IMPI’s ADVENTURES

Reisverhalen

Cambodja

Donderdag 14 februari lopen we met een stempel op ons visum, maar zonder bussticker, Cambodja in. Er staan constant gratis shuttle bussen die je naar het busstation een redelijk eind verder brengen. Als we een sticker hadden, zouden we van daaruit gratis naar Siem Reap kunnen. Zonder sticker is het vanaf daar veel duurder dan het openbaar vervoer vanaf hier. De oplichter die onze sticker had geweigerd te geven, had gezegd dat hij daar zou zijn en we daar onze sticker zouden krijgen, wat we uiteraard niet geloofden. We besluiten alle vier de gratis bus te nemen en in het ergste geval de bus toch nogmaals te betalen. Eenmaal aangekomen op het busstation mogen we zoals verwacht de bus niet zonder sticker gratis in. Logisch, want hoe kunnen we bewijzen dat we betaald hebben? Dus we snappen het wel. De buschauffeur raadt ons aan naar de politie te gaan, die even verder op staan. Uiteraard maakt James het verhaal weer veel te lang en ingewikkeld en als de agent na een tijdje een beetje twijfelend staat te kijken neem ik hem even apart en zeg dat we in Bangkok voor de hele rit hebben betaald, maar dat een man vlak voor de grens ons buskaartje had ingenomen en weigerde ons de sticker te geven als we geen gebruik van zijn dure services zouden maken. Het kwartje viel, ik neem aan dat dit wel vaker gebeurt, maar bewijs hadden we nog steeds niet. We geven aan dat er meerdere mensen uit onze bus in de buurt moeten zijn die ons verhaal kunnen bevestigen. Hij geeft aan dat we die moeten proberen te vinden, we mogen de bussen die er staan doorzoeken, maar er is niemand. Als na een uurtje de laatste (of op een na laatste?) bus aan komt rijden, besluiten we dat we misschien maar een kaartje kopen. Maar dan blijkt een taxi voor 4 personen (US$ 30) iets goedkoper te zijn dan 4 buskaartjes (US$ 36), dus hebben we nog tijd om te wachten. Gelukkig maar, want dan komen er 3 personen uit onze bus EN de oplichter aanlopen. We roepen de politie erbij en zeggen dat hij degene is die onze stickers weigert te geven en die 3 personen ons verhaal kunnen bevestigen, wat ze gelijk doen. De oplichter lijkt ons en Kevin wel onze sticker te willen geven, maar omdat hij James niks wil geven, negeert hij ons ook maar. Eerst kent hij ons, dan weer niet, dan weet hij niet waar we het over hebben. We staan alle vier om hem heen, met de politie achter ons en een hele groep geamuseerde toeristen om ons heen. Als hij ons de stickers niet geeft, komt de politieman in actie en helaas konden we het niet verstaan, maar de politieman was niet geamuseerd en de oplichter werd steeds minder zeker van zichzelf. Na een gesprek die we heel graag ondertiteld hadden willen hebben, went de agent zich tot ons en geeft aan dat we in de bus mogen gaan zitten. We bedanken de agent en laten de oplichter met de gevolgen achter, mochten die er zijn. We stappen in de bus en moeten nog een 20 minuten wachten tot die helemaal vol is. Het is nog 150 kilometer rijden en het is al 17:15 uur geweest.

Na anderhalf uur rijden stoppen we bij een “wegrestaurant”. Uiteraard is dit de volgende “scam”. We zijn op een half uur van Siem Reap, vol goede restaurants, en hier rekenen ze hogere prijzen, slechter eten en commissie voor de buschauffeur. En we stoppen niet even, nee, we moeten een uur wachten, terwijl iedereen, behalve wij vier, hier iets eten en drinken. Als we eindelijk bijna bij Siem Reap zijn worden we belast met de op één na laatste “scam”. Uiteraard word je net ver genoeg buiten de stad afgezet vanwaar je niet kan lopen en staan er heel veel tuktuk’s klaar om je naar de stad en je hotel te brengen. Wij hadden gewacht tot alle toeristen een tuktuk hadden, zodat de overgebleven tuktuk’s moesten kiezen tussen ons of niemand. En wij betalen dan niet zo veel. Hij begint bij 250 Bath (€ 6), we eindigen bij 100 Bath (€ 2,50). Waarschijnlijk nog steeds te veel, maar al iets beter. En dan voor de laatste “scam”, de reden waarom we overal zo lang moesten wachten en het nu dus al 21:00 uur is, het vinden van een kamer. We hadden een kamer gereserveerd en na enig overtuiging wil de chauffeur ons daarheen brengen in plaats van naar de hotels waar hij commissie krijgt. Onze chauffeur rijdt zo roekeloos en gevaarlijk, maar door het verkeer gaan we hooguit 25 km per uur, waardoor ons weinig kan gebeuren, zijn tuktuk en scooter aan de andere kant kunnen behoorlijk kapot gaan. Ondanks dat we als laatste waren weggereden, hebben we al snel de hele bus ingehaald. Eenmaal bij het hotel blijkt, zoals we een beetje rekening mee hadden gehouden omdat meer mensen dat volgens de recensies was overkomen, dat onze kamer al was vergeven. De receptionist geeft aan dat hij wel een andere kamer voor ons kan regelen, op zijn kosten, een eindje verderop. Hij vertelt de chauffeur waar we heen moeten. Eenmaal daar begint hij gelijk in zijn taal tegen de vrouw te praten, die vervolgens geen Engels kan en zij volgens hem nergens vanaf wist en de kamer US$ 20 kost. Als we niet willen, dan kan hij ons ook ergens anders heen brengen. Wij geven aan dat we hem niet meer nodig hebben en dat hij kan gaan. Hij is niet blij. We betalen hem de 100 bath en hij scheurt weg. De kamer is nu opeens nog maar US$ 15, maar als we de kamer zien, dan is die hooguit US$ 4 waard. We lopen verder. We proberen een aantal guesthouses maar ze zijn allemaal vol. Eindelijk vinden we de Secret Garden Inn, waar we voor US$ 12 (€ 9) één nacht mogen blijven, daarna is de kamer gereserveerd. Voor € 2 meer dan in het hotel dat we gereserveerd hebben, hebben we heel wat meer luxe. Jammer dat we niet langer kunnen blijven.

  

Maar eerst willen we naar de stad lopen om te eten, iets wat we de hele dag nog amper gedaan hebben. In het restaurant van het hotel blijken ze ook lekker eten te hebben en we eten daar en spelen een spelletje pool.

Na het eten gaan we alsnog de stad in om een supermarkt te vinden en wat rond te kijken. Daarna is deze lange dag toch echt voorbij.

Uitgegeven: 2100 Bath (€ 55) + US$ 6 (€ 4,50) = € 60

Vrijdag 15 februari besluiten we rustig aan te doen. Om 12 uur moeten we onze kamer uit en lopen we naar de Palm Garden Inn, waar onze kamer voor ons klaarstaat. We zetten onze tassen in de kamer en lopen de stad in. Als we door het Franse district lopen zien we een restaurant waar staat aangekondigd dat er elke avond een dansvoorstelling is en een buffet. Iets wat we allang willen doen, maar meestal rond de US$35 kost. Hier is het US$ 12. Waarschijnlijk is de show wat minder mooi en het eten minder goed, maar nu kunnen we het in ons budget wel meemaken. We besluiten er gelijk te gaan lunchen, zodat we weten of het eten een beetje lekker is. Ro bestelt een rijst met varkengerecht en ik een bakje vers fruit, dat een heuse 2 liter bowl vol vruchten blijkt te zijn. Zo veel vruchten voor US$ 2 (€ 1,50), dat ik zelfs na Ro veel gegeven te hebben, uiteindelijk misselijk van al dat fruit ben. En dat word je toch niet snel.

  

Na het eten lopen we terug naar de kamer, waar we relaxen tot 18:00 uur en lopen dan terug. Het buffet is al open en we maken kennis met diverse Khmer gerechten, de meesten niet helemaal onze stijl. Van 19:30 tot 20:30 uur kijken we naar de Cambodjaanse dansen, vooral de vingers die veel te ver de verkeerde kant op buigen zijn erg mooi (en een beetje eng).

   

 

Na de show lopen we naar buiten en nadat we de tuktukchauffeurs hebben afgeschud, zien we een stukje verderop een tuktukchauffeur met een vriendelijk gezicht. We spreken hem aan en vragen of hij morgen tijd heeft ons naar Angkor Wat te brengen. Hij geeft aan dat zijn prijs US$ 15 is, de prijs die normaal is voor het grote rondje, wat ons doet vermoeden dat deze man inderdaad te vertrouwen is. Hij heet Lay. We vragen of hij voorzichtig rijdt en hij geeft aan van wel. Hij brengt ons gelijk gratis terug naar het hotel, zodat hij weet waar hij ons morgenochtend kan vinden. We spreken om 5 uur af, zodat we op tijd zijn voor de zonsopkomst over Angkor Wat. Uiteraard duurt het tot minstens 1 uur voordat we slapen, waardoor dit een zeer korte nacht is.

