in huis: Lilas, Bounty, Ollie en Tahi. De rest van de kangoeroes wonen buiten, opgedeeld in 2 grote omheinde gebieden. De “infants”, “big infants” en de “nursery” verblijven in het eerste deel waar ook het huis, de veranda, de tuin en de keuken zich bevinden.

Elk van deze 40 kangoeroes zou in principe het huis in kunnen lopen, maar slechts een paar doen dat. Het andere verblijf wordt de “pre-release” genoemd en hier vinden we alle Western Grey Kangaroos die zich in de laatste stap naar hun vrijlating bevinden PLUS alle Euro’s en alle Red’s. Er wonen dus 3 soorten kangoeroes in Uralla, maar alleen de Western Grey’s komen in het wild in dit gebied voor. De Euro’s en de Red’s kunnen hier dus niet vrijgelaten worden en moeten wachten tot de mogelijkheid om ze naar hun oorspronkelijke woongebied (ongeveer 10 uur rijden), terug te brengen. Sommigen zullen nooit vrijgelaten worden, omdat ze iets mankeren, zoals een slecht been. De grote witte Red zal ook nooit vrijgelaten worden, omdat hij direct door jagers om zijn pels zal worden neergeschoten. Daarnaast is er nog een verblijf met 2 soorten Wallaby’s: Leo, Popcorn en Lollipop en de Brush-Tailed Wallaby’s Bette en VanMauritz.

Er zijn ook 6 dingo’s (Nibbler, Vegas, Rosie, Jasper, Ned en Kelly) en 1 jackrussel hondje genaamd Jacky. Andere dieren die hier wonen zijn de 28 konijnen op het moment dat we kwamen en dat zullen er 44 zijn als we weggaan, schapen, geiten, kippen, eenden, ganzen, guiney fowls, emoes en vogels.

We krijgen een rondleiding en Anja legt ons zo’n beetje alles wat er gedaan moet worden (en hoe je dat doet) achter elkaar uit, maar dat vinden we prima. Uiteraard krijgen we als de nieuwe vrijwilligers eerst de “vervelende” klusjes, zoals wij die later weer door zullen geven aan de volgende nieuwelingen. Wij krijgen de kippen, eenden, ganzen, schapen en geiten. De eerste 4 is alleen een kwestie van eten en water geven. De eerste 3 moeten om 12 uur ’s middags vrijgelaten worden, de eieren moeten geraapt worden en als het donker is moeten ze ook weer opgesloten worden. Bella, de mamageit, moet samen met haar dochters Sophie en Didi 2x per dag naar de stal gebracht worden, waar Bella gemolken wordt door Ro. Ro is hier erg bedreven in en houdt deze taak dan ook de totale 2 maanden, maar als Camille tijd heeft, dan wil ook zij graag de geit melken.

IMPI

Het is erg koud en vooral ook erg nat de eerste maand van ons verblijf en de 5e, 6e en 7e week zijn slechts een beetje warmer, maar niet droger. Omdat er geen laarzen in Ro’s maat zijn en eigenlijk alle Uralla laarzen wel in gebruik zijn, besluiten we onze 2de dag naar Frankland te rijden. Als we ongeveer halverwege zijn, zien we een dode kangoeroe langs de weg liggen. Vijf minuten later realiseren we ons dat we hadden moeten checken of het een mama is en zo ja, of de baby nog leeft. We besluiten dat op de terugweg te doen. In Frankland kopen we de laarzen en een paar automatten, want onze mooie schone auto zit nu al van binnen en van buiten vol met modder. Op de terugweg stappen we bij de kangoeroe uit en we zien dat haar ogen volledig uit haar hoofd zijn gepopt. Het is geen prettig gezicht, maar we zien ook een klein voetje uit de buidel steken. Ze ligt op haar buik, dus we kunnen niet bij de kleine. Als het voetje beweegt proberen we snel de mama op haar rug te krijgen, maar ze is groot en zwaar. Uiteindelijk krijgt Ro haar omgeschopt, niet heel charmant. Ro grijpt in de buidel en begint aan de kleine te trekken, maar het beestje wil niet komen. Hij weigert zijn mama te verlaten, maar uiteindelijk is Ro sterker. Ik stop de Joey gelijk in mijn trui en probeer hem op te warmen en zo komen we 20 minuten later bij Uralla aan. We noemen onze baby natuurlijk Impi!

Hij blijkt een gebroken pootje te hebben en zijn andere pootje is vanaf het kniegewricht verlamd. We voelen ons schuldig dat we hem aan die beentje eruit hebben getrokken, maar de schade was gebeurd toen de mama door een auto was aangereden. Als we dit geweten hadden, hadden we misschien geprobeerd de buidel met een mes open te snijden, al weet ik niet of dat gelukt was zonder Impi te raken. En zo hebben we op onze 2e dag (7 augustus) ook een eigen baby. Ro en ik verzorgen hem samen, maar het merendeel van de tijd ben ik met hem bezig, omdat Ro veel grote klussen doet (zoals een gat graven voor een tank, een dak boven het vogelverblijf maken, een muur in de schuur bouwen, een brug voor de auto’s uitgraven en bouwen, verven en John’s auto’s onderhouden).

Impi is bij binnenkomst 1,180 kilo en verbazingwekkend kaal voor zijn leeftijd. Hij is ongeveer 7 maanden oud en heeft nog nooit kou gevoeld, wat de reden is dat hij nog geen haar heeft. Het duurt een paar weken voor ik het hardop kan uitspreken, maar hij is een best lelijke kangoeroe. Maar als dan eindelijk zijn haar begint te groeien en hij aan begint te komen, komt alles meer in proportie en wordt hij zelfs mooi. Hij is een erg schattig mannetje en ik probeer hem iedere dag minstens een uur in een keukenschort met me mee te dragen, zodat hij wat van de wereld ziet. Hij is in het begin niet zo geïnteresseerd, maar naarmate de weken verstrijken is hij meer en meer geïnteresseerd in de andere kangoeroes en wil hij alles proeven.

Omdat zijn been verlamd is, kruist hij dat been steeds ver over het andere been. Beide beentjes zitten in het verband, omdat we zonder röntgenfoto niet zeker weten of er geen breuk in beide beentjes zit. Op een gegeven moment besluiten we de beentjes aan elkaar te binden, zodat ze niet steeds kruisen, want ik ben bang dat hij anders verkeerd zal groeien.

Na 4 weken gaan we met hem naar de dierenarts en blijkt alleen zijn goede been gebroken te zijn. De dierenarts geeft aan dat hij weinig hoop heeft voor Impi, omdat hij met de zenuwbeschadiging nooit meer vrijgelaten kan worden. Niet dat we dat aan de dierenarts vertellen, maar dat maakt niet uit, want indien nodig, kan Impi voor altijd op Uralla blijven wonen. Na het dierenarts bezoek laten we het verlamde beentje uit het verband en hoeft het niet meer aan het andere beentje vastgezet te worden. Wel probeer ik het zoveel mogelijk aan de goede kant te houden, want ze blijven elkaar kruisen. Ook begin ik vanaf deze dag met de oefeningen van zijn beentje, zodat de spier lang blijft en niet stijf wordt.

De eerste maand komt Impi amper iets aan, maar dan begint hij eindelijk wat gewicht erbij te krijgen. Toch weegt hij slechts 1,840 kilo op de dag dat we vertrekken en dat is 160 gram te weinig om hem te laten lopen. Een joey moet minstens 2 kilo zijn voordat ze hun eerste stapjes mogen doen. Dat komt omdat de eeltlaag op hun voeten nog niet voldoende vast zit voordat ze zo groot zijn en als ze te vroeg lopen kan dat eraf vallen. Gelukkig mag ik Impi op een zachte ondergrond (mijn schoot, de bank of mijn bed) wel af en toe laten staan, zodat we kunnen zien hoe zijn beentjes groeien en of het er allemaal nog goed genoeg uit ziet. Maar we vinden het erg jammer dat we er niet bij zullen zijn als hij straks buiten zijn eerste echte sprong zal maken.

MISTY

Op 24 augustus wordt er een nieuwe baby binnengebracht. Dit is de dag voordat Andy, de Australische vrijwilliger, vertrekt. Hij heeft zijn dochter beloofd dat hij een kangoeroe Misty zal noemen en nu is daar dan eindelijk het moment. Misty wordt Ro’s eigen baby en nu hoeven we Impi niet meer te delen. Misty weegt 1,315 kilo bij binnenkomst en is een erg schattig meisje. Ze drinkt in het begin heel slecht en Ro moet het er met een spuit langzaam inspuiten.

