IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Australië: Tasmanië

Donderdag 5 december komen we rond 6:00 uur aan in Devonport.

 We hebben niet heel goed geslapen, want het was vrieskoud onder de airco. Na drie kwartier mogen we naar het autodek en aangezien we bijna vooraan staan, zijn we de boot zo af. We rijden naar de McDonalds, waar we even kunnen internetten. Als de supermarkt open gaat doen we onze inkopen, want al onze groenten en fruit hebben we op de boot weg moeten gooien. Dat blijft irritant en zonde. Maar dan beginnen we aan onze rit door Tasmanië. Tasmanië is ongeveer 2x zo groot als Nederland. We hebben in het informatiecentrum gezien dat het de komende week veel zal regenen in Tasmanië, maar aan de oostkust net iets minder dan aan de westkust. Ook zal de temperatuur daar steeds één of twee graden warmer zijn, maar met gemiddeld zo’n 17 graden, nog behoorlijk koud. De keuze is dus simpel en we rijden naar het oosten. We rijden naar Deloraine en draaien naar het zuiden. Volgens onze kaart is er in de buurt van de Liffey Falls een mooie camping. We rijden eerst naar de waterval, een steile tocht omhoog, maar de auto houdt het prima. Geen oververhitting meer, gelukkig. Op de parkeerplaats eten we een boterham en dan begint het zachtjes te regenen. En langzaam aan gaat het harder en harder regenen. We hebben geen haast, dus we wachten ruim een uur in de auto, met een goed boek, tot de regen stopt. Daarna lopen we in een half uurtje naar de waterval en weer terug. Met koude ledematen rijden we richting het dorpje Liffey en vinden de camping vrij gemakkelijk. We zijn de enige kampeerders en zoeken een mooi plekje achterin. En terwijl ik even ga slapen, zoeken papa en Ro brandhout en tegen de tijd dat ik weer wakker word, brandt het vuurtje lekker warm. Ik sta hooguit 5 minuten bij het vuurtje mezelf op te warmen, als er een huurcamper al toeterend het terrein op komt rijden. Het zijn Helene en Stef!!! We weten dat ze in Tasmanië zijn, maar hoe groot is de kans dat we elkaar per ongeluk tegenkomen? En dan ook nog op onze eerste dag? Ze hadden zelfs de hele nacht op deze zelfde camping kunnen staan als ons, zonder dat we ze gezien hadden, als ze niet naar het einde waren gereden! We hebben Helene en Stef niet meer gezien sinds Uralla en aangezien zij daar de afgelopen 2 maanden zijn gebleven, kunnen ze ons volledig op de hoogte brengen. We zien foto’s van onze baby’s en we praten de middag en avond vol.

Voor papa is het een beetje lastig, omdat hij het Engels niet zo goed kan volgen. Maar het is een goede oefening. Hij gaat dan ook rond een uur of 9 naar bed, wat al later is dan normaal, maar wij praten nog een tijd door.

Uitgegeven: $ 534 (€368). De ferry kost $ 178 per persoon retour en de auto kost $ 168 retour, waarvan wij 2/3 hebben betaald. De ferry heeft voor ons tweeën in totaal $ 468 = € 323 gekost.

Vrijdag 6 december zijn we toch allemaal redelijk vroeg op. We ontbijten en praten nog een hele tijd bij en nemen daarna toch afscheid. Zij hebben de oostkant al gedaan en gaan nu de westkant bekijken, dus wellicht komen we elkaar ergens aan de andere kant weer tegen. We rijden door Launceston, via Scottsdale naar Waterhouse Point. Hier vinden we aan de kust een heel mooi kampeerplekje, vlak aan de zee. Het eerste wat we zien als we een rondje rijden, zijn twee grote walibi’s.

Later zie ik ook nog een kleine zwarte. Papa en Ro gaan een wandeling maken en na het avondeten wandelen we met z’n drieën nogmaals over het strand. De rode rotsen zijn erg mooi en waarschijnlijk veroorzaakt door rode algen.

Uitgegeven: $ 34 (€23)

Zaterdag 7 december beginnen we met nog een wandeling over het strand. Na het ontbijt rijden we weer verder. Via Gladstone rijden we over zandweggetjes naar St Helens. Het is een hele mooie route en opeens stopt Ro en rijdt een stukje terug. Naast de weg loopt een Echidna, een mierenetende egel. We hebben deze nog nooit in het wild gezien, maar helaas zijn we te langzaam om een foto te maken, voordat het diertje in de begroeiing verdwijnt. Tientallen kilometers later roep ik opeens stop en Ro draait snel om. Hier loopt er ook één, alleen deze is minder bang. We krijgen de kans om wat foto’s te maken.