Uitgegeven: US$ 71 (€ 53)

Zaterdag 16 februari staat Lay ruim op tijd voor ons hotel. We stappen in de tuktuk en rijden voorzichtig naar Angkor Wat, terwijl we door legio tuktuks worden ingehaald. We kopen 2 toegangskaarten voor 3 dagen voor US$ 40 (€ 30) per stuk. Dan lopen we, terwijl het pikdonker is, naar Angkor Wat, omgeven door honderden toeristen. Er zitten al behoorlijk wat mensen aan de oever voor de beste zonsopkomst foto. Ik vind een plek waar 2 personen hun statief hebben staan en daarvoor niemand tussen de poten op de oeverrand zit. Maar Ro denkt dat we ons daar niet door kunnen wurmen en gaat verder zoeken. Ik blijf achter de statieven staan, maar vraag al snel de Engelse vrouw met statief of ik er voor mag zitten. Dat is geen probleem en ze laat me erdoor. Ondanks mijn belofte dat ik naar Ro zou komen zoeken als hij niet terug komt, lijkt me mijn plek beter dan iedere andere plek. Als het een beetje licht wordt zie ik hem onhandig tussen andere mensen staan, terwijl de plek naast mij op de oeverrand nog vrij is. Maar hij ziet mij niet, niet totdat de zon al op is en het te laat is. Helaas had ik geen camera, maar daardoor kon ik deze mooie tempel wel heel goed heel langzaam zie opdoemen vanuit het donker.

  

  

Als de zon rond 6:30 uur boven de tempel uit is, lopen we naar binnen.

1.Angkor Wat

   

2.South Gate Angkor Thom

   

3.Bayon

   

4.Baphuon

  

5.Royal Palace

 

6.Elephants Terrace

7.Leper King Terrace

    

8.Preah Khan

    

9.Neak Pean

  

10.Ta Som

    

Na deze 10e tempel hebben we het gehad voor vandaag. De eerste paar uurtjes, tot een uur of 9, was het prima te doen. Daarna werd het warmer en warmer. Gelukkig had Lay voor ons een koelbox met ijs vol flesjes koud water gehaald (waar ook onze 2 blikjes fris koud konden blijven), wat het geheel iets aangenamer maakte. Halverwege de dag kocht ik nog een blikje cola erbij en vroeg Lay of hij ook wilde. Hij was zo aangenaam verrast en de verkoopster vond het zo raar, dat we daarna elke dag ook cola voor hem uit de supermarkt meenamen. Lay brengt ons rond 15 uur terug naar ons hotel, waar we hem de afgesproken US$ 15 + US$ 3 fooi geven. Hij is er erg blij mee. We spreken voor de volgende ochtend om 7:30 uur af, zodat Ro nog gebruik kan maken van het gratis ontbijt. We gaan op bed liggen in onze kamer die als een sauna aanvoelt waarbij de ventilator amper verlichting geeft. Toch vallen we even in slaap. Tegen 18:00 uur maakt Ro mij wakker, wat ik hem niet in dank afneem, omdat ik nog zo moe ben. Maar we kleden ons aan en lopen Siem Reap in. We zoeken een restaurantje, er zijn er meer dan genoeg, maar we vinden ze allemaal vrij prijzig, vergeleken met Thailand. Als we ons erbij neerleggen dat het gewoon wat duurder allemaal zal zijn, lopen we een Ierse Pub binnen, waar ik een broodje bestel en Ro spaghetti. We hebben behoorlijk honger, aangezien we vandaag alleen samen een zakje chips hebben gegeten, verder nog niks. De veel te dure ananasshake is gewoon water met een heel licht smaakje. We zijn een beetje teleurgesteld (en moe) en als ook de gratis Sprite van Ro gewoon op de rekening staat (US$1), wat uiteraard op ons verzoek wel wordt verrekend, is dat voor ons het teken dat deze lange dag mag eindigen.

Uitgegeven: US$ 125 (€ 93)

Zondag 17 februari is Lay uiteraard weer op tijd en als ik uit het raam kijk, staat hij weer vrolijk te zwaaien. We doen snel onze schoenen aan en met Ro’s gratis ontbijtje van 4 geroosterde boterhammetjes en 2 eitjes in zijn buik, stappen we de tuktuk in. Vandaag brengt Lay ons naar het Oosten van Siem Reap, in plaats van het Noorden. Zo’n 14 kilometer is het rijden, wat niet zo snel gaat, omdat Lay lekker rustig rijdt. Het uitzicht is mooi, dus het is een fijne rit. Vandaag wordt een makkelijk dagje, want we gaan maar 3 tempels bezoeken. In dit deel zijn maar 3 tempels en om nou hierna weer helemaal terug naar Siem Reap te rijden om vandaaruit weer helemaal de andere kant op te moeten naar Angkor Wat, leek ons wat ver. Bovendien hebben we morgen nog de hele dag om de rest van Angkor Wat te bekijken.

11.Preah Ko

   

Preah Ko heeft naast de oude tempel ook een hele mooie nieuwe tempel, die van binnen volledig is beschilderd. Deze schilderingen zijn zo kleurig en mooi, dat we ook hier wat extra tijd aan besteden. In een hoek staat een oud vitrinekastje met menselijke botten en schedels erin. Waarom of van wie is ons niet duidelijk.

    

12.Lolei

  

Lolei heeft voor de tempel uiteraard ook allemaal winkeltjes met eten, drinken en souvenirs (zoals alle tempels), maar er zit ook een oude man die allemaal schaalmodellen van diverse tempels van Angkor Wat heeft gemaakt. Deze zijn precies op schaal en ondanks dat deze man minstens in de 80 moet zijn, is hij nog druk bezig schaaltekeningen te maken. Er hangen foto’s van hem met de koning en koningin van Cambodja en hij verteld vol trots over alles wat hij heeft gemaakt en waar die allemaal tentoon zijn gesteld. Het is interessant en terwijl Ro foto’s maakt, maak ik een praatje met deze interessante man.

  

Daarna loopt Lay met ons mee naar de werkplaats hiernaast waar tieners bezig zijn om van hout en steen beelden te maken. Erg mooi en vol details. Ik vraag Lay of deze jongens (ik schat tussen de 12 en 17 jaar) niet naar school moeten en hij geeft enigszins verbaast aan dat dit hun school is. Hier leren ze een vak waar ze hun geld mee kunnen verdienen. Ik twijfel of ik dit niet als kinderarbeid moet beschouwen, maar ergens heeft hij wel een punt. En je moet het natuurlijk wel in de context zien van een arm land en niet vergelijken met Nederland. Wij weten het antwoord in ieder geval niet.

  

13.Bakong

   

Tijdens de laatste 2 tempels voel ik me steeds slapper worden en heb ik constant het gevoel dat ik moet overgeven. De hitte helpt niet en ik probeer zoveel mogelijk te drinken, want ik ben bang dat ik een zonnesteek heb of zoiets. Maar het gaat wel, zolang ik rustig aan alle trappen op ga. Lay had ons met tegenzin US$ 10 voor deze ochtend gerekend, omdat het redelijk ver is. Het zou maar zo’n 4 uur duren, dus het was meer voor de benzine dan voor de tijd, Wij vonden het direct een prima prijs gisteren, maar blijkbaar vindt hij het teveel, want nu stelt hij voor ons naar de lokale markt te brengen. Wij vinden het prima en hij brengt ons terug naar Siem Reap. Onderweg worden we ingehaald door een brommer met een groot varken achterop. Iets wat we wel vaker hebben gezien, ook in Afrika, maar waar we nog nooit een goede foto van hebben kunnen maken. Ook nu leek het niet te lukken, want tegen de tijd dat ik de camera heb en aan heb gezet, was hij eigenlijk al te ver weg. Maar dan stopt de man en nadat we hem hebben ingehaald komt hij ons weer achterna. Deze keer zijn we voorbereid als hij ons inhaalt.

   

We rijden verder naar de markt. We lopen een half uur rond, kopen wat eten en dan brengt hij ons naar ons hotel.

   

We betalen hem US$ 12, waar hij heel blij mee is. Ik ga gelijk op bed liggen, omdat ik me nog steeds niet lekker voel. Even later verteld een wc bezoekje mij dat ik toch echt iets verkeerds gegeten heb. Vanaf hier gaat het in rap tempo steeds slechter. Ik had nog niks gegeten vandaag en ik krijg er ook niks in. Ro probeert me stukjes fruit te geven en af en toe lukt het me wat binnen te houden, maar over het algemeen word ik al misselijk bij het aanblik van eten. Na 2 uur begint Ro met het aanmaken van ORS, zodat ik niet uitdroog. Ondanks dat het me lukt in 12 uur tijd 3 bekertjes ORS met ongeveer 200ml water binnen te krijgen, ben ik na 12 uur uitgedroogd. Ik voel het in elke vezel van mijn lichaam dat ik vocht nodig heb, maar kan het niet binnenhouden. De Norit helpt in eerste instantie niet, maar rond 3 uur ’s nachts smeek ik Ro het te laten stoppen, omdat ik vermoed dat ik niet ver van een ziekenhuisbezoek verwijderd ben. Ik heb me in mijn leven nog nooit zo gedehydreerd gevoeld. Ro stopt me vol pillen, waardoor ik vervolgens 3 dagen verstopt ben, maar aangezien ik de dagen hierna nog steeds amper eet is dat niet zo erg. Eindelijk val ik in slaap, in de snikhete kamer.