Maar uiteindelijk veranderd ze in een extreem goede drinker en ze went gelukkig snel aan Ro’s bijzondere manier van voeden en toiletteren. Normaal liggen de baby’s tegen hun surrogaat papa of mama aan, maar Ro legt haar languit op zijn schoot, met haar hoofdje op zijn knieën. Op deze manier is het veel makkelijker voor Ro, en Misty is er al snel volledig aan gewend. Na iedere voeding zal de moeder kangoeroe het kontje likken en de urine en poep opeten. Gelukkig hoeven wij dat niet zo te doen, maar we vegen er met toiletpapier over, zodat we de ontlasting stimuleren. En terwijl ik steeds in de knoop zit met Impi’s beentjes, heeft Ro op deze manier een veel betere toegang om alles weer schoon te krijgen.

Na een paar weken heeft Misty opeens een gezwel onder haar kin, dat met de dag groter wordt. Bij het volgende bezoek aan Albany gaat Misty met Camille mee naar de dierenarts en later horen we dat er bij het opensnijden heel veel pus uit kwam. De daaropvolgende 3 dagen moet Ro na iedere voeding een spuit vol met jodiumoplossing door de wond heen duwen en het gezwel van binnen reinigen. Tegen de tijd dat we weggaan, is er bijna niks meer van de wond of het gezwel te zien. Misty is verder een heel nieuwsgierig meisje dat graag rondkijkt. Omdat Ro regelmatig een voeding overslaat, geef ik haar ook vaak de fles, waardoor ik ook een band met haar krijg. Als ik beide baby’s voer, neem ik ze beide op schoot en als ze beide de fles makkelijk aannemen, dan voer ik ze gelijktijdig. Meestal lukt dat niet en moeten ze geduldig op elkaar wachten, terwijl ze tegen mij aan kruipen. Ondanks dat Misty kleiner was bij binnenkomst dan Impi, heeft ze Impi tegen de tijd dat we weggaan bijna ingehaald. Ze weegt 1.825 kilo als we weggaan en ook haar hebben we dus nooit buiten kunnen zien springen.

DE VRIJWILLIGERS EN EIGENAREN

Mandy en John zijn de eigenaren van Uralla, maar hebben wel een bestuur dat meebeslist over de grotere onderwerpen. Mandy is de meest vriendelijke vrouw die je je voor kan stellen en werkt harder dan iedereen die ik ken. Ze werkt van ’s ochtends tot ’s avonds en zit nooit stil. Ze kookt iedere dag voor gemiddeld 8 personen en daarnaast werkt ze gemiddeld 3 nachten per week in het ziekenhuis als zuster. Uiteraard slaapt ze dan de volgende dag wel deels, maar toch doet ze ook op die dagen erg veel op Uralla. Ze is een verbazingwekkende vrouw met zeer veel liefde voor al haar dieren en vrijwilligers. Haar echtgenoot, John, is een geval apart. Hij kan erg vriendelijk zijn en als hij je mag, dan kan je niks meer fout doen. Als hij je niet mag, dan maakt het niet uit hoe geweldig je bent, hij zal je onaardig behandelen. Gelukkig is hij gelijk gecharmeerd van Ro en hebben we daar geen last van. John is een alcoholist en begint vaak al rond 15:00 uur met wijn drinken, waardoor hij elke avond dronken is. Soms is dat niet zo vervelend, maar meestal wel. Vooral de avonden dat Mandy werkt is er niemand die hem tegenhoudt in zijn dronkenmanspraatjes en als hij de pik op iemand heeft, dan zijn dit de avonden waarop alles eruit gegooid wordt. Ik vind hem op zich niet onaardig en probeer zo goed mogelijk met hem om te gaan, maar hij is absoluut het minst leuke aspect van Uralla.

 

Bij onze aankomst waren er dus 6 vrijwilligers: Sven, Andy, Camille, Lucy, Anja en Debbie. Als eerste verlaat Lucy ons, een dag of 5 na onze aankomst. Een paar dagen later vertrekt ook Anja. Nog een week later is het verblijf op Uralla ook afgelopen voor de Debbie en vlak daarna rijdt ook Andy naar huis. Rond die tijd worden we aangevuld met Claudia, een Duitse vrouw. Zij blijkt webontwerper te zijn en is het merendeel van haar 2 weken bezig met het ontwerpen van een nieuwe website voor Uralla. Het resultaat is een zekere verbetering van de oude website. Vrijwel alle foto’s op de nieuwe website (http://www.urallawildlife.com.au) zijn gemaakt door Ro. Tijdens Claudia’s verblijf maken we ook kennis met Richard, een Engelse jongeman die 3 weken komt helpen. Er valt weinig op hem aan te merken, maar John heeft gelijk de pik op hem. Wij vinden Richard wel erg aardig en behulpzaam. Daarna komen Antoine en Caroline, 2 Franse vrienden die blijven herhalen geen relatie te hebben, maar het na 3 weken opgeven en samen in het 2 persoonsbed van Antoine verder verblijven. Dit “stel” is de eerste 2 weken zo lui als maar kan en ze doen bijna niks. De 3e week begint daar een beetje verandering in te komen en eindelijk in hun laatste (4e) week, helpen ze goed mee. Mandy had ze eigenlijk weg willen sturen, maar John had besloten dat Caroline depressief is en dat hij de uitgewezen persoon is om haar te helpen. Uiteraard is ze niet depressief, alleen een beetje lui, maar John helpt graag jonge meisjes van hun problemen af. Uiteraard is hij niet bepaald de aangewezen persoon daarvoor. Ondertussen hebben de Duitse Claudia en Richard ons alweer verlaten. Half september komt de 18-jarige Duitse Anni bij ons helpen. Ze is een schat van een meid en aangezien ze lang zal blijven, oefen ik zo veel mogelijk met haar zodat ze alle kangoeroes leert kennen. Een paar dagen na haar aankomst komt ook de Italiaanse Claudia, en ook zij vergezeld mij en Anni iedere dag om de namen van de kangoeroes te leren.

De dag na Claudia’s aankomst vertrekken Sven en Camille. De avond daarvoor hebben we een afscheidsbarbecue gehouden en aangezien wij eigenlijk gelijk zouden vertrekken, hadden we met z’n vieren een afscheidscadeau gekocht: een nieuwe weegschaal om de baby’s makkelijker te wegen. John en Mandy zijn er erg blij mee. Het afscheid de volgende ochtend is niet makkelijk, want we hebben 6 leuke weken met hun gehad. Bij de bbq waren ook Helene en Stefan aanwezig, een Frans stel dat in 2012 ongeveer 5 maanden bij Uralla heeft gewerkt en sindsdien in een wijngaard een uurtje rijden bij ons vandaan werken. Helene heeft 2 weken vakantie en die besluit ze bij ons door te brengen, wat wij erg leuk vinden. Stef komt op zijn vrije dagen langs. Het is erg prettig dat ze er zijn. Een paar dagen later komen er twee 19-jarige Duitse meisjes: Ricky en Minnie. Ze doen erg hun best, maar ze hebben veel last van heimwee en zien zelf niet zo goed wat ze moeten doen. John snauwt ze regelmatig af. De eerste nacht dat Mandy aan het werk is begint John tegen hun en Anni aan een lange gemene harteloze preek over wat ze allemaal fout doen. Het is echt heel zielig en alle drie huilen ze de halve nacht. Gelukkig besluiten ze alle drie wel te blijven en doen daarna alles wat ze maar kunnen om John’s houding ten opzichte van hun te doen veranderen. Het werkt wel en daarna valt hij niet meer zo erg tegen ze uit. We vinden het knap dat ze zo vriendelijk tegen hem kunnen doen, na de manier waarop hij hun heeft aangesproken. De 2 meisjes vertrekken uiteindelijk op de afgesproken dag, dezelfde dag als wij vertrekken. Vijf dagen voor ons vertrek komt Julia vanuit Duitsland gevlogen. Julia heeft hier een jaar geleden ook zo’n vijf maanden gewerkt en komt nu terug om haar baby Mickey vrij te laten. Ook zou ze Argento vrijlaten, maar omdat hij ziek is, zal dat nu niet lukken.

We kunnen wel zeggen dat we allemaal zeer bijzondere en lieve mensen hebben ontmoet op Uralla en dat ons verblijf dankzij deze vrijwilligers alleen maar meer bijzonder is geworden.