En in plaats van in de struiken te duiken, graaft deze zich langzaam maar zeker helemaal in het zand. We staan vlak naast hem/haar en kunnen goed zien hoe dat wordt gedaan. Erg bijzonder. Daarna rijden we verder naar St Helens, waar we eindelijk een 2e watertank kunnen kopen die past, waardoor we alle losse flessen water weg kunnen gooien. Dat scheelt veel ruimte. Na wat boodschappen gedaan te hebben, rijden we naar “Bay of Fires”, maar eerst stoppen we bij Moulting Bay voor de lunch en een wandeling.

Als we even later bij de (gratis) kampeerplekken van Bay of Fires zijn, vinden we het jammer dat we hier niet kunnen blijven. Maar we hadden onszelf al 2 dagen een douche beloofd en nog een dag wachten is geen optie meer. Dus rijden we terug naar St Helens en zoeken een betaalde camping niet zo ver daaronder. Papa wil ook graag een was draaien, maar de machine is zo groot dat de helft van al onze kleren er ook bij kunnen. Dus daar maken we gretig gebruik van. Ro kookt bij de auto, maar we eten in de keuken, waar het iets warmer is dan buiten en in ieder geval windstil. Een tijdje later gaan Ro en ik de was uit de droger halen, hangen deze nog even op, want het is niet helemaal droog en gaan dan naar bed. Papa blijft nog een tijdje in de keuken/woonkamer puzzelen (Sudoku).

Uitgegeven: $ 53 (€37)

Zondag 8 december rijden we redelijk vroeg weg. We sms-en Andrea en Richard die in Coles Bay wonen en vragen of we vanmorgen langs kunnen komen. Ze geven aan dat dat prima is. Andrea en Richard hebben we bij Uralla ontmoet, waar zij tijdens hun vakantie op bezoek kwamen. Ze hadden ons op het hart gedrukt dat we langs moesten komen als we in Tasmanië waren en dat zijn we van plan. Ze hebben namelijk meestal wel een paar babywombats, babywalibi’s en/of babypossums in huis, die ze grootbrengen en weer vrijlaten. Ze geven aan alleen een possum en een walibi te hebben, helaas geen wombat. Maar dat maakt voor ons niks uit. We rijden naar hun huis en ze wonen erg mooi aan het water. We worden zeer vriendelijk ontvangen en krijgen een rondleiding. Eerst zien we de kleine possum die in een buitenverblijf woont. En daarna ontmoeten we Rusty. Deze kleine baby walibi steelt direct ons hart. Wat een schatje. Uiteraard heb ik hem snel vast en laat niet meer los.

Hij is zo veel kleiner dan een baby kangoeroe. Impi was ruim 1,1 kilo toen we hem vonden en nog helemaal naakt. Rusty weegt slechts 650 gram en is al volledig behaard en minder dan half zo klein als Impi was. En hij hupt al vrolijk rond. Na een kleine 2 uur besluiten we eerst nog wat bezienswaardigheden in de buurt te gaan bezoeken en daarna komen we hier weer terug. We mogen vanavond in de tuin kamperen. We rijden naar het begin van Freycinet National Park, kopen een toegangspas voor 2 maanden ($ 60) voor alle parken in Tasmanië en rijden naar binnen. We rijden eerst naar boven, naar de vuurtoren, vanwaar we een mooie wandeling kunnen maken en uitzicht hebben over Wineglass Bay. Het is erg mooi, maar met de regen en de kou, is het toch wat minder leuk. Daarna rijden we een stukje terug en wandelen helemaal naar beneden, naar de oceaan. We blijven hier een tijdje, want het is ondertussen weer een beetje zonnig en hier is het een stukje minder koud.

 

Daarna mogen we weer naar boven klimmen en rijden we terug naar het dorp. We kopen een cake voor vanavond en rijden naar de riviermonding, waar we nog een kleine wandeling maken. Dan rijden we terug naar Andrea en Richard. We knuffelen nog even met Rusty en koken daarna ons avondeten. Na het eten gaat Ro nogmaals proberen te vissen, maar het waait te hard. Ik ga hem vlak na zonsondergang halen, omdat de wilde possums nu wakker worden. En er komt er elke avond wel ééntje bij hun door de tuin wandelen. Speciaal voor ons opent Richard de compostbak zodat er zeker iemand zal komen. En ja hoor, niet veel later zien we hem onder de bak staan. Lenig springt hij erop en we lopen er langzaam heen. En terwijl de possum de onderkant van een kool eet, kunnen wij vlakbij hem staan en hem zelfs aanraken, als we zouden willen.

Hij mag maar heel even blijven eten, net lang genoeg zodat wij hem goed kunnen zien, want ze willen hem niet tam maken. Deze is niet door hun grootgebracht, maar is helemaal niet bang voor ons. Als de deksel weer dicht is gaat hij op het hekje zitten en blijft gewoon zitten, met ons naast hem. De possum is vrij groot, het formaat van een flinke huiskat. Als hij verder wandelt praten we nog even in de tuin door, tot Andrea buiten komt met de stoere Rusty, die al behoorlijk ver buiten durft rond te huppen. Daarna gaan we in de woonkamer zitten, waar we tot middernacht doorpraten.