Uitgegeven: US$ 19 (€ 14)

Maandag 18 februari heeft Ro een drukke ochtend. Ik heb Ro geloof ik de afgelopen 18 uur lastig gevallen met het feit dat ik het zo heet had, dat hij gelijk ’s ochtends vroeg naar het hotel loopt waar we eerder waren geweest om te vragen of ze een kamer voor 2 nachten voor ons hebben. Dat was geen probleem, we kunnen tussen 11 en 12 uur komen. Daarna loopt hij terug voor het ontbijt. Na het ontbijt komt Lay ons ophalen voor een dagje Angkor Wat. We hadden geen mogelijkheid hem te bereiken om door te geven dat ik ziek ben. Ro gaat naar hem toe en vraagt of hij morgen ook kan en legt uit waar we vannacht slapen. Hij denkt het wel te kunnen vinden, maar hij gaat ook proberen hier om 11 uur te zijn zodat hij mij naar het hotel kan brengen. Het is niet zo ver, maar ik kan amper naar de badkamer en terug lopen zonder flauw te vallen, dus met een zware rugzak in de zon zo’n 800 meter lopen lijkt hetzelfde als de Mount Everest beklimmen. Ik word wakker van Ro, hij brengt me op de hoogte en ik val weer in slaap. Om 11 uur klim ik in de tuktuk van Lay die ons naar de Secret Garden Inn brengt, waar hij geen geld voor wil hebben. Hij sjouwt zelfs onze tassen naar de 2e verdieping en gaat daarna met Ro gezellig staan praten, terwijl ik slapjes over het bed in de stuk koelere kamer hang. Deze kamer is US$ 12 en voor US$ 8 extra mag de airco aan. Ondanks dat mijn lichaam schreeuwt om die koele lucht, zegt mijn verstand dat ik het hier met de waaier ook wel red. Ook al zijn er momenten deze komende 24 uur dat het me moeite kost Ro die stomme afstandbediening niet te laten halen. De hele dag lig ik op bed, terwijl Ro me nog steeds fruit probeert te laten eten. Tegen etenstijd besluit ik te gaan douchen en aangezien dat lukt zonder flauw te vallen, zie ik dat als een teken dat het beter gaat. Ik heb geen honger, maar aangezien ik in de afgelopen 75 uur alleen een paar stukjes fruit, dat broodje 48 uur geleden en een paar chipjes 55 uur geleden het op heb, lijkt het me verstandig iets te gaan eten. Ik wil alleen in het restaurant van dit hotel eten, omdat ik daar de vorige keer geen problemen mee heb gehad. Ik bestel de veiligste gerechten van de kaart: pompoensoep en een kleine portie frietjes. Ro neemt weer een Cambodjaans gerecht, maar is niet echt onder de indruk. Een tijdje na het eten wordt de tafel van de eigenaar gedekt en er komen allerlei gerechten op tafel. Een aantal toeristen die hier al een tijdje verblijven zitten ook aan de tafel en ook wij worden uitgenodigd. Ro probeert de gerechten, waaronder een schaal met stukken eend, waarvan het hoofdje met snavel ons de hele avond aan zit te kijken. Niemand eet het hoofd, wat je volgens de eigenaar moet uitzuigen. Ik sla al het eten af, maar als we beiden een groot glas krijgen met wat ik denk een verse munt/citroen limonade is, neem ik die wel aan. Er blijkt een behoorlijke dosis alcohol in te zitten, wat wellicht het slechtste is wat je kan drinken als je net bij aan het bijkomen bent van een uitdroging, maar ik vind het onbeleefd om nogmaals te weigeren en bovendien is de cocktail ook wel erg lekker. Ik hoop maar dat de alcohol mij beter in slaap zal krijgen, waardoor ik wat meer kan aansterken. Het is al 22:00 uur als we naar onze kamer lopen. Ik voel me gelukkig alweer een stuk beter en we gaan er vanuit dat we morgen de laatste dag door Angkor Wat kunnen lopen.

Uitgegeven: US$ 75 (€ 56)

Dinsdag 19 februari is Lay uiteraard weer op tijd en we vertrekken om 8 uur. We hadden in ons boekje opgezocht welke tempels we nog niet hadden gezien en wel graag willen zien. We zouden vandaag het kleine rondje doen, omdat we de eerste dag met het grote rondje waren begonnen. Maar we vragen Lay of hij de tempel Banteay Srei kent. Hij geeft aan dat dit een hele mooie tempel is, maar heel ver weg. We vragen of hij ons daarheen wil brengen en dat vindt hij hartstikke leuk, maar hij geeft voorzichtig aan dat het dan wel iets duurder wordt dan US$ 12, omdat het 28 km verder naar het noorden is vanaf de laatste tempel in de kleine route. We geven aan dat we dat logisch vinden en zonder te weten wat hij ervoor wil hebben, rijden we weg. Het is ruim een uur rijden, door allemaal Cambodjaanse dorpjes en we zien allemaal potten vol kleine bolletjes langs de kant van de weg. We vragen ons af wat het is. Eenmaal bij de tempel was ons vermoeden dat er net zo weinig toeristen zouden zijn als gisteren, helaas direct ontkracht. Het staat vol met toeristenbussen, helaas. We lopen eerst een rondje om de buitenmuur en de gracht. Daarna lopen we aan de achterkant naar binnen. We zijn zeer onder de indruk. De details op elk stukje muur zijn ongelooflijk mooi. We besluiten al snel dat dit de mooiste tempel tot nu toe is. Mooier dan de tempel Angkor Wat. Wel een heel stuk kleiner. We nemen onze tijd en bekijken alles goed.

14.Banteay Srei

  

  

Terug bij de tuktuk vraagt Ro aan Lay wat al die potten met bolletjes langs de kant van de weg zijn. Hij geeft aan dat dit een soort snoepjes zijn, gemaakt van palmsuiker. Maar hij zal zo wel even stoppen. Na 10 minuten stopt hij bij één van de vele stalletjes en de vrouw is net bezig om de warme suikerstroop in kleine rondjes van palmbladen te gieten. We krijgen een warm bolletje en het smelt in je mond. Het is zeker erg lekker, maar letterlijk puur (palm)suiker. Lay legt het hele proces aan ons uit en de antwoorden die hij ons niet kan geven, vraagt hij aan de vrouwen en vertaald het aan ons. Het is zeer interessant. Ro koopt een klein potje, deelt deze met Lay en we rijden weer verder. Nu we toch van de kleine route zijn afgeweken brengt Lay ons naar een andere tempel, ook een eindje buiten de kleine en zelfs grote route.

15.Banteay Samre.

   

Daarna is het tijd voor de tempel waar we van te voren het meest naar uitgekeken: Ta Prohm. Deze tempel is overgroeid door bomen, wat op de foto’s altijd erg mooi lijkt. En wat ook zo is. Ze zijn deze tempel aan het renoveren, wat deels jammer is, omdat er een grote hijskraan middenin staat en het vol staat met machines en mannen die de stenen op hun oorspronkelijke plek proberen te krijgen en de missende stenen opnieuw proberen te maken. Deels is dit juist ook wel interessant en we kijken een hele tijd naar deze mannen die op zeer primitieve manieren de tempel weer in haar oude glorie proberen te herstellen. Maar het is een grote tempel en ze zijn alleen op één binnenplaats aan het werk. In de rest van de tempel merk je niks van de werkzaamheden. Het uithakken van de stenen gebeurt met een beitel en hamer, dus dat maakt weinig lawaai. Het is echt een mooie tempel, waar we weer een lange tijd doorheen struinen. Ik heb het gevoel dat ik in de herhaling blijf vallen, maar het is zo heet en benauwd, dat het lijkt alsof we door een sauna lopen. Het is soms lastig alles rustig te bekijken als je in de brandende zon staat. Maar we besluiten dat we het maar moeten doorstaan ….. voorlopig.

16.Ta Prohm

     

  

   

  Er staan nog 3 tempels op de planning van de kleine route.

17. Ta Keo

   

18.Chao Say Tevoda

 

19.Thommanon

Dan is het pas ongeveer 14:30 uur en we zouden vandaag eigenlijk de zonsondergang bij Angkor Wat gaan bekijken. Dat duurt nog minstens 3,5 uur en eigenlijk willen we gewoon een koude douche en uit de zon. We besluiten dat het wel mooi is geweest en vragen Lay of hij ons nog even bij Angkor Wat eruit wil zetten, zodat we deze ook nog een laatste keer kunnen bekijken. We zijn begonnen bij Angkor Wat en willen er ook eindigen. En we willen haar graag ook het volle daglicht bekijken.