DE KANGOEROES

De kangoeroes zijn ingedeeld in diverse groepen. Afhankelijk van hun leeftijd en gezondheid bepaalt Mandy hoe vaak ze per dag melk krijgen en welke melk. De baby’s krijgen 6x de fles per dag. Zodra ze groot genoeg zijn gaan ze over op 5 flessen per dag, waardoor ze automatisch worden ingedeeld in de infants. Als alles goed gaat, gaan ze daarna door naar de big infants met 4 flessen per dag. Een tijd later zullen ze naar de nursery gaan, wat betekent dat ze nog maar 3 flessen per dag krijgen. De volgende stap is de pre-release, wat ook inhoudt dat ze naar een ander verblijf gaan. In de pre-release krijgen ze nog maar 2 flessen per dag en zijn ze niet meer constant omringt door mensen. Bij onze aankomst kwam het er ongeveer op neer dat er 170 flessen per dag werden gegeven. Bij ons vertrek waren dat er ongeveer 200 flessen per dag.

Iedere fles moet nadat deze leeggedronken is afgewassen worden en weer gevuld worden. Er zijn diverse soorten melk voor de verschillende behoeftes van de kangoeroes en die moeten ook iedere dag gemaakt worden door water met de poeder te mixen. Daarnaast moet er in sommige flessen, soms tijdens elke voeding, soms op specifieke tijden, yoghurt, visolie, vitaminedruppels, glucose of gastrolyte. Uiteraard hebben we een bord waarop precies staat geschreven wie wat wanneer krijgt.  Om iedere kangoeroe de juiste voeding te kunnen geven, moeten we dus precies weten wie wie is. De eerste dag zie je al die kangoeroes en kun je je niet voorstellen dat je ze ooit uit elkaar kan houden, maar dat blijkt helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Na drie weken kende ik ze allemaal. Omdat Ro vaak met John bezig was dingen te bouwen, mistte hij regelmatig wat voedingen, waardoor het bij hem iets langer duurde, maar ook hij kende alle kangoeroes voor ons vertrek.

Iedere kangoeroe heeft zijn/haar eigen karakter en zoals je de kangoeroes in het begin leert te onderscheiden door een uiterlijk kenmerk zoals de kleur of een stip, herken je ze later aan hun gezichtsuitdrukking. Sommige zijn erg gehecht aan mensen en willen je constant knuffelen, anderen hebben daar weinig tot geen behoefte aan. Sommigen zijn veelal actief, anderen slapen de hele dag. Sommigen proberen je te schoppen (is heel schattig en onschuldig als ze nog zo klein zijn), anderen willen je constant likken. Ik zou over elke kangoeroe wel een pagina vol kunnen schrijven, maar daar begin ik maar niet aan……

 

DE WERKZAAMHEDEN

Onze dagen waren de eerste weken een stukje makkelijker dan de laatste 2,5 week. De eerste week zag het er in het algemeen als volgt uit:

6:45 uur: opstaan

7:00 uur: Impi de fles geven

7:15 uur: de infants, big infants en nursery de fles geven

7:30 uur: de vloer van de woonkamer schoonmaken & kippen e.d. voeren

8:15 uur: geit melken

8:30 uur: ontbijten

9:00 uur: een uurtje diverse klusjes doen

10:00 uur: Impi de fles geven

10:15 uur: de infants de fles geven

10:30 uur: dingo’s wandelen of andere klusjes

12:30 uur: de big infants en de nursery de fles geven

13:00 uur: Impi de fles geven

13:15 uur: lunchen

14:00 uur: nursery de fles geven

14:15 uur: dingo’s wandelen of andere klusjes

16:00 uur: Impi de fles geven

16:15 uur: de nursery en big infants de fles geven

16:30: Bella melken

17:00 uur: de nursery de fles geven en een aantal naar bed brengen op de veranda

17:30 uur: tijd voor jezelf

19:00 uur: Impi de fles geven

19:45 uur: diner

21:00 uur: infants de fles geven en terug in bed stoppen

22:00 uur: Impi de fles geven

22:15 uur: bedtijd

Na een week of 10 dagen vraagt Sven aan mij of ik samen met hem de pre-release wil voeren, waardoor ik vanaf dat moment om 8:30 uur en om 16:30 uur daarmee bezig ben. Omdat Sven samen met Ro en Andy niet veel later een nacht zullen gaan vissen, heb ik slechts 5 dagen om alle namen te leren en de bijbehorende gezichtjes te herkennen. Het lukt redelijk goed, maar de vistrip wordt een paar dagen uitgesteld, dus uiteindelijk is het helemaal geen probleem meer.

Tot 20 september hebben we eigenlijk best wel wat vrije tijd. Meestal doen Ro en ik klusjes in die paar uurtjes, maar als we zouden willen, dan zouden we ook een boek kunnen lezen. Vanaf 20 september veranderd dat behoorlijk. Mandy is naar Perth gereden om 4 baby’s op te halen en komt met 8 terug. Ondertussen hadden we na Misty ook nog de baby’s Sierra, Colette en Franck welkom geheten, dus iedereen had al een eigen baby. Deze 8 baby’s zijn gewend aan 4 of 5 voedingen per dag, dus kunnen we ze plaatsen onder de infants. Al deze baby’s zijn over de 2 kilo, dus ze mogen ook buiten springen. De meesten zijn erg bang en behalve Ro, Helene en ik hebben we alleen onervaren vrijwilligers. En dus besluit Mandy dat Helene en ik (Ro werkt op dat moment buitenshuis) de eerste 2 dagen alle voedingen doen van deze 8. En dat naast onze eigen baby’s. Na 2 dagen hebben we het wel een beetje gehad, want we doen niks anders dan voeden en ze aan ons laten wennen. Op maandag verdelen we de baby’s onder de andere vrijwilligers. Ik houd Eliza voor mezelf en Kenny voor Ro. Eliza is een erg angstig beestje dat veel vertrouwen moet krijgen.

 

Kenny is gewoon een lekkere grote jongen, wat ook wel leuk is voor Ro.

 

Maar vanaf deze dag heeft iedereen het razend druk. Het lijkt wel alsof we alleen nog maar voeren. Nadat we de infants hebben gevoed buiten, moet deze groep van 8 tiny infants gevoed worden. Sommigen drinken langzaam, de meeste hebben diarree en allemaal moeten ze buiten spelen. Over het algemeen duurt het minstens een uur per keer. Alleen als het licht is buiten, mogen ze buiten hoppen, maar dat zijn toch 4 van de 5 voedingen. Dat betekent dat we pas een uur later ontbijten, dat we een uur later klaar zijn met de volgende voeding, dus om 11:15 i.p.v. 10:15, waardoor je hier nog maar een uur over hebt tot de volgende voeding. En ook de 14:00 uur voeding is pas om 15:15 uur afgelopen. Hierdoor heb je nog maar 3 kwartier voordat je je baby weer moet voeren. We komen bijna nergens anders meer aan toe en zelfs de dingo’s worden niet meer allemaal elke dag uitgelaten, omdat we de tijd er niet voor hebben. Voorheen lagen de infants om 17:00 uur wel in hun bedjes op de veranda, maar omdat het nu langer licht is, zijn de tijden iets verschoven en beginnen we pas om 17:30 uur aan hun voeding. Als zij in bed liggen beginnen we met de tiny infants en zodra zij even buiten hebben gespeeld is het al 18:45 uur, zodat we nog precies een kwartier hebben om hun in bed te stoppen en de baby’s voor hun voeding er weer bij te halen. En hoewel er voorheen bijna elke avond wel gedart werd, zit dat er nu niet meer in. Het begint zijn tol te eisen en we zijn ’s avonds uitgeput en vallen direct in slaap. Maar we genieten wel van elke minuut met de kangoeroes en het is het zeker waard.

DE UITSTAPJES

John neemt de vrijwilligers regelmatig mee op een uitstapje. Op 11 augustus neemt hij mij, Camille, Anja en Debbie mee naar een riviertje, ongeveer een uur rijden. Daarna bezoeken we een meer dat is ontstaan omdat daar lang geleden een meteoriet was neergestort, die nu nog (deels) diep in het water ligt. We zijn slechts een paar uur weggeweest, maar het was erg gezellig.

 

Op 19 augustus neemt hij Ro, Sven en Andy mee zeevissen. Ze vertrekken in de late ochtend en komen 26 uur later weer terug met 14 grote zalmen en 2 grote haringen.