Uitgegeven: $ 59 (€41)

Maandag 9 december is Ro heel vroeg op en heel snel verdwenen. Ik vraag me af waar hij zo vroeg naartoe is en na 20 minuten heb ik de moed verzameld om ook uit bed te gaan. Ik zoek even en al snel bedenk ik waar hij gebleven kan zijn: op de pier, aan het vissen. En ja hoor, als ik het strand oploop zie ik hem daar in de verte staan. Ik loop weer terug, maar papa geeft aan nog een tijdje in de warme tent te blijven liggen puzzelen. Ik kruip ook nog maar even in bed met mijn boek (Game of Thrones deel 3b). Als ik een drie kwartier later weer buiten kom, loop ik naar de pier en daar staan ze alle vier te vissen. Alleen Ro heeft een klein visje gevangen. Papa heeft sinds hij een kleine jongen was niet meer gevist, maar gooit zijn lijn nog behendig in het water.

Ik kijk enigszins verveeld toe, tot Andrea vraagt of ik Rusty al uit bed heb gehaald. Ik zeg van niet, want ik wilde hem niet zomaar pakken, maar als ze zegt dat ik met hem kan spelen, ren ik de pier af. Ik pak Rusty uit zijn hangmandje en houd hem gezellig bij me. Wat heb ik dit gemist! Richard komt ook terug en even later komen er nog 4 personen op bezoek die we gisteren ook al hadden ontmoet. Zij gaan vandaag weer naar hun huis in Devonport en nodigen ons uit voor de 15e, als we op de ferry wachten. Andrea en Richard zullen de 14e of de 15e daar ook zijn, wellicht met Rusty, dus dan kunnen we hem nog één keer knuffelen. Als Ro klaar is met vissen geef ik Rusty aan hem, want hij heeft daar met mij in de buurt nog amper een kans toegezien. Als papa even later ook komt, geef ik Rusty aan hem, en papa is helemaal verrast door dit kleine ventje. Ik krijg hem niet meer terug, tot Andrea hem weer moet voeden. Daarna gaat hij nog een tijdje buiten spelen, terwijl ik bij hem blijf zitten. Andrea plukt nog wat groenten uit haar moestuin voor ons, maar dan moeten we langzaamaan toch afscheid nemen. We zijn erg onder de indruk van hoe zij de baby walibi opvoeden, maar begrijpen ook dat het op deze manier een stuk makkelijker is met één, twee of maximaal drie baby’s in je huis, dan met tientallen zoals bij Uralla. Maar de kist waar Rusty in slaapt is een betere oplossing dan de manden waarin de kleine baby’s bij Uralla slapen. Rusty heeft in zijn kist vloerverwarming en de zijwand waaraan zijn buidel hangt kan ook verwarmd worden. Hij kan te allen tijde uit en in de buidel kruipen, zodra hij daar oud genoeg voor is, en is dan in een verwarmde ruimte met eten en drinken. Bij Uralla vonden we ’s ochtends of ’s nachts wel eens een huilende baby die uit de mand was gekropen en het veel te koud had gekregen. In een buidel kunnen ze zich veel beter bewegen en omdraaien, terwijl dat in de mand bijna onmogelijk is. De kist van Andrea is een betere surrogaatmama dan de manden van Uralla. Maar je hebt veel grotere kisten nodig voor kangoeroes dan voor walibi’s en ook heel veel stroom om die allemaal te verwarmen. Maar Rusty heeft het in ieder geval goed en eind van de week zullen er 2 speelkameraadjes bijkomen, zodat ze met z’n drieën groot kunnen worden en terug het wild in kunnen. Uiteindelijk duurt het nog wel een uur voordat we echt wegrijden, maar gelukkig hebben we geen haast.

We rijden langzaam aan naar Hobart, de hoofdstad. Onderweg stoppen we voor de lunch en als ik even de struiken in ga om te plassen, zie ik overal om me heen botten. Hoe langer ik kijk, hoe meer bergen met botten ik zie. Ik zoek naar schedels, maar kan ze niet vinden. Ik roep papa en Ro en we vinden tientallen bekkens en bovenbenen, maar geen hoofden. Zonder hoofd hebben we geen idee wat voor dieren het zijn, maar het is wel raar. Waarom zou iemand hier zoveel dode dieren dumpen? En dan ook nog eens zonder hoofd? Zonder het mysterie te hebben opgelost rijden we na de lunch weer verder. Het is maar een goede 2 uur rijden naar Hobert, dus we komen daar rond 15:00 uur aan. Papa wil graag een keer in een backpackershostel slapen en dan bij voorkeur in een stad, dus gaan we hier op zoek. We vinden er één en papa neemt een bed in een acht-persoonskamer. Wij hebben nog geen idee waar wij kunnen slapen, maar we gaan eerst op zoek naar een plek waar Ro zijn gevangen vis kan klaarmaken en, samen met papa, opeten. We zijn zo’n 6 kilometer de stad uit als we een mooi park zien. En terwijl Ro de vis bakt, bedenken we dat we hier best kunnen gaan slapen. Dus na het eten rijden we, om 17:45 uur, terug naar de stad. We kunnen nu gratis parkeren en papa wil graag door de stad wandelen. Dus wandelen we langs de voor het merendeel gesloten winkels, op zoek naar een koffietentje. We kunnen niks vinden en gaan uiteindelijk maar koffie/chocomelk drinken bij de Subway. Daarna lopen we terug naar de backpackers, laten papa daar achter en rijden terug naar het park. Het is er eigenlijk niet toegestaan te kamperen, maar we hopen maar dat niemand komt controleren. En dat is gelukkig ook niet het geval.