20.Angkor Wat (2ekeer)

   

We worden moe maar voldaan afgezet door Lay in ons hotel. We bedanken hem uitbundig en geven hem US$ 20. Dit is duidelijk meer dan hij had gewild en bedankt ons op zijn beurt heel hartelijk. Hij heeft voor 2,5 dag rondrijden nu precies US$ 50 (€ 37,50) van ons gehad, wat neerkomt op het minimum maandloon van Cambodja. Deze man van 31 jaar, met een baby van 2,5 maand en een zoontje van 3 jaar, is getrouwd en probeert zijn gezin een goed leven te geven. Hij is niet opdringerig met het aanbieden van tuktuk ritjes, maar maakt lange dagen. Nadat hij ons in 3 dagen tijd 22 uur had rondgereden, ging hij steeds even naar huis om daarna de hele avond verder te zoeken naar ritjes. ’s Nachts sliep hij amper met een baby in huis, zoals alle jonge ouders. Hij had ons verteld dat hij gemiddeld 3 dagen per maand zo’n rit door de tempels maakte met toeristen, de rest van de maand moet hij zijn geld verdienen door korte ritjes in de stad te leveren, samen met waarschijnlijk duizend(en?) andere tuktuk chauffeurs. Een onzeker bestaan. De tuktuks in Cambodja zijn anders dan in bijvoorbeeld Thailand. Hier zijn het scooters waar je een soort kleine koets aan vast kan hangen. Daardoor kun je de scooter ook gewoon los gebruiken. Lay’s scooter is 10 jaar oud en heeft hij overgenomen van zijn broer. De “koets” heeft hij zelf gemaakt, wat volgens hem niet goedkoper is dan kant en klaar (2e hands?) kopen, maar hij vond het gewoon leuk om dat zelf te maken. Doordat hij deze combinatie in eigendom heeft, hoeft hij geen huur te betalen, wat natuurlijk erg prettig is. Maar als zijn scooter kapot gaat, heeft hij natuurlijk wel een probleem. Mocht iemand een vriendelijke, geduldige tuktuk chauffeur zoeken in Siem Reap, dan raden wij aan contact op te nemen met Lay (tel. +855 7764 88 51 of lorlay_1984@yahoo.com).

De rest van de middag brengen we door onder een koude douche en voor de waaier. En volgens mij hebben we allebei ook nog even geslapen. Om een uur of 7 eten we weer in het restaurant van het hotel.

Uitgegeven: US$ 30 (€ 23)

Woensdag 20 februari is een dag van wachten. Om 12 uur checken we uit onze kamer, leggen onze tassen achter de receptie en moeten dan tot 19:00 uur wachten op de taxi die ons naar de bus gaat brengen. Achteraf gezien hadden we ook voor gisteravond kunnen boeken, maar omdat we dachten pas na 19:00 uur terug te zijn (na de zonsondergang) leek dat geen optie. We ontbijten langzaam tussen 12 en 13 uur, internetten wat tussen 13 en 15 uur, lezen een boek tussen 15 en 17 uur, eten tussen 17 en 18 uur in de stad. Ik voel me nog steeds niet helemaal aangesterkt en durf nergens te gaan eten, omdat ik bang ben dat ik weer ziek word. Uiteindelijk durf ik het aan om samen met Ro een pizza te delen (waar hij ziek van wordt en ik niet).

  

Van 18 tot 19 uur wachten we daarna in de hangmat op de taxi.

 

Deze is er om 19:30 uur en om 19:45 uur zijn we al bij de slaapbus. We hadden geen idee wat we ons bij een slaapbus voor moesten stellen, maar als dat toevallig zou betekenen dat we bij vertrek onze ogen dicht konden doen en bij het wakker worden bij de oceaan zouden zijn, dan leek ons dat wel US$ 20 (€ 15) p.p. waard. We begrijpen dat de kans dat deze utopie waarheid zou worden gering is, maar we hopen maar dat er hier sprake zou zijn van een self-fulfilling-prophecy. Omdat we 48 uur van te voren geboekt (en betaald)hebben, in plaats van de gebruikelijke 24 uur, is dat waarschijnlijk de reden dat we de beste plek in de bus hebben. De bus is vol met een soort ligstoelen, van die dingen die je in je tuin hebt staan, maar dan met een matras. Vanaf je kont gaat je rug en hoofd schuin omhoog, maar je benen kunnen gestrekt plat. Onder je hoofd en rug liggen de voeten van de persoon achter je. Er is een gangpad door het midden, met aan beide kanten stapelbedden voor 4 personen per kant. Helemaal voorin is de trap omhoog met aan de andere kant van het gangpad 1x een 2persoons bovenbed, die wij blijkbaar hadden gereserveerd. De benedenbedden hebben geen enkel raam, dit zijn gewoon doodskisten met alleen één zijkant open. Wij hadden panorama zicht: 2 zijramen en de complete voorruit (de chauffeur zat beneden, onder ons). Bovendien was ons bed iets langer dan de rest van de bedden.

Het was bijna volle maan, dus we konden de hele nacht het landschap redelijk goed zien. Onze bedden hadden alleen één groot nadeel: bij een ongeluk vlogen we direct door de voorruit. Maar we hebben geen keus, dus moet je daar verder niet over nadenken. Ik kan niet half rechtopzittend slapen, dus krul ik mezelf op het platte gedeelte op en leg alleen mijn hoofd op het stuk dat omhoog gaat. Comfortabel is anders. En zelfs al zou het ons lukken hier te kunnen slapen, de kans om dat uit te proberen hebben we niet gekregen. Elk bed was bezet door toeristen, maar uiteraard zitten er daarnaast ook een stuk of 10 Cambodjaanse mannen en vrouwen in de gangpaden die op deze manier een rit naar de hoofdstad of Sihanoukville krijgen. De mannen praten de hele nacht luid door de telefoon, met elkaar en met de chauffeur. Het is onmogelijk om te slapen met al dat lawaai. Maar ik ben blij dat ze de chauffeur op die manier wakker houden, want in een doodstille bus is het voor de chauffeur waarschijnlijk veel moeilijker om niet in slaap te vallen, dan in een drukke gezellige rit. En aangezien het 11,5 uur zou duren voor we aankomen (worden er uiteindelijk 14), vind ik veiligheid belangrijker dan slaap.

Uitgegeven: US$ 63 (€ 47)

Donderdag 21 februari begint om middernacht, want we liggen nog steeds wakker. Tot 7 uur slapen we misschien in totaal een half uur en daarna geven we het op. Ergens rond 4 uur komen we aan in de hoofdstad waar de meeste lokale mensen eruit gaan en waar wij alvast een glimp van de stad kunnen opvangen. We hadden rond 7 uur aan moeten komen, maar we zijn er nog lang niet. Rond 8 uur krijgen we een klapband, maar de chauffeur houdt de bus behendig op de weg om daarna de band te vervangen.

 

Het is 10 uur geweest toen we eindelijk in Sihanoukville aankomen. Uiteraard staan er vele tuktuks klaar als we uitstappen, maar we weigeren alle ritjes (US$6) en lopen een stukje verder. Daar staat een jongen die ons voor US$ 4 wil brengen. Het is 15 minuten rijden tot we bij Serendepity beach aankomen. De meeste hotels zijn vol of weten het nog niet, omdat de uitchecktijd nog niet is gekomen. Maar al snel vinden we toch een gezellig bungalowtje (vol muggen!).

  

We ploffen onze spullen neer en besluiten eerst te gaan ontbijten. We lopen richting oceaan, eten onderweg een pannenkoek en broodje en lopen daarna de oceaan in. We balen zo dat we onze zwemkleding niet meteen hadden meegenomen, dus we lopen weer omhoog naar de bungalow, trekken onze zwemkleding aan en lopen terug. We rennen de oceaan in en blijven daar misschien wel een uur in. EINDELIJK! Op het strand zoeken we een comfortabele ligstoel waar we ons laten drogen door de zon.

  

 Daarna maken we een wandeling over het strand en lopen terug naar de bungalow. We laten ons op het bed vallen en slapen waarschijnlijk 10 seconde later. Tegen etenstijd lopen we naar het restaurant van ons hotel, eten allebei een wrap, kijken een film en slapen weer verder.

Uitgegeven: US$ 22 (€ 16)

Vrijdag 22 februari moeten we om 11 uur op een ander strand zijn, waar de boot van Crusoe Island ons naar het eiland gaat brengen. We nemen om 10:15 uur een tuktuk die ons er in 15 minuten heen brengt. We moeten in “Wish You Were Here – Guesthouse” wachten

en rond 11 uur worden we opgehaald. We stappen de boot in en een uur later stappen we het eiland op.

 Omdat wij onze eigen kampeerspullen bij hebben, kost het slechts US$ 4 (€ 3) per nacht om hier te mogen verblijven. We zoeken een plekje uit op het strand. Het witte strand verdwijnt overal in jungle, dus we kunnen eigenlijk alleen maar op het zand kamperen. Wat in eerste instantie leuk lijkt, blijkt al snel vervelend. Het is onmogelijk om de tent vanbinnen enigszins zandvrij te houden. Maar nu hebben we nog niet door hoe vervelend dat gaat worden. We zwemmen, lezen, snorkelen en gaan daarna in de gezellige gezamenlijke ruimte zitten.

   

Om 5 uur moeten we ons avondeten bestellen, dat dan na 19:00 uur komt. We hadden om 17 uur al honger. Als om 19:45 uur eindelijk mijn eten komt: yoghurt met vruchten en musli, blijkt de yoghurt op te zijn en heb ik wat stukjes fruit met musli. Ro had zijn maaltijd al een half uur eerder op, dus hier moet ik het echt tot morgenochtend mee doen. Ik werk aan het fotoalbum, terwijl Ro leest. Dan begint het ineens te regenen, maar niet te erg. De 2 stopcontacten zijn constant bezet, zodat na 3,5 uur mijn laptop uitvalt. Mooie tijd om te gaan slapen. Nu komen we er meteen achter dat een luchtbed volgeplakt met zand dat onder je rug ligt te schuren, geen prettige nacht betekent.