Ze sliepen op het verlaten strand in the-middle-of-nowhere. Als ze de volgende ochtend de auto willen starten, blijkt John in zijn vreselijk dronken bui de lamp te lang te hebben aangehad en hij is er van overtuigd dat de accu leeg is. Hij probeert niet te starten en als er ineens iemand langs komt wandelen met telefoon bellen ze gelijk naar ons. Ik neem op en geef aan dat Mandy pas over een paar uur terug is. John geeft aan dat zij iemand moet zien te vinden die hun kan komen halen en dat zij daar wachten. Als Mandy er is gaat ze op zoek naar iemand, maar niemand weet waar ze precies zijn of heeft nu tijd. Uiteindelijk kan er iemand pas laat in de middag hun kant op. Ondertussen bleek de auto gewoon te starten en komen ze aan het begin van de middag vrolijk aanrijden, waardoor Mandy die persoon nog net op tijd kan afbellen. Ondanks alles hebben ze wel een leuke dag gehad!

 

Op 3 september neemt hij Ro, Sven, Camille en mij mee naar de beroemde Tree Top Walk. Onderweg stoppen we nog op diverse mooie stranden en bezoeken we een paar leuke dorpjes.

De gigantische bomen van de Tree Top Walk zijn indrukwekkend en we lopen hoog tussen de boomtoppen over de hangbrug. Het voelt een stuk veiliger aan dan de canopywalks die we in Azië hebben gedaan! We zijn ongeveer 8 uur onderweg geweest.

 

Op 7 september gaan Camille en ik naar de maandelijkse markt in Mount Barker. Camille heeft ruim 100 crêpes gebakken en samen met ons en Sven heeft ze voor de ingrediënten betaald. We willen deze verkopen op de markt en al het geld als donatie aan Uralla geven. Op aandringen van John nemen Camille en ik beide onze baby mee, zodat dat de mensen aantrekt. Het is echter heel erg koud en we zijn druk bezig ze warm te houden. Bovendien vinden de meeste mensen het niet zo leuk als je eerst aan dieren zit en daarna aan hun eten. We verkopen dus erg weinig, maar eten die avond wel heerlijke crêpes. Uiteindelijk halen we toch bijna $ 60 (€45) op.

Op 8 september komt een 80-jarige orchidee fanaat langs. Hij woont in Frankland en rond deze tijd van het jaar zijn de wilde orchideeën in bloei rondom Uralla en als er interesse is, neemt hij vrijwilligers mee om ze te laten zien. Sven, Richard, Ro en ik willen graag mee, dus brengt hij ons naar een aantal plekken. Helaas zien we er niet zo veel. Doordat de regens zo lang zijn doorgegaan dit jaar, beginnen ze nu pas op te komen, maar desondanks is het interessant en leuk. Het zijn mooie wandelingen en de verhalen van de oude man zijn boeiend.

Op 6 oktober hebben we ons laatste uitje. John neemt ons en de 3 Duitse meisjes mee naar de rivier waar hij mij de eerste keer mee naar toe heeft genomen. Ik heb er niet zo veel zin in, maar John is gelijk erg gepikeerd als ik laat vallen dat hij ook Claudia in mijn plaats mee kan nemen, dus besluit ik ook maar te gaan. Om mezelf nog een beetje nuttig te maken, besluit ik de Dingo Vegas en de hond Jackie mee te nemen. Jackie zit met Ro voorin, terwijl ik met Vegas en de 3 meisjes achter in de overdekte laadbak zit. Zodra de zijkanten open gaan heeft Vegas zijn neus naar buiten en geniet hij ontzettend. Het kost me al mijn kracht om hem in de auto te houden. Eenmaal bij de rivier spelen ze in het water en rennen door de bush. Ze hebben het duidelijk naar hun zin en wij ook. Ondanks dat we er beide weinig zin in hadden, zijn we blij dat we er even uit waren.

DE GEBOORTE VAN FURGIE´S BABY

Op 23 augustus lopen Sven en ik, zoals elke morgen, naar de pre-release om daar te voeren. Andy besluit met ons mee te gaan. Over het algemeen komen de meeste kangoeroes ’s ochtends naar het hek als ze ons aan zien komen, ongeduldig wachtend op hun fles. En tussen deze wachtende horde staat ook altijd Furgie, een 15-jarige Red Kangaroo, die gek is op haar melk.

 

Ze krijgt het niet in een fles, maar speciaal voor haar nemen we 2x per dag een bak met 1 liter melk mee. Deze krijgt ze onder de shelter, maar toch komt ze ons vrijwel altijd bij het hek opwachten, om mee terug te lopen naar de shelter. Meestal drinkt Rosie de Red ook met haar mee en soms ook anderen. Deze ochtend staat Rosie wel te wachten, maar geen Furgie. Dat is een beetje raar, maar we zien haar in de shelter staan en gaan er vanuit dat ze daar op ons wacht. Als we iedereen bij het hek gevoerd hebben, lopen we naar de shelter. We zetten de melk voor haar neer, maar ze komt niet. Ik zie dat ze haar armen helemaal nat heeft gelikt en Sven en ik bekijken of er iets mis met haar is. Er komt bloed uit haar vagina en ik vraag me net af of kangoeroes ongesteld kunnen worden, als Sven een heel klein roze baby’tje op haar vacht ziet zitten. De baby heeft de vorm en de grootte van een cashewnoot. Heel erg klein. IJverig klimt ze omhoog tegen haar mama’s vacht, richting de buidel. Verbijsterd laten Sven en ik ons op de grond vallen om hiernaar te kijken. Ook Andy heeft zich bij ons gevoegd en we realiseren ons dat we hier iets zeer bijzonders meemaken. Geen van ons heeft een camera bij en behalve de camera, willen we ook de rest hier hebben om dit mee te mogen maken. Mandy heeft ons eerder verteld dat ze in de 13 jaar dat ze met kangoeroes werkt, slechts 1x zoiets gezien heeft. Dus Sven offert zichzelf op en rent terug naar het huis. Andy en ik aanschouwen dit wonder voor nog een paar minuten, tot we plaats maken voor Ro, Camille en Mandy. Ro’s camera klikt en Sven’s camera filmt het hele gebeuren.

 

Furgie zelf lijkt niet echt bewust van wat er nu precies gebeurt. Ondanks dat ze 15 jaar oud is, heeft ze nog nooit een baby gehad. En even later zien wij wellicht de reden daarvan: ze voelt de baby blijkbaar over haar vacht kriebelen en graait ernaar met haar hand. En dan heeft ze het wurmpje te pakken, dat ze even later verwonderd op de grond smijt. Mandy pakt het cashewnootje op, opent Furgies buidel en laat het kleintje erin zakken. We hebben geen enkel idee of dat werkt, maar om het nou op de grond dood te laten gaan, dat konden we ook niet over ons hart verkrijgen. We zijn alle 6 erg gelukkig dat we dit mochten zien en onze dag kan niet meer stuk. De dagen daarna blijft Furgie druk haar armen en buidel likken, dus we hebben een kleine hoop dat de baby nog leeft. De dag voor ons vertrek voel ik aan haar buidel en het lijkt wel alsof er een baby inzit. Het lijkt alsof ik beentjes voel, maar voor hetzelfde geld zit er een stokje in haar buidel. Over een paar maanden zullen we het wel met zekerheid weten!

DE DINGO’S

Er wonen 6 dingo’s bij Uralla en natuurlijk mogen zij niet bij de kangoeroes komen.

Er zijn 4 grote verblijven voor de dingo’s, zodat de 4 mannetjes ieder hun eigen verblijf hebben. Ned woont samen met zijn zus Kelly. Ned is groot, terwijl Kelly een stuk kleiner en dunner is. Het zijn heerlijke honden en we proberen zo vaak mogelijk met ze te spelen en uit te laten.