Uitgegeven: $ 15 (€10)

Dinsdag 10 december rijden we rond half 9 terug naar papa. We zijn een beetje vroeg, want papa is nog maar net klaar met ontbijten, dus wachten we even tot hij klaar is. Er slapen erg veel mensen in het hostel, maar vrijwel alleen jongeren. Papa vond het wel erg leuk om een keer mee te maken, maar de meeste backpackers zijn erg op zichzelf en papa’s Engels is niet goed genoeg om zomaar een gesprekje aan te knopen. Iedereen leeft een beetje langs elkaar heen, terwijl ze in de grote ruimte zitten. Zo’n gevoel heb ik tenminste, als ik daar een tijdje zit. Volgens mij had papa het zich iets anders voorgesteld, maar gelukkig heeft hij het naar zijn zin gehad. De 7 anderen op zijn slaapkamer waren rustig en maakten geen lawaai, dus daar had hij geluk mee. Hij checkt uit en we rijden de stad uit. Wat Ro en mij betreft kan dat niet snel genoeg. Als papa er niet bij was geweest, hadden we Hobart waarschijnlijk helemaal overgeslagen. Dus dankzij papa hebben we de stad toch nog even gezien. We hadden nog graag naar Port Arthur of Southport gereden, maar 11 dagen is gewoon te weinig tijd om alles te zien. We moeten keuzes maken. Dus rijden we richting Queenstown. Bij Bridgewater nemen we een kleine detour naar Bonorong Wildlife Centre. Hier worden gewonde en verweesde dieren opgevangen en indien mogelijk weer in het wild teruggezet. De toegangsprijs is aan de hoge kant met $ 25 per persoon, maar we willen de Tasmaanse Duivel in ieder geval op Tasmanië gezien hebben, al is het maar in een dierentuin. De kans dat we er één in het wild zien, is heel klein. En papa heeft nog nooit een duivel, een wombat of een koala gezien, dus voor hem is alles nieuw. We ontbijten eerst op het parkeerterrein en lopen om 10 uur naar binnen. We hebben nog anderhalf uur de tijd voor de rondleiding en zijn de enige toeristen. We zien een babywombat, een tiger snake, heel veel Tasmaanse duivels, mooie vogels (zelfs een wilde frogmouth!!), koala’s, kangoeroes, walibi’s, bottong’s enzovoorts.

   

 

Iets te laat komen we bij de rondleiding aan en ondertussen zijn er al meer mensen in het park. We missen de info over de wombat voor het merendeel, maar krijgen wel de voedertijd van de duivels te zien en daarna wordt één van de koala’s erbij gehaald. Na de uitleg mag iedereen met de koala op de foto en daarna is de tour over. We lopen terug naar de kangoeroes en geven hun onze laatste brokjes, als het hard begint te regenen. We gaan snel schuilen en als het zachter regent gaan we terug naar de auto. Eerst gaan we op zoek naar internet, omdat morgen onze rego verloopt. Dit moet verlengd worden. We verlengen voor 6 maanden, wat ons $ 308 kost. We rijden nog zo’n 150 kilometer en stoppen dan bij een camping. Het regent al de hele middag en een camping met schuilmogelijkheden is dan gewoon prettiger. De camping kost maar $ 15 (€ 11) dus dat is fijn. Papa kan zijn tentje onder een afdak zetten, want helemaal waterdicht is het tentje niet. Als Ro op een gegeven moment ons achterraam weer dicht wil doen, gaat het raam niet meer omhoog. Wat hij ook probeert, het werkt niet meer. Uiteindelijk spant hij er een stuk plastic voor. Ro kookt in het keukentje, terwijl ik een zeer lange hete douche neem. Na het eten doen papa en ik de afwas terwijl Ro een lange hete douche neemt. Het is echt heel koud buiten, dus we zitten de rest van de avond met z’n drieën in de auto.

Uitgegeven: $ 373 (€257). Vandaag hebben we de Rego van de auto voor 6 maanden verlengd. Dat kost $ 308 en hoort dus eigenlijk niet zozeer bij onze uitgaven van Tasmanië. Dit hadden we moeten verlengen, waar we ons ook bevinden.