Uitgegeven: US$ 26 (€ 20)

Zaterdag 23 februari liggen we te lezen in ons tentje, tot we het te warm krijgen en samen de oceaan in rennen. We snorkelen en blijven een uurtje in het water liggen. Ondanks dat het nog redelijk vroeg is, is dit waarschijnlijk het moment dat we beiden onze schouders en rug een beetje hebben verbrand. We lopen naar de gemeenschappelijke ruimte en ik kom tot de schrik tot de ontdekking dat de stroom alleen vanaf 18:30 uur aangaat. Nu kan ik niet aan het fotoalbum werken, hetgeen ik juist hier graag had willen doen. We lezen dus maar een boek en daarna gaan we het eiland verkennen.

  

We lopen een heel eind over het stand, langs een andere lodge, tot we bij nog een lodge eindigen. Daar drinken we een koud drankje, voordat we weer terug lopen. Bij deze lodge zat ook een leuk klein “absint” stokerijtje.  Terug bij de tent springen we de oceaan weer in, om af te koelen. Daarna lopen we naar de put, waar we emmers met water vullen om ons te douchen. We wassen onze haren en spoelen al het zout van ons af. Daarna lezen we naast het stopcontact tot de lampen eindelijk aanspringen. Ik werk de rest van de avond aan het fotoalbum. Voor vanavond kunnen we alleen rundvlees curry en vegetarische curry bestellen. Omdat ik hoop dat ik het vlees eruit kan pikken en aan Ro kan geven, terwijl de rest van de rundvleescurry identiek is aan de vegetarische curry, bestel ik ook maar de vleesvariant. Om 20.00 uur krijgen we eindelijk de curry, wat geen curry is, maar eerder een stoofschotel. Het vlees is onmogelijk eruit te halen, dus eet ik er maar wat van. Er zitten ook grote stukken vet en andere vieze dingen tussen (die Ro zelfs niet lust). Na overleg met Angelique en Mark een paar dagen later zijn ze het er alle drie over eens dat het rubbere rondje waarschijnlijk de anus van een koe is geweest. Te walgelijk voor woorden. Angelique en Mark hadden dat ooit per ongeluk in Cambodja besteld. Als ik had geweten dat er anussen door het eten zaten, had ik de rest waarschijnlijk ook niet meer willen eten. Maar goed dat ik sommige dingen niet weet. Als we die avond alles proberen om het zand te verwijderen, wat echt niet lukt, gaan we weer een lange slapeloze nacht tegemoet. Onze licht verbrandde ruggen die plakken en schuren langs de matrassen en het zand doen pijn. Heel veel pijn. Al na een uur besluiten we morgen terug naar het vaste land te gaan en de tent te verruilen voor een bed zonder zand.

Uitgegeven: US$ 3 (€ 2)

Zondag 24 februari gaat Ro om 7 uur vragen of er plek is voor ons op de boot, wat geen probleem is, ruimen we onze tent op, pakken onze spullen in, betalen de rekening voor het eten (US$32,50), overnachtingen (US$8) en 2x een retourticket met de boot (US$ 10pp), met een totaal van US$ 61 (€ 46). We staan samen met alle andere toeristen om 8 uur klaar, maar het is bijna 9 uur als we vertrekken. Een uur later staan we weer in Sihanoukville. De eerste 3 hotels zijn vol. We besluiten eerst maar te gaan ontbijten aan het strand. De mangoshake is buitengewoon goed, dus ik bestel een 2e. Het ontbijt is ook lekker. Als we weer verder lopen zien we dat er leuke bungalows tegenover ons staan. De eigenaar weet niet 100% zeker of het stel dat zou gaan uitchecken, dat ook echt gaat doen, maar we mogen wachten. We twijfelen of we terug gaan naar het andere strand, waar veel meer hotels zijn en de prijzen 25% lager, maar we hebben eigenlijk weinig zin om nog verder te zoeken. Een uur later is onze kamer klaar. We hadden graag gelijk ons Vietnamese Visum gehaald, maar omdat het zondag is moeten we wachten tot morgen. De rest van de middag werk ik aan het fotoalbum, leest Ro een boek, dan lees ik een boek, terwijl Ro op de laptop bezig is. ’s Avonds eten we romantisch op het strand,

 waarna ik de rest van de avond met mijn zusje Skype op de telefoon, terwijl Ro aan het internetten is.

Uitgegeven: US$ 93 (€ 71)

Maandag 25 februari pakken we onze spullen in, onderhandelen we over de prijs van de tuktuk (we krijgen er een hele dollar vanaf) en worden we om 9 uur voor US$ 7 naar het Vietnamese Consulaat gebracht, ongeveer 25 minuten terug richting busstation. We vullen een formulier in, betalen US$ 60 (€ 45) p.p., wachten 5 minuten en staan dan buiten met ons visum. We wisten dat dit de snelste plek in Azië is om je visum te halen, maar het was voorheen ook de goedkoopste met US$ 45. Blijkbaar zijn de prijzen per 1-1-2013 omhoog gegaan. Buiten staat een tuktuk die ons naar het busstation brengt. De bus naar Kep, waar we heen willen, vertrekt pas om 12 uur en het is nu bijna 10 uur. We krijgen een stoel en het wachten begint weer. Ik pak niet vaak mijn laptop in het openbaar erbij, maar deze 2 uur (worden er 2,5) kan ik goed gebruiken om aan het fotoalbum te werken, dus zet ik de laptop op schoot. Er wordt niet eens naar gekeken, dus ze zullen het wel gewend zijn. Tegen 12:30 komt de minibus. Er zitten, behalve de chauffeur, al 5 lokale mensen in de bus. We nemen de 2 stoelen op de 2e rij. Het blijkt een gouden greep. We stoppen nog bij 2 hotels om 2 andere toeristen stellen op te halen en daarna nog op diverse plekken om steeds meer lokale mensen mee te nemen. Uiteindelijk hebben wij zessen alle 6 onze eigen stoel. Maar de overige stoelen hebben 2 tot 3 personen per stoel. We zijn met z’n 19e, op 12 stoelen. Naast mijn stoel staat een pakket op de grond, waar later een klein meisje op gaat zitten, maar die zit achterstevoren en leunt tegen mijn stoel. Daar krijg ik geen extra warmte van. De andere toeristen hebben dan wel een eigen stoel, maar omdat de mensen naast hun zo opgepropt zitten, leunen die uiteraard helemaal bij hun op schoot. En het is al zo warm dat Ro en ik er alles aan doen om elkaar niet aan te raken, want we plakken direct vast. Na anderhalf uur hobbelen stoppen we even en koop ik een droog stokbroodje, want ik heb nog niks gegeten vandaag. Soms ben ik wel jaloers op Ro die ’s ochtends vroeg al een ontbijt weg kan krijgen. Tegen de tijd dat ik aan eten toe ben, is het meestal nergens meer te krijgen. Na nog een half uur rijden stoppen we in Kampot, waar de andere 2 stellen en een paar lokale mensen uitstappen. We pikken nog één oude dame op, waarna het een stuk gezelliger wordt in de bus en iedereen vrolijk in het Kmers door elkaar praat. We verstaan er niks van, maar grappig is het wel. Bijna iedereen heeft nu een eigen stoel, dus dat is ook fijn. De weg wordt slechter, maar we hoeven niet heel ver. Na 20 minuten stopt de minibus achter een andere minibus en krijgen we te horen dat we over moeten stappen. Een stel dat samen met ons op Crusoe Island was stapt uit die andere minibus en verteld dat hun rit tot nu toe verschrikkelijk was. Ze hadden heel vaak gestopt en er heel lang over gedaan. Iedereen in deze bus keek chagrijnig en moe. We vermoeden dat dit misschien wel de bus was die om 9 uur vanaf Sihanoukville was vertrokken, 3,5 uur voor ons. En nu waren we hier tegelijkertijd! Het was nog maar 10 minuten naar Kep, waar we rond 15:30 uur aankwamen. Nadat we onze tas hadden gekregen en de tuktuk chauffeurs hadden teleurgesteld, liepen we een stukje terug. Na ongeveer 500 meter was de afslag naar het hotel die we vooraf hadden uitgezocht: The Boat House.

   

Ze hadden een kamer voor US$ 8, met gedeelde badkamer. We ploffen de tassen neer en gaan in de erg mooie tuin zitten. We bestellen een lemon/munt limonade & Sprite en relaxen even. Daarna neem ik een snelle douche en lopen we naar de Crab Market. Helaas is er geen krab te vinden. Je kan genoeg gebakken vis of garnalen krijgen, maar geen krab. Ik wil graag een restaurant in, om aan de oceaan de zonsondergang nog te kunnen zien en iets te eten, aangezien ik geen dieren uit de zee eet. Ro besluit met mij mee te eten, omdat hij niet denkt dat er nog krab gaat komen. Wellicht zijn we al te laat. We bestellen ieder een pizza en genieten van de zonsondergang.