 

Nibbler woont alleen en is reeds twee keer over het hek naar Kelly gesprongen en heeft haar 2x zwanger gemaakt. Nibbler was van een man die hem heeft afgestaan, maar na zijn vertrek was hij erg wantrouwig tegenover mensen. Op een gegeven moment moesten ze hem vangen om de halsband die ondertussen veel te klein was, los te maken. Deze ervaring heeft hem zo getraumatiseerd dat hij nu echt niet meer bij mensen in de buurt wil komen. Ro heeft heel wat uren in zijn verblijf doorgebracht om hem weer te laten wennen aan mensen en uiteindelijk at hij stukjes vlees uit zijn en mijn hand, maar het is niet gelukt om hem genoeg aan te kunnen raken om een halsband om te kunnen doen en met hem te gaan wandelen. Uit de hartstochtelijke ontmoeting tussen Kelly en Nibbler is Jasper ontstaan en hij woont alleen in het derde verblijf. Hij is de jongste en ook de meest enthousiaste van het stel. Als je hem uit zijn verblijf haalt om te wandelen is hij zo onstuimig en springt tegen je op terwijl hij speels in je armen en benen bijt. Het doet meestal niet echt pijn, maar kan voor de nieuwe vrijwilligers soms een beetje gevaarlijk ogen. Maar hij is een schat van een hond. In het vierde verblijf wonen Vegas, Jackie en Rosie. Rosie is schichtiger dan Nibbler en haar hebben we nog nooit aangeraakt. Jackie is de enige hond, maar als klein Jack Russel meisje staat ze haar mannetje wel tussen de grote dingo´s. Kelly is het alfa vrouwtje van de dingo´s, maar daar is Jackie het niet mee eens en ze zullen hoogstwaarschijnlijk tot de dood vechten als ze ooit bij elkaar zouden komen. Vegas is de oudste dingo. Mandy geeft aan dat hij geen 100% dingo is, maar dat er ook hond doorheen zit. John geeft aan dat hij hoogstwaarschijnlijk wel 100% dingo is. Qua karakter en uiterlijk zou ik Mandy gelijk geven, maar uiteraard kan alleen een DNA onderzoek uitslag geven. De andere 5 dingo´s hebben een DNA onderzoek gehad en zij zijn alle vijf 100% dingo. We proberen elke dag 2 wandelingen te maken. Eén keer met Vegas en Jackie en daar kan Jasper ook bij en één keer met Ned en Kelly en ook dan kan Jasper mee. Vegas en Ned kunnen niet samen en Jackie en Kelly kunnen niet samen, dus met alle 5 tegelijk lopen is geen optie. De dingo’s hebben absoluut een plek in ons hart gekregen!

STAR

Bij onze aankomst op Uralla maak ik ook kennis met Star.

Star is een bijna 2 jaar oude Western Grey die half juni na een storm ’s ochtends verlamd gevonden was in de nursery. Ze was bijna oud genoeg om vrijgelaten te worden, maar nu kan ze niet meer lopen. De afgelopen maand was Sven met haar oefeningen aan het doen om haar spieren lang te houden en in de hoop dat ze misschien toch alleen tijdelijk verlamd is. Vanaf dag 1 help ik Sven met haar en ze verovert direct een plek in mijn hart. Ze is de liefste kangoeroe die je je voor kan stellen en ze “klaagt” zelden. Ze lijkt altijd vrolijk en opgewekt. Haar vriendin Rosalie, een iets oudere Western Grey, komt vaak bij haar kijken. Rosalie en Star hebben als baby’s samen in een mandje geslapen. Sven en ik hijsen Star iedere morgen in een broekje waaraan we haar ophangen, zodat ze een uur kan staan. Ook proberen we zo vaak mogelijk haar benen te strekken en de buigen. Ondanks al onze inspanningen worden haar benen steeds stugger en uiteindelijk durven we haar niet meer in de broek te hijsen, omdat we bang zijn dat we haar benen breken als we haar doorduwen tot ze staat. De week daarna houden we haar vast terwijl we haar voorzichtig neerzetten, maar ook daarvoor zijn haar benen uiteindelijk te stijf. Mandy geeft aan dat er geen toekomst voor Star zal zijn en dat we er mee op mogen houden. We proberen haar leven zo leuk mogelijk te maken en brengen haar steeds naar de plek waar de meeste kangoeroes zijn. Als het begint te regenen leggen we haar op een droge plek en als het droog is weer ergens anders. Iedere dag rond 7:30 uur gaat ze naar buiten en om 17:00 uur komt ze weer naar binnen. Ze zit bij ons op schoot en we geven haar veel lekker eten.

Na een maand merken we dat ze een vriendschap heeft gesloten met HopScotch, een kangoeroe mannetje van haar leeftijd die slechts 1 achterbeen heeft. Hij beweegt ook niet zo veel en vanaf die dag zorgen we dat ze altijd samen buiten zijn. Als HopScotch er toch vandoor gaat, dan huilt Star tot we haar weer bij hem brengen. Het is fijn dat ze zo’n goede vriend heeft.

Op een dag liggen alle kangoeroes in het veld als er iets gebeurt waarvan ze schrikken. Ik zie iedereen wegrennen van de plek waar Star nog ligt en ga haar halen. Daar aangekomen blijken HopScotch en Rosalie nog bij haar te zijn, de rest is verdwenen. En terwijl ik Star optil om naar de rest aan de andere kant van het veld te brengen, springen HopScotch en Rosalie ongeduldig voor me uit. Ze wachten na elke paar sprongen op mij, want ik ben veel trager, maar ze laten Star nog steeds niet alleen. Eenmaal aan de andere kant blijf ik bij de groep zitten, want ze zijn nog steeds erg gespannen. Als ze na een paar minuten toch allemaal besluiten naar een andere hoek te rennen, gebeurt er hetzelfde. Het is wonderbaarlijk hoe sterk de vriendschappen zijn.

De eerste weken slaapt ze nog binnen in de woonkamer, maar als haar vriendschap met HopScotch sterker is, besluiten we ze samen buiten te laten slapen. Ze staan tegen elkaar aan en kunnen elkaars handje vasthouden de hele nacht. Het blijkt erg goed te gaan. De laatste weken van ons verblijf op Uralla wordt Star steeds zenuwachtiger. Ze realiseert zich waarschijnlijk hoe kwetsbaar ze is en wil niet meer alleen zijn. Zelfs als we gaan eten, waarbij we 6 meter van haar plek bij de open haard verwijderd zijn, raakt ze overstuur en trekt ze zichzelf vooruit met haar armpjes om dichter bij ons te zijn. Vanaf dan gaat ze met bed en al mee naar de tafel ’s avonds, maar het is duidelijk dat dit geen lange tijd meer kan duren. Soms is ze zo onrustig dat ze op mijn schoot zit als ik probeer te eten. Uiteindelijk besluiten John en Mandy dat het tijd is om haar in te laten slapen en dat dat beter kan gebeuren zolang ik er nog ben. Ze is nu zo gewend aan mij dat ze het haar niet aan willen doen om weer aan iemand anders te wennen. Ik wil er dan graag bij zijn als het gebeurt en een week voor ons vertrek besluiten we het op maandag 7 oktober te doen. De dagen daarvoor zijn vreselijk en eigenlijk was het beter om die beslissing ’s ochtends te maken en ’s middags uit te voeren, niet 5 dagen van te voren. Maar de laatste nachten slaapt ze bij ons op de kamer. Star is één van de weinige kangoeroes die duimt. Alleen doet ze dat niet op haar duim, maar op haar middelvinger. De hele nacht hoor je haar op haar vingertje zuigen en ligt ze content naar ons te kijken. Waarschijnlijk slaapt ze ook, maar elke keer als ik probeer haar te zien slapen, is ze alweer wakker en kijkt me aan. Als haar laatste dag is aangebroken heb ik het er erg moeilijk mee. We hebben alles gedaan wat maar mogelijk is om haar beter te maken en toen dat niet lukte om haar een zo prettig mogelijk leven te geven. De hele ochtend draag ik haar naar haar vrienden, geef iedereen gras en het goede voer, zodat ze allemaal bij haar blijven. Daarna geeft Mandy haar Valium (het sterkste medicijn dat ze heeft, maar zelfs dat is niet legaal) en als ze slaperig is neemt iedereen afscheid van Star.