Woensdag 11 december zijn we alle drie niet in staat vroeg op te staan, want het regent nog steeds, ondanks dat het de hele nacht al had geregend. Als het eindelijk droog is, gaat Ro de achterklep uit elkaar halen in de hoop de ruit te kunnen maken. Ik neem nogmaals een douche en daarna ruimen we alles op. De ruit ging opeens weer dicht, en we besluiten deze pas weer in een stad omlaag te doen. Mocht het dan weer niet omhoog gaan, dan zijn we in ieder geval in de buurt van een garage. We rijden door de bergen, langs drie Nationale Parken naar Queenstown. De tocht is echt heel mooi, maar de constante regen en wolken verpesten het wel een beetje. Onderweg stoppen we bij een kunstenaar die een grote muur van hout heeft gemaakt, door daar allemaal afbeeldingen uit te snijden. Ro en ik hebben geen zin om daar $ 10 p.p. toegang voor te betalen, dus papa gaat alleen naar binnen. Hij vindt het wel mooi, maar geeft aan dat het voor ons wellicht inderdaad zonde van het geld zou zijn geweest.

In de stad doet Ro de ruit omlaag en omhoog en er is niks meer aan de hand. Wellicht heeft Ro het toch gemaakt, al weet hij niet wat hij dan gedaan heeft. We kopen brood en fruit en rijden weer verder. Bij de Mackintosh Dam hebben we wel genoeg van het rijden en we vinden een mooie plek om te kamperen aan het water. Het is nog steeds koud en regent af en toe.

We gaan alle drie in de auto lezen, maar al snel valt Ro in slaap. Dan maken we het bed maar op, zodat Ro een paar uurtjes kan slapen. Ook papa valt een tijdje in slaap, terwijl ik in 2,5 uur tijd dit volledige verslag van Tasmanië schrijf. De hele avond zitten we met z’n drieën in de auto, tot papa zijn tentje opzoekt, die we met een zeil erboven enigszins droog proberen te houden. Dit is geen weer om te kamperen!

Uitgegeven: $ 62 (€43)

Donderdag 12 december heeft het de hele nacht geregend en ondanks dat we alle drie wat langer in bed blijven, stopt het niet. Uiteindelijk pakken we de spullen maar in de regen in en rijden we door de stromende regen verder. We hadden hier in de Nationale Parken graag wat wandelingen gemaakt, maar om door dit weer te lopen, daar hebben we geen zin in. Vooral het Cradle Mountain NP hadden we graag willen bewandelen, maar dat lijkt geen optie. We besluiten er toch in te rijden, want misschien kunnen we nog iets van het park vanuit de auto zien. Bij het informatiecentrum trakteert papa op koffie en warme chocomelk. Daarna krijgen we te horen dat we met onze auto in principe een klein stukje het park in mogen rijden, indien het maximaal aantal auto’s nog niet voorbij de slagboom zijn. We rijden erheen en zien eerst een walibi, waar we nog even voor stoppen. Een heel klein eindje verder zie ik opeens 2 wombats in het veld staan en roep vanaf de achterbank dat Ro moet stoppen. Hij rijdt achteruit en ja hoor, onze eerste wilde wombats!

Het regent dat het giet, maar we stappen toch even uit. Ze grazen rustig verder, dus we kunnen ze mooi bekijken. Tot we te doorweekt zijn en vanachter ons autoraam verder kijken. We rijden uiteindelijk weer verder en zien al snel meer walibi’s. De slagboom laat ons door en we rijden langzaam naar het einde van het park, met diverse stops. Op het einde draaien we weer om en rijden langzaam terug. Tot ik opeens weer roep dat ik een wombat zie en deze keer een stuk dichterbij. Het beestje komt zelfs naar ons toegelopen en blijft slechts een paar meter van ons vandaan grazen.

Het is jammer dat het zo regent. Als we ons na lange tijd los kunnen rukken rijden we terug naar de slagbomen en eruit. We stoppen bij de “Tasmanian Tiger Exposition” waar we een kleine zaal vol wetenswaardigheden over de inmiddels uitgestorven Tasmaanse Tijger vinden, inclusief het beeldmateriaal tot 1936. Zo zonde dat zo’n bijzonder dier helemaal van de aardbodem is verdwenen en nooit meer terug zal komen. We wandelen ook nog door wat zalen vol foto’s  en schilderijen en laten dan Cradle Mountain NP achter ons. Al snel zie ik NOG een wombat, zomaar langs de snelweg. We stoppen uiteraard, maar het beestje rent weg. We besluiten het kortere weggetje door de bergen te nemen naar Mole NP. De rit blijkt gigantische steile beklimmingen te hebben en onze auto doet het prima. Geen oververhitting meer. Wellicht dat de koude buitentemperatuur daar ook een rol in speelt. Het is wel een supermooie rit, jammer dat we door de regen en wolken niet zo ver kunnen kijken. Onderweg zien we maar liefst vijf Echidna’s (mierenetende egels) waar we vlakbij kunnen staan om ze te bekijken.