    

We besluiten daarna de andere kant op te lopen, wat een langere omweg was dan we hadden verwacht, maar wel een hele mooie route langs de oceaan. Als het echt donker is komen we aan in het centrum van Kep. Daarna lopen we de laatste 500 meter terug naar het hotel. We hebben zo’n 4 kilometer gelopen. We kijken een film en vallen rond 23:30 uur in slaap.

Uitgegeven: US$ 154 (€ 118)

Dinsdag 26 februari wilden we vroeg op staan om het 8 kilometer wandelpad door Kep National Park te gaan wandelen. Maar Ro had deze keer wat nachtelijke wc bezoekjes gehad en durft het niet aan. Dus als om 7 uur de wekker gaat, besluiten we het een dag uit te stellen en draaien we ons nog maar eens om. Om 8 uur gaat Ro in de tuin zitten en een uur later kom ik erbij zitten. Ik moet nog het verslag van Cambodja schrijven vanaf de 2e dag, dus ik loop behoorlijk achter. Het is vervelend om zo ver achter te lopen, dus ik ben blij dat ik hier eindelijk tijd voor heb. Het kost me 4 uur om dit te schrijven. Nu ik klaar ben ga ik de foto’s uitzoeken die ik tussen deze tekst wil gaan plaatsen en als Ro dan nog niet gaan zeuren dat hij iets wil gaan doen (hij zit al deze tijd naast mij te lezen en wandelt door de tuin om foto’s van vlinders te maken), dan zet ik de tekst ook gelijk nog even op de website.

 

Het lukt me niet alles op de website te krijgen, voordat Ro wil gaan rondlopen. We lopen naar het centrum en eten een bijzonder aangenaam diner op een balkon met uitzicht op de oceaan.

 

Daarna willen we eigenlijk kijken of er een betere supermarkt is. We vragen het aan een tuktuk chauffeur die aangeeft dat er een grotere supermarkt bij de pier is, maar dat is US$ 2. We hebben geen idee hoe ver het is, dus we gaan maar akkoord. Het blijkt 4 kilometer te zijn. Eenmaal op de pier blijkt de supermarkt qua oppervlakte wellicht groter te zijn, maar qua producten maakt het bijna niks uit. We vragen de chauffeur te wachten, want er is hier verder niks te doen. We kopen wat drinken en hij brengt ons terug naar het hotel. Dit was het duurste drinken ooit. Maar we hebben nu wel een goed idee van hoe de rest van de stad eruit ziet.

Uitgegeven: US$ 26,50 (€20)

Woensdag 27 februari staan we bijtijds op en lopen om 7:30 uur naar Kep National Park. Voordat we bij de ingang zijn moeten we een eindje omhoog lopen. We betalen ieder US$ 1 (€ 0,75) toegang en lopen het park in. Het is nog niet zo warm, maar door het omhoog lopen hebben we het al wel warm. Na ongeveer 3 kilometer lopen door het park, zijn we op het hoogste punt van onze 8 kilometer route: 260 meter boven zeeniveau.

 

We zouden nu dus de helft van de kilometers die we in Chiang Mai zouden hebben afgelegd gelopen en hebben de helft van de hoogte “beklommen” die we toen zouden hebben beklommen. We hebben het idee dat we de vorige keer veel hoger geklommen moeten hebben, want dit stelde niks voor vergeleken met toen. Bovendien was de tocht nu 50/50 omhoog of vlak, terwijl het de vorige keer alleen maar omhoog was. Nooit vlak. Vanaf dit hoogste punt is het alleen nog maar naar beneden, wat wij in eerste instantie prima vinden, nu het steeds warmer wordt. Helaas blijken de laatste 4 kilometer constant in de zon, zonder schaduw. Maar eerst ziet Ro nog een makaak in een boom. Het beestje is alleen en heel dapper bezig zichzelf te verdedigen tegen ons. Hij ziet er heel schattig uit met zijn kleine aanvalletjes op ons. Maar als ik Ro’s closeup foto’s bekijk, kun je die scherpe tanden wel zien die je met het blote oog niet ziet.

    

Maar hij blijft in de boom, terwijl wij eronder blijven zitten. Als hij genoeg van ons heeft (na een minuut of 15) gaat hij er via de boomtoppen vandoor. We lopen verder en maken nogmaals kennis met de ontzettend niet bange hagedissen van dit gebied. Deze leguaan (?) kan ik zelfs met een takje aaien!

  

We hebben de hele ochtend niemand gezien, behalve één tuktuk met een oudere dame die de route in tegengestelde richting deden. Verder leken we de enige in het NP. De laatste 4 km van de route blijkt helaas buiten het NP te zijn, wat een beetje jammer is. Als we bij de oceaan uitkomen (rond 12 uur) eten we eerst een laat ontbijt

 

en lopen daarna terug naar ons hotel. De rest van de middag doen we lekker rustig aan in de tuin. Ik reserveer en betaal alvast de busplaatsen naar de hoofdstad voor US$ 5 (€3,25) per persoon.

Uitgegeven: US$ 24 (€18)

Donderdag 28 februari worden we om 8:15 opgehaald. Maar als Ro de kamer uitloopt roept hij mij er snel bij. De grootste schorpioen die wij ooit levend gezien hebben loopt voor onze deur langs. Ro gaat meteen naar de receptie, terwijl ik de camera haal. Ik heb net de kans om één foto te maken, als de receptionist, die eerst niet begreep wat er aan de hand was, zijn slipper op de grote zwarte schorpioen laat neerkomen.

Hij geeft aan dat er nog nooit zo’n grote schorpioen in het hotel is gekomen en dat hij heel gevaarlijk is. Dat laatste betwijfelen we, want de scharen zijn groot, de staart klein, wat zou moeten betekenen dat ze hun prooi dood knijpen, niet vergiftigen. Maar waarschijnlijk zit er wel gif in zijn staart, wat toch behoorlijk pijn doet. En als hij je knijpt is vast ook geen pretje. De receptionist slaat er nog even op los (een beetje zielig, maar ook wel logisch) en dan nemen we afscheid. We betalen voor de afgelopen 3 nachten en alle genoten maaltijden en de vele Lemon Juices. De tuktuk brengt ons (gratis) naar het busstation. We zijn ruim op tijd, maar de bus komt een half uur te laat. Het is een grote bus, half gevuld met toeristen, half met lokale mensen. We krijgen zelfs karaoke en daarna een Koreaanse film met Khmer ondertiteling. Gelukkig is het landschap interessanter. De bus doet er ruim 4 uur over om in de hoofdstad, Phnom Penh, te komen. Daar aangekomen staan er uiteraard vele tuktuks klaar, die ons allemaal willen wegbrengen, maar we kunnen ze afschudden en lopen de stad in. We hadden gisteren een hotel uitgezocht waar we eventueel heen zouden kunnen, maar we willen eerst hier in de buurt kijken. Er is namelijk direct naast het busstation een groot winkelcentrum en na 6 weken alleen kleine winkeltjes met een zeer gering aanbod te hebben gehad, lijkt dit ons een welkome afwisseling. Vlak achter het winkelcentrum vinden we een hotel, redelijk luxe, waar we de slechtste kamer (zonder raam) voor US$ 15 mogen bewonen. We besluiten deze te nemen, want de douche ziet er veelbelovend uit. En ja hoor, dit is de 2e douche in Cambodja waar ik daadwerkelijk de shampoo uit mijn haar kan krijgen, zonder een emmer langzaam met water te vullen en daarmee mijn haar te wassen. Ik ben blij. Maar eerst lopen we naar het winkelcentrum, want eten is belangrijker dan douchen. We hebben vandaag nog niks gegeten. Direct bij de ingang zit een ijswinkel waar we de aanbieding van de week, een “Strawberry in Love” nemen voor US$ 1,95 (€ 1,50). We lopen door het rare winkelcentrum, waar de gangen ook vol staan met kraampjes. Het is heerlijk om tussen de winkeltjes door te kunnen lopen in de airco. We stoppen bij een fastfood restaurant (iets anders hebben ze niet) en nemen een broodje terrayaki met frietjes en een sprite en delen die samen. Op de 5e verdieping is een grote bioscoop aanwezig, maar geen enkele film zegt ons iets. We denken dat “Beautiful Creatures” misschien leuk is en die draait vanavond om 19:50 uur. Voor de zekerheid nemen we alle titels mee. We gaan naar de grote supermarkt, waar ze alles hebben wat we maar willen, inclusief Old Amsterdammer Kaas, maar erg duur. Het voelt weer als Accra, Ghana, waar je ook alles kan krijgen, maar niet kan betalen. Gelukkig zijn sommige dingen wel betaalbaar, dus dat nemen we dan maar mee. Terug op de kamer douchen we en kijken we tv. In Cambodja hebben ze naast de Amerikaanse munt, ook de Amerikaanse televisie, dus we kunnen allerlei Amerikaanse zenders bekijken, die de hele dag films, series en andere programma’s uitzenden. Best handig als je ff wilt relaxen. Als we er aan toe zijn bekijken we welke film het beste is aangeschreven en dat blijkt “Warm Bodies” te zijn. Maar die begint over 3 minuten, zien we op het internet, dus we hebben geen keus. Alleen Beautiful Creatures draait vanavond. Als Ro even later het programma op de telefoon aan het updaten is, gaat het helemaal mis en crashed onze telefoon. Om 19:15 uur trek ik hem weg bij zijn telefoon en lopen we naar de bioscoop. Onderweg eet Ro nog wat noodles en ik neem een Mango Shake. We moeten haasten en kunnen nog net popcorn en drinken halen voor de film begint. Ik kan me niet herinneren ooit popcorn bij een film gegeten te hebben, want de prijs in de Nederlandse bioscopen slaan nergens op. Hier krijgen we een bak popcorn (keuze uit zout, zoet of caramel) voor US$ 0,80 (€ 0,60) en dat terwijl de kaartjes zelf maar US$ 3 (€2,25) hebben gekost. We nemen de caramel en lopen de zaal in. Ro vindt de film niet heel leuk, maar ik vind het nog wel gaan. Het is in ieder geval een gezellig avondje uit.