Mandy en ik rijden samen met Star naar het hek van het terrein en brengen haar buiten het hek, het Nationaal Reservaat in. Ondanks dat ik weet dat Mandy de medicijnen niet heeft om haar in te laten slapen, kwam het geweer toch een beetje als een schok. Star had een paar dosis valium gehad, maar bleef er constant tegen vechten, dus ze was volledig bij bewustzijn. De autorit vond ze erg leuk en ze keek vol verwondering om haar heen, maar misschien haalde de Valium daar wel de angst vanaf. Ik leg haar op de grond en ga achter Mandy staan, maar Star probeert zichzelf vooruit te slepen achter mij aan. Ik stel voor haar kont vast te houden, zodat ze niet zo beweegt en Mandy een beter schot heeft. Maar Mandy is te bang dat ze door haar tranen heen mij zal raken. Als ze eindelijk de trekker overhaalt als Star haar mooie gezichtje even stil heeft, blijkt de beveiliging er nog op te zitten. Dus wacht ze weer tot het juiste moment en Star haar hoofdje stil houdt en schiet haar neer. Snel gaan we bij haar zitten en aaien haar tot haar hart er mee is opgehouden, wat nog verbazingwekkend lang duurt. We laten haar achter tussen de opkomende wilde bloemen en lopen terug naar de auto. Het was vreselijk moeilijk, maar ergens voelt het ook goed. Ze had wellicht nog een paar maanden kunnen leven als er iemand bij haar is die voor haar zorgt, maar uiteindelijk zal ze te groot en te zwaar worden om steeds opgetild te moeten worden. En zeker met alle baby’s die de laatste weken in het huis wonen, werd het steeds lastiger tijd voor Star te vinden. Star was mijn favoriete kangoeroe en ik zal haar dan ook erg missen. Het kostte me meer moeite afscheid van haar te nemen, dan van Impi. Ik zal haar nooit vergeten!

CRASH

Op 31 augustus krijgen we een baby possum binnen. Het beestje weegt 50 gram en de kans op overleving is zeer gering.

Mandy geeft hem aan mij om te verzorgen en ik noem hem Crash, naar de possum uit de film “Ice Age”. Het is een zeer klein schattig naakt beestje en hij drinkt niet al te slecht. Normaal blijven buideldieren de gehele tijd in hun mama’s buidel met hun mondje om de tepel liggen. Crash houdt daarom het tuitje constant in zijn mondje, zodat ik alleen de spuit met melk maar hoef aan te sluiten. Zelfs als hij het niet vast heeft gehouden, is het niet al te moeilijk deze weer in te brengen. Zoals verwacht overleeft hij slechts een paar dagen, maar ik vind het bijzonder voor zo’n klein ventje gezorgd te mogen hebben.

RO’S BAAN

Op 13 september belt Clive, een man die op 40 kilometer afstand van Uralla woont, dus praktisch de buurman is. Hij vraagt aan John of hij toevallig een vrijwilliger heeft die hem een paar dagen wil komen helpen met het bouwen van hekken voor $ 18 per uur. Dit lijkt Ro wel wat en de volgende dag rijdt hij naar de boerderij. Clive is een 64 jarige man die alleen op een grote boerderij woont, waar hij 400 schapen heeft. Hij werkt in Albany op het tankstation, 5 dagen per week. Op vrijdag en zaterdag is hij vrij en vanaf dat moment werkt Ro iedere vrijdag en zaterdag bij hem, in totaal 7 dagen. Clive blijkt een vreselijk aardige man te zijn en ondanks dat het werk zwaar is, vindt Ro het leuk daar te zijn. Ze werken samen aan de bouw van een schapenverblijf, waar je de schapen in kan duwen en daarna door een gang kan duwen, zodat ze ingeënt kunnen worden.

 

Deze grote constructie wordt gemaakt van bielzen en de gaten worden met de hand gegraven. Het is zwaar werk. Als dit af is, vraagt Clive hem ook nog te helpen met het maken van een paar hekken. Dat is uiteraard geen probleem en zo verdient Ro in 7 dagen $ 1020 bij. Dat komt prima van pas! Ook krijgt Ro van Clive een aantal kampeerspullen, zoals een gasfles met kookpit, een fornuisje met kookpit, pannen, kopjes, een koffiemaker, bestek en dergelijke. In ruil daarvoor werkt Ro 1 uur gratis. Op de dag dat we Uralla hebben verlaten rijden we eerst naar Clive’s huis. Dat is eigenlijk de verkeerde kant op, maar Ro en Clive wilden mij graag laten zien wat hij gemaakt had. Ik ben onder de indruk en we drinken gezellig een paar kopjes koffie/thee met Clive. Ook ontmoet ik zijn hond genaamd Naked, die hij zo genoemd heeft omdat hij vaak weddenschappen aanging en dan aangaf dat als hij verloor “he would walk naked to the policestation”, wat uiteraard een heel andere betekenis had dan zijn tegenstanders dachten.

ONZE AUTO

Ro heeft gedurende de 2 maanden bij Uralla een beetje tijd gehad om onze auto op te knappen. Hij heeft uiteraard alle olie ververst ($95), maar ook de filters ($24) en schokdempers vervangen ($ 240), de remmen nagekeken, kruiskoppelingen en stuurkogels ingevet en de gloeipluggen vervangen ($100). Hij heeft de inbouw gemaakt, waarbij we in tegenstelling tot de meeste auto’s niet het bed hoog hebben gemaakt, zodat je in een soort doodskist slaapt, met de bergruimte onder je bed. Wij hebben het bed direct op de hoogte van de wielkasten gelegd, zodat we een smalle berging onder het bed hebben en een kast boven onze onderbenen gemaakt, zodat we onze benen daaronder steken als we gaan slapen. Ook hebben we nieuwe matten gekocht ($25).

HET AFSCHEID

Op woensdag 9 oktober staat ons vertrek gepland. Het is een beetje raar gelopen de afgelopen 36 uur, want John was op maandagavond opeens tegen Ro uitgevallen. Voorheen kon Ro niks verkeerd doen maar tijdens de voeding van 18:00 uur op maandagavond komt hij ineens binnenstormen dat Ro zijn auto uit de garage moet halen. Ro werkt de laatste week veel aan de inbouw van onze auto, zodat deze klaar is als we vertrekken. Op het roofrack had hij een houder voor de waterjerrycans in elkaar gelast en ondanks dat John meerdere keren tegen Ro had gezegd dat hij al het metaal van een bepaalde stapel mocht gebruiken, vond hij nu dat dat stukje oud metaal niet gebruikt had mogen worden. Hij is behoorlijk kwaad en schreeuwt dronken in het wilde weg. In discussie gaan heeft geen zin, dus negeren we hem de rest van de avond zo veel mogelijk. De volgende morgen is hij weer nuchter en heeft duidelijk veel spijt. Hij doet poeslief tegen ons. Ik kan het nog wel opbrengen om enigszins aardig te doen, maar Ro niet. Hij negeert hem de hele dag en meer dan goedemorgen zegt hij niet. John blijft het proberen, maar Ro is echt kwaad omdat hij voor dief was uitgemaakt. ´s Avonds, onze laatste avond op Uralla, is mijn meisje Eliza gebeten door waarschijnlijk een redback spider en ze balanceert tussen leven en dood. We zijn druk met haar en bezorgd of ze het wel gaat overleven. Dan weet John Ro alleen te krijgen en vraagt hij Ro waarom Ro niet vriendelijk tegen hem kan zijn, na al die moeite die hij vandaag heeft gedaan om vriendelijk te zijn. Ro geeft aan dat hij niet zo makkelijk vergeet en vergeeft wat John gisteren allemaal had gezegd en dat vindt John belachelijk. John is uiteraard weer stomdronken en begint nu opnieuw, na wat geruzie geeft Ro het op en als hij het later nog eens met ons samen probeert, proberen we hem aan het verstand te peuteren dat je mensen niet eerst onterecht voor dief kan uitmaken en dan kan verwachten dat ze je nog steeds aardig vinden, maar het heeft geen zin. We lopen weer bij hem weg en gaan bij Eliza zitten. Het is jammer dat het zo moet eindigen, maar ik begrijp dat Ro vandaag geen zin had om vriendelijk tegen John te zijn. Gelukkig kunnen we John de rest van de avond mijden en hebben we toch nog een gezellige avond met de anderen.

De volgende morgen pakken we de laatste dingen in de auto en daarna voeren we voor de laatste keer onze Impi en Misty. Met pijn in ons hart nemen we afscheid van onze baby´s. Gelukkig heeft Eliza de nacht overleeft en ziet ze er weer iets beter uit. We nemen afscheid van haar en Kenny en daarna van de vrijwilligers. Als laatste nemen we afscheid van Mandy. John slaapt nog en dus hoeven we geen afscheid van hem te nemen. Met gemengde gevoelens rijden we weg: aan de ene kant zijn we erg blij dat we met onze eigen auto door Australië kunnen gaan rondtrekken, aan de andere kant zullen we de kangoeroes (en dingo’s) wel heel erg gaan missen. Ook zullen we onze vrienden op Uralla erg missen. Toch is het wel tijd om weer verder te gaan en we zullen zeker proberen om over een half jaar ofzo nog even langs Uralla te rijden om te kijken hoe het met Impi, Misty, Eliza, Kenny en al onze andere kangoeroevriendjes gaat.