We rijden Mole NP voorbij tot aan een camping een stukje verderop. We hebben geen zin om ergens te wildkamperen, in de modder, zonder afdak. Hier hebben ze een keuken en papa en ik doen eerst de afwas van gisteravond en vanochtend. Ook daar hebben we in de regen geen zin in gehad. Ro kookt het eten ondertussen. Het is hier een stukje warmer dan de afgelopen dagen en ook regent het hier niet. We kunnen dus buiten eten, ondanks dat het nog wel fris is. Als de zon onder is, gaan we met z’n drieën in de auto zitten, want nu wordt het toch echt weer koud.

Uitgegeven: $ 22 (€15)

Vrijdag 13 december zijn we vroeg op, maar omdat we niet al te snel zijn, is het pas 10:00 uur als we naar Mole NP rijden. We willen één van hun grotten bezoeken, de Marakoopa Cave. We besluiten daar aangekomen de cathedraal grot te bezoeken en betalen $ 19 (€14) p.p., waarna we nog een uurtje moeten wachten tot de tour begint. In de grot is het altijd constant 9 graden. Vrij fris dus. De grot is 106 jaar geleden ontdekt door 2 jongetjes die hier woonden en die door het plafond waren gevallen. Vier jaar lang zijn de grotten hun persoonlijke speelterrein geweest, voordat ze hun geheimpje aan hun ouders vertelden. Niet veel later hebben hun ouders de grot opengesteld aan het publiek, nu ruim 100 jaar geleden. We beginnen met de gloeiwormgrot. Dit wilden we in Nieuw Zeeland al bekijken, maar daar was het steeds erg duur. Hier is het veel goedkoper en met alle lampen uit, zien we overal op de wanden en het plafond de wormpjes oplichten. Erg mooi. We wandelen weer verder en gaan van grot naar grot.

 Het is een mooie grot, maar ook qua grotten zijn we ondertussen te verwend en we zien niks beters dan we ooit eerder hebben gezien. Al zijn de hele lange vreselijk dunne stalactieten wel bijzonder. Op de terugweg stoppen we nogmaals bij de gloeiwormen, en het lijken er nu zelfs meer dan een half uur geleden te zijn. Daarna lopen we de grot weer uit. We wandelen nog een beetje rond en rijden daarna weer verder. We rijden naar de Alum Cliffs, parkeren daar de auto en wandelen 800 meter omhoog naar de klif. Het is een mooie, enigszins vermoeiende, wandeling. Het uitzicht op het eind is de moeite absoluut waard.

Daarna wandelen we weer terug en rijden richting het noorden. In Deloraine doen we nog wat inkopen en dan rijden we binnendoor naar Narawntapu National Park. Hier wilden we heen om de wombats te zien en ondanks dat we ze al gezien hebben, willen we er uiteraard best meer zien. Tegen de tijd dat we het park inrijden, is het al 17:30 uur geweest. Het visitor center is al gesloten en we nemen een envelop mee waarin we het kampeergeld moeten stoppen. We bekijken drie campings en besluiten op de achterste te blijven ($18). We vinden het onzin om de 5km terug naar het visitor center te rijden, alleen om de envelop terug te brengen en nemen aan dat het ook goed is om het geld te geven als ze vanavond komen controleren. Van te voren betalen is geen optie, want je moet weten welke camping en welke plek je gaat staan. We parkeren de auto en kijken om ons heen. We zien al snel diverse Tasmaanse Pademelons en Red-necked (Bennett’s) Wallaby’s. We wandelen over de camping als opeens een “bulldozertje” van achter de struiken uit komt rennen, langs ons heen stuift en de bosjes in verdwijnt. De eerste van vele wombats die we hier zullen gaan zien. We zien ontzettend veel pademelons en als we ons los kunnen rukken, gaan we ons bed maar klaar maken, de tent opzetten voor papa en eten koken. Ondertussen worden we gadegeslagen door de pademelons, die steeds dichterbij komen.

Na het eten maken we nog een lange wandeling over het strand. En zodra het donker is komen de zaklampen te voorschijn en beginnen we aan onze zoektocht naar de possums. Ro moet nog even naar de wc, terwijl papa en ik de bomen afspeuren. Al vrij snel zien we onze eerste Common Brushtail Possum op een tak boven ons. Het beestje klimt en klautert vrolijk rond, zonder zich aan ons te storen.