Uitgegeven: US$ 60 (€46)

Vrijdag 1 maart willen we naar de Killing Fields, maar we hebben geen haast. We doen rustig aan en het is al 11 uur geweest als we beneden komen. De tuktuk voor ons hotel wil perse US$ 20 (€15) om ons naar de Killing Fields (een uurtje rijden) te brengen en daarna naar het museum en dan terug hier. We weten dit toch terug te brengen naar US$ 15, wat we eigenlijk nog steeds te veel vinden. Na een uurtje hobbelen en zand/stofhappen komen we aan bij Choueng Ek Genocidal Center, de meest bekende van de 300 Killing Fields in Cambodja. We betalen ieder US$ 5 entree en krijgen een speler met koptelefoon. Door het volgen van de 19 punten op de route en het afspelen van de bijbehorende 19 luisterfragmenten, krijg je een compleet beeld van wat de Khmer Rouge hier in 1975 – 1979 heeft gedaan. Pol Pot en de Rode Khmer hebben 2 tot 3 miljoen Cambodjanen (uit een populatie van 8 miljoen) vermoord. Ze vermoordden vooral opgeleidde mensen, zoas leraren en managers. Iedereen die een bedreiging kon zijn voor het regiem van Pol Pot. In eerste instantie dacht de bevolking dat de Rode Khmer hun ging verlossen van het regiem dat ze ervoor hadden, dat ook geen pretje was, en sloten vele zich vrijwillig aan bij de groep van Pol Pot. Toen hij eenmaal aan de macht kwam bleek hij een veel en veel ergere dictator te zijn. De soldaten hadden op dat moment geen keus meer. Het was werken voor de Khmer Rouge of dood gaan. De rest van de bevolking werd uit de steden gehaald (de hoofdstad stond daarna zo goed als leeg) en iedereen moest op het platteland werken. Pol Pot wilde het beste landbouwland ooit worden en iedereen werd gedwongen van voor zonsopgang tot ver na zonsondergang te werken. Gezinnen werden uit elkaar gehaald. En ondanks dat er zoveel verbouwd werd, gingen de mensen dood van de honger. Niemand kreeg voldoende te eten. Op het Killing Field waar wij ons nu bevinden werden in de eerste jaren één keer per week een trucklading mensen afgeleverd die daar vermoord werden en in de massagraven werden gegooid. Tegen het einde van het bewind van Pol Pot waren dat vier of meer trucks per week. Om “dure” kogels te besparen, werden de mensen doodgemept met alles wat voor handen was. Als we langs een boom lopen vol met gekleurde armbandjes verteld de man in onze koptelefoon ons dat op deze boom allemaal stukjes mens waren gevonden en aan de hand van de botten (en destijds nog in half ontbonden staat van de lichamen) is bepaald dat deze boom gebruikt was om baby’s tegenaan te meppen en zo te vermoorden, waarschijnlijk terwijl de moeders moesten kijken.

 

Het massagraf naast de boom bevat alleen beenderen van vrouwen en kinderen. Het is moeilijk deze verhalen aan te horen, terwijl je het graf en de boom ziet. Het stuk land is bezaaid met ondiepe grote kuilen in de grond, waar het vol heeft gelegen met mensen.

  

Overal komen nog steeds stukken beenderen of tanden gedurende het hele jaar omhoog, vooral tijdens de regentijd. Het duurt ongeveer een uur voordat we het hele rondje hebben gelopen (het terrein is niet zo heel groot) en we het complete verhaal gehoord hebben. We eindigen bij de gedenkstupa, een groot gebouw in het midden dat vol ligt met de schedels die hier gevonden zijn. We lopen naar binnen en zien de schedels geordend tussen mannen en vrouwen en per leeftijdscategorie. Op sommige hoofden kun je zien hoe ze om het leven zijn gekomen: een hamer in het voorhoofd, een bijl in het achterhoofd, een machette op de slaap. Het is te gruwelijk voor woorden.

   

We lopen nog even door het kleine museum, leveren dan onze audiospullen in en lopen naar onze tuktuk. We rijden terug naar de stad waar de chauffeur ons bij het Tuol Sleng Genocidal Museum afzet. Alsof we nog niet genoeg horror voor één dag gezien hebben, gaat de ellende hier weer verder. Vóór de Khmer Rouge periode was dit een grote school. Pol Pot heeft dit omgebouwd tot gevangenis en martelkamers. Op de dag dat de bewakers de gevangenis uiteindelijk moesten verlaten vonden de bevrijders hier 14 lijken in de martelkamers en 7 overlevenden. We bekijken eerst de 14 cellen waar de 14 gemartelde overleden mensen gevonden waren. Elke cel is een oud klaslokaaltje met daarin nog het originele bed en de eventuele andere (martel)spullen die er gevonden waren. In elke cel hangt een foto van hoe ze deze persoon gevonden hebben. Ik kan niet uitdrukken hoe blij ik ben dat ze in 1979 nog geen duidelijke foto’s maakte en dat ze door deze uitvergrotingen behoorlijk korrelig waren. Het is geen prettig gezicht.

We lopen langs een aantal speeltoestellen die bedoeld waren voor de gymnastiek lessen van de schoolkinderen en door de Khmer Rouge waren gebruikt als martelwerktuig. Dankzij de foto’s die ernaast hangen hebben wij nu een goed beeld van hoe je deze speeltoestellen ook kan gebruiken. Na de cellen komen de ruimtes vol met foto’s. De Khmer Rouge hield heel goed bij wie ze hadden opgepakt en vermoord. Er werden foto’s van iedereen gemaakt. Alle leraren, hun echtgenotes en hun kinderen werden bijvoorbeeld opgepakt. Zelfs de baby’s werden vermoord, want wie weet zit het in hun genen dat ze straks vragen gaan stellen. Eén van Pol Pot’s uitspraken is dat je beter een paar onschuldigen mensen kan vermoorden, dan één schuldig persoon te hebben gemist. Niet alleen een opleiding hebben genoten was reden tot de doodstraf, ook het stelen van een banaan, het niet hard genoeg werken of andere onbelangrijke dingen. De ruimtes waar we nu in staan bevatten foto’s, gemaakt hier in de gevangenis, van alle gevangen. Niet alleen heel veel mannen, maar ook veel vrouwen en zelfs kinderen. Het is vreselijk om zaal na zaal, tientallen borden met zo’n 100 foto’s per bord, langs te moeten lopen.

 

Na een paar zalen komen er steeds meer foto’s bij van reeds dode mensen. Sommige duidelijk gemarteld, waarbij hun hele gezicht is ingeslagen. Het is maar goed dat ik nog niet gegeten heb. Daarna lopen we naar de filmzaal, waar we even kijken, maar er worden steeds liefdesbrieven in een soort Shakespear taal voorgelezen van een echtpaar dat van elkaar gescheiden was. Het geluid is zo slecht dat we het amper kunnen verstaan en we besluiten na 15 minuten weer verder te lopen. We lopen nog door een paar zalen vol beenderen en schedels, foto’s, bekentenissen van de bewakers (die vaak geen keus hadden, het was vermoorden of vermoord worden) en foto’s en schilderijen van alle martelmethoden met de bijbehorende martelwerktuigen ernaast. Als laatste lopen we het schoolgebouw in waar ze allemaal kleine celletjes hebben gemetseld in de grotere ruimten. Als ik in een aantal cellen nog bloedvlekken zie, grote plassen of dikke spetters alsof iemand een afranseling heeft gekregen, doet me dat nog meer dan de schedels. Ik weet niet of dit echt 34 jaar oud bloed is, maar hoe dan ook is het gruwelijk.