Uitgegeven 6 augustus tot 9 oktober: AUS$ 1.528 (€ 1.080)

Verdiend 6 augustus tot 9 oktober: AUS$ 1.020 (€ 722)   –    

Totaal uitgegeven 6 augustus tot 9 oktober: AUS$ 508 (€358)

Woensdag 9 oktober zijn we rond 7:30 uur weggereden bij Uralla. Na ons bezoek aan Clive rijden we via Mount Barker naar Albany. In Mount Barker kopen we bij een 2e hands winkel borden en kopjes, gordijnenstof, een grote schaal, 3 boeken, handdoekjes en keukengerei voor $ 12 (€9). Daarna rijden we door naar Albany waar we rond 13:00 uur aankomen. Als eerste gooien we de dieseltank vol. We moeten ook nog diverse kampeerartikelen kopen voordat we aan de lange rit naar Adelaide kunnen beginnen. Ook zouden we graag de distributieriem willen laten vervangen, maar we kunnen geen garage vinden die dit wil of kan doen. We besluiten dan maar naar Adelaide te rijden met de oude riem en hopen dat de auto er niet onderweg mee ophoudt. Na nog wat auto onderdelen en gereedschap gekocht te hebben gaan we op zoek naar 2e hands winkels en we vinden er 4. In drie kopen we diverse dingen. We vinden een groot dekbed voor $ 5,50 (€4), een koelbox voor $ 25 (€17), een grote leren koffer voor op het dak voor $ 8,50 (€6), campingboek voor $ 1 (€0,75), gereedschap en meer keukengerei. Ook kopen we bij de bouwmarkt 2 stoelen voor $ 7 (€5) per stuk, zeilen en spanbanden voor op het dak, sleepkabel, spullen om een kraan te maken en dergelijke. We kopen een basisvoorraad bij de supermarkt en alvast wat te eten voor vanavond. Ook kopen we een (nieuwe) omvormer voor $ 60 (€45) zodat we 220 Volt in de auto hebben. Halverwege de middag hadden we al een keer het uitkijkpunt bezocht waar Ro op zijn shoppingtrip naar Albany een paar weken terug walvissen had gezien. Nu zien we er geen één. Als we aan het eind van de middag klaar zijn met de inkopen, rijden we terug naar de kust. We zien geen walvissen en parkeren op een parkeerplaats naast een woonwijk, met uitzicht op zee. We ruimen zo veel mogelijk dingen op in de kastjes en gooien de rest op de voorstoelen. Ro maakt een paar boterhammen met gebakken ei, terwijl ik de bedden klaarmaak. Daarna gaan we vroeg naar bed, maar kijken voor het eerst sinds minstens 2 maanden een film.

Uitgegeven: AUS$ 271 (€191)

Donderdag 10 oktober zijn we allebei om half 7 klaarwakker. Het zal wel even duren voordat deze gewoonte verdwenen is. We lezen nog even en staan dan maar op. We rijden naar het uitkijkpunt, ongeveer 500 meter van onze slaapplek vandaan en wandelen naar beneden.

Het is een mooie wandeling en we zoeken naar walvissen, maar zien ze niet. Wel zien we vele grote hagedissen. Als we zijn uitgewandeld rijden we weer de stad in en kopen we nog wat laatste dingen die we gisteren vergeten waren, doen nogmaals wat boodschappen voor de komende week en tegen het einde van de ochtend verlaten we Albany. We willen richting Esperance, maar we willen eigenlijk ook het Stirling Range National Park bekijken. Dus rijden we daar eerst heen. Het zijn mooie bergen en we rijden er eentje op zover als dat met de auto mogelijk is.

Er staat bij dat de rest van de klim per voet mogelijk is, maar dat het erg zwaar is. We besluiten deze over te slaan. Degenen die we wel willen beklimmen blijkt een toegangsprijs te hebben en dus slaan we ook deze maar even over. We maken nog een kleine omweg om een echte Nederlandse molen in het Australische landschap te mogen zien staan en ik kan zeggen dat ze daar veel beter tot haar recht komt.

Daarna rijden we richting Esperance.

Door alle commotie op Uralla de laatste avond, had ik niet meer gedoucht en aangezien dat nu alweer een dag of 5 geleden is, besluiten we voor vandaag een camping te zoeken. Rond 15:00 uur rijden we door een piepklein stadje, met camping en we besluiten daar te blijven. Ro spuit gelijk het roofrack zwart, zodat we deze eindelijk goed vast kunnen zetten met de gister aangeschafte schroeven en ik pak de achterbank in, in plastic, zodat deze op het dak mee kan reizen. We gebruiken de achterbank niet en deze moet plat om ons bed te kunnen maken. Ook vul ik de koffer met spullen die we niet nodig hebben en pakken we deze ook in het zeil. Als het roofrack weer op het dak zit, binden we alles op het dak en hebben we eindelijk wat ruimte in onze auto. We ruimen alles in de kastjes en we blijken nog meer dan genoeg bergruimte over te hebben. Altijd fijn! Daarna neem ik de broodnodige douche, terwijl Ro in de keuken gaat koken. We eten spaghetti en gaan daarna vroeg naar bed.

Uitgegeven: AUS$ 172 (€191)

Vrijdag 11 oktober nemen we de tijd om van alle luxe van de camping te genieten, zodat we onze $25 (€17) er een beetje uit kunnen halen. Uiteraard waren we vlak na 6 uur ’s ochtends alweer klaarwakker, dus nog steeds hebben we niet kunnen genieten van een keer uitslapen. Er zijn 3 tamme kangoeroes op de camping, waarvan één groot vrouwtje met baby in de buidel en het is fijn om weer een kangoeroe te aaien. Dat hebben we wel gemist.

Rond 10 uur rijden we weg en, na een korte stop bij een mooi meer,

zijn we rond 13 uur in Esperance. Volgens de Lonely Planet zeggen veel mensen dat zich hier de mooiste stranden van Australië bevinden en ze geven aan dat het moeilijk is het daar niet mee eens te zijn. We besluiten eerst de toeristische kustroute terug naar het westen te volgen en zien al snel een idyllisch strandje naast ons.

We parkeren de auto en maken een strandwandeling.

Als we even later de bocht omrijden zien we weer een idyllisch strand en weer maken we een wandeling. Bij de 3e rijden we maar even door en ook de 4e bewonderen we alleen vanuit de auto. We rijden tot aan het uitkijkpunt, waar we naar boven klimmen.

Zoals op de stranden, zijn we ook hier helemaal alleen. Het is inderdaad erg mooi hier. We rijden terug naar het vorige strand en bekijken die ook. Dit strand staat beschreven in de LP en is genaamd Twilight Beach. Hier bevinden zich wel meerdere mensen en dus rijden we al snel weer verder.

Maar het is een absurd mooie route om te rijden met geweldige strandjes. Een echte aanrader! Het is niet bepaald om de hoek, want vanaf Albany tot hier was ongeveer 600km en daartussen was vrij weinig te vinden, maar wel de moeite waard. We kopen nog wat brood bij de bakkerij en kopen de dingen die we nog steeds niet hebben: douchegel, schaaltjes, opbergbakjes, afwasspons en chocolade. Ook doen we zekerheidshalve nog wat allerlaatste inkopen in een grote supermarkt, voordat we Esperance weer verlaten. Uiteraard niet voordat we de dieseltank weer vol hebben gegooid. We willen alvast een klein stukje de stad uit rijden, zodat we alweer iets dichter bij Adelaide zijn, wat nog zo’n 2.500 km rijden is. We willen eerst de binnendoor weg nemen, die deels alleen met een 4×4 begaanbaar is volgens de kaart, maar zien dan een bord waarop staat dat de gehele 170km alleen per 4×4 begaanbaar is. Ondanks dat dat geen probleem is voor de auto, hebben we daar nu de tijd niet voor. En we hebben ook geen zin om over 160km om te moeten draaien omdat de rivier te diep is voor onze auto. Dus draaien we de snelweg op en rijden naar het noorden. Na 20km begint het schemerig te worden en gaan we op zoek naar een plekje voor de nacht. De zijwegen zijn allemaal zandwegen, maar lopen meestal alleen naar een boerderij. Ondanks dat de weg zelf van de overheid is, denken we dat de boer het niet zo leuk zal vinden als wij daar kamperen. Dan vinden we een langere zijweg en we parkeren de auto na 100 meter langs de kant. Er rijden slechts 2 auto’s langs gedurende de avond, nacht en ochtend, dus het is geen verkeerde plek.