Als Ro eindelijk aan komt lopen, kan hij het beestje nog net zien, voordat hij de boom uitkomt en over de grond tussen de struiken verdwijnt. In het daaropvolgende half uur zien we er nog vijf! Als we terug zijn bij de auto, gaan papa en Ro naar bed, terwijl ik nog even naar de wc loop. Het is een eind lopen en onderweg zie ik vele, vele pademelons. Als ik bij de wc ben, zie ik een possum op de container zitten, die op de balustrade van de wc springt. Dan zie ik de container klep een klein stukje omhoog komen en een neusje komt naar buiten. En dan verdwijnt het weer. Even later zie ik een pootje eruit komen en die verdwijnt ook weer. Dan een neusje en een pootje, maar de deksel is te zwaar. Ik kijk een tijdje geamuseerd toe, maar als de possum zichzelf echt niet kan bevrijden, loop ik erheen en doe de deksel open. Terwijl ik naar binnen kijk, zie ik de grote possum mij met bange oogjes aankijken. Ik ben enigszins bang dat hij me bijt, maar ik kan de klep niet loslaten, want dan valt ie weer dicht. Langzaam komt het beestje omhoog en glipt langs me op. En heel snel is hij in de struiken verdwenen. Er kan geeneens een bedankje vanaf. De andere loopt nog over de balustrade en ik kijk een tijdje naar hem. Dan ga ik naar de wc, maar op de deur zit zo’n grote spin, dat ik niet naar binnen durf. Onverrichte zaken loop ik weer terug, waarbij ik onderweg nog 2 wombats tegenkom. Als ik papa en Ro van mijn avonturen vertel, komt papa naar buiten en samen maken we nog een rondje. De spin, de pademelons en één wombat zijn er nog, de rest is weg. Maar we vinden nog wel een andere possum. Daarna gaan we maar slapen.

Uitgegeven: $ 83 (€57)

Zaterdag 14 december word ik midden in de nacht wakker van een raar geluid. Ik kijk naar het bestuurdersraam en zie daar de buik van een possum. Het is een jong dier dat wanhopig tegen het glas omhoog probeert te klimmen. Het is een grappig gezicht en al snel geeft ze het op. Haar mama is er ook bij en samen duiken ze op onze afvalzak, dus stap ik uit, jaag ze weg en leg de afvalzak in de auto. Ze gaan op onze picknicktafel zitten en kijken ons lang aan. De baby springt over de tafel en amuseert ons, maar we zijn moe en vallen al snel weer in slaap. De volgende morgen zijn ze weg, maar de pademelons, walibi’s en wombat zijn er weer. We doen lekker rustig aan, ruimen de spullen op en rijden naar een andere camping in het park, direct naast het informatiecentrum. We zoeken een mooi plekje en betalen voor de komende nacht ($23). Hier is minder privacy dan op de eerste, maar er zijn allemaal grote open velden om ons heen, waar de kangoeroes, walibi’s en wombats makkelijk te vinden zijn. Maar we moeten wachten tot het einde van de middag, dus pakken we de boeken erbij en doen we niet al te veel. Als ik een klein rondje maak zie ik een jonge wombat helemaal onder de schurft. Het arme beestje heeft heel veel kale plekken en de schurft is zo dik dat de huid overal kapot trekt. Ik haal eerst papa en terwijl hij de locatie in de gaten houdt, haal ik een ranger. Ze loopt met me mee en geeft aan dat ze hem af moeten schieten. Hier is geen behandeling meer voor. Maar het diertje moet wachten tot de betreffende ranger er is.

Een tijdje later wandelen papa en Ro samen naar de vogeluitkijk, terwijl ik de foto’s ga uitzoeken. Aan het eind van de middag lopen we het veld op. Al snel zien we een andere jonge wombat vol schurft, niet dezelfde als vanmiddag. Toevallig rijdt de betreffende ranger net langs en terwijl wij opletten waar het beestje heen gaat, gaat hij zijn geweer halen. Als hij terugkomt schiet hij hem dood. Hij vertelt dat het op het moment heel erg gesteld is en dat ze ze allemaal af moeten schieten. Wij zien er in een paar uur tijd al 5 vol schurft. Erg zielig. We wandelen verder en zien een paar gezonde wombats, waar we best dichtbij kunnen komen. Ook zien we kangoeroes.

Daarna dineren we met de walibi’s en om 20:00 uur beginnen we aan onze wandeling om het meer. Het is een 2 uur durende wandeling, dus we nemen de zaklampen mee. Na een paar kilometer zijn we aan het einde van het bospad en lopen we het open veld op, aan de andere kant van het meer. We steken het gigantische veld over, maar kunnen het pad daarna niet meer vinden. Het begint te schemeren en we besluiten langs het water de goede kant op te lopen. Maar het wordt steeds drassiger, totdat we uiteindelijk niet meer verder kunnen zonder tot onze knieën door het water te moeten. En daar is het te koud voor. We zoeken een weg over de ongelijke drassige grond, maar lopen overal vast. Ondertussen zijn mijn schoenen en sokken doorweekt. Een heel eind om, ver van het meer, lopen we vast op een riviertje. We weten zeker dat er ergens een brug moet zijn, maar weten niet of we die in het donker zullen vinden. Uiteindelijk besluiten we om te draaien, zodat we dezelfde route terug kunnen lopen, hopende dat we bij het bos aankomen voor het te donker is. Het veld is te verraderlijk om alleen met een zaklamp te bewandelen, zeker door de grote wombatholen waar je ineens in kan vallen. Gelukkig halen we het en in het bos beginnen we met één zaklamp, voor het geval de batterijen er te snel mee ophouden. Het is een dichtbegroeid pad, dus we moeten vaak over stronken stappen en onder takken doorkruipen. Maar we lopen zonder problemen terug naar de auto. Het was wel een hele mooie wandeling. We besluiten het morgen in het licht nog een keer te proberen. We zoeken nog even naar possums rondom de camping, maar vinden er geen. Daarna gaan we maar naar bed.