 

We lopen weer richting uitgang en zien dan 2 mannen achter boek standjes. Deze 2 mannen blijken 2 van de 7 (!) overlevenden te zijn van deze gevangenis. Ze hebben allebei een boek geschreven over die tijd en die verkopen ze hier. Ik vind het knap dat ze hier kunnen zitten, maar ben blij dat ze er geld aan kunnen verdienen. De boeken zijn vrij duur (US$ 10), maar ze gaan als warme broodjes over de toonbank. De 2 oude mannen zijn vrolijk en bij ieder staan 2 vrouwen die alles vertalen. De ene heeft hier 4 maanden gezeten toen hij werd vrijgelaten, de ander weet ik niet. Ik hoop dat ze hier genoeg geld kunnen verdienen en ook een positief gevoel aan deze plek krijgen. Ondanks dat we nu een beeld hebben van wat hier destijds gebeurt is, vinden we het nog steeds moeilijk te bevatten dat Cambodjanen hun eigen bevolking zo hebben uitgemoord. Ik denk dat dat het destijds zo veel moeilijker maakte, omdat je echt niemand kon vertrouwen. Zelfs in Rwanda hadden ze nog de Hutu’s en de Tutsi’s die tegen elkaar vechten. Je had nog een idee wie er aan jou kant stond. Hier is er niks dat je vertelde aan welke kant iemand stond. We lopen terug naar de tuktuk en gaan terug naar het hotel, waar we rond 16:30 uur aankomen. Ro zoekt tevergeefs op het internet naar mogelijkheden om de telefoon te maken, terwijl ik tv kijk. Om 18:15 uur lopen we naar het winkelcentrum, waar Ro bij BBQ Chicken een chickenburger neemt en ik een kipsalade. We moeten snel eten, halen nog snel een bakje zoete popcorn en rennen de bioscoopzaal in. We zijn net op tijd, want “Warm Bodies” begint bijna direct. We hadden niet al te hoge verwachtingen over een zombiefilm, maar vonden de film allebei wel leuk. Daarna lopen we nog even door de supermarkt voor wat drinken en wandelen terug naar het hotel.

Uitgegeven: US$ 79,50 (€59)

Zaterdag 2 maart hebben we niks te doen. We mogen pas op 3 maart Vietnam in, dus vandaag moeten we door zien te komen. Ro gaat weer direct aan de slag met het opzoeken hoe hij de telefoon kan maken, waardoor hij de hele dag de laptop inpikt. Ik kijk dus maar de hele dag tv, maak mijn rok, verf mijn haar, koop 2 kaartjes voor de boot naar Vietnam morgen (US$24 per stuk) en probeer mezelf te vermaken in de kleine kamer.

    

Halverwege de middag geeft Ro het op en willen we een winkel zoeken die telefoons kan repareren. En meteen de markt bezoeken. Niemand kan de telefoon maken, de markt valt een beetje tegen (heel heel groot, maar alleen maar prullen) en we lopen weer terug. Dankzij de hulp van mijn neef Mattijs heeft Ro nu de link om een programma te downloaden dat wellicht kan helpen, alleen lukt het niet om zulke grote programma’s te downloaden. De komende 12 uur blijft Ro het proberen, maar het internet is te traag. Om 19:30 uur besluiten we naar de rivier te lopen (was verder dan we dachten) en daar vinden we een leuk restaurant. Het eten is goed en eindelijk een fatsoenlijke hoeveelheid. Normaal krijg je zo weinig dat je amper het idee hebt dat je gegeten hebt. We lopen weer terug en Ro gaat weer verder met zijn telefoon, zodat ik maar weer tv ga kijken. Er zijn constant goede films en series op en dat maakt het toch wel aangenaam.

Uitgegeven: US$ 96 (€73)

Zondag 3 maart zouden we om 8:30 uur opgehaald worden om naar de boot gebracht te worden. We zaten al om 8:15 uur bij de receptie, maar om 8:45 uur is er nog niemand. We zijn bang dat we de boot gaan missen. Gelukkig komt er toch een tuktuk aan die ons door het drukke verkeer naar de rivier brengt, inbegrepen in de prijs. We worden ingeschreven en niet veel later mogen we de boot op. We lopen als laatste naar beneden, maar omdat iedereen moeite heeft hun koffers naar beneden, trap op, trap af te krijgen, kan ik iedereen inhalen en ben ik als derde op de boot. Ik neem gelijk de stoelen voorin met de meeste beenruimte en wacht tot Ro een tijdje later ook aan komt wandelen. We hadden bedacht dat het wel leuk zou zijn om met de boot in plaats van de bus naar Vietnam te gaan. Is weer eens wat anders, alleen iets duurder. De rit zou 4 uur duren plus een uur voor de grensformaliteiten. We zullen zien. Je hebt geen last van ander verkeer en we zoeven met de speedboot door de rivier. De oevers zijn redelijk saai en ook op de rivier gebeurt weinig.

   

Na ongeveer 3 uur varen, stuurt de schipper ons naar de wal. Daar is het immigratie kantoor, waar we ons exit-stempel krijgen. Het gaat heel snel dus binnen 10 minuten varen we weer verder, naar het immigratie kantoor van Vietnam.

Uitgegeven: US$ 2,50 (€2)

Cambodja is een totaal ander land dan Thailand. Thailand is zo veel moderner en verder ontwikkeld. In Cambodja ga je gelijk weer een aantal stappen terug. De voordelen die Thailand voor ons had ten opzichte van Afrika, zijn hier allemaal niet aanwezig. Hier word je wel de hele tijd “lastig gevallen” door mensen die iets van je willen, je iets willen verkopen, bedelen of iets dergelijks. Op het strand proberen vrouwen constant met een touwtje de 2 dagen oude haartjes op mijn benen eruit te rukken. Ze willen het allemaal voordoen en ik heb het 1x toegestaan maar het doet best pijn en om ze er nou 1 voor 1 uit te laten rukken, lijkt me niet zo’n goed idee. Maar als er voor de 10e keer iemand je been in de houdgreep probeert te nemen om een haar eruit te trekken, dan begint dat te irriteren. Ik wil gewoon met rust gelaten worden. Dat is niet echt een optie in Cambodja. En ondanks dat we dat in Afrika wel gewend waren, voelt het hier op de een of andere manier minder prettig. Misschien omdat je hier ook steeds wordt aangeraakt, iets wat ze in Afrika bijna nooit doen. Het snuffelen in winkeltjes zonder lastig gevallen te worden zoals in Thailand, is hier (net als in Afrika) ook geen optie. Voordeel is nog steeds dat alle vooraf door ons afgesproken prijzen hier in Cambodja, ook de uiteindelijk prijs is, zonder commentaar. En het lijkt ook veilig hier. We lopen overal in het donker over straat en hebben nooit het idee gehad dat dat niet kon of ons onveilig gevoeld. Het landschap van Cambodja is niet onaardig, maar niet spectaculair. We hebben veel mooiere landen gezien. De stranden zijn mooi, maar ook niet spectaculair. Misschien komt dat omdat we al vaker op bounty stranden zijn geweest en het iets meer moeite kost om ons onder de indruk te krijgen. De bossen zijn mooi, maar wij hebben in ieder geval geen jungle of tropisch regenwoud gezien, wat toch een hele klasse mooier is. Verder is Cambodja niet het schoonste land. De hoofdstad, Phnom Penh, is soms ronduit vies. Behalve dat het land bezaaid is met zwerfafval (iets wat we helaas veel te vaak tegenkomen), is het er ook vaak vies, ranzig en onhygiënisch. Een hotel kan er heel mooi uitzien, om direct ernaast een vuilnisbelt te hebben. Ook de Cambodjaanse keuken kon ons niet bekoren. Het eten smaakt niet lekker, is vaak ook niet goed bereid, bevat onderdelen van dieren die wij liever niet eten (alles wordt gebruikt) en we werden er regelmatig ziek van. Hierdoor waren we vaak “gedwongen” in restaurants te eten, wat het uiteraard veel duurder maakt. Ook de hotels zijn hier duurder dan in Thailand, niet veel, maar toch iets. En je krijgt er net iets minder voor, behalve dan de tv die we heel af en toe hadden. Uiteraard was Angkor Wat extreem bijzonder en iets waar we erg van hebben genoten en nooit hadden willen missen. Ik raad iedereen dan ook aan om als je in Thailand bent een uitstapje Angkor Wat te maken. Het is absoluut de moeite waard. We vermoeden dat dit voor ons de enige keer in ons leven zal zijn dat we in Cambodja zullen zijn en dat we hier niet zo snel terug zullen komen. We zijn heel blij dat we hier geweest zijn, dat we het gezien hebben, maar nu we het gezien hebben, hoeven we ook niet meer terug voor een vakantie.

In Cambodja betaal je met Amerikaanse dollars en Cambodjaanse Riel. Ze hebben geen muntgeld, dus US$ 1 is het kleinste dollarbiljet. Daarnaast heb je Riel biljetten van 50 tot 100.000. US$1 is 4.000 Riel. Als je bijvoorbeeld US$ 2,50 moet betalen, dan kun je US$2 + 2.000 Riel betalen, of US$ 1 + 6.000 Riel of 10.000 Riel. Is niet altijd even makkelijk, en het pak geld in Ro’s portemonee zit helaas altijd aan de Riel kant, nooit aan de Dollar kant.

We hebben in Cambodja € 710 uitgegeven, wat neerkomt op € 20,88 per persoon per dag. In Thailand hadden we € 21 per persoon per dag uitgegeven. Hierdoor is onze gemiddelde uitgaven, over 6 weken en 3 dagen, per persoon € 21 per dag. Nog steeds onder ons budget van € 25 p.p.p.d. dus.

© Copyright - Fundisa Weddings | Iris Diekstra, e-mail: iris@fundisa-weddings.nl, telefoonnummer 06 3308 1443 (ook WhatsApp)