Uitgegeven: AUS$ 242 (€171)

Zaterdag 12 oktober zijn we uiteraard weer veel te vroeg wakker en vragen we ons af wanneer we nou eindelijk eens kunnen uitslapen. Het is best koud buiten, dus blijven we nog even onder de deken lezen. Daarna zet Ro koffie, eet hij een ontbijtje en rijden we verder. Het is nog bijna 200km naar Norseman en van daaruit mogen we dan weer naar het oosten gaan rijden. Onderweg ontbijten we (ja, Ro voor de 2e keer) op een erg mooie picknickplek langs de kant van de weg. Dit was een veel mooiere plek om te slapen afgelopen nacht! Als we weer een eind gereden hebben en bijna in Norseman zijn, zien we een bord met de mededeling dat toeristen de zandweg naar rechts kunnen nemen. Uiteraard doen we dat en we rijden door een geweldig mooi landschap over heerlijke 4×4 weggetjes. We stappen uit bij een parkeerplaats en wandelen naar “the lonely grave”, die naast een droog meer de laatste rustplaats van een 7 maanden oude baby die in 1897 gestorven was.

 

We tuffen weer verder over de kronkelende, zanderige en besteende paden tot we uiteindelijk in Norseman uitkomen. Het was een mooie detour! We kopen nieuw ijs voor de koelbox, zodat onze groenten, kaas en boter weer een paar daagjes koud blijven en vullen de tank met 18 liter weer vol. Als we de stad uitrijden zien we een bord dat aangeeft dat Adelaide slechts 1.984 kilometer rijden is. We besluiten vandaag zo ver door te rijden als we kunnen. Er is tot vlak voor Adelaide niet bijzonder veel te doen, dus kunnen we net zo goed een beetje doorrijden. Onderweg stoppen we wel voor elke dode kangoeroe die er nog enigszins vers uitziet. Als ze langer dan 12 uur dood zijn, is de kans dat er nog een levende baby in zit wel erg klein. En als ze plat zijn gereden is die kans er ook niet. Maar regelmatig vinden we net aangereden hoppers. Het merendeel blijken mannetjes te zijn en de paar vrouwtjes hebben geen baby bij zich. Na zo’n 100 km rijden we de langste rechte weg van Australië op, die zonder een enkele bocht in één strakke lijn 145km zal doorgaan. Het landschap is vrijwel constant identiek. Wel mooi, maar het wordt ook een beetje saai. Als we ruim 100km van de rechte weg genoten hebben, stoppen we op een picknickplek waar ook een aantal caravans staan. We besluiten naar het einde te rijden, een beetje verwijderd van de caravans en parkeren onze auto voor de nacht.

Ro kookt aardappelen en maakt een salade, terwijl ik dit verslag verder type. Gedurende onze 2 maanden in Uralla heb ik geen tijd gehad om ook maar een woord te typen, dus heb ik dat de afgelopen dagen in de auto gedaan. Ook de duizenden foto’s van Uralla moeten voor een groot deel nog uitgezocht worden. Maar dat komt later. Na het eten begint het erg af te koelen en kruipen we snel in ons bedje.

Uitgegeven: AUS$ 33 (€23)

Zondag 13 oktober zijn we allebei om 6 uur klaarwakker. Het begint irritant te worden. We lezen nog wat, maar staan om 7 uur naast de auto. Het is nog steeds koud en we besluiten eerst verder te rijden en later te ontbijten. We rijden ongeveer 2 uur als we bij de afslag naar het Eyre Observation Center kunnen. We lezen dat we naar het uitkijkpunt kunnen met elke auto, maar dat je een 4×4 nodig hebt om bij de oceaan te kunnen komen. We rijden in ieder geval de eerste 20km en ontbijten op het uitkijkpunt.

Het uitzicht is erg mooi en met onze bruine boterham met kaas genieten we dubbel. Voor de route naar de oceaan moeten we de banden deels leeg laten lopen en dat is geen probleem, alleen hebben we nog geen pomp om ze weer op te pompen als we hier terugkomen. Dus laten we het hierbij en rijden we weer terug naar de snelweg. We rijden nog een paar uur.

Alle tankstations die we nu tegenkomen zijn zoals verwacht erg duur. De prijs was $ 1,56 in Albany, daarna $ 1,65 rondom Esperance, maar hier, in-the-middle-of-nowhere, is de prijs rond de $ 1,99. We hebben niet genoeg tankinhoud om de woestijn volledig door te komen zonder bij te tanken, dus in Mundrabilla, 80 kilometer voor we Western Australia uit rijden, besluiten we zekerheidshalve 30 liter bij te tanken. We hebben sinds Norseman 620 kilometer gereden, dus nog maar 1.365 km tot Adelaide. Onze auto heeft 2 tanks, maar we weten niet precies hoeveel daarin gaat. Er was ons verteld dat het 180 liter is, maar nu denken we dat het wellicht maar 150 liter is. Daarmee kunnen we ook 1.500km rijden en tegen die tijd is er vast wel weer (goedkopere) diesel te krijgen, maar voor die paar centen gaan we het risico niet lopen. Dan rijden we de laatste 80 kilometer naar de grens tussen Western Australia en South Australia.

Uitgegeven: AUS$ 104 (€73)

We kunnen bijna niet geloven dat we alweer bijna 2,5 maand in Australië zijn. De tijd is voorbij gevlogen. De eerste dagen in Perth waren een beetje stressvol, maar onze uitgebreide zoekactie naar de juiste auto heeft ons geen windeieren gelegd. We zijn erg tevreden met onze Toyota. Uiteraard heeft hij gebreken, maar dat is logisch voor een auto die bijna 20 jaar oud is. En daar is de prijs natuurlijk ook naar.

Onze tijd op Uralla was fantastisch. Dat we 2 maanden tussen de kangoeroes mochten leven, is een privilege dat we niet hadden willen missen. Ik begrijp niet hoe ik ooit door het leven kon gaan zonder te weten wat een geweldige karakters deze dieren hebben en hoe ze zich aan mensen kunnen hechten. Niemand kan deze geweldige ervaring ooit nog van ons afnemen. Het doet nu alleen nog meer pijn om al die vele doodgereden kangoeroes langs de weg te zien liggen, wetende dat ook zij zo’n mooi karakter hadden.

We hopen aan het eind van onze rondreis door Australië nog even bij Uralla langs te kunnen gaan. Tegen die tijd zullen Impi, Misty, Eliza en Kenny al een stuk groter zijn en buiten in de nursery wonen. Tot die tijd zullen we sowieso van hun wel en wee op de hoogte worden gehouden, want we hebben zowel Impi als Misty geadopteerd.

De eerste vijf dagen van ons rondreis zitten er ondertussen op en hopelijk zullen er nog vele dagen komen. We hebben pas een klein stukje van Western Australia gezien, dus zullen we hier op het einde van onze reis hopelijk nog wat tijd doorbrengen. Nu hebben we daar helaas geen tijd meer voor, omdat we slechts een visum hebben voor 3 maanden. Op 1 november moeten we het land uit en vliegen we naar Nieuw Zeeland voor een maand. We vliegen vanaf Sydney en bij terugkomst zal papa in Sydney op ons wachten om een maand mee te reizen met ons. Maar op dit moment hebben we dus nog maar 17 dagen om in Sydney te komen. Meer dan genoeg natuurlijk, maar we willen nog een aantal dagen bij Tina en David in Adelaide doorbrengen en ook nog wat attracties onderweg bekijken. Maar voorlopig zijn we blij dat we weer aan het reizen zijn en weer wat meer van de wereld mogen zien. We hebben onderweg al een aantal slangen en hagedissen, waaronder de bleutongue lizard gezien, dus dat is al een goed begin.

We zijn 74 dagen in Western Australia geweest. We hebben daar, exclusief de aanschaf van de auto, AUS$ 3.358 (€ 2.371) uitgegeven. Maar Ro heeft AUS$ 1.020 (€ 720) verdiend met werken, dus heeft het maar € 1.651 gekost. Dat komt neer op € 22,31 per dag. Een groot deel van dit bedrag is naar de auto en de kampeerspullen gegaan.

In totaal zijn we nu 269 dagen onderweg en dat heeft ons € 12.164 gekost, dus € 45,15 per dag.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)