Uitgegeven: $ 15 (€10)

Zondag 15 december worden we weer midden in de nacht wakker, omdat er 2 possums op ons dak spelen. Ro haalt de afvalzak weer binnen en we slapen verder. De volgende ochtend lopen we rond 11 uur weg. We waren al van plan om de wandeling om het meer nu andersom te lopen, maar zien op een bord dat dat ook de bedoeling is. Vandaar dat de bewegwijzering gisteren nogal onduidelijk was. Op deze manier vinden we de weg makkelijk en zien we waar we fout waren gegaan. Dat hadden we gisteren nooit gevonden! Onderweg zien we vele kangoeroes en we wandelen in minder dan anderhalf uur rond.

Tegen het einde van de wandeling, terwijl ik voorop loop, glibbert er opeens een slang voor me voeten weg. Ik was er nog maar één stap vandaan. Ik schrik me dood, want ik dacht dat ik ze wel eerder zou zien. Het is een jong dier, misschien een halve meter lang en zo dik als mijn ringvinger, maar net zo dodelijk als een volwassen exemplaar. Er zijn slechts 3 slangensoorten in Tasmanië en alle drie vol gif. Gelukkig is het diertje banger voor mij dan ik voor hem en hij verdwijnt snel in de struiken. We lopen naar de auto en daarna rijden we het park uit, terug naar Devonport. We zijn ruim op tijd in de stad, rond 15:00 uur, vinden internet en doen nog wat boodschappen. Daarna rijden we naar de ferry. We zijn heel vroeg en er staan pas een stuk of 8 auto’s voor ons. Als om 17:00 uur de poort open gaat worden we op één van de vele rijen voor de ferry geplaatst. Langzaam aan stromen de rijen vol. Als we rond 18:30 uur de ferry op mogen rijden, is onze rij de allerlaatste. Maar ach, we hebben toch geen haast. We lopen naar het 8e dek en zoeken onze slaapstoelen op. Helaas niet meer op de voorste rij, dus of ik mijn matras kwijt kan, dat denk ik niet. Ik ga op zoek naar een douche, maar als die niet op de ferry aanwezig blijkt te zijn, lezen we nog een tijdje.

Naast mij komt een Maleisische jongen zitten en we praten een hele tijd. Hij vraagt of we vanavond om 22:00 uur naar de film gaan, World War Z, en geeft aan dat dat gratis is. We zullen zien of we dan nog wakker genoeg zijn. Om kwart voor 10 slaapt de jongen, maar wij gaan wel. Papa valt binnen 10 minuten in slaap, maar Ro en ik kijken de film af. Daarna lopen we terug naar de slaapstoel voor een zeer oncomfortabele nacht.

Uitgegeven: $ 13 (€9)

We zijn slechts 11 dagen op Tasmanië geweest en vinden het een mooi eiland. Het is jammer dat het zo belachelijk koud en nat is geweest. We hebben wel een paar mooie dagen gehad, maar zelfs die waren lang niet zo warm als ze hadden moeten zijn in deze tijd van het jaar. We hebben teveel regen en kou gehad. Maar ondanks dat was het wel erg leuk. Tasmanië is erg mooi en de afstanden zijn, in tegenstelling tot het vaste land van Australië, lekker kort. We hebben op Tasmanië voor het eerst wombats, pademelons en possums in het wild gezien, en dan ook gelijk een heleboel. Voor ons was het dan ook zeer geslaagd. En ondanks dat we wel eerder walibi’s hadden gezien in het wild, hebben we er nooit eerder zoveel gezien. Jammer dat we de Tasmaanse Duivel niet in het wild hebben gezien, maar ach, die ziet bijna niemand.

Onze vakantie op Tasmanië heeft ons € 658 gekost, oftewel € 60 per dag. Maar eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat we alle diesel in Melbourne hadden gekocht en hier slechts 30 liter hebben getankt. Dus eigenlijk moet je er nog 130 liter diesel aan toevoegen. We hebben in Tasmanië 1.388 kilometer gereden. Dit bedrag is ook exclusief de € 212 voor de rego (autobelasting) voor de komende 6 maanden, die we hier ook toevallig hebben betaald. De rego wordt uiteraard wel meegenomen in ons totaaloverzicht en we hebben nu in 332 dagen in totaal € 17.811 uitgegeven. Dat is € 53,65 per dag. Helaas blijven we dus een paar euro per dag boven budget.